Psalm 24: 1 : Onze aarde is van God (Micha-zondag)

Liturgie avonddienst zondag 15 oktober BoL
Welkom
Zingen: NLB 992: 1-4 ‘Wat vraagt de Heer nog meer van ons’
Moment van stilte en gebed
Votum en groet
Zingen: Ps. 24: 1,2,5 (De Nieuwe Psalmberijming)

1. De hele wereld om ons heen
is van de HEER, van Hem alleen,
met alle wezens die er leven.
Het vasteland blijft stevig staan,
verrezen uit de oceaan.
De HEER heeft het zijn plaats gegeven.

2. Wie mag de tempel binnengaan?
Wie kan er op Gods hoogte staan?
Wie zal Hem op zijn berg vereren?
De mens die schone handen houdt,
niet op bedrog of list vertrouwt
en nooit een valse eed zal zweren.

3. Aan hen die eerlijk zijn en echt
doet God, hun redder, altijd recht;
zijn zegen zullen ze ontvangen.
Zij zijn het volk dat Hem verwacht,
zij vormen Jakobs nageslacht,
de mensen die naar Hem verlangen.

5. Kom, poorten, hef je oude boog!
Maak jullie doorgang wijd en hoog,
geef ruimte aan de grote koning.
Wie is die vorst vol majesteit?
De HEER die hemellegers leidt.
Hij komt vol glorie naar zijn woning.

Gebed
Schriftlezing: Genesis 1: 24 – 2: 17
Zingen: Ps. 146: 3,4,5 LB

Verkondiging: Psalm 24 ‘Onze aarde is van God’
Zingen: NLB 994: 1-4 ‘Voor hen die ons regeren’

1 Voor hen die ons regeren,
de hoofden van het land,
bidden wij God de Here,
om ootmoed en verstand,
dat zij bewaren hecht en recht
al de getuigenissen,
die ons zijn aangezegd.

2 De sterken, die bewaken
de wegen met hun woord:
dat zij ook zullen dragen
de zwakken in de poort!
Want hoofd en lichaam zijn in pijn
en niemand wordt behouden,
als dié verlaten zijn!

3 Wij bidden ook om vrede,
de aftocht van geweld:
Heer, – dat wij niet vergeten,
hoe Gij de namen telt,
bewaar het land voor overmoed
en voor het blinde razen,
de stemmen van het bloed!

4 O God, – Gij moet regeren
tegen het onverstand:
wij dienen vele heren
tot schade van het land.
Gij zijt genade, uw bevel
doet leven en vergeven,
o God van Israël!
Gebed
Collecte
Zingen geloofsbelijdenis (melodie Gz. 293

Ik geloof in God de Vader, groot in wijsheid en in macht,
die de hemel en de aarde door zijn woord heeft voortgebracht,
die de mens als kroon van de schepping naar zijn beeld geschapen heeft
en nog in zijn grote liefde alles draagt en aanzien geeft.

Ik geloof in Jezus Christus ’s Vaders ééngeboren Zoon,
mens geworden om ons mensen, lijdend onze smaad en hoon;
die gestorven aan de zonde opstond ter rechtvaardiging
en ten hemel is gevaren waar Hij alle macht ontving.

Ik geloof de Heilige Geest, die God als Gids gegeven heeft
en een kerk die in alle tijden enkel op zijn adem leeft.
Ik geloof de schuldvergeving en ook de herrijzenis.
Ik geloof een eeuwig leven, dat in God geborgen is.

Zegen
Zingen: NLB 425 ‘Vervuld van uw zegen’

Dia 1 Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

‘Nederland wordt duurzaam’.
Dat staat boven wat je kunt noemen de milieuparagraaf in het regeerakkoord dat afgelopen dinsdag door de vier coalitiepartijen naar buiten werd gebracht.
Er spreekt de ambitie uit om de afspraken te halen die in Parijs afgesproken zijn in het klimaatakkoord, en allerlei maatregelen worden aangekondigd om energie te besparen, te gaan naar schone energie, de gaswinning terug te schroeven, te streven naar beperking van de opwarming van de aarde en de stijging van de zeespiegel, om de natuur te beschermen, dierenwelzijn te bevorderen, en de aarde leefbaar te houden..en natuurlijk is er ook aandacht voor armoede en vluchtelingen, al is schrijnend dat het kinderpardon niet uitgebreid wordt en het naast opvangen en beschermen wel veel gaat over weghouden en terugsturen…compormissen dus.
Te veel om op te noemen, en niet de plek hier om daar dieper op in te gaan.
We zijn hier niet in de Tweede Kamer, en we kunnen veel niet overzien.
Bovendien gaat het vanmiddag niet over politiek of bedrijfsleven, maar om ons.
Het is goed en belangrijk dat we als christenen er veel aandacht voor hebben,
en daarom wordt elk jaar in oktober de Michazondag gehouden, met dit jaar
als thema ‘De knop om’, met alle nadruk op God als Heer van de schepping.

Ik lees als slot van deze inleiding een stukje voor uit het begeleidende materiaal
van ‘Micha Nederland’, als antwoord op de vraag of we als christenen ons wel druk moeten maken om het vraagstuk van de klimaatverandering, waarbij gewezen wordt op de gevolgen daarvan: “Akkers drogen uit en zelfs het kleine beetje eten dat net genoeg was om in leven te blijven, raakt op. Hele bevolkingsgroepen raken op drift, op zoek naar eten. ‘Klimaatvluchtelingen’ noemen we hen. Als we aan deze mensen denken, in hun miserabel leefomstandigheden, komen we al heel gauw bij de Micha-onderwerpen zorg voor de ander en zorg voor de schepping. Daarnaast kun je ook zeggen dat wij, inwoners van het westen, met onze levensstijl en ons consumentisme, mede bijdragen aan klimaatverandering. En, omgekeerd, we ook, weliswaar bescheiden, bij kunnen dragen aan een omkeer”. Tot zover de inleiding.

Onze aarde is van God
Dia 2
Daar zet Psalm 24 mee in, als een belijdenis en als uitgangspunt voor doen en laten:
“Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft, de wereld en wie haar bewonen”.
Daar begint een psalm mee die niet op eerste horen en lezen gaat over hoe we met het milieu en met de grondstoffen en met onze medemensen moeten omgaan, maar daar wel de basis voor legt en ons daarvoor wakker schudt:besef dat je leven en je leefwereld, die aarde met alles erop en eraan en erin, niet van jou is en ook niet van jullie mensen samen, maar dat God die alles heeft gemaakt, de Eigenaar is en blijft.
Psalm 24 is een psalm over de HEER als de grote Koning, van Israël – Jahwe, de God van het verbond met zijn volk – maar ook de grote Koning van heel de wereld.
En de psalm loopt erop uit dat die Koning eraan komt en zijn intocht zal houden, en dat de stad en het volk zich erop moet voorbereiden en de weg voor de Koning moet banen: “Kom, poorten, hef je oude boog! Maak jullie doorgang wijd en hoog, geef ruimte aan de grote koning”- denk aan wat gebeurt als koning Willem-Alexander ergens op bezoek komt: de rode loper uit, vlaggen, een erehaag, het volkslied….
Deze psalm gaat niet over een aardse koning of president maar over God zelf als de grote Koning, en in het licht van het NT mag je doordenken naar de komst van Jezus.
Nou, en dat heeft alles te maken met onze aarde en hoe wij daarmee omgaan.
Iemand zegt: “als deze koning terugkomt en bij ons gaat wonen, hoe treft Hij zijn aarde dan aan?” en voegt eraan toe: de koning treft zoals het nu is, zijn aarde aan met een klimaatprobleem, met een CO-2 probleem en ook een voedselprobleem en een energieprobleem, en noem maar op: “we pakken wat we pakken kunnen, alsof de aarde van ons is”, ten koste van de natuur en het klimaat,maar ook ten koste van de allerarmsten, met als gevolg klimaatverandering en ook klimaatvluchtelingen.
Wij kunnen met behulp van veel geld en technologie ons leven nog wel dragelijk en zelfs comforatabel houden, ook als het klimaat verandert en de zeespiegel stijgt, maar er zijn veel landen waar dat niet lukt en waar veel onrust is en armoede, oorlog en terreur, waar wij onze ogen en ook onze portemonnees niet voor kunnen sluiten, maar wat ons samen, zeker hier in het westen en als christenen, een zorg zal zijn.

Kijk, en dan is die psalmregel een basisregel die teruggaat op het allereerste begin en als een rode draad door heel de Bijbel meegaat en ons gedrag zal bepalen:
“De hele wereld om ons heen is van de HEER, van Hem alleen, met alle wezens die er leven”, en daar horen ook de lucht bij en het water, rivieren en oceanen, de planten en de dieren, de energiebronnen en delfstoffen, te veel om op te sommen.
Een andere vertaling heeft: “De aarde is van de HEERE en al wat zij bevat”.
Het zet ons op onze plek, maakt ons bescheiden en maakt ons ook dankbaar, want dat geweldige dat God geschapen heeft wil Hij ons in handen geven, zo in een andere psalm: “De hemel is de hemel van de HEER, de aarde heeft Hij aan de mensen gegeven” (Psalm 115) – en we kennen allemaal die geweldige Psalm 8 over de mens die van God de hoge plek en de grote verantwoordelijkheid gekregen heeft om namens God over zijn schepping te regeren: “U hebt hem bijna hemelhoog gegeven, een kroon van eer en majesteit gegeven, de schepping hebt U aan hem toevertrouwd, het kunstwerk dat door U is opgebouwd” (Psalm 8 Levensliederen).
Mooi berijmd vind ik, juist om dat ‘hem toevertrouwd’- wat aangeeft dat we niet maar zelf kunnen uitmaken wat we met ons leven en met de schepping kunnen doen alsof wij de eigenaars zijn, maar we hebben de aarde in bruikleen van de Maker,God zelf.
En als je iets kostbaars geleend hebt, ben je er zuinig op: je moet het teruggeven en je moet verantwoorden wat je met wat je ios toevertrouwd, hebt gedaan, als lener.
Dat is wat we vaak rentmeester zijn noemen: beheerder namens de Eigenaar.

