Handelingen 2: 1,4,41: Pinksteren – het oogstfeest van de Geest!

 

liturgie

votum en groet

zingen:       Ps. 67: 1,2,3

wet TienWoordenOpnieuw

zingen:       Gz. 64: 2,3

gebed

Schriflezing:   Deut. 16: 1-12

zingen:       Lied 39: 1,2,3

Schriftlezing:  Hand. 2: 1-21 en 37-41

zingen:       Lied 39: 4,5,6,9

verkondiging Hand 2: 1,4,41

zingen:       Gz. 167 (1,2,3)

gebed

collecte

zingen:       Gz. 161: 1,4

zegen

———————————————————————————————————————-

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

 

Wat is Pinksteren eigenlijk?

Dat is vragen naar de bekende weg natuurlijk, in de kerk vanmorgen.

Want ik weet zeker dat u en jij dat wel weet: met Pinksteren werd de Heilige Geest uitgestort.

Nou, dat is waar natuurlijk, dat hebben we net nog weer gelezen. over die storm en dat vuur; over die volgelingen van Jezus die ineens zonder angst over hun levende Heer gingen vertellen; en over

al die mensen die tot geloof kwamen zodat de kerk van Jeruzalem ineens heel erg groot werd.

 

Maar als we goed lezen, komen erachter dat Pinksteren niet pas toen is ontstaan, toen de Heilige Geest zo uitbundig die volgelingen van Jezus aanstak en bezielde, maar dat de Heilige Geest juist

is gekomen toen heel veel mensen bij elkaar waren om feest te vieren: een al veel ouder feest.

Dat is niet toevallig maar heel goed gekozen, daar had God een heel speciale bedoeling mee.

Net zoals eerder al toen de Here Jezus uitgerekend op pesach – het joodse Paasfeest – gevangen

genomen werd en gedood aan het kruis, en daarna opstond uit de dood – dat was Gods plan.

Een plan dat God doorzette, dwars tegen de Joodse leiders in die Jezus uit de weg wilden ruimen

maar tegen elkaar hadden gezegd: maar niet op het feest, want dan komt het volk in opstand.

Pasen was het bevrijdingsfeest van Gods volk waarop het de bevrijding uit Egypte vierde, en

God bepaalde: juist op dat feest moet  Jezus worden geslacht als het grote paaslam, dat de zonden van de wereld wegneemt, en zo de echte bevrijding bewerkt uit de slavernij van zonde en dood.

Tegelijk markeert pasen ook het begin van het oogstseizoen: de eerste schoven gerst die van

het land waren gehaald moesten worden aangeboden aan God als teken van dankbaarheid.

Ook dat komt terug in het werk van de Here Jezus, zoals ik ergens las: ” “Christus is uit de dood opgewekt, als de eerste(ling) van de gestorvenen” (1 Kor. 15:20, zie ook vs. 23). Zoals de gerstekorrel eerst in de aarde moet sterven om vrucht te dragen, is Christus gestorven en door de Vader opgewekt om Zijn volk tot de Vader te brengen”.

 

Nou, en het tweede feest van Israël werd gevierd zeven weken na pesach – we lazen: “zeven weken nadat de eerste sikkel in het koren werd gezet” – en dat was wanneer de tarwe werd geoogst – daarop

slaat het begin van Hand. 2 – letterlijk: “toen de vijftigste dag  (=pentèkostè )aangebroken was“.

Zoals gezegd: niet toevallig dat juist op dit oogstfeest de Heilige Geest uitbundig werd uitgegoten.

Daarmee wordt dit feest vanaf het begin neergezet en gevierd als oogstfeest, en dat zie je ook al

meteen als duizenden toetreden tot de kring van wie Jezus volgen: het begin van een grote oogst!

Wat toen begon gaat nog altijd door: zaaien van Gods evangelie en vruchten in levens van mensen.

Pinksteren – het oogstfeest van de Geest

1.  vrucht van Jezus’ offer

2.  voorschot op wat komt

3.  vruchtbaar voor de wereld

 

1.  vrucht van Jezus’ offer

Als iets duidelijk wordt op Pinksteren, is het dat wat toen gebeurde alles met Jezus te maken heeft.

Dat kan ook niet anders want wat toen gebeurde was allemaal door Jezus van te voren gezegd, al

voor zijn sterven: lees maar de uitgebreide gesprekken in Johannes 14 t/m 16 over de Heilige Geest

als de andere Trooster, de Helper die zou komen om de volgelingen van de Heer toe te rusten, en

hoor wat de Heer zei vlak voor Hij naar de hemel ging: “wanneer de Heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van Mij getuigen” , en dat is precies wat ging gebeuren: “allen werden vervuld van de Heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen” –

en het ging over de grote daden die God gedaan had in en door Jezus, gekruisigd en opgestaan.

Daar ging de toespraak van Petrus over: “Jezus is door God tot leven gewekt, daarvan getuigen wij

allen”, met als spits en appèl: “Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die

u gekruisigd hebt, door God tot Heer en messias is aangesteld”….en toen ze vertwijfeld riepen wat

ze dan moesten doen en of ze het nog goed konden maken: “keer u af van uw huidige leven en laat

u dopen, onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen van uw zonden” – wat een

wonder van genade: “dan zal ieder de naam van de Heer (=de Heer Jezus) aanroept, worden gered!”.

Kijk, en dan gebeurt het wonder van Pinksteren, zeker als je terugkijkt naar nog maar een paar

weken geleden, toen de massa Jezus wegschreeuwde naar het kruis en bespotte aan het kruis:

“degenen die zijn woorden aanvaardden lieten zich dopen” – en het waren er ruim drieduizend!

Als dat niet is, nog veel meer dan schuren vol graan en brood op de plank, wat Israël jaar in jaar

uit gewend was te vieren op het Pinksterfeest, het grote oogstfeest van Gods welbehagen.

 

Ja, en dat is enkel en alleen en helemaal de vrucht van het offer van Jezus: zijn eigen leven.

Ik las: “Jezus’ dood en opstanding betekent dat miljoenen mensen behouden worden. Jezus’ dood betekent leven voor miljarden mensen”. Begonnen met 120 en even later 3000 in Jeruzalem.

Wat Jezus had gezegd kort voor zijn veroordeling en kruisdood en wat toen niemand begreep, ook zijn eigen leerlingen niet, wat hen bizar en ongerijmd in de oren zal hebben geklonken, begon op

dat Pinksterfeest werkelijkheid te worden en zijn eerste vruchten af te werpen -lees Joh. 12: 24:

“Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht”. En dat was toen enkele Grieken Jezus

te spreken hadden gevraagd, wat Jezus aangreep om aan te geven hoe zijn weg naar de troon en

naar wereldwijde glorie zou lopen: als een weg van vernedering, gedood worden, als het offer.

Zo werd wat een doodlopende weg leek – als een gevloekte gekruisigde en daarna begraven –

juist de weg omhoog en het begin van een wereldwijde grote oogst door de redding van velen.

 

Petrus wijst die opening aan voor iedereen die kiest voor die weg van Jezus en achter Hem aan: “dan zal de Heilige Geest u geschonken worden, want voor u geldt deze belofte en voor uw kinderen, en voor allen die ver weg zijn en die Heer, onze God, ertoe roepen zal” – voor u ook dus,en jou, en mij.

Die breedte van Gods werk is ook in de lijn van dat oude Pinksterfeest waarin alle bevolkingsgroepen

mochten delen: laat ze allemaal meevieren: ook jullie zonen en dochters, uw slaven en slavinnen, de

vreemdelingen die onder u wonen, en de weduwen en wezen – die lijn trekt Petrus door als het over

de gaven van de Heilige Geest gaat, met beroep op wat Joël profeteerde: jullie zonen en dochters zullen profeteren, jongeren krijgen een vergezicht en ouderen mogen dromen van Gods beloften,

en ook wie maatschappelijk niet in tel zijn tellen mee bij God, want bij Hem is geen onderscheid.