Precies dat is waar de Bijbel en waar de geschiedenis van ons mensen mee begint.
We hebben er iets van gelezen in Genesis 1 en 2: over hoe God is begonnen.
Er is veel te doen in onze christelijke wereld over schepping en/of evolutie, en dat zijn belangrijke en boeiende vragen,waar je heftig over kunt discussiëren, en dat is goed.
Maar ik denk dat die eerste hoofdstukken van de Bijbel niet allereerst en misschien zelfs helemaal niet gaan over wanneer en hoe het allemaal precies ontstaan is, maar over dat waar de psalm mee begint: onze aarde en wijzelf komen van God en zijn van God, en dat bepaalt als het goed is hoe we leven en waarvoor we leven en hoe we in het leven staan en hoe we omgaan met elkaar en met onze leefwereld – als mensen die naar Gods evenbeeld gemaakt zijn en daaraan ook herkenbaar zijn:
als mensen die de taak gekregen hebben deze aarde te bewerken en ook voor God en voor elkaar en al die andere mensen en medeschepselen en voor volgende
generaties te bewaren; een opdracht die blijft maar wel veel lastiger is geworden nadat de zonde de wereld is binnengekomen, de zonde van niet meer rentmeester maar bezitter denken te zijn en vaak ook uitbuiter die ik-gericht is en gericht vooral op zelfontplooiing en zelfbeschikking en zelfverrijking ook, op krijgen en pakken en houden wat je hebt, meer dan op geven en delen, en waar nodig een stap terug.
Ik betrap mezelf er ook op hoe lastig het is dingen niet meer te doen zoals je gewend was, of anders te gaan doen dan je gewend was – ik kom er nog wel op terug straks.

De psalm komt er ook op trouwens, op dat vanuit besef dat onze aarde van God is, en dat God als de grote Koning eraan komt en inspectie komt houden, en dat wij geroepen zijn om als onderdanen van die grote Koning ons te gedragen, dat ons doen en laten daarop afgestemd zal zijn: “wie reine handen heeft en een zuiver hart, zich niet inlaat met leugens en niet bedrieglijk zweert” , anders gezegd: dat je een mens-uit-een-stuk bent, zonder dubbele moraal of een verborgen agenda, met een manier van denken en voelen die openstaat naar God en de ander, met hart voor die ander die ook beeld van God is en met hart voor de aarde die van God is en blijft,
en die ons en al die andere schepselen is gegeven om er te leven en te werken,
ons te ontspannen en ervan te genieten, en waar we dus goed voor zullen zorgen.
‘Reine handen’, dat slaat op wat we doen, wat we pakken en hoe we wat we hebben gebruiken, ik las ook: vrij van bloed aan de handen en zonder corruptie of andere verkeerde dingen die schade toebrengen aan anderen of aan de samenleving, en dat slaat ook op koopgedrag en weggooimentaliteit, of zuinig zijn op jouw spullen en die van de ander, en vooral ook zorg voor wie kwetsbaar zijn en aangewezen op hulp van anderen, met zeker ook vluchtelingen, asielzoekers, daklozen, eenzamen.
Denk even weer aan dat lied over Micha 6 waarmee we begonnen vanavond:
“Wat vraagt de Heer nog meer van ons dan dat wij recht doen en trouw zijn, en wandelen op zijn weg? Wat vraagt de aarde meer van ons, dan dat wij dienen en hoeden als mensen naar zijn beeld? Wat vragen mensen meer van ons dan dat wij breken en delen als ons is voorgedaan? Het is de Geest die ons beweegt dat wij Gods wil doen en omzien naar alles wat er leeft”.

Maar dan komt wel de vraag op ons af wat dat vraagt van ons, wat ons dat kost en mag kosten, wat we daarvoor willen laten of juist doen, en wat ons dat oplevert.
Eerlijk gezegd vind ik dat zelf best lastig, zeker als het gaat om eigen gedrag:
wat koop ik wel en wat niet, wat eet ik en wat minder of niet (vlees b.v.), reizen,
gebruik van de auto, papier dat ik print, hoe warm stook ik, en waaraan en hoeveel geef ik weg aan goede doelen en moeten dat vooral christelijke doelen zijn….het zijn zomaar wat vragen en afwegingen…..en dan komen daar nog de grotere dingen bij waar b.v. een nieuw kabinet mee gaat komen als een beter milieu ook kosten voor de burger meebrengt: zijn we bereid die te betalen of komt er verzet tegen los? En zijn we bereid meer te betalen voor verantwoorde voeding en voor kleding die niet is gemaakt ten koste van kinderarbeid of andere misstanden in de derde wereld?
Ik zei al: best lastig, er moeten dan echt wel knoppen om soms, ook bij mij.
Zeker als je, zoals ik, houd van een lekker stukje vlees en iets lekkers bij de koffie,
als je houd van reizen en autorijden, en als je liever en makkelijker van papier leest dan van een elctronisch scherm, en als je best graag fiets maar vooral bij mooi weer.
Ik denk zo maar dat het herkenbaar is, bij de een weer op dit en bij de ander weer op dat punt, dat we allemaal zo onze weerstanden hebben tegen gedragsverandering.
Vanavond ga ik daarom ook niet met geboden en verboden komen – wie ben ik?
Iemand schrijft: “Ik ga niet zeggen wat je allemaal wel en wat je allemaal niet mag doen.” Waar het om gaat is om bewustwording en dan kijken waar mogelijkheden liggen om beter om te gaan met die aarde die van God is en alles wat we daaruit halen en daar weer in stoppen, en ook met die andere mensen en de dieren.
Misschien is het wat om eens een aantal mogelijke actiepunten naast elkaar te zien en dan voor jezelf te kiezen waar je aan wil werken in eigen leven en omgeving.
B.v. om een speerpunt te kiezen – noem het een valkuil of een uitdaging ¬– en daar voor jezelf werk van te maken – kleine stapjes brengen verder dan grote idealen.

Ik geef een paar keuzes door, aangedragen door het landelijke materiaal voor de Michazondag, of aanbevolen door andere boeken of websites – dia 3
1. Zet je verwarming een graad lager dan je gewend was
2. Douche maximaal 5 minuten per keer – houd het in elk geval een week vol
3. Eet deze week alleen seizoensproducten
4. Eet een week geen vlees – of: eet elke week 1 dag minder vlees dan normaal
5. Was deze week op hooguit 30 graden
6. Pak voor korte afstanden in de regel de fiets in plaats van de auto
7. Beperk het gebruik van papier, thuis en als het kan ook op kantoor
8. Gooi zo min mogelijk eten weg; koop dus niet meer eten dan je op kunt
9. Laat niet meer lampen in huis branden dan nodig
10. Denk samen na wat in en rond dit gebouw zuiniger en groener kan.

Een goede opmerking daarbij die ik tegenkwam in een preek van een collega is de volgende: “En dan moet je niet zo bezig zijn met wat het resultaat is als jij besluit tot een bewuster duurzaam leven. Nee, kijk maar naar jezelf en leer van je Meester Jezus in Matt.5: hongeren en dorsten naar de gerechtigheid ook in je zorg voor de schepping van God en het milieu…Het resultaat mag je aan Hem overlaten.”
En een christen-filosoof wijst op het centrale Bijbelse begrip gerechtigheid, vaak concreet gemaakt in de zorg voor wat hij het ‘kwetsbare kwartet’ noemt: de wees, de weduwe, de arme, en de vreemdelinmg. Hij zegt dat alle volken beoordeeld worden naar de mate waarin zij recht doen, en omgaan met die kwetsbaren in de wereld.
Het ligt dicht tegen elkaar aan en in elkaars verlengde: zorg voor een bedreigde schepping en zorg voor in een gebroken wereld extra kwetsbare mensen – want
“onze aarde is van God en alles wat daar leeft, de wereld en wie haar bewonen.”
Dia 4 Wat ook betekent dat Nederland niet van de Nederlanders is en voor geboren en getogen Nederlanders maar van God en dus past niet iets als ‘eigen volk eerst’
Want net als God vaak zei tegen Israël geldt het ook voor ons: jullie zijn gasten en vreemdelingen op die aarde die van Mij is – waar ook plek mag zijn voor wie op de vlucht zijn heenkomen bij ons zoekt: binnen de grenzen van de wet, en vanuit de rechtvaardigheid en barmhartigheid van God zoals Jezus ons heeft voorgedaan.

Onze aarde is van God – daar zit een dubbele boodschap in.
1e. God zorgt voor zijn schepping en heeft zijn wereld met alles en iedereen zo lief dat Hij niet loslaat wat zijn hand begonnen is; de schepping wordt gered van de vergankelijkheid, schrijft Paulus; dat geeft rust want God voltooit wat wij niet kunnen: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid en vrede zullen bloeien.
2e. datcde wereld van God is maakt dat wij extra zuinig erop zullen zijn en waar en hoeveel wij maar kunnen proberen bij te dragen aan eerlijk en rechtvaardig
delen van en zorgvuldig omgaan met wat en wie aan onze zorgen zijn toevertrouwd.

Nog een keer terug naar Psalm 24,de psalm die uitziet en uitloopt op de komst van de grote koning, van wie wij geloven dat Hij alles nieuw maakt: kom, Heer Jezus.
Dat geeft hoop en vertrouwen: onze aarde is van God, en God blijft de aarde trouw.
Dia 5 amen

Psalm 34: 9 : Gods goedheid (laten) proeven

Liturgie afsluitende dienst op Startzondag 10 september

Welkom

Zingen: Ps. 67: 1, 2v, 3 m – R: allen (De Nieuwe Psalmberijming)

1. God, blijf ons uw genade geven.
Laat merken dat U bij ons bent,
opdat de wereld in ons leven
uw zegen en uw heil herkent.
refrein allen:
Laat elk volk U prijzen,
U de eer bewijzen;
zeggen: God is goed!
Laat de wereld zingen
van de grote dingen
die U deed en doet.

mannen
2. Laat alle volken zich verblijden,
want U regeert in ieder land.
U zult de naties eerlijk leiden;
het recht is veilig in uw hand.
refrein allen:
Laat elk volk U prijzen,
U de eer bewijzen;
zeggen: God is goed!
Laat de wereld zingen
van de grote dingen
die U deed en doet.

vrouwen
3. De oogst was goed! God liet hem rijpen,
Hij zegent wat er groeit en leeft.
Laat zelfs het verste volk begrijpen
dat U alleen ons zegen geeft.
refrein allen:
Laat elk volk U prijzen,
U de eer bewijzen;
zeggen: God is goed!
Laat de wereld zingen
van de grote dingen
die U deed en doet.

Moment van stilte en gebed

Votum: Ps. 121: 1

Ik sla mijn ogen op en zie
de hoge bergen aan,
waar komt mijn hulp vandaan?
Mijn hulp is van mijn Here, die
dit alles heeft geschapen.
Mijn herder zal niet slapen

Groet en amen
Zingen: Ps. 34: 1 (GK) ‘Ik zing voor God de HEER’
Gebed
Bijbellezing: Psalm 34
Zingen: Ps. 34: 3 (GK) ‘des HEREN Engel schaart zich als een grote legermacht

Overdenking over Psalm 34: 9 ‘Gods goedheid (laten) proeven’

Zingen: Ps. 36: 2 Levensliederen

Uw liefde, HEER, gaat hemelhoog.
Uw trouw reikt tot de regenboog.
Uw recht staat als de bergen.
Uw inzicht is oneindig diep.
U redt de mensen die u schiep
en blijft het dier beschermen.
Uw liefde is zo kostbaar, God!
De mensheid neemt haar toevlucht tot
de schaduw van uw vleugels.
Bij u doen mensen zich tegoed.
U lest hun dorst met overvloed,
zij delen in uw vreugde.

Gebed
Collecte
Geloofsbelijdenis zingen: Gz. 161: 1-4 GK ‘Heer, U bent mijn leven’
Zegen
Amen
Zingen: NLB 425 ‘Vervuld van uw zegen’

Gemeente van onze Heer,

Het was weer goed van eten en drinken vandaag, er was veel te proeven.
Daar hebben we hopelijk de goedheid van God onze Vader in geproefd.
En dat ook in goede ontmoetingen en mooie gesprekken, en in de diensten
die we samen mogen vieren vandaag en de komende maanden ook weer.

Eerst even proeven!
Doe je als je eten aan het maken bent: is het gaar, is het goed gekruid?
Doe je als probeert je kind te laten wennen aan wat hij niet zo lekker vindt
of zij niet durft eten omdat ze het niet kent: proef maar, een klein beetje maar.
In de hoop dat het meevalt en zoon of dochter de smaak te pakken krijgt.
Ook volwassenen willen soms eerst eens uitproberen en vergelijken.
Voor van alles en nog wat worden proeverijen georganiseerd: wijn, bier, kaas….
Want er zijn zoveel verschillende smaken en er is voor elk wat wils……
Geen probleem want een oud gezegde is al dat over smaak niet valt te twisten,
al gebeurt dat vaak wel, als jouw smaak de maat wordt om anderen te meten.

Zonder veel moeite kun je dat overbrengen naar het geloof en naar de kerk.
Er zijn heel wat uiteenlopende ‘geloven’ in de aanbieding tegenwoordig.
En op het christelijk erf kun je uit veel kerkelijke smaken kiezen: van strak en
streng oud gereformeerd tot en met uitbundig evangelisch, van hoogkerkelijk katholiek met latijnse gezangen tot heel informeel samenzijn in een huiskamer.
En over al die smaken wordt heel wat afgetwist en tegen elkaar op geconcurreerd.
Terwijl dat gebeurt in een samenleving waarin de grote massa van de mensen
helemaal geen trek meer heeft in een van die smaken: omdat onbekend onbemind
maakt, of omdat wat met de paplepel ingegoten werd de strot is uitgekomen, of
omdat alles wat smaakt naar God en Bijbel en kerk een bittere nasmaak achterliet,
en ze helemaal klaar zijn met al dat twisten over wat kleine smaakverschillen lijken.

Vandaag is het in veel kerken net als bij ons startzondag, en vanuit de PKN is een initiatief gestart dat Kerkproeverij heet, een thema dat ook door CGK en GKV en nog andere kerken landelijk is opgepakt, met de bedoeling dat je iemand die je al wat beter kent uitnodigt eens mee te gaan naar je eigen kerk om zo – misschien voor
het eerst of na heel lange tijd toch weer eens – iets te proeven van het geloof.
Waar natuurlijk wel voor nodig is dat jouw gemeente – onze gemeente – goed nadenkt over hoe gastvrij je bent als kerk, en wat je die kerkproever te bieden
hebt: hoe kun je die gast laten proeven dat het goed is bij God, en bij ons, te zijn?

Het is best een mooi beeld voor het laten kennismaken met geloven en kerk-zijn:
eerst even proeven, gewoon als vrijblijvende kennismaking, in de hoop dat het
goed valt en naar meer gaat smaken – en dat zonder een bittere nasmaak door
nare ervaringen met kerkmensen of door claimgedrag, betwerij, veroordeling.
En wat ook niet helpt is over smaken te twisten: wij zijn goed, en zij zijn fout.

Een les om ook mee te nemen als binnenkort weer een Alphacursus begint.
Juist de opzet van de Alphacursus biedt plek aan een bonte variatie aan smaken.
De cursus wordt gegeven vanuit diverse kerken en geloofsgemeenschappen:
katholiek, gereformeerd, evangelisch, pinkstergemeente, en nog veel meer.
Ieder zal eigen accenten leggen, en dat mag, de basis is steeds dezelfde:
een open Bijbel, Jezus Christus als Redder en Heer, God als de Schepper en
als onze Vader door Christus, de Heilige Geest, en een hoopvolle toekomst.

Met niet als doel dat wie met de cursus gaat meedoen aan het eind van de rit
zich bekeert, belijdenis doet of gedoopt wordt, en dan lid wordt van ‘onze’ kerk.
Soms gebeurt dat en dat is prachtig natuurlijk maar het moet niet als een verborgen agenda boven de markt hangen, waarna als het allemaal niet gebeurt en niemand zich na de cursus meldt bij de kerk, we teleurgesteld zijn omdat al die avonden niets hebben opgeleverd en we denken: waar hebben we het allemaal voor gedaan?
Nee, het zou mooi zijn – en laten we daar op inzetten en daarom bidden en daar ook
zelf alles aan doen – dat wijzelf en die ander iets mag proeven van Gods goedheid.
Dat kan alleen als wijzelf – onze houding, ons praten, ons doen en laten – smaken
naar de goedheid en de liefde van God, als Jezus in en door ons herkenbaar is.
Als je jezelf hebt geproefd, hebt ervaren, dat God goed voor je is en geweest is,
kun je dat ook anderen doorgeven en voorleven – is dat van je af te lezen en door
wat je zegt te horen – zoals Petrus erover schreef: “Voert u het woord, laat dan Gods
woorden doorklinken in wat u zegt. Helpt u anderen, doe dat dan vanuit de kracht
die God u geeft. Want zo doet u alles tot eer van God, dankzij Jezus Christus”.
Dat staat in diezelfde brief waarin Petrus teruggrijpt op wat David zong in Psalm 34,
over het proeven van Gods goedheid: “verlang als pasgeboren zuigelingen naar de
zuivere melk van het Woord, opdat u daardoor groeit en uw redding bereikt. U hebt
toch ondervonden hoe goed de Heer is? “ (dat staat in 1 Petrus 2: 2 en 3). God is zo
goed voor mensen als wij, dat Hij ons verzorgt en beschermt en ons wil redden – dat
maakt ons leven anders en als het goed is, merken –proeven– mensen dat aan ons.

.“Proef, en zie dat de HEER goed is”.
Iemand noemt het de mooiste en aantrekkelijkste zin van heel deze psalm.
En wijst erop dat als Petrus juist deze zin aanhaalt in zijn brief, hij voor dat woord
‘goed’ het Griekse woord chrestos gebruikt, dat bijna net zo klinkt als christos.
Misschien toevallig, misschien een opzettelijke woordspeling want door wie is de goedheid en de liefde van God meer zichtbaar geworden dan in Jezus Christus?
En hoe kun je beter Gods goedheid proeven dan door je te laten inspireren en leiden door de liefde van God die in Jezus vlees en bloed werd en die Jezus voorleefde?
Als je zo echt christen bent en als de gemeente echt Christus belichaamt en iets van die liefde van God in Christus uitstraalt, als dat te proeven is als je samen en met hopelijk weer nieuwe deelnemers de Alphacursus gaat volgende de komende weken, dan mag je de zegen van de Heer verwachten, ongeacht wat de resultaten zijn.
Dan hoef je ook niet over verschil in smaak te twisten – erover praten mag natuurlijk- want uiteindelijk gaat het niet om wie in onze ogen goede of slechte smaak heeft maar of wij en die ander die God met ons in contact brengt en die wij hopelijk in contact met God kunnen brengen, of wij en die ander Gods goedheid mag proeven.
Ergens anders in de Bijbel heet dat proeven van de hemelse gave, van het goede
dat God mensen geven wil, en dat een mensenleven goed en mooi kan maken.

Nou, en daarom is er die uitnodiging: aan uw en jouw adres en via ons aan ieder
die het maar wil horen, om dan ook met alles wat je bent en hebt, en vooral ook
met al je vragen en je zorgen, je twijfels en je sores, je verdriet en je pijn, en ook
met al je oude zeer en nare ervaringen, te schuilen bij God – de enige bij wie je echt veilig bent – want hoe goed het vaak is bij mensen, je wordt ook soms teleurgesteld.
Als David hier uitroept: gelukkig de mens die schuilt bij de HEER – zit daar ook achter dat hij er pijnlijk achter was gekomen dat vertrouwen op mensen maar al te vaak teleurstellingen oplevert: Saul zat hem overal achterna, hij was op het nippertje ontsnapt aan de Filistijnen, en terug in eigen land wilden zijn volksgenoten hem aan
Saul uitleveren – hoe waar is het psalmvers dat het middelste vers van de hele Bijbel schijnt te zijn: “Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op de mensen. Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mannen met macht”” (Psalm 118: 8).
Hoe actueel is het in een steeds gevaarlijker wordende wereld vol machtsstrijd….