 

Prachtig dat feest en waar het voor staat en wat erop volgt: hemelgaven uitbundig uitgestort,

de Heilige Geest die ontsluit een volheid van gena, de vrucht van het kruis van Golgotha!

Dat vieren we vandaag: de Heilige Geest wil ons allemaal laten delen in wat Jezus voor ons deed.

2.  voorschot op wat komt

Op de oogstfeesten van Israël moest een deel van wat van het land was gehaald aan de HEER worden aangeboden; in Ex. 23 wordt Pinksteren ‘het Oogstfeest’  genoemd, en “het feest van de eerste opbrengst van wat je op de akker gezaaid hebt”; en in Lev. 23 wordt bepaald dat de Israëlieten

dan een graanoffer moesten aanbieden in de vorm van broden die van het meel van de geoogste tarwe gebakken waren; “als gave voor de HEER  uit de eerste opbrengst van de nieuwe oogst”.

Waarmee de HEER bedankt werd voor wat Hij had laten groeien – dat eerste kleine deel van de

opbrengst vertegenwoordigde de totale oogst – die aan de HEER te danken was en waarvoor je

als kleine mensen alle reden hebt om Hem te danken want wie anders dan Hij zorgt voor ons?

 

Als je daarover doordenkt geldt dat zeker en nog meer voor de Geestelijke gaven van de HEER.

Op dat Pinksterfeest in Jeruzalem geeft de opgestane en verhoogde Heer zijn Geest uitbundig,

en meteen gaat het oogsten beginnen: aan de 120 volgelingen worden duizenden toegevoegd.

Zeg maar: de eerstelingen van de oogst van het werk van Jezus die binnengehaald gaat worden.

En net als bij die oogst die van het land werd gehaald, is de eerste opbrengst nog maar het

begin – de bijbel noemt daarom meer dan eens gelovigen die als eersten erbij gekomen zijn

‘eerstelingen’ – want daar blijft het niet bij, de Heer zal niet rusten tot de allerlaatste schoven

in zijn schuur zijn binnengebracht, tot alle mensen die Hij uitgekozen heeft, bij Vader thuis zijn.

 

Wij mogen al veel meer zien van het werk van de Heilige Geest dan op dat eerste Pinksterfeest

in Jeruzalem te zien was – en nog altijd is het werk niet af, wordt er gezaaid en ook al geoogst.

Toen al werd er iets van duidelijk dat de akker niet langer vooral Israël was maar de wereld.

Wonderlijk hoe ze die leerlingen van Jezus over Gods grote daden in en door Jezus hoorden

vertellen in hun eigen moedertaal – en dat terwijl die lui uit Galilea alleen maar Aramees

konden praten en sommigen hoogstens ook nog Grieks – wat heeft dit toch te betekenen?

Nou, in elk geval dit dat wat ze te vertellen hebben bestemd is ook voor dat thuisfront – de

mensen die van heinde en ver naar Jeruzalem  waren gekomen voor het feest of die daar

waren komen wonen om hun oude dag te slijten in hun thuisland, waren allemaal Joden of

mensen van andere volken die in de God van Israël waren gaan geloven – maar wat ze over

Jezus hoorden was ook bestemd voor hun vroegere heidense buren en voor de vrienden die

ze in Rome of op Kreta of in Egypte en waar dan ook gemaakt hadden – echt wereldnieuws!

De opdracht lag er al, gegeven door de Heer zelf: “trek heel de wereld rond en maak aan ieder

schepsel het goede nieuws bekend” (Marc. 16: 15); “ga op weg en maak alle volken tot mijn

leerlingen” (Matt. 28: 19)- “jullie zullen van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria,

tot aan de uiteinden van de aarde” (Hand. 1:8) ; Petrus had het goed begrepen: de belofte is

voor jullie, maar ook voor allen die ver weg zijn en die de Heer er nog bij zal gaan roepen.

Want het werk van God is niet te keren . en de Geest doorbreekt alle grenzen – wereldwijd.

 

3.  vruchtbaar voor de wereld

Daarmee komen we tot slot bij onszelf terecht: deel van de oogst maar ook weer zaad….

zoals dat is met groeit op het land en weer zaad oplevert dat de grond ingaat en weer tot

een nieuwe opbrengst leidt: zaaizaad, pootaardappels – zaadjes van de paardenbloem…..

zo worden ook wij als gelovigen ingezet en ingeschakeld om vruchtbaar te zijn voor God

en in de wereld van God – waar ze wonen en werken bedoeld om zaad te zijn van Gods rijk.

Jezus zei al dat de velden wit zijn om te oogsten en ook: de oogst is groot maar er zijn zo

weinig arbeiders – daar zit een appèl om wat de Geest aan je geeft weer door te geven en

met anderen te delen: je kinderen, je broers en zussen in de kerk, andere mensen om ons

heen – ik las: “De Geest rust mensen toe om te helpen bij het uitdelen” – en die mensen

zijn niet alleen dominees, zendelingen, ouderlingen, maar die mensen zijn wij allemaal.

En dan geldt van ons allemaal wat met Jezus gebeurde: dat de graankorrel eerst moet

sterven – dat ik minder moet willen worden, nederig zijn, bereid om niet mezelf maar

mijn Heer en anderen te dienen – met vruchten van de Geest, tot zegen van velen.

amen

Efeziërs 4: 7-10: Hemelvaartsdag – dé Koningsdag!

liturgie hemelvaartsdag 9 mei 2013

votum en groet

zingen:     Ps. 68: 7,8

gebed

Schriflezing:     Hand. 1: 4-14

zingen:     Lied 228

(1a, 2m, 3v, 4m, 5v, 6a)

Schriftlezing:   Ef. 4: 1-16

verkondiging:  Ef. 4: 7-10

zingen:    Gz. 100: 2,4

gebed

collecte

zingen:    Gz. 109: 1,2,4

zegen

————————————————————————————————————————-

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

 

Het is wel mooi: hemelvaartsdag ruim een week na de inhuldiging van onze nieuwe koning.

Want met alle verschil zou je de hemelvaartsdag van Jezus Zijn inhuldiging kunnen noemen.

En nadenkend over wat een koning of koningin betekent voor Nederland zijn er lijnen te

trekken naar wat het betekent dat Jezus koning is, alle macht heeft, in de hemel en op aarde.

Eerder in deze brief aan Efeze schrijft Paulus dat God alles aan de voeten van Jezus gelegd

heeft en Hem als hoofd over alles heeft aangesteld, voor de kerk die zijn lichaam is – Jezus

is Koning van de kerk maar dat niet alleen: Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde.

 

Een groot verschil natuurlijk met koning  Willem-Alexander die wel invloed kan uitoefenen

op wat in ons land gebeurt maar die als het erop aan komt  geen politieke macht heeft en

al helemaal niet alle macht, niet in Nederland en zeker niet in Europa of in de wereld – en

nog een groot verschil is dat aardse koningen en andere leiders vroeger of later moeten

aftreden of ziek worden, overlijden, kunnen worden getroffen door een moordaanslag –

maar van de Heer Jezus weten we en vertrouwen we dat zijn regering geen einde krijgt.

 

Toch, met alle verschil, belangrijke overeenkomsten, vandaar als thema vanmorgen:

 

Hemelvaartsdag – Koningsdag!

1. de kroon op het werk

2. velen delen in de winst

3. en nu samen aan de slag

 

1. de kroon op het werk

 

  Dat kun je wel zeggen van zo’n inhuldiging, zoals die van koning Willem-Alexander.