Ja, en hoe mooi zou het zijn als christenen en als de kerk die veiligheid zou bieden.
Als mensen merken dat wij ons bij God veilig voelen en zich bij ons welkom voelen,
hoe ze ook zijn en wat ze ook denken en wat ze ook allemaal achter de rug hebben.
Dat wij ze laten proeven dat het goed is om bij God te schuilen en geliefd te zijn, en dat zonder voorwaarden vooraf of achteraf, zonder vooroordelen, en zonder dat ze bij ons reserves proeven of een verborgen agenda of allerlei eigen bijsmaken.
Dan wordt het een mooie tijd samen, en komen er ‘smakelijke’ kerkdiensten en bijbelstudie-avonden, catechisaties en bijbelstudies, bezoeken, en..Alpha-avonden.
Waarin we mogen proeven en elkaar en anderen laten proeven dat God goed is!

amen

Psalm 36: 7 : God redt ook de dieren

Liturgie avonddienst zondag 6 augustus 2017

Welkom
Zingen: Ps. 8: 1,2 Levensliederen ‘HEER, onze Heer, hoe machtig…’

1. HEER, onze Heer, hoe machtig, mooi en sprekend
hebt u uw naam op aarde uitgetekend!
Vol glans en glorie, macht en majesteit,
uw hemelhoge pracht blinkt wereldwijd!

2. Maar u gebruikt het praten van een kleuter,
de eerste kleine woordjes van een peuter,
en zet daarmee de vijand buitenspel.
Wie zich verzetten komen in de knel.

Stilte en persoonlijk gebed

Votum en groet

Zingen: Ps. 8: 3,4,5,6 LL ‘Wanneer mijn ogen langs de hemel dwalen’

3. Wanneer mijn ogen langs de hemel dwalen,
zie ik de maan, de sterren die daar stralen –
wat is de mens dan dat u met hem leeft,
de mensenzoon dat u hem aandacht geeft?

4. U hebt hem bijna hemelhoog verheven,
een kroon van eer en majesteit gegeven,
de schepping hebt u aan hem toevertrouwd,
het kunstwerk dat door u is opgebouwd:

5. het vee, met schapen, geiten, koeien, stieren,
en zelfs de ongetemde, wilde dieren,
de vogels in de lucht, ze vliegen mee
met alles wat zijn weg vindt in de zee.

6. HEER, onze Heer, hoe machtig, mooi en sprekend
hebt u uw naam op aarde uitgetekend!
Vol glans en glorie, macht en majesteit,
uw hemelhoge pracht blinkt wereldwijd!

Gebed

Schriftlezing: Genesis 1: 20-28 en 2: 15

Zingen: Ps. 104: 3,7,8 ‘Uw bronnen zenden beken in het dal’

Schriftlezing: Romeinen 8: 18-25

Zingen: Gz. 435: 3,5 LvdK ‘Zie ons lijden, Heer, tezamen’

Schriftlezing: Psalm 36

Zingen: Ps. 36: 3 GK ‘Bij U, HEER, is de levensbron’

Verkondiging: Psalm 36: 7b ‘God redt ook de dieren’
Zingen: Ps. 36: 2 GK ‘Uw goedheid, Heer, is hemelhoog’

Gebed
Collecte

Geloofsbelijdenis (staande)
Zingen: Gz. 28: 1,2,3 GK ‘Eens zal er vrede zijn’

Zegen
Amen: Gz. 456: 3 LvdK ‘Amen, amen, amen’

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes,

Nee, dit wordt niet een propagandapreek voor de Partij voor de Dieren, en ook niet een protest tegen megastallen, de bioindustrie of tegen het kopen van plofkippen.
Daar is de preekstoel de plek niet voor; ik heb ook te weinig verstand van alles wat speelt in de complexe afwegingen tussen economie en milieu, de gezondheid van de mensen en het welzijn van dieren – en wie weet precies wat een dier voelt en lijdt…?

Het is wel goed dat mede als gevolg van achtereenvolgende ziekten onder dieren als varkenspest en vogelgriep –met ook gevolgen voor mensen en angst onder mensen-
de manier waarop met dieren wordt omgegaan stevig op de agenda is gezet, ook al ging de aandacht vooral uit naar de gevolgen voor de volksgezondheid en naar de economische schade en ook naar de emotionele beschadiging’ van de getroffen veehouders, en naar de schade voor de economie als geheel, en naar wat gebeuren moest en zal moeten om zulke rampen in te perken en herhaling tegen te gaan.
Maar gelukkig was ook een gunstig gevolg dat allerlei maatregelen genomen werden om te komen tot een betere behandeling van dieren, ook al is dat niet voldoende en blijven allerlei actiegroepen ageren tegen allerlei vormen van wat zij zien – soms terecht – als mishandeling en uitbuiting van dieren.

Nou, en dat mag ons als christenen, als bijbellezers, toch wel extra ter harte gaan.
Want God geeft de mens wel de regeermacht over de dieren gegeven en daarom ook het recht om van dieren gebruik te maken om te eten en te leven – we komen erop terug zo meteen – maar zoals van de schepping als geheel geldt ook van het dier dat regeren niet is als een dictator uitbuiten en zelfs uitroeien – God zegt: bewerken én bewaren, ervoor zorgen – zo staat dat in Gen. 2: 15 als opdracht die God aan de eerste mensen geeft als Hij ze in de proeftuin Eden aan het werk zet.
Dan is het goed dat massale ziekteuitbraken onder het vee en andere ellende als stropen van olifanten en neushoorns, mishandeling van huisdieren, en dreigend uitsterven van bedreigde diersoorten de ogen openen voor een wereld waarin alles draait om steeds hogere productie, steeds grotere winsten, en brute geldzucht, ten koste van onze medeschepselen als vee, wilde dieren, en ook vogels en vissen.

Zoals in de bijbel heel wat bepalingen staan ter bescherming van dieren: de sabbat als rustdag ook voor trekdier en lastdier (dat ook op sabbat te drinken en te vreten kreeg) de dorsende os die recht op zijn voer had, elke zeven jaar kreeg het land rust en mochten de dieren eten van wat vanzelf op de akkers groeide, God die zelfs oog heeft voor het musje dat uit het nest valt en de ooievaar en de zwaluw die feilloos de weg weten als de vogeltrek er weer aan komt, als voorbeeld stelt aan de mens die zo vaak de weg kwijt is en niet rekent met de goede leefregels van God hun Schepper.
En aan de ijver en orde in een mierenkolonie kunnen mensen een voorbeeld nemen
In Spreuken12:10 staat: “Goede mensen zorgen goed voor hun vee – of hun huisdier mag je gerust voor jezelf invullen – maar slechte mensen behandelen hun dieren slecht”- dat is zoiets als: laat zien hoe je omgaat met je dieren,dat zegt veel over
wie je zelf bent, over hoe je in het leven staat, over wat je doet met wat God geeft.
Ja, want zoals we allemaal weten, is in die schepping waarvan God zei ‘kijk eens wat goed!’ door de zonde van ons mensen heel veel scheef gegroeid en verwoest – ook ten koste van dieren.Psalm 36 tekent angstaanjagend hoe de mens die geen respect heeft voor God van kwaad tot erger doorholt, tot schade ook van zijn medemens en van zijn leefwereld.

Gelukkig dat de HEER trouw is – zo hoog als de hemel en zo diep als de oceaan – aan wat Hij maakte. Het is geweldig te lezen en elke zondag te horen dat God door Jezus zondaren redt uit hun nood. Maar neem dat evangelie dan ook mee naar de wei en naar de stal, naar de sloot en naar de zee, naar je achtertuin en naar de jungle: U HEER, bent de redder van mens én dier!

God redt ook de dieren
1. die Hij met ons en voor ons heeft geschapen
2. die door onze schuld lijden onder de vloek
3. die met ons mogen delen in het complete herstel

1. God redt ook de dieren die Hij met ons en voor ons heeft geschapen.

Met opzet zeg ik het zo: de dieren zijn met ons en voor ons mensen geschapen.
In die volgorde graag, anders zouden we zomaar één kant op ontsporen: dieren zijn er voor de mensen, en nog een stapje verder: ach, het zijn maar dieren!

Zeker, het is waar dat God de mens de taak geeft over de dieren te regeren.
Adam gaf de dieren die God langs hem liet paraderen, elk een eigen typerende naam. Dat geeft niet alleen zijn doorzicht en wijsheid aan, maar ook zijn zeggenschap. We hebben ervan gezongen dat de dieren te land ter zee en in de lucht de mens moeten erkennen als hun koning – als regeerder onder en met God.
Nou, en dat komt onder andere hierin uit dat mensen over dieren beschikken mogen.
God heeft daar zelf op meer dan één plaats en manier toestemming voor gegeven.
Zo hebben mensen van oeroude tijden af dieren ingezet als trekdier voor karren en wagens en voor de ploeg, deden dieren (ezels, kamelen, paarden) dienst als een soort vrachtwagen. Maar ook heel nadrukkelijk kreeg de mens de beschikking over dieren om hun melk te drinken, hun vlees te eten, of hun huid te gebruiken voor kleding of gebruiksvoorwerpen. God zelf gaf Adam en Eva dierenhuid als kleding.
Vissen worden met de hengel of het net gevangen en belanden vervolgens in de pan, ook meer dan een vogelsoort is geliefd voor het vlees, eieren worden in massa geconsumeerd….en niet te vergeten: hoeveel dieren zijn niet geslacht en verbrand, als offer aan God…?

Wat dat betreft kun je de bijbel niet naar je toetrekken voor een overspannen soort van dierenbescherming die eigenlijk alle jagen en vissen wil verbieden en al te makkelijk het woord ‘zielig’ uit de kast haalt om ons medelijden op te wekken met al dat dierenleed. Dieren met een smekende blik of tranen in de ogen zijn echt onzin: dieren zijn geen mensen.