Je mag dan als prins geboren zijn, en als kind al kroonprins heten, koning wordt je niet zomaar.

Daar zijn heel veel jaren aan voorafgegaan, van intensieve voorbereiding en ook een vechten

tegen wat er aan weerstanden zat, en een overwinning op zoveel dat tegenzat en je tegenkwam.

 

Nou, dat is nog veel sterker het geval als we denken aan wat aan Jezus’ hemelvaart voorafging.

Jezus die van huis uit de zoon van God was en is, en dus een eeuwig Koning – met alle macht.

Ja maar, aan die majesteitelijke dag van zijn inhuldiging, zijn troonsbestijging, is heel wat voorafgegaan aan voorbereiding, en zelfs aan een felle strijd die Hem alles heeft gekost.

Paulus herinnert daaraan in de tekst: ” ‘Hij steeg op’ – wat betekent dat anders dan dat Hij ook is

afgedaald naar wat later ligt, naar de aarde. Hij die is afgedaald is dezelfde als Hij die opsteeg”.  In een andere brief klinkt het als een lied – het is misschien wel als lied gezongen in de oude kerk –

“Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens  verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.”   (Filippenzen 2)

 

Ja, want die aarde waarover Hij Koning zou worden, was bezet gebied geworden doordat wij mensen

ons hadden verkocht aan Gods tegenstander satan, in de waan geen God als koning nodig te hebben-

mondige mensen nietwaar, die wel op eigen benen kunnen staan en zelf wel kunnen beslissen wat ze van hun leven willen maken en hoe ze de aarde als leefgebied zullen inrichten – wat steeds weer een illusie blijkt en op een mislukking uitloopt, zoals die andere apostel kernachtig onder woorden

brengt: Ze beloven vrijheid, maar zijn zelf slaven van het verderf, want waar men door beheerst wordt, daarvan is men slaaf.” (2 Pet. 2) – de ervaring ook van onze eigen tijd laat zien hoe waar dat is.

 

Gelukkig maar dat de Koning dat niet liet voor wat het was maar dat Hij genadig wilde ingrijpen, en

dat zijn Zoon alles wat Hij had aan macht en rijkdom achter wilde laten om zich te verlagen tot in die diepte van onze schuld – niet alleen een mens geworden maar ook nog slaaf, en zelfs slacht-offer – en dat Hij zo het gevecht aanging met die aartsvijanden van God en zijn rijk: satan, de zonde, de dood, om juist door zich op te offeren en de dood door te gaan en de hel, voorgoed heeft overwonnen:

het is volbracht – Vader, in uw handen leg ik mijn leven neer – en dan en daarom: Hij overwon, die

sterke Held – zoals dat vervolg in die hymne van Filippenzen 2: Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat,  opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.”   Wat Paulus in onze tekst aanwijst als waar als iets van was te zien toen lang geleden Gods ark feestelijk werd gedragen naar de plek waar God wilde wonen onder zijn volk toen, in Jeruzalem – psalm 68: “Van Sinai is God de Heer, als overwinnaar groot in eer, naar Sion opgevaren. U steeg omhoog naar het heiligdom, bracht krijgsgevangenen van alom, in uw

triomftocht mede”.  Toen gaf God zijn volk en zijn koning de overwinning over hun vijanden, nu is de overwinning veel groter en veel meer definitief: Jezus die sterker blijkt dat zonde, duivel en dood – en die iedereen die zich bij Hem aansluit laat meeprofiteren van zijn overwinning – elke dag Koningsdag!

 

2. velen delen in de winst

 

   Als vroeger een koning of een generaal een belangrijke overwinning behaalde en daarbij van alles

aan eten en dure spullen buitmaakte, deelde hij daarvan vaak uit aan de soldaten en aan het volk.

We lezen dat ook meer dan eens in de bijbel, in het OT – in die psalm 68 wordt erover gezongen:

“”koningen vluchten, hun legers vluchten, thuis verdelen de vrouwen de buit” – zo ging dat toen.

Ook bij andere gelegenheden tracteerden koningen de bevolking – zo David op die dag dat de ark feestelijk was binnengehaald in Jeruzalem – je zou dat de inhuldiging van God in zijn hoofdstad kunnen noemen – “aan heel het volk, aan alle aanwezige Israëlieten, zowel de mannen als de vrouwen, liet hij brood, gedroogde dadels en rozijnen uitdelen” (2 Sam. 6: 19). Een volksfeest!

Nou, zo gaat dat in Nederland niet meer op koninginnedag of bij een inhuldiging – maar het is

nog altijd zo dat je als volk er baat bij hebt als een koning en een regering dienstbaar willen zijn

aan het algemeen belang, en ook als er oog is voor de talenten en mogelijkheden van elke individuele burger, als er ruimte is voor goede initiatieven, én oog voor wie hulp en ondersteuning nodig heeft,

als niet de burger een nummer wordt en ondergschikt gemaakt aan regelzucht en in hokjes plaatsen,

en als zowel de beschikbare middelen als de noodzakelijke lasten rechtvaardig worden verdeeld.

 

Nou, als dat ergens zo is, dan wel waar koning Christus regeert, te beginnen in zijn eigen gemeente.

Paulus heeft het in het gedeelte dat we gelezen hebben over gaven, geschenken, die Christus als de

Heer uitdeelt aan wie bij Hem horen, en dat zoals Hij goed vindt en naar ieders draagkracht – in 1 Kor. 12, 11 schrijft de apostel er ook over en dan betrekt Hij er de Heilige Geest bij die daarvoor zorgt:

“Al deze gaven worden geschonken door een en dezelfde Geest, die ze aan iedereen afzonderlijk toebedeelt zoals hij wil” – en dan mag je erop vertrouwen dat het goed gebeurt, eerlijk, wijs – want

wie kent ons nou beter dat de Heer en dan zijn Geest – wie weet nou beter wat ik aan kan en waar

ik goed in ben, en ook wat mij boven de macht gaat en waaraan ik me dus niet hoef te vertillen…?

En dan somt Paulus in dat verband van alles op: wijsheid, kennis kunnen overdragen, een groot

geloof, de gave van genezing, onderscheidingsvermogen, en nog heel wat meer – het is niet een

volledige lijst en elke tijd vraagt weer andere gaven en ook die wil God geven als ze nodig zijn.

Denk ook aan wat eerder in dit hoofdstuk langs komt aan wat nodig is om samen dat volk van

de koning te zijn: bescheidenheid= niet jezelf overschatten maar de ander waarderen om wie hij of zij is, zachtmoedigheid = veel van elkaar kunnen hebben en niet meteen terugmeppen of het de

ander  betaald zetten, niet een dikke huid maar een ruim hart hebben; geduldig zijn =een lange

adem in plaats van een kort lontje, en zoals ik iemand hoorde zeggen: dat we niet het probleem

van de gebrokenheid te lijf gaan met onze ongebroken oplossingen – Paulus zegt het nog mooier:

verdraag elkaar in liefde” – en dan is elkaar verdragen niet iets afgedwongens waarbij we die ander nog niet niet wegmeppen, nee, er staat: de ander erbij willen hebben en erbij willen houden, vanuit de liefde die God voor ons heeft en die God van ons vraagt en die de Geest ons willen geven en leren.

Met als geweldige ondersteunende extra cadeaus – ze staan er ook bij – als dat ene geloof en die ene doop en die ene hoop die we hebben mogen, en zoveel meer dat ons samenbrengt en samenbindt.

Wat een winst die de Heer voor ons behaald heeft door zijn overwinning, en die Hij met ons deelt.

Met dat grote doel waar God aan werkt: dat steeds meer alles vol wordt van zijn aanwezigheid.

van zijn liefde, van zijn eer en grootheid, en van het samen steeds meer een nieuwe schepping zijn.

Daar loopt het op uit – vers 10 – “om alles met zijn aanwezigheid te vullen” – de kerk eerst, ons gemeente-zijn, uw en jouw en mijn leven, maar ook het land waar we wonen,  en heel Gods wereld.

 

  3. en nu samen aan de slag

 

  De koning is ingehuldigd! – het werd binnen en buiten de Nieuwe Kerk officieel uitgebazuind.

En daarmee werd een nieuwe periode ingeluid – van aan het werk, als koning, en als bevolking.

Waarbij als het goed is ook de nieuwe koning, samen met zijn echtgenote, en met zijn familie,

ook in die nieuwe periode, samenbindend kan werken, in een land met heel veel verdeeldheid.

Die verdeeldheid, al die verschillen van achtergrond, cultuur, taal zelfs, levensovertuigingen,

meningen en ambities, hoeven geen probleem te zijn, maken zelfs een samenleving veelkleurig.

Gelukkig maar dat niet alle mensen hetzelfde zijn: wat ik niet kan, kun jij wel, en veel beter – en

iedereen is nodig en niemand is overbodig – juist een koning boven al die partijen kan dat uitstralen en zo verbinden – koningin Beatrix hield ons dat vaak voor en zij gaf zelf het goede voorbeeld.

 

Kijk, en weer, daarin zal als het goed is de gemeente van Christus stageplek en proeftuin zijn.

Ook dat gaat niet vanzelf, dat leert de ervaring, en daarom gaat het er in de bijbel zo vaak over.

De brief aan Efeze gaat er eigenlijk helemaal over: “span u in om door de samenbindende kracht

van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft” – laat zien dat je bij elkaar hoort omdat je samen bij die ene God en Vader hoort, en die ene Koning hebt, en geleid wordt door die ene Geest.

Nou, en dan zijn verschillen geen ramp maar een uitdaging, groeien we niet uit elkaar maar naar

elkaar toe, en dat niet door alle verschillen weg te praten of te onderdrukken, niet door eigen

gelijk te bevechten en de ander weg te zetten, niet door aan te vallen maar aan te vullen – Paulus

zegt het mooi en laat het allebei overeind: “dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden(niet: mijn waarheid maar Christus die de Weg en de Waarheid is, door Hem te volgen) én  elkaar lief te hebben, samen volledig toe te groeien naar Hem die het hoofd is: Christus”…..en daar heeft ieder

een taak in en krijgt ieder gaven voor:“ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het

lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde”Vanuit het hoofd, onder leiding van de Koning.

Tot de grote dag dat het zover is: alles vol van Gods aanwezigheid, en heel de aarde Zijn koninkrijk!

De Koning is ingehuldigd, Hij is er klaar voor, en Hij maakt u en jou en mij er klaar voor!

amen

Matteüs 12: 38- 41: Meer dan Jona…

liturgie avonddienst zondag 21 april 2013 – met CGK

voorzang:     Gz. 164 GK (=Opw. 126)

stil gebed

votum en groet

zingen:          Ps. 139: 1,4,5  LB

gebed

Schriftlezing:   Jona 1: 1- 2:2

zingen:          Ps. 86: 1,2

Schriftlezing:   Jona 3

zingen:          Ps. 86: 3,7

verkondiging:  Matt. 12: 38-41

zingen:          Gz. 462: 1,3,4

gebed

collecte

geloofsbelijdenis Nicea

zingen:          Gz. 257 LB  (=GK 108)

zegen

amen:           Gz. 456: 3  LB

 

—————————————————————————————————————————-

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes,

 

Iedere Nederlander van 14 jaar en daarboven moet overal een legitimatiebewijs bij zich hebben:

een paspoort of een rijbewijs of een ID-kaart – niet alleen als de politie je aanhoudt, maar ook als je uitgaat, als je als jongere alcohol wil kopen, als je wilt gaan stemmen, en in het openbaar vervoer..

en we snappen wel waar dat voor is: om te kunnen aantonen dat je bent wie je zegt te zijn……..

ook b.v. om fraude tegen te gaan met uitkeringen of bij de verkiezingen of als je de wet overtreedt.

Je kunt mensen niet maar op hun woorden geloven of op hun blauwe of hun bruine ogen…..

 

Het lijkt vaak ook zo te gaan met hoe mensen denken over God en praten over God: als er dan een

God is, moet Hij maar eens……en dan komen allerlei voorwaarden en verlangens en zelfs eisen: dan

moet God maar eens een eind maken aan al dat lijden, aan al die oorlogen, aan die ziekte van mij…

En zo is er nog heel wat meer op te noemen, met als rode draad dat God zich maar moet bewijzen.

Ja want de bijbel mag dan wel vol staan met grote daden die God gedaan zou hebben en er is ook

heel wat indrukwekkends te zien in de wereld om ons heen,  maar wat bewijst dat nou en waarom

merk ik dan niks van God en waarom laat God al die ellende toe, en waarom….God, waar bent U?

 

Bijna tweeduizend jaar geleden liep Jezus op deze aarde rond en Hij deed heel bijzondere dingen:

mensen te eten geven van weinig, mensen genezen van ziekten en kwalen, kwade geesten wegjagen.

Toch lazen we dat lang niet iedereen zich liet overtuigen, en het waren niet de eersten de besten.

Vlak voor onze tekst gingen juist bijbelgeleerden en mensen uit de meest rechtzinnige vleugel van de kerk van toen frontaal in de aanval: die Jezus geeft zich uit voor iemand die door God gestuurd is en zelfs de beloofde messias zou zijn, maar in werkelijkheid zijn het trucjes die wijzen op zwarte magie:

die Jezus komt niet van God maar hij is een handlanger van duistere machten, een uit de satanskerk.

 

Kijk, en als Jezus dan nog eens wijst op wat Hij allemaal doet, laten ze zich nog niet overtuigen maar

zeggen ze wat we net gelezen hebben: wij willen een teken van U zien, laat uw legitimatiebewijs

maar eens zien als bewijs  dat U echt bent voor wie zich uitgeeft: de door God gestuurde messias.

Die vraag kreeg Jezus wel vaker, en dan zeiden ze er zelfs bij: we willen een teken uit de hemel, een

regelrecht bewijs van God zelf dat die Jezus uit Nazareth echt van God komt en namens God spreekt.

We gaan luisteren naar de reactie van Jezus op die vraag – die afwijzend lijkt maar ver-wijzend is

Meer dan Jona…

 

1. is Jezus – door God zelf gelegitimeerd

2. is Jezus – het teken van Gods genade

3. is Jezus – het appèl om je tot God te bekeren

 

1. Meer dan Jona…is Jezus – door God zelf gelegitimeerd

 

Op het eerste horen klinkt het best respectvol:  “Meester, we zouden graag een teken van u zien”.

Maar Jezus doorziet hen en weet als geen ander wat achter die beleefde vraag zit: verzet tegen zijn

persoon en tegen zijn boodschap, en de weigering om Hem te aanvaarden als gestuurd door God.

Vandaar die harde typering van waar deze vragers voor staan: “een verdorven en slechte generatie“.

Letterlijk staat er ‘overspelig’ – er zit trouwbreuk achter, de relatie met God op het spel zetten uit

eigen belang, in plaats van Jezus erkennen en geloven als de al lang beloofde messias van God.

Vandaar ook dat ze wat Jezus allemaal zei en deed in een kwaad daglicht stelden als occult gedoe.

En Jezus uitdagen om zijn ID kaart maar eens te laten zien: laat maar zien dat God achter je staat!