Ja, maar toch zet ik met opzet voorop dat dieren geschapen zijn samen met de mensen. En de Bijbel verbiedt vlees met bloed erin te eten omdat in dat bloed ziel is, het leven is – dieren hebben dus ook – maar anders dan de mens – ‘ziel’=leven.
Prof Ohmann, de vroegere hoogleraar OT in Kampen, schreef ooit met de voor hem kenmerkende humor over een streng gelovige boer die het niet de nauw nam met de behandeling van zijn vee en zei dat een dier geen ziel te verliezen heeft, en elke zondag luid kermde over zijn eigen ziel – daar klopt natuurlijk weinig van,
want de Bijbel is er duidelijk over dat ook dieren van God leven en adem krijgen, en dat wij daarom de taak hebben ook voor die schepselen van God goed te zorgen.
We hebben gelezen hoe God zelfs eerst de dieren en toen pas de mens heeft geschapen, en dat echt niet om die mens de vrije hand te geven die dieren meteen weer uit te roeien. Nee, als je deze aarde het woonhuis van de mensen kunt noemen, dan zijn eigenlijk alle dieren, wilde en getemde, tot de vogels en vissen toe, huisdieren. Ook al kenden ze in de tijd van Bijbel geen huisdieren zoals wij die kennen, was een hond een veracht straatbeest en werden vogels gevangen niet om ze in een kooi te laten fluiten maar om ze op te eten – en werden wilde dieren niet gehouden in een dierentuin of safaripark maar gejaagd om vlees op tafel te krijgen

Toch heeft de uitlegger ook gelijk die opmerkt: de dieren zijn medebewoners van datzelfde huis ‘aarde’ en ook de dieren spelen hun rol in de geschiedenis van de mensen en van deze aarde – of dat nu was als strijdros of als schoothondje, als huismussen of als postduiven….. Je moet er toch ook niet aan denken dat je in een wereld zou leven zonder één dier…? Het was de Schepper er niet alleen om te doen dat de mensen heel de aarde zouden bevolken, maar Hij zei ook en zelfs eerst: dat de wateren wemelen van levende wezens – dus kan het leegvissen van de zeeën en oceanen dus nooit de bedoeling zijn – en God zei in één adem: Ik wil dat boven de aarde, in de lucht, vogels vliegen – en dus is het triest dat zoveel soorten hier niet meer voorkomen of zelfs helemaal zijn uitgeroeid.

Iemand schreef terecht dat het dier na de mens het mooiste is dat God heeft geschapen U kent mischien ook wel dat kinderliedje: alles is door God geschapen, herten, mieren, vissen, apen, ook de havik die kan zweven….ja maar ook uw hond, jouw konijn of cavia, dat sterke paard maar net zo dat kleine spinnetje dat je zo eng vindt, of die muis waar u zo bang voor bent….die vlinders in de tuin en kikker in de sloot. Al die dieren horen er gewoon onlosmakelijk bij, en hebben hun eigen taak en betekenis, allereerst tot eer van God die ook hun Maker en Verzorger is – lees en zing maar psalm 104 – en om dat woonhuis van God met ons en voor ons mooi en leefbaar en levendig te maken: wat een feest als al die vogels fluiten op een mooie lentedag, als pas geboren lammetjes in de wei ronddartelen, en eendekuikens achter moeder aanzwemmen, als je hond je blaffend verwelkomt, als op een zomeravond ineens een vleermuis langsschicht, als je peuter speelt met een konijntje, of als je samen in de dierentuin zoveel moois uit zoveel landen bij elkaar ziet….wonderlijk gemaakt!! Kijk, en zou God daar niet van genieten – en graag zien dat wij samen met Hem genieten? Het kan daarom niet anders dat God mens en dier verlost – zo lief heeft God zijn wereld, zijn schepping!

2. God redt ook de dieren die door onze schuld lijden onder de vloek.

Het is al erg genoeg: door God geschapen mensen die van hun God weglopen en tegen Hem kiezen. Daar staat – God had het van te voren gezegd – de doodstraf op: en dood is voorgoed Het Leven missen.Dan schrompelt je bestaan in elkaar tot korter of langer tobben en zwoegen en een beetje genieten, totdat de dood erop volgt en alles wat je bij elkaar gewerkt en geschraapt had, compleet wegvalt. Want dood is meer dan niet meer ademen, dood is onvruchtbaar zijn, op jezelf staan, verlept, verdord. Dood is wat Jezus zegt: de rank los van de wijnstok die zijn leven is, die dode tak wordt opgeruimd. Dat gebeurt – door eigen schuld – met die mens die de kroon op Gods schepping was, die mens die als zaakwaarnemer en bedrijfsleider aangesteld was over alles wat God gemaakt had en die na zijn weigering voortaan het bedrijf voor God te beheren en voor zichzelf te beginnen, alles wat hem in handen was gegeven en onder zijn voeten was gelegd, meesleept de vernieling in. Hoor nog een keer Jezus de Zoon: zonder Mij, en dus zonder mijn Vader, kun je niks doen. Zonde, dat is juist dat: je wilt je leven en je leefwereld runnen zonder deze Vader, tegen Hem in. Zonde is dat de mens zelf de dienst uitmaakt en beslist wat goed en is wat kwaad iNou, en dat heeft de mens geweten en dat voelen zijn medeschepselen tot vandaag aan den lijve. Want als de mens zelf de dienst uitmaakt, wordt dat zomaar dat alles die mens moet dienen. Egoïsme, eigenbelang, geld verdienen, winst maken, daar gaat alles in deze wereld om draaien…en wat en wie dat eigenbelang in de weg staan, moet aan de kant. Gevolg is al die narigheid die door de geschiedenis heen zoveel ellende en verwoesting gebracht hebben: haat en nijd, moord, oorlogen, maar ook uitbuiting van de hulpbronnen, vervuiling van lucht en water en bodem,
rigoureus afschieten van dieren voor hun huid of hun slagtanden, opruimen van oerwouden….Op dat alles slaat wat Paulus het kreunen en zuchten van de schepping noemt, door onze schuld…

Het is te goedkoop en ook oneerlijk dan naar bepaalde mensen of landen te kijken – zoals je ook niet de individuele boer de schuld kunt geven van de nadelen van intensieve veehouderij – waar wij met elkaar voor hebben gekozen en graag van profiteren en niet zomaar een alternatief voor hebben – en ook niet bereid zijn veel meer te gaan betalen voor onze melk of ons vlees…. Nee, we moeten ons er samen schuldig over gaan voelen en verantwoordelijk voor weten, allereerst tegenover de Heer die het allemaal geschapen heeft en aan onze zorgen toevertrouwt, en dan ook tegenover onze medemensen en andere medeschepselen, dus ook tegenover de dieren.

Dat begint bij het zelf goed zorgen voor dieren die aan onze zorgen zijn toevertrouwd: of dat nou uw hond of kat is, je konijn of cavia, je goudvissen, de dieren die je in de natuur tegenkomt en die je niet moet opjagen en geen pijn moet doen, de vogels in de winter die je voert….en het wordt wereldwijd in zorg voor bedreigde diersoorten (b.v. door het WNF en anderen), het tegengaan van overbevissing, het inperken van de jacht, het sparen van leefgebieden van wild,
en net zo goed het nadenken over een andere en betere manier van veeteelt en veevervoer….en dat niet alleen uit voordeel voor de mens maar ook uit respect voor onze medeschepselen.

Vreselijk wat vaak met dieren wordt gedaan, uit wreedheid of gemakzucht of eigenbelang: de hond die wordt gedumpt in het bos omdat de baas met vakantie gaat, dieren van een kinderboerderij die worden mishandeld en afgemaakt, vee dat nooit een straaltje zonlicht ziet en alleen melkmachine is, olifanten die worden afgeslacht om hun slagtanden, exotische dieren in een kooi of een flatje…..ook dat zijn zonden die God boos maken, en waar Hij de daders op zal aanspreken.

Ja, want God die alles maakte heeft hart voor zijn ensen maar ook hart voor zijn dieren. Ik denk weer aan dat slot van Jona waar God de ontdekkende vraag stelt: zou Ik niet begaan zijn met Ninevé, die stad waar zoveel mensen wonen, maar ook niet te vergeten zoveel dieren?

3. God redt ook de dieren die met ons mogen delen in het complete herstel.

Ook de dieren worden al te vaak meegesleept in het verderf dat onze schuld is.
Heel concreet is dat b.v. geworden in de zondvloed: mensen en dieren zijn verdronken. Maar ook toen maakte God al waar: mensen en dieren ga Ik redden.

Behalve Noach en zijn gezin gingen van elke diersoort een paartje mee de ark in.
Niet alleen omdat de mensen straks iets te eten en iets te offeren moesten hebben.
Maar ook omdat God verder wilde niet alleen met de mensen maar ook met de dieren. Omdat God niet laat kapot gaan wat Hij met eigen handen zo mooi had gemaakt. En zo zal het blijven en zal het eens voorgoed compleet worden:
HERE, U bent de redder van mens én dier.

Je mag in alle voorzichtigheid maar toch overtuigd geloven: Jezus is ook gestorven voor de dieren. Nee, niet omdat die dieren gezondigd hebben zodat Gods Zoon zijn leven ervoor moet geven. Wel omdat de Heiland zelf zegt dat God zijn wereld, zijn kosmos, zo lief heeft, dat Hij zijn eigen enige Zoon gegeven heeft – en ja dan staat er bij ‘opdat een ieder die gelooft (en dan gaat het om mensen) niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Maar betrek er dan toch maar meteen dat geweldige Romeinen 8 bij, over heel de schepping die in al haar delen zucht en reikhalzend uitkijkt naar de complete verlossing van Gods kinderen – daar profiteren ook de dieren van mee.

Mag mijn hondje mee naar de hemel, vraagt een doodziek kind dat sterven gaat?
Is er ook een poezenhemel, vraagt het meisje dat veel van katten houdt?
Daar kun je het beste maar een kinderlijk antwoord op geven: dat weet ik niet, maar het is er vast en zeker geweldig fijn!

De bijbel tekent wel de nieuwe aarde als een nieuwe schepping, met daarin dieren:
de koe en de berin die goeie maatjes zijn, de leeuw die gras eet en geen prooi meer doodt, het kind dat zelfs voor een slang niet meer bang hoeft te zijn laat staan voor een spin of een mug- en vooral: niemand die meer kwaad doet of slechte dingen uithaalt, ook niet met dieren….

Zou dat van die dieren alleen maar beeldspraak zijn? Of is de nieuwe aarde nog meer dan nu schitterend ook vanwege al die vogels en vissen, die koeien in de wei, die eenden in de vijver….

Ik weet het eigenlijk wel zeker omdat God heel zijn schepping herstelt: kijk eens hoe gaaf!! Een schepping waar geen zonde meer is en alle kwaad voorgoed van de aardbodem verdwenen is. En waar het dus goed leven is en genieten voor mens en dier. Dat zal wat zijn! Echt gaaf!

Ja, zelfs nu al mag je er iets van zien, overal waar mensen schuilen bij de Here,
en waar uit respect en liefde voor de Schepper aan wie we ons leven te danken hebben, we ook goed zijn voor mens en dier. Want wie woont bij de HEER, die heeft het goed!

amen

Exodus 12: 14 en Psalm 116: 13-14: Vrijheid geef je door – de kracht van het persoonlijke verhaal

Liturgie morgendienst zondag 7 mei 2017
Thema: ‘Vrijheid geef je door – de kracht van het persoonlijke verhaal’
Votum en groet
Zingen: Ps. 124: 1,2,3’’Heel Israël getuige, blij van geest’
Wet van God Exodus 20
Zingen: Ps. 32: 1,2 LL ‘Geluk is dat je fouten zijn vergeven’
1. Geluk is dat je fouten zijn vergeven,
je zonde weg, bedekt voor heel het leven.
Geluk is dat de HEER je niets verwijt
en dat je bent bezield door eerlijkheid.
Zolang ik zweeg had ik gebroken nachten
en overdag gebrek aan nieuwe krachten.
Uw hand was drukkend zwaar – mijn lijf begon
kapot te gaan als in de hete zon.
2. Ik ben voor u mijn zonde gaan benoemen,
hield ermee op mijn fouten te verbloemen.
Ik zei: ‘Mijn schuld beken ik aan de HEER.’
En u vergaf mij – geen verwijten meer.
Laat wie gelooft zich biddend aan u binden
in tijden dat u zich door hen laat vinden.
Hoe hoog de golven om je heen ook slaan –
gegarandeerd – ze raken jou niet aan.
Gebed

Schriftlezing: Exodus 12: 14-28
Zingen: Ps. 66: 2,6,7

Schriftlezing: Psalm 116
Zingen: Ps. 116: 1,4,5,7

Verkondiging: Ex. 12: 14 en Psalm 116: 13-14
Zingen: NLB 709: 1-5 ‘Nooit lichter ving de lente aan’

1. Nooit lichter ving de lente aan
dan toen uw hand ons volk bevrijdde.
Hoe hebben w’in dat schoon getijde
verheugd maar huiverend verstaan:
Gods vijanden vergaan.

2. De winter leek voorgoed voorbij
en voor ons lag de volle zomer;
de macht was eindlijk aan de dromer,
de nieuwe mens, zo droomden wij,
verbrak de slavernij.

3. Maar winters werd het in dit land;
‘t is kil rondom en in ons midden,
in onze mond verstart het bidden,
doodskou gaat uit van onze hand
naar mens en dier en plant.

4. O God, wat zijn wij dwaas geweest,
dat w’aan de vrijheid zo gewenden,
dat wij de vijand niet herkenden,
in opstand tegen U, het meest
in eigen hart en geest.

5. Vergeef het ons, raak ons weer aan
met levensadem, lente-tijding,
en doe met krachten ter bevrijding
ons hier in Christus’ vrijheid staan.
God, laat ons niet vergaan.

Gebed
Collecte
Zingen: Lied 416: 1,2 ‘Gelukkig is het land’
Zegen
Amen: Ps. 32: 3a/4b LL ‘Bij U vind ik een schuilplaats in gevaren’

Bij u vind ik een schuilplaats in gevaren,
ik voel me veilig, u blijft mij bewaren.
U bent het die mij liefdevol omringt
en met gejuich van mijn bevrijding zingt.
Eer aan de Vader, die om ons blijft geven.
Eer aan de Zoon, door wie wij eeuwig leven.
Eer aan de Geest, die altijd voor ons pleit.
Drie-enig God, leef tot in eeuwigheid!

…………………………………………………………………………………………………………..
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, geliefd door God onze Vader
dia 1
‘Vrijheid geef je door’.
Dat is door het Nationaal Comité 4 en 5 mei gekozen als jaarthema voor de herdenking van de oorlogsslachtoffers en de viering van de bevrijding, tot 2020.
Met elk jaar een toespitsing op een bepaald aspect van herdenken en vieren.
Dit jaar is dat onderthema ’de kracht van het persoonlijke verhaal’, en dan gaat
het vooral over persoonlijke verhalen van mensen die de oorlog en bezetting
hebben meegemaakt, of verhalen die meegaan in families, over wie nooit zijn
teruggekomen, over opgelopen trauma’s, over nooit verwerkt verlies en verdriet.

Als zulke verhalen verteld worden of als je ze leest, komt wat gebeurd is veel
meer binnen dan als je alleen het grote verhaal leest, in schoolboeken b.v.,
over Hitler, over veldslagen, over de concentratiekampen en de gaskamers.
Dat maakt ook indruk, maar als je dan ineens een nabestaande spreekt, of
iemand van wie de opa is omgekomen als verzetsman of als militair,of als je opa of
oma loskomt over hoe ze de oorlog beleefd hebben als kind, dan gaat het ineens veel meer leven – en dan zijn er ook de gevolgen van die jaren die soms generaties lang doorwerken – het ging echt om heel concrete mensen…om persoonlijk leed.
En hoe bijzonder dat ze er nog steeds zijn, stokoude veteranen, met hun verhaal.
dia 2
Arendo Joustra, hoofdredacteur van Elsevier en schrijver van de jaarthematekst,
schrijft dat persoonlijke verhalen over de oorlog en over wat daarna gebeurde de essentie van het leven heel dichtbij brengen: “Ze gaan over moed en opoffering,
Maar ook over de duistere kanten van de mens. Over de dood uiteraard en over diep gevoelde ellende, pijn, angst, onmacht en vernedering. Over verraad, leugens en lafheid….En ze doen beseffen hoe het is om in vrijheid te leven, zonder nachtelijke razzia’s , zonder buigen voor een vreemde keizer”. Dat laatste slaat op Japan.
dia 3
Joustra geeft aan dat veel mensen een sterke drang voelen om hun verhaal door
te vertellen, steeds maar weer, en vaak zijn en worden die verhalen opgeschreven.
Tegelijk: dat heeft vaak tientallen jaren geduurd, en er zijn ook verhalen die met wie
het beleefd hebben onverteld het graf ingaan, uit angst of schaamte, omdat het te erg was, te confronterend is, of te pijnlijk, of uit angst niet geloofd of zelfs afgewezen of uitgelachten te worden – en wat moet je met het verhaal van je opa die fout koos
in de oorlog of over die verzetsdaad die uit de hand liep, of over die wraakactie…?

Maar hoe waardevol zijn eerlijke persoonlijke verhalen, juist voor wie het zelf niet hebben meegemaakt en zoiets nooit hopen mee te maken: om niet wie ook maar te verheerlijken of te veroordelen, maar om ervan te leren, ervoor bemoedigd en ook
gewaarschuwd te worden, en om geholpen te worden bij keuzes in eigen leven en eigen tijd, om de vrijheid die we mogen hebben door te geven en voor te leven,
en ook om zuinig te zijn op die vrijheid en er samen goed mee om te gaan.dia 4

Gemeente, de Bijbel is bij uitstek een boek vol verhalen – over God en mensen.
Om alle misverstand te voorkomen: ik bedoel niet ‘verhaaltjes’ , niet echt gebeurd
of zonder diepgang – nee, het zijn juist heel levensechte verhalen, over wat door
mensen is gedaan of wat mensen is overkomen en ook wat mensen is aangedaan,
Maar meer nog en vooral, verhalen over wat God gedaan heeft en nog steeds doet.

Want hoe oud ook die verhalen, over wat duizenden jaren geleden gebeurd is, ze
gaan over het echte leven waarin als het erop aan komt, het steeds over diezelfde
dingen gaat: schuld en boete, schaamte, vergeving, angst en moed, hoop en vrees.
En meer nog en vooral: over God die dezelfde blijft, trouw, liefdevol, geduldig; God
die boven alle tijden staat en over alle feiten gaat, en die zijn geschiedenis maakt.
Kijk, en juist omdat die verhalen over het echte leven gaan, over emoties, over wat mensen hebben ervaren, raken die verhalen mensen en hebben ze al eeuwen hun kracht bewezen – zoals we belijden dat de Heilige Geest mensen overtuigt van de waarheid van de Bijbel – en, staat er bij in art. 5 NGB “het bewijs ligt bovendien in de boeken zelf, want zelfs blinden kunnen tasten dat de dingen die erin voorzegd zijn, gebeuren”= de Bijbel bewijst zichzelf – de kracht van wat de Bijbel wil vertellen.

En dan is het er in de Bijbel allemaal: dat grote verhaal van God met zijn volk, eerst
Israël, dia 5 en na Pinksteren zijn volk samengesteld uit vele volken, culturen, talen en ook die persoonlijke verhalen, van een Adam en zijn Eva, een Noach en zijn gezin een Abraham en Sara met toch een zoon en nageslacht, een David die een man

was naar Gods hart maar ook gruwelijk onderuit kon gaan en die dat vreselijke
verhaal van overspel en moord met voorbedachten rade eerst diep probeerde weg te stoppen maar dan er toch mee voor de draad moest komen – en van die onbekende dichter van Psalm 116 dia 6 die voor de dood was weggesleept
en zijn God daar uitbundig voor wil bedanken – in de tempel, in de kerkdienst –
want bij God ben je nooit een nummer of alleen een ambt maar juist die ene mens,
en bij God gaat het nooit om ‘de zaak’, maar om mensen, om u en om jou en om mij.
En dan gaat het eigenlijk altijd samen op en loopt het door elkaar heen: dat grote
van die oorlog of dat kerkconflict of die kerkelijke eenwording, en dat misschien kleine maar minstens zo belangrijke verhaal van die gezinnen, families, enkelingen met hun eigen keuzes en frustraties, pijn en gebrokenheid – het is er en mag er zijn,
en het mag gezegd en verteld worden, bij God neergelegd, en soms opgeschreven.

Zoals de dichter van een andere psalm, van wie we ook de naam niet kennen, Psalm 66, die zingt over grote dingen die zijn volk zijn overkomen – verdrukking en vrijheid – “mensen zijn over ons heengereden, wij zijn door vuur en door water gegaan, maar U bracht ons naar een land van overvloed” – en die dan inzoomt op zijn eigen verhaal dat hij wel aan iedereen wil vertellen want vrijheid geef je door en wat een kracht heeft een persoonlijk verhaal: “Kom en hoor wat ik wil vertellen, ieder die
ontzag heeft voor God, hoor wat Hij voor mij heeft gedaan” – hoort u: voor mij.
Daar loopt die psalm die wereldwijd begint –“Heel de aarde, juich voor God…laat heel de aarde voor U buigen….Kom en zie de werken van God….- daar loopt die
psalm die gaat over wat God deed met en voor zijn volk – op uit: “God heeft mij gehoord, Hij heeft geluisterd naar mijn gebed. Geprezen zij God, Hij heeft mijn gebed niet afgewezen, mij zijn trouw niet geweigerd”. Geweldig: die grote God is mijn God.