Het is een steeds terugkerend refrein, de ex-Farizeeër Paulus zegt later: “Joden verlangen tekenen”.

Het ging door tot aan het kruis: kom van het kruis af als u Gods zoon bent, dan zullen wij geloven!

 

Alsof er niet elke dag overtuigende tekenen waren; in het vorige hoofdstuk is verteld over de twijfel van Johannes de Doper:Bent u degene die komen zou of moeten we een ander verwachten?” en dan verwijst Jezus naar wat Hij elke dag liet zien:  “Zeg tegen Johannes wat jullie horen en zien: blinden kunnen weer zien en verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden gereinigd en doven kunnen weer horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. Gelukkig is degene die aan mij geen aanstoot neemt.’”    (Matteüs 11: 4-6).

Precies dat zat achter die vraag van wetgeleerden en Farizeeërs: ze ergerden zich dood aan Jezus,

en daarom wilden ze Hem dood hebben – lees  11:14: “ze besloten Hem uit de weg te ruimen”.

 

  Kijk, en dat verklaart de afwijzende reactie van de Heiland: zo’n teken zul je niet krijgen, een of

ander regelrecht signaal uit de hemel waardoor God overduidelijk laat zien dat ik zijn Zoon ben.

Alsof God niet in Jezus en door wat Jezus doet elke dag overtuigende bewijzen geeft van zijn liefde.

Weer een schokkend voorbeeld dat niet als vanzelf zien mensen tot geloof brengt – als je kijkt met

scheve ogen of met een verkeerde bril op – als niet in jezelf een knop is omgezet , door Gods Geest!

Wat Paulus schrijft: niemand die door de Geest wordt geleid zegt: vervloekt is Jezus – en niemand

kan zeggen: Jezus is Heer!  dan door de Heilige Geest – hoe nodig is bekering, een nieuw hart!

 

Hoor dat erin als de Heer zegt: jullie zullen geen ander teken krijgen dan dat van Jona de profeet.

Jona, ja die kennen ze wel, dat was die profeet tegen wil en dank, die eerst wegliep bij God vandaan en bij zijn opdracht vandaan en die toen hardhandig als het ware door de dood heen teruggestuurd

werd: Jona, zo kom je van Mij niet af en kom je er niet onderuit, en in Nineve komen ze ook niet van Mij af -en daar lag hij op dat strand, en ging toch de goede kant op, en preekte hij in Ninevé – en

was hij met wat hij had meegemaakt en door dat hij nog leefde en daar kon rondlopen, een levend

teken – opgeslokt door de zee maar weer als door een wonder opgepikt en aan land gezet – een

levend bewijs van die psalm: “al vloog ik heen voor uw gelaat op vleugels van de dageraad tot aan

het uiterste der zee, uw hand ging daar zelfs met mij mee, uw rechterhand zou mij bereiken….”

ik las: “God spaarde hem op wonderlijke wijze en zo bleef Jona als profeet beschikbaar”. God dank!

Zeg maar: die wonderlijke redding uit zee en via dat zeemonster was Jona’s ID als echt profeet!

Als ze hem vroegen wat Hij kwam doen in die vreemde stad van dat vijandelijke land, kon  hij ze

vertellen over dat hij eerst niet wilde en dat toen die storm kwam en ze hem over boord gegooid

hadden maar dat toen dat grote zeedier kwam en hij drie dagen later op het strand gedumpt werd..

Ja en dat was allemaal omdat ik jullie in Ninevé moest waarschuwen voor het oordeel van mijn God!

 

Ja maar, zult u zeggen, maar dat kon hij toch niet bewijzen, dat moesten ze op zijn woord geloven?

Daar hebt u dan helemaal gelijk in, het bleef een kwestie van geloof, en ze geloofden hem in Ninevé!

Eeuwen later komt Jezus, en Hij spreekt zijn eigen volk aan, en weer wordt geloof gevraagd, in de

woorden die Jezus spreekt en in de wonderen die Hij doet om die woorden kracht bij te zetten…..

En als Hij dan herinnert aan Jona, zegt Hij erbij, tot hun beschaming en om hen wakker te schudden:

en meer dan Jona staat hier voor jullie, met daarbij: maar wat doen jullie, hoe reageren jullie..op Mij?

 

Meer dan Jona….ja dat kun je wel zeggen van Jezus: anders dan Jona, vooral ook:  gehoorzamer.

Jona liep de andere kant op dan de kant die God hem opstuurde omdat hij anders wilde dan God –

Jezus liet horen en zien dat Hij niet kwam om zijn eigen zin te doen maar de wil van zijn Vader – en

dat zelfs als dat hem kwam te staan op verzet en haat en zelfs toen dat uitliep op de kruisdood….

ja en ook erger dan Jona was wat Jezus moest doormaken: niet bijna verdronken maar echt dood

aan het kruis – en niet maar drie dagen en nachtgen in zo’n benauwd zeedier maar ‘in het binnenste van de aarde’ : in het graf, in het rijk van de dood – voorgoed uitgeteld, dachten ze allemaal – de vrienden rouwden en kropen in hun schulp en de vijanden dachten: eindelijk zijn we van Hem af.

 

Maar al van te voren kondigde de Heer aan hoe ze zich dan zouden vergissen want nog meer dan

lang geleden die mensen van Ninevé niet van Jona af waren en van zijn boetepreken, en ze dus niet

van de God van hemel en aarde af waren, des te meer kan niemand om Jezus en om zijn boodschap

heen – en dat zal Jeruzalem en Juda en Galilea merken en dat zal de hele wereld merken, als God na

die drie dagen en nachten zijn Zoon opwekt uit de dood en mensen met zijn evangelie de wereld in gaan – Pasen is het grote gelijk van Jezus – Pasen is dan toch het teken uit de hemel dat Jezus echt

wel is de beloofde messias en de grote Koning –  zoals Petrus zijn volk daarmee confronteert met Pinksteren: “Laat het hele volk van Israël er zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en messias is aangesteld”. Paulus schrijft:  door de opstanding uit de doden is Jezus bewezen Gods zoon te zijn in kracht. En geen mens en volk ter wereld kan nooit meer om deze Heer heen!

Ook dan – en tot vandaag toe – blijft dat uiteindelijk een kwestie van geloof: in Jezus die gekruisigd

is en opgestaan, en die leeft – lees maar die vele verslagen en kijk maar mee met de ooggetuigen –

tot het definitieve gelijk zal blijken op de dag dat Hij terugkomt om de balans op te maken –  Jezus

wijst er waarschuwend naar vooruit: pas op dat dan die mensen uit Ninevé niet u veroordelen

zullen, omdat zij wel geloofden wat Jona maar jullie van van Jezus hebben afgemaakt – en dat is

bedoeld om ter harte genomen te worden, door Gods volk toen, maar ook door Nederland en

de wereld vandaag – en zeker voor u en door jou en door mij: wat doen wij met Jezus’ woorden?

 

2. Meer dan Jona…is Jezus het teken van Gods genade

 

  Het is wonderlijk gelopen met Jona: weggelopen bij God vandaan en ingehaald door storm en

golven – en Jona besefteen kwam er tegen die heidense zeelui eerlijk voor uit:  “dit is mijn schuld”.

Bijzonder dat hij zijn leven ervoor over had om die mannen te redden van de storm waardoor het schip met man en muis dreigde te vergaan: “gooi me in zee, dan zal de zee jullie met rust laten!”.

Daar zie je ondanks alles toch al iets in van Jezus die zijn leven opofferde tot redding van velen.