‘Vrijheid geef je door’ – door de verhalen te blijven vertellen, ook van grootouders en ouders op kinderen en kleinkinderen, door te herdenken en stil te staan bij hoe zwaar en moeilijk het was en hoeveel offers er zijn gebracht en slachtoffers gevallen zijn, en door samen te vieren dat je vrij mag zijn, en bewust die vrijheid te gebruiken.
Dat is in wezen waarom we nog steeds na zoveel jaar elk jaar 4 en 5 mei vieren.
Dat is ook waarom God veel langer geleden via Mozes nog voor de bevrijding uit de dwangbuis Egypte meteen al de herdenking en viering van de bevrijding regelde,
dia 7 met alle aspecten daarbij van herinnering aan de pijn en de tranen, het besef dat de bevrijding niet kwam als beloning voor eigen goed gedrag maar als bewijs van Gods genade die zelfs niet zonder bloedvergieten mogelijk was en veel offers vroeg – en die vroeg om een nieuw en ander leven met wegdoen van alles wat slecht en scheef was – vandaar die ongegiste koeken en het wegdoen van alle bederf…..
want vrijheid is niet vanzelfsprekend en vrijheid vraagt om een nieuw begin.

Als God aan Israël de opdracht meegeeft om hun bevrijding – Zijn bevrijding – te blijven gedenken en vieren – er staat bij: ‘alle komende generaties’- dan is dat meer dan dat ze een of ander feit uit het verleden moeten weten – als geschiedenisles.
Nee, in deBijbel is ‘gedenken’ niet iets van het hoofd alleen maar vooral van het
hart: dit heeft God voor ons gedaan, we hebben een machtige goede God, en die
wil ook onze God zijn – en gedenken is dan ook bedoeld om er wat mee te doen:
om de vrijheid niet te gebruiken om jezelf uit te leven maar om voor God te leven en ook de ander zijn vrijheid te gunnen en het samen goed te hebben op Gods aarde.
Paulus trekt het later door naar de gemeente als hij het heeft over Christus als het
volmaakte en voor altijd voldoende paaslam: “Doe de oude desem weg en wees als nieuw deeg omdat ons pesachlam, Christus, is geslacht. Laten we daarom het feest niet vieren met de oude desem van kwaad en ontucht, maar met het ongedesemde brood van reinheid en waarheid” (1 Kor. 5: 7-8). En over de vrijheid die Christus is en ons geeft: “Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen, maar dien elkaar in liefde” (Gal.5:13).
dia 8
Een les die ook meegenomen kan worden naar het samen vieren van de bevrijding als Nederland: wat doen we met de vrijheid die we al zo lang mogen hebben, in een tijd van soms scherpe tegenstellingen en groeiende verschillen, een tijd waarin veel mensen en landen weer vooral gaan voor eigen belang, en je kan schrikken over hoe wordt gedacht en gepraat over vluchtelingen en hoe – zelfs door overheidsinstanties- wordt omgegaan met asielzoekers – en waar regels vak meer tellen dan mensen.
Zien we onze vrijheid als cadeau dat we ook niet hebben verdiend, of als een
recht waarop niemand anders inbreuk mag maken en die we de ander soms bijna niet gunnen, want de vrijheid voor de ander vraagt misschien van ons inschikken
en inleveren. Vrijheid geven we door maar aan wie? Alleen aan eigen volk en eigen soort of ook aan wie naar die vrijheid zijn gevlucht en zich ook hier onvrij voelen?
Genoeg om over na te denken en wat mee te doen: vrijheid geef je door – of niet?

Vrijheid geef je door – dat werd rond pesach heel concreet ingevuld doordat de verhalen – en vooral: Gods verhaal – werden doorverteld van ouders op kinderen.
God gaf de opdracht dat als de kinderen zouden vragen wat het te betekenen heeft wat hun ouders deden, met dat lammetje en dat bloed aan de deur, die ouders dan het verhaal moesten vertellen van Egypte en van de redding die God gegeven had,
niet omdat ze een supervolk waren maar omdat God in zijn genade hen gespaard had toen Egypte werd gestraft –en dan staat er niet dat God die voorouders had gespaard maar er staat: “ons heeft Hij gespaard”. Dat mogen wij ook nog altijd dankbaar vieren –b.v. als we avondmaal vieren – dat God ons heeft gespaard en zijn Zoon heeft gestraft om onze zonden – wij zijn verlost, God heeft ons welgedaan.

En we mogen God ook danken voor de vrijheid die we in Nederland hebben, en dat ondanks veel ondankbaarheid en misbruik van die vrijheid – en we moeten maar veel blijven bidden of God die vrijheid wil blijven geven en ons wil helpen om elkaar en mensen om ons heen iets te laten zien van wat echte vrijheid is en hoe we met die
vrijheid zo kunnen omgaan dat we er samen van kunnen genieten en ook iets kunnen betekenen voor mensen en volken die die vrijheid moeten missen.
Terwijl we aan de andere kant ons kunnen laten inspireren door mensen die zich
Onder veel moeilijker omstandigheden inzetten voor vrijheid, gerechtigheid en vrede,
dia 9
Wat trouwens steeds weer opvalt in het verhaal van Gods volk Israël, dat is dat het zo’n eerlijk verhaal is: niet een heldenroman van moed, beleid en trouw, niet
een verheerlijking van een roemrijk verleden, maar een verhaal met heel veel menselijk falen, heel veel ontrouw, heel veel misstanden en verkeerde keuzes,
zelfs van koningen en priesters en profeten die Gods wil probeerden te doen.
En heel vaak worden de latere generaties gewaarschuwd om niet dezelfde fouten te maken en dezelfde zonden te doen als hun ouders en hun voorgeslacht – in Psalm 78 staat b.v. na de opdracht om aan de kinderen door te vertellen wat Gods wil is:
“Dan zouden zij op God vertrouwen, Gods grote daden niet vergeten en zich richten naar zijn geboden. Dan zouden zij niet worden als hun voorouders, een onwillig en opstandig geslacht, onstandvastig van hart en geest, een geslacht dat God ontrouw was”. En dan volgt een lange psalm met vooral veel zonden en ontrouw van het volk, met als slot vol verwondering hoe God ondanks al die ellende trouw bleef en David uitkoos om het volk als een herder te leiden: hij was als een herder met een zuiver hart – bijzonder, ondanks ook veel narigheid bij David en in Davids leven en gezin.
Geschiedenis in de Bijbel is er niet om mensen op te hemelen maar God te eren.

We kunnen er wat van leren als wij onze geschiedenis doorvertellen, wat ook nogal eens eenzijdig is gebeurd: de geuzen als de grote helden, en geweldig wat wij in Indië allemaal gedaan hebben – terwijl er ook heel veel vreselijks is gedaan aan
onrecht, moord en doodslag – en ook de kerkgeschiedenis zit vol foute keuzes
en onterecht veroordelen van mensen en scheuringen die niet naar Gods wil zijn.

In lijn van de Bijbel zelf moet ook dat verteld en erkend worden – om er schuld over te belijden en vergeving voor te vragen en waar mogelijk fouten te herstellen, en
ook om ervan te leren – onze koning zei in het interview laatst voor de TV dat hij zijn kinderen leert dat ze fouten mogen maken, en dat hij zelf ook fouten gemaakt heeft.
Mooi om zo kwetsbaar te durven zijn, fouten mag je maken maar om ervan te leren,
en eigen fouten toegeven helpt de ander om te kunnen en er van te willen leren.
dia 10
Ja, en ook al in de Bijbel zijn er naast dat grote vervolgverhaal van Gods trouw en zijn bevrijding heel veel persoonlijke verhalen, en daar wordt het levensecht door.
Heel bijzonder dat ook veel psalmen van die persoonlijke verhalen zijn – zoals de psalmen die we zongen en lazen vanmorgen: Psalm 32, Psalm 66, Psalm 116.
Levensverhalen op muziek gezet zodat ze de eeuwen door nagezongen worden.

Verhalen als van David over eigen falen en verschrikkelijke misdaden, en over het schadelijke van verzwijgen, wegstoppen, goedpraten – het dodelijke van een doofpotcultuur – en het bevrijdende van het eerlijke verhaal, van de soms pijnlijke feedback, en van een ruimhartige vergeving – met de boodschap aan wie het later leest of zingt er eigen winst mee te doen: “laten uw getrouwen dus tot U bidden als zij in zichzelf een zonde vinden….een slecht mens heeft veel leed te verduren, maar wie op de HEER vertrouwt wordt met liefde omringd”. Wat een sterke boodschap!

Ja, en die andere psalm, met dat persoonlijke verhaal over doodsangst, pijn, tranen, met daarna een schreeuw om hulp en toch redding en weer een nieuw leven – alle reden om iedereen te laten delen in je blijdschap en dankbaarheid – ook dat verhaal mag verteld en bezongen: Ik zal de beker van de bevrijding heffen, de Heer danken, en iedereen mag het horen en zien! Het meebeleven! En samen God de eer geven.

Dat is de kracht van persoonlijke verhalen. Wat is uw verhaal? Wat heb jij te vertellen? Hoe geven wij onze vrijheid door? Verhalen willen verteld worden!

amen

dia 11

Genesis 12: 1: Ga op reis, met God, vol vertrouwen! (nieuwjaarsdienst 1 januari 2017)

Liturgie nieuwjaarsdienst zondag 1 januari 2017

Votum en groet
Zingen: Ps. 146: 1,2,3,8 ‘Ik wil zingen al mijn dagen’
Gebed
Schriftlezing: Genesis 12: 1-9
Zingen: Gz. 3: 1,2,3 ‘Abraham, Abraham’
Schriftlezing: Heb. 11: 8-16
Zingen: Lied 103: 1,2,3 ‘De heiligen, ons voorgegaan’
Overdenking over Genesis 12: 1 ‘Ga op reis, met God, vol vertrouwen!’
Zingen: NLB 905: 1,2,3,4 ‘Wie zich door God alleen laat leiden’
Wet van het leven
Zingen: NLB 912: 1,2,5,6 ‘Neem mijn leven, laat het Heer’
Gebed
Collecte
Zingen: Gz. 174: 1a,2v,3m,4a GK ‘Maak muziek voor God de Vader’
Zegen
Amen: Ps. 73: 10 Levensliederen ‘Bij U te zijn geeft zekerheid’

Bij U te zijn geeft zekerheid.
God is mijn ziel en zaligheid!
Van Hem vertel ik onomwonden.
In Hem heb ik mijn rust gevonden.
Eer aan de Vader en de Zoon,
eer aan de Geest die in ons woont.
Hij redt ons, hij is onze Heer.
Drie-enig God, aan u de eer!
………………………………………………………………………………….
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
dia 1
Een nieuw jaar beginnen heeft iets van op reis gaan.
En op reis gaan heeft ook altijd iets van onzekerheid:
Hoe zal het gaan, wat kom ik tegen onderweg, wie kom ik tegen?
En ook: wat zal mij, ons, overkomen: mooie dingen, verdrietige dingen,
nieuwe vriendschap of relaties, of juist relaties die afbreken en ophouden?
En het ook zijn dat je weet wat moet gebeuren of gaat gebeuren, en dat je
Daar onzeker over bent: zal die operatie goed gaan, lukt die nieuwe baan,
ga ik slagen voor dat examen, zal die studie echt wat voor me zijn, of niet.