Meteen is er dan weer dat ‘meer dan Jona’  is Jezus, want Jona werd getroffen als gevolg van zijn

eigen schuld,  en Jezus gaf zijn leven voor onze schuld – Hij die nooit zonde gedaan heeft – om ons

kwamen de golven van Gods boosheid over Hem heen, om ons is Hij door de dood heen gegaan.

Maar toch, in wat Jona deed werd al iets zichtbaar van Gods liefde voor mensen – en toen de storm ging liggen en God als het ware het offer van Jona aanvaard had, gingen die mannen tot de HEER bidden als de God die zee en land gemaakt had, en ze brachten offers en deden de HEER geloften.

Ja,  en als Jona later toch in Ninevé arriveert en de mensen gaat vertellen over zijn God die hen zou

straffen als ze niet zouden breken met hun verkeerde daden, is hij met het verhaal van zijn eigen zonde en zijn wonderlijke redding een levend teken van Gods geduld en Gods genade: mensen, met de HEER is niet te spotten maar Hij is niet op jullie ondergang uit maar op jullie bekering en leven!

Gemeente, en nog veel meer dan Jona is Jezus het levende teken van Gods liefde en genade.

Van te voren kondigde Hij het zelf aan: “zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven” – en dat was om die ongehoorzame Jona te redden en ook u en mij die al te vaak van God weglopen en liever op onszelf afgaan en vanuit onszelf denken en leven dan gericht op God en om

onze medemensen te dienen – of herken je totaal niets van jezelf in Jona die zo zijn eigen kijk op de

wereld had en voor wie de hemd nader was dan de rok – eigen volk eerst en wat moet ik met die

mensen die ons alleen maar schade willen doen – Jezus is op Gods tijd voor zulke mensen – goddeloos in zichzelf en liefdeloos maar al te vaak – gestorven; en is op de derde dag opgestaan uit de dood!

Wat anders was dat en wie anders is Hij – veel meer dan Jona en veel meer dan wij ooit kunnen zijn –

het ultieme en overtuigende teken dat God zijn wereld zo liefheeft dat Hij zijn allerliefste Zoon Jezus

gegeven heeft – tot in de dood, en aan ons – opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar

eeuwig leven zou krijgen – God stuurde hem om de wereld niet  te veroordelen maar te redden!

Nog altijd staat dat teken leesbaar en zichtbaar midden in de wereld – Jezus redt! – is dat de kern van het evangelie en van de boodschap van de kerk: laat u met God verzoenen, geloof en je bent gered!

 

3.  Meer dan Jona… is Jezus – het appèl om je tot God te bekeren

 

Eigenlijk was dat de directe aanleiding tot dat aangekondigde teken van Jona: dat de leiders van Gods eigen volk zich eerst van de oproep tot boete en bekering van Johannes de Doper hadden afgemaakt en dat ze ook de woorden en de wonderen van Jezus weigerden te aanvaarden – in het vorige hoofdstuk stelde de Heer dat aan de kaak: jullie hebben Johannes de Doper weggezet als een

zwartkijker en Mij als een losbol, een vriend van tollenaars en zondaars, en als daar geen verandering

in komt, zullen jullie in de eindbeoordeling door God je voor dat ongeloof en dat verzet moeten verantwoorden – vlak voor onze tekst gaat het daar weer over: op grond van jullie woorden zullen

jullie worden vrijgesproken of veroordeeld – en dan gaat het om wat ze gezegd hadden over Jezus.

Met het oog daarop worden de kerkmensen van Jezus’ tijd vergeleken met de heidenen van Ninevé

en als het niet verandert valt die vergelijking in het voordeel uit van Ninevé: “op de dag van het

oordeel zullen de Ninevieten opstaan met deze generatie en haar veroordelen, want zij hadden zich

bekeerd na de prediking van Jona, en hier ziet u iemand die meer is dan Jona”.  Die Iemand is Jezus.

 

Kijk, en dan stopt het, het vervolg moeten de hoorders zelf invullen, dat hangt van hun reactie af.

Lang geleden was God niet uit op de ondergang van Ninevé, u weet: helaas tot verdriet van Jona.

Jona wist goed wie God was: “u bent een God die genadig si en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid” (4:2) – en dat kan Jona niet rijmen want in Ninevé verdienden ze toch dat ze van de kaart zouden worden geveegd, daar hadden ze het toch naar gemaakt – als vijanden van Gods volk?

Jona moest leren – door schade en schande, denk aan die wonderboom – waar het verhaal op uit- loopt: “zou Ik geen verdriet hebben om Ninevé, die grote stad” , met al die mensen en die dieren?

En zo is God nog steeds: Hij heeft ook verdriet om Langedijk en Heerhugowaard, om Nederland en

Europa, waar zoveel mensen niet weten wat goed en kwaad is, en vooral: Gods liefde niet kennen.

Maar in die wereld, ook in die moderne samenleving van  2013, staat dat teken van Jona nog altijd

overeind,  klinkt de boodschap van Gods liefde in en door Jezus die gekruisigd is en is opgestaan.

Die liefde gaat zover dat Jezus zelfs voor zijn vijanden heeft gebeden en ons leert zelfs onze vijanden lief te hebben – en te delen in zijn verdriet over zoveel haat, geweld, agressie, armoe, eenzaamheid.

Zolang Jezus nog niet terug is, klinkt zijn oproep wereldwijd  laat u met uw God verzoenen.

Die oproep komt naar u en jou toe, en die oproep mogen we laten doorklinken naar anderen toe.

Niet als gelijkhebberig of betweterig maar vanuit de liefde van God voor zijn wereld, zijn mensen.

En dan is het aan iedereen die ermee wordt geconfronteerd, wat hij of zij ermee doet, allereerst

zelf en in eigen leven – het mag wel een les zijn ook voor ons dat Jezus die mensen van Ninevé tot voorbeeld stelt aan zijn eigen volk, aan de kerk van toen – het zou wat zijn als straks je buurman of je collega die nooit naar de kerk gaat je zou veroordelen – dat houdt ons wakker en houdt ons in beweging, naar God toe, en naar die anderen toe, en naar de eindstreep toe!

amen

Matteüs 28: 16-20: Jezus is de allerhoogste Heer (2) (Pasen – middagdienst)

liturgie 1e Paasdag 31 maart 2013 – middagdienst

votum en groet

zingen:      Ps. 20: 1,3

gebed

Schriftlezing:  Matt. 28: 16-20

zingen:     Lied 476: 3,4,5

verkondiging

geloofsbelijdenis Gz. 123

(1 a; 2v, 3 ds, 4 m, 5 a)

gebed

collecte

zingen:      Ps. 96: 1,6,8

zegen

amen:        Ps. 72: 10

—————————————————————————————————————————

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes,

 

Jezus is de allerhoogste Heer, dat is ook voor vanmiddag het thema.

Daarover nog iets meer vanuit die slotverzen van het evangelie van Matteüs:

over die ontmoeting van Jezus met zijn leerlingen enige tijd later in Galilea.

Eerder dus dan de hemelvaart want dat was weer in Jeruzalem, op de Olijfberg.

Misschien was die ontmoeting van onze tekst wel op diezelfde berg waar de

Heer met zijn leerlingen vaker was geweest, b.v. toen hij de ‘bergrede’ uitsprak.

 

Pasen:  Jezus is de hoogste Heer! (2)

1. dat geeft moed

2. dat zet in beweging

3. dat maakt alles goed.

 

1. dat geeft moed, dat Jezus de allerhoogste Heer is.

 

Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde, gegeven door Vader in de hemel,

verdiend door Jezus’ offer aan het kruis, zijn trouw tot in de dood: “Het is volbracht!”.

Dat geeft de burgers moed, de burgers van het koninkrijk waar Jezus koning over is.

Allereerst was die bemoediging natuurlijk voor die leerlingen bedoeld, daar op die berg.