Voor allerlei mensen wordt het een jaar met veranderingen: een examen en dan
een nieuwe opleiding of een baan, of juist met pensioen, een verhuizing, een baby.
Ja, en voor ons als gemeente wordt het ook spannend: wat gaat dit jaar brengen?
Er zit veel spanning bij, emotie, en nog onzekerheid: waar staan we over een jaar?
Voor ieder persoonlijk zijn er zulke momenten, van keuzes en veranderingen.
Voor allemaal geldt dat een nieuw jaar beginnen iets heeft van op reis gaan:
waar gaan we heen en waar komen we uit, wie komen we tegen, welke kant reist
ieder op, lukt het om in een nieuwe situatie omgeving weer je thuis te voelen,
en kan wat eerst bedreigend en eng lijkt te zijn ook leiden tot nieuwe kansen?
Soms is het wel erg spannend: voor vluchtelingen b.v. – voor onze broeder Abbas
En zijn vrouw en dochter, en zoveel anderen: wat een onzekerheid en een stress.
Nou, en dat allemaal ging door me heen toen ik nadacht over een Bijbels
motief voor deze eerste dienst in 2017 en voor deze overdenking, en ik kwam uit
bij Abraham die door God op reis werd gestuurd met nog onbekende bestemming.
Wij weten natuurlijk waar God met Abraham heen wilde, en dat hij uiteindelijk goed
terecht kwam, en dat uitgekomen is wat God hem allemaal had beloofd, maar dat was voor Abraham toen hij zich door God geroepen voelde, en ging, allemaal echt
niet duidelijk, en het was, zeker voor die tijd, zelfs een heel riskant onzeker avontuur.
dia 2 een reis in etappes: eerst als familie naar Haran, later weer door naar Kanaän
Neem maar die opdracht om zeg maar zijn comfortzone te verlaten en alle schepen achter zich te verbranden: “trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten..” – dat waren precies de netwerken, de sociale verbanden waar
een mens houvast aan heeft en zich veilig bij voelt en op terug kan vallen als het
even lastig wordt en je hulp nodig hebt, en wat je in onzekere tijden steun geeft.

Ja, en wat kreeg hij daarvoor terug, als hij zou ingaan op Gods aanwijzingen?
Nou, in elk geval een onzekere toekomst: “ga naar het land, dat Ik je zal wijzen”.
Maar wat voor land dat was, en wie daar woonden, of hij daar welkom zou zijn?
Geen idee van te voren: geen routebeschrijving, geen tomtom, geen uitnodiging
van de bewoners van dat nog onbekende reisdoel: wil je bij ons komen wonen…?
En als je bedenkt wat God in het vooruitzicht stelt, dan lijkt dat totaal onhaalbaar:
“Ik zal je tot een groot volk maken, Ik zal je zegenen, en Ik zal aanzien geven”-
maar ze waren al oud samen en ze hadden geen kinderen, en wie garandeerde
dat het tot een succes zou worden en dat ze in dat vreemde land het zouden
maken en dat Abram zelfs een bekende en geziene inwoner zou worden…?
En toen hij uiteindelijk in dat land dat God gewezen had, aangekomen was, weer
een stukje ouder, zei God dat Hij dat land had bestemd voor de nakomelingen
van Abraham en Sara, terwijl ze nog steeds geen zoon hadden en dat naar de
mens gesproken ook niet te verwachten was en steeds meer onmogelijk werd.
dia 3
Het enige houvast was voor Abraham dat hij vertrouwde dat God te vertrouwen was, zoals eeuwen later zijn gaan in vertrouwen tot voorbeeld voor ons wordt gesteld: “Abraham had een groot geloof. God beloofde hem een nieuw land, en
gaf hem de opdracht om daarheen te gaan. Abraham gehoorzaamde. Hij gng weg uit zijn land, zonder dat hij wist waar hij terecht zou komen. Door zijn geloof kwam hij in het land dat God hem beloofd had” (Heb. 11: 8, BGT).Ook Sara vertrouwde, met ups en downs, dat God betrouwbaar is, en God gaf haar en Abraham de beloofde zoon.
dia 4
Door hun geloof, dat is doordat ze vertrouwden dat bij God alles mogelijk is, en dat
als je gaat in vertrouwen dat God met je mee gaat en overal er voor je is, het goed komt, dat je dan niet bang hoeft te zijn of krampachtig moest vasthouden wat je hebt of blijven waar je bent maar dat volgen van God in beweging zet, en dat als er dan deuren dichtgaan en je misschien wel veel moet loslaten of achter moet laten, er dan andere deuren voor je opengaan en je er veel voor terugkrijgt,en als je er achteraf op terugkijkt, tot je eigen verrassing er achter komt hoe wonderlijk God het geleid heeft.

Met dat in ons achterhoofd – of beter: in ons hart –terug naar deze nieuwjaarsdienst.
Zulke verhalen als over de roeping en de reis en het leven van Abraham staan niet voor niets in de Bijbel, maar we willen ons iets leren en vooral ons bemoedigen.
Paulus schrijft in Rom. 15: ”Alles wat vroeger is geschreven, is geschreven om ons te onderwijzen, opdat wij door te volharden en door troost te putten uit de Schriften zouden blijven hoe pen. En in Heb. 12: 1 staat na een heel hoofdstuk met voorbeelden van wat mensen door het geloof hebben kunnen doen en hebben doorstaan, de aansporing om net als zij op weg te gaan en op weg te blijven: “laten we vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt”, met al die geloofsgetuigen van vroeger die ons aanmoedigen, en de blik gericht op Jezus die zelf de Weg is.
Even verder staat erbij dat we onderweg zijn naar de stad die God voor ons bouwt.
dia 5
Steeds weer: niet blijven stilstaan, niet je hier ingraven, maar op weg in vertrouwen.
Ja, want als de Bijbel het over ‘geloven’ heeft, is dat ten diepste vooral vertrouwen,
en daarom niet bang zijn voor wat komt, maar durven loslaten en het erop wagen.
Abraham is dan weer een lichtend voorbeeld: Hij ging op weg, liet alles wat hem bekend en vertrouwd was, achter, en ging zonder te weten waar hij zou uitkomen.
Er staat bij dat hij dat kon ‘door zijn geloof’, zijn vertrouwen dat het goed zou komen,
omdat Hij op God vertrouwde, die er altijd is en overal meegaat, en het goede met je voor heeft, zoals we hoorden met kerst: God heeft behagen, liefde, voor zijn mensen.

Leerzaam is wat we hebben gelezen over Abraham eens te vergelijken met wat er vlak voor wordt verteld, in Genesis 11: over de mislukte torenbouw van Babel.
Daar zie je mensen bezig om voor zichzelf een stad te bouwen met een hemelhoge toren, met als doel samen sterk te zijn en zich veilig te voelen: “En als we in die
stad blijven, raken we niet over de hele aarde verspreid” – misschien zit er meer angst achter dan hoogmoed, want eendracht maakt macht en stel je voor dat we
het allemaal zelf moeten maken, wat gaat er dan gebeuren, wat komt er van ons
terecht – je blijft angstvallig binnen je zelf gebouwde comfortzone, want pas op…
Zo gezegd zit het ook weer dichtbij elkaar, angst en hoogmoed – daar weer achter
zit de drang om alles zelf in de grip te houden, en de angst om het los te laten en te laten gebeuren,wat gebrek is aan vertrouwen dat God je door alles heen vasthoudt
en dat – een nieuw lied– je niet dieper kunt vallen dan in Gods eigen hand.
dia 6
Terwijl Abraham die stap wel zet en het erop waagt – op zijn leeftijd nog – met God.
Bijzonder dat hij en Sara op hun leeftijd – waarvan een gezegde dat best waar is luidt dat je oude bomen niet moet verplanten – bijzonder dat zij alles loslaten en weggaan.
Het was toen al de weg die later de brief aan de Hebreeën wijst als de weg van het geloof achter onze Heer aan die buiten de poort heeft geleden, alleen gelaten door vriend en vijand, en zelfs door zijn eigen Vader: “Laten we dus het kamp verlaten, ons bij Hem voegen, en delen in zijn vernedering. Onze stad is immers niet blijvend, wij kijken juist verlangend uit naar de stad die komt” (Heb. 13: 13) – en we gaan met Jezus – die de Weg is en ons op zijn weg meeneemt, en ons thuis brengt – op weg.

Dat maakt bij alle onzekerheid aan het begin van een nieuw jaar, dat we niet bang hoeven te zijn, maar juist vertrouwen mogen hebben, en moed, en hoop, want wat
de toekomst ook zal brengen, ons leidt de hand van de Heer, onze trouwe Vader.

Aan een nieuw jaar beginnen, is eigenlijk de reis samen met Jezus vervolgen.
We wensen elkaar vandaag alle goeds, je kunt ook zeggen: goede reis, samen.
En zeg er maar bij, tegen elkaar, en voor tegen jezelf: en je hoeft niet bang te zijn.
Want ‘wie zich op God alleen verlaat, weet dat Hij altijd met ons gaat’. dia 7
We krijgen zijn zegen mee, “voor onszelf en om door te geven om ons heen.
Zoals ooit ook Abraham: “Ik zal je zegenen, een bron van zegen zul je zijn”.
amen