Er staat iets bij dat te denken geeft: “toen ze Hem zagen bewezen ze Hem eer, maar

sommigen twijfelden”. Misschien schrik je even: maar de Heer was toch echt opgestaan,

en ook die twijfelende Thomas was over de streep van zijn ongeloof getrokken, en ze

waren hadden toch hun levende Heer al meerdere keren ontmoeten, en waren toch

allemaal naar die berg in het hoge Noorden gegaan, en net nog was er die wonderlijke

visvangst geweest – waarover Johannes vertelt (Joh. 21) – en dan nu nog twijfel…..

Nou en wat moet er van terecht komen als zulke twijfelaars even later de wereld

in gestuurd worden om overal te vertellen dat Jezus leeft, en dat als je in Hem gelooft,

je erop mag vertrouwen dat Hij je kracht geeft om vol te houden, en eeuwig leven….

hoe kun je dat overtuigdend doen als je zelf nog rondloopt met vragen en twijfels?

 

Schrik er maar niet van, u, jij, laat je liever geruststellen en bemoedigen, want blijkbaar

hoef je niet rotsvast in je schoenen te staan, mag je aarzelen en je vragen hebben, kan

de Heer je gebruiken zoals je bent: ga maar op stap, blijf maar doorzoeken, je hoeft niet

op eigen kracht te steunen- dat redt toch niet – denk maar aan Petrus toen die dacht wel

zo’n kei te zijn dat ze hem niet stuk zouden krijgen en die als eerste keihard onderuit ging –

je enige houvast is je levende Heer: Mij is gegeven alle macht in de hemel en ook op aarde!

Nog even over die sommigen die nog twijfelden: waar zal dat bij hen op vast gezeten hebben?

Is het dan niet zo dat als je maar kunt zien en tastbaar is waar je in gelooft, in Wie je gelooft,het

veel makkelijker is dan voor ons die het moeten hebben van horen zeggen, van oude verhalen?

Natuurlijk is dat anders, en misschien in bepaalde opzichten wel, maar geloven blijft geloven.

We kennen wel de uitdrukking: ik kan mijn ogen niet geloven – wat volgens het woordenboek

betekent dat je iets ziet dat te vreemd is of te mooi om waar te zijn – het gaat boven wat je

aan kunt of het past niet in je denkraam – in dit geval: dat iemand die is gestorven en die je

hebt begraven, weer levend voor je staat – je kunt er niet omheen maar het is zo wonderlijk!

 

Eigenlijk is dat zo met heel het evangelie: God in de hemel die we niet kunnen zien maar die

ons wel allemaal ziet en die ons kent en ons bidden hoort, en Jezus die Gods Zoon is en die

mens is geworden, die als mens geleden heeft en gestorven maar uit de dood terugkwam –

geweldige dingen maar bewijzen kun je ze niet – je kunt het alleen maar geloven, zeggen we

dan terecht – zoals Jezus tegen Tomas zei: gelukkig wie niet zien en toch in Mij geloven…..

maar als er dan vragen blijven en twijfels kunnen knagen, dat kan zomaar en dat mag ook.

Voel je niet schuldig en word zeker niet wanhopig, loop er ook niet mee bij God vandaan

en uit de kerk weg, maar wees er eerlijk over, blijf ermee bezig en op zoek, praat erover –

en denk maar aan die mannen daar op die berg die hun Heer eerden en tegelijk van hun

hart geen moordkuil maakten: we willen zo graag geloven maar het is best nog moeilijk –

Heer, wij geloven in U maar kom ons te hulp in ons nog zo kleine en aarzelende geloof….

Ga maar gerust op pad, zegt de Heer dan, ik wil je gebruiken zoals je bent, je hoeft je niet

beter en sterker en geloviger voor te doen dan je bent – Ik ben sterker ook dan jouw twijfel.

Later was het Paulus die te horen kreeg: “Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want

kracht wordt zichtbaar in zwakheid” – en die erkende: “in mijn zwakheid ben ik sterk” (2 Kor.12)

 

2. dat zet in beweging, dat Jezus de allerhoogste Heer is – want ook de aarde is dus van Hem.

 

Jezus presenteert zich nog eens nadrukkelijk als gezaghebbend: de allerhoogste Heer – en

daarmee gaat de wereld voor Hem en voor zijn evangelie en dus voor zijn leerlingen open:

“Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van

de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan

alles wat Ik jullie heb opgedragen” – terecht wordt dit wel ‘de grote opdracht’ genoemd,

echt een grenzeloze taak want voortaan is de doelgroep voor de verkondiging van het

evangelie onbegrensd: de Geest doorbreekt alle grenzen die door mensen gemaakt zijn en

steeds weer gemaakt worden: grenzen van taal, cultuur, ras, maatschappelijke positie – en

vooral gaat voorgoed die tussenmuur eraan die eeuwenlang bestaan heeft tussen dat ene

volk waarvoor God had gekozen en al die andere volken waarover Hij ook regeert en die

God – weer een uitspraak van Paulus (Had. 14:16) – eeuwenlang “hun eigen weg heeft laten gaan”, maar toch heeft laten delen in zijn goedheid door zijn zon te laten schijnen en zijn regen te

geven en vruchtbare seizoen en zo te voorzien in leven en levensonderhoud van al zijn mensen.

 

Totdat God zijn eigen Zoon stuurde om vanuit dat ene volk redding voor alle volken mogelijk

te maken – waar de profeten al over spraken en schreven en de psalmen al op preludieerden:

“zing een nieuw lied voor God de Here, zing aarde, zing zijn naam ter ere”, en daarom toen

al die oproep: “vertelt de volkeren op aarde, de HERE is het die aanvaardde het koningschap,

de oppermacht”, met als einddoel: “het juiche al voor God de HERE, want Hij die alles zal

regeren, komt richten in gerechtigheid, Hij komt om ieder volk zijn recht te leren” (Ps 96).

Een oproep maar vooral een geweldige belofte, niet meer beperkt tot wie zijn stamboom

kan terugvoeren tot op Abraham maar bestemd voor iedereen die het geloof deelt dat Abraham

had: je mag gedoopt worden en op naam gezet van diezelfde God die Abraham riep en beloofde

dat met hem alle volken gezegend zullen worden – Paulus schrijft: door Jezus mag iedereen die

gelooft delen in de zegen aan Abraham – het verbond met Abraham zijn vriend bevestigt de HEER

van kind tot kind – u mag er ook bij horen, en jij ook – en de velen die God er nog bij zal halen.

 

Jezus is de allerhoogste Heer, en daarom: vertelt de volken, alle mensen, dat Jezus regeert.

Als het goed is blijft dat de vaart erin houden en ook ons in beweging zetten – het is waar wat

ik las dat de kerk er allereerst is voor God – om Hem te loven en te eren, om zijn grote daden

te verkondigen – maar dat laatste – verkondigen – wordt niet begrensd door huisdeuren of

kerkmuren, want God wil dat alle mensen Hem groot maken, en Jezus is niet gekomen om de

wereld te veroordelen maar om de wereld te redden (Joh. 12: 47) – ja en “hoe kunnen ze de Heer aanroepen als ze niet in Hem geloven en hoe in Hem geloven als ze niet van Hem gehoord hebben

en hoe over Hem horen als Hij niet verkondigd wordt – vandaar die opdracht van de opgestane

Heer aan zijn leerlingen toen en zijn kerk daarna, en dus ook aan ons in ons land en onze regio-

vandaar het werk in Benin en vandaar Hart voor Heerhugowaard en zoveel nog meer, ook aan

kansen en mogelijkheden die we tegenkomen – als hopelijke getuigen van de levende Heer:

boodschapt zijn heil van dag tot dag – en je hoeft het niet alleen te doen, Hij is er bij en Hij

gaat met ons mee, en Hij laat niet los waaraan Hij begonnen is, daarom komt het echt goed!

 

3. dat Jezus de allerhoogste Heer is  maakt alles goed.

 

Kleine zwakke mensen die zo’n veelomvattende opdracht meekrijgen, hebben wel een steun in de rug nodig, en het uitzicht dat ze er niet alleen voor staan en dat wat ze doen ook goed zal uitpakken.

Ja en al helemaal als de opdrachtgever zelf naar ver weg vertrekt en de taak die gedaan moet worden in handen geeft van – zeg maar – zijn personeel dat op locatie achterblijft – hier zijn dat

in eerste instantie de leerlingen van Jezus die namens Hem en in gehoorzaamheid aan Hem pop

pad worden gestuurd, terwijl hun Heer afreist naar waar Hij thuishoort: het huis van zijn Vader.

Wij die later leven zitten in dezelfde positie: de Heer is in de hemel en wij zijn hier op aarde, en

dat is best lastig, zeker als de opdracht veel zoeken en nadenken vraagt en de boodschap op

veel weerstand stuit, vijandschap kan oproepen, en zelfs gevaarlijk kan zijn, levensgevaarlijk soms.

 

Dan is het geweldig van de Heer een hart onder de riem te krijgen: je gaat niet alleen en je staat

er niet alleen voor, want al lijk ik ver weg, toch ben Ik bij jullie en ga Ik met jullie mee, kun je

altijd bij mij terecht en een beroep op mij doen – 24 uur per dag en op elk moment van je leven.

Denk aan het gebed, aan een bijbel vol beloften en bemoedigingen, aanwijzingen, oefeningen;

maar ook dat je niet op je eentje hoeft te geloven maar op elkaar kunt terugvallen en mensen om je heen hebt om mee te praten, mee te bidden, mee te lachen en mee te huilen – ja en vooral ook.

de Heilige Geest die de opgestane Heer geeft om ons geloof te geven en in dat geloof te versterken.

Als je er oog voor hebt zijn er zoveel manieren en momenten om de aanwezigheid van de Heer te

ervaren – en als je die ervaring soms mist, bid er dan ook, zoek de Heer op en zoek elkaar op….

 

Ja en neem ook de belofte mee dat omdat Jezus de allerhoogste Heer is, alles goed gaat komen:

Ik ben met jullie alle dagen, tot aan de voleinding – en dat is meer en mooier dan. het einde -van de wereld – het gaat naar de voltooiing toe, naar de grandioze finale, van het grote reddingsplan, en dus geloof je niet voor niets, en vecht je niet voor niets, bid je niet voor niets, en werk je niet voor niets.

Het is echt waar en het zal waar worden: alles wordt nieuw, voorgoed, de hemel en de aarde!

 

Daarmee sluit Matteüs zijn evangelieverhaal af, althans volgens ook de Nieuwe Bijbelvertaling.

In de meeste handschriften volgt er nog een slotwoord op, bedoeld als antwoord van de lezer.

En dat is bedoeld om wat over onze Heer wordt verteld en wat hij ons belooft, te be-amen.

Ik hoop dat ook u en jij dat slotwoord wat de Heer wil meegeven, kunt be-amen:    amen

 

 

 

Romeinen 1: 4-5: Jezus is de allerhoogste Heer (1) (Pasen – morgendienst)

liturgie morgendienst 1e Paasdag 31 maart 2013

voorzang:   Gz. 95 (1-4)

votum –  uitgesproken deze keer

– en groet – amen uitgesproken

zingen:       Ps. 118: 6,8,9

wet

zingen:       Ps. 118: 10

gebed

Schriftlezing:  Matt. 27: 62- 28: 15

zingen (met koor):  Gz. 97

Schriftlezing: Rom. 1: 1-7

zingen:       Gz. 167: 3

verkondiging: Romeinen 1: 4-5

zingen:       Opwekking 354

gebed

collecte

zingen:      Gz. 99 (Opwekking 213)

zegen

amen:        Opwekking 602

———————————————————————————————————————–  

Gemeente van Jezus Christus, die is opgestaan, en die de hoogste Heer geworden is,

 

Hij had er misschien wel bij gestaan, op dat plein voor het paleis van de stadhouder.

Dan zou hij vast hebben meegeschreeuwd: “Weg met Hem, aan het kruis met Hem!”

En toen de stadhouder vroeg of hij dan hun koning moest kruisigen, weer: “Aan het

kruis met Hem, wij willen hem niet, wij hebben geen andere koning dan de keizer!”

Toen daarna Romeinse soldaten hem in opdracht van de stadhouder en in naam van

de keizer van Rome afvoerden en op Golgotha aan het kruis spijkerden, vond hij dat

prima: die Jezus had de doodstraf verdiend, want hij durfde zich Gods Zoon noemen.

Weer later, wat een schrik: volgelingen van die dode leider die een misleider was,

en die overal rondtoeterden dat hun leermeester was opgestaan uit de dood en dat

ze Hem naar de hemel hadden zien gaan, en duizenden in Jeruzalem geloofden het

ook nog en ze vormden een nieuwe gemeenschap: de Weg van Jezus, christenen…

hij had er alles voor over om die beweging te stoppen, als het moest met geweld.

 

Het is zo’n 25 jaar later. In de stad waar het paleis van de keizer staat, Rome, wordt

een brief bezorgd bij mensen die zich volgelingen van de Weg van Jezus  noemen, of:

gemeente van Christus, met als afzender: “Paulus, dienaar van Christus Jezus, geroepen

tot apostel”…..”opdat ik omwille van hem (die Jezus)  aan alle volken gehoorzaamheid

en geloof zou verkondigen – ook aan u, die geroepen bent door Jezus Christus”.

 

Is dat diezelfde man die Jezus naar het kruis had geschreeuwd als een misleider van het

volk, diezelfde die liever de keizer had als heer dan die Jezus, diezelfde die overal te vuur

en te zwaard de christenen bestreden had als een gevaar voor het volk van zijn God?

We weten hoe dat zo was gekomen, hoe die Saulus/Paulus op zijn beurt gearresteerd

was, door Jezus zelf, en tot bekering was gekomen, en de wereld in was gestuurd om

overal rond te bazuinen dat die Jezus van het kruis echt was opgestaan en dat Hij nu

Heer van de wereld was, machtiger dan welke stadhouder of koning of keizer ook:

voor dat evangelie schaam ik me niet“, ook in Rome niet, voor dat evangelie wil ik

me als het moet zelfs verantwoorden tegenover de keizer, die zijn macht ook alleen

maar heeft van Bovenaf, als – Rom. 13 – in dienst van God, en van Jezus als dé Heer!

Pasen:  Jezus is de allerhoogste Heer!

1.  sterker dan de dood

2.  kijk naar zijn gemeente

3.  vertel het wereldwijd

 

1. Jezus is de allerhoogste Heer:  sterker dan de dood.

 

We zijn even eerder begonnen te lezen: over druk gedoe op de ‘stille’ zaterdag.

Gedoe van zenuwachtige leiders van Israël die bang waren dat ze nog niet af

waren van die dode Jezus: stel je voor dat zijn leerlingen zijn lijk weghalen uit het

graf en dan overal gaan vertellen dat hun leermeester is opgestaan uit de dood,

zoals hij voor zijn dood had gezegd, dan zouden we pas echt een probleem hebben.

Dus zorgen ze ervoor dat het graf wordt verzegeld en ook nog bewaking krijgt.

Dan moet je wel erg bang zijn als je een dode nog denkt te moeten bewaken!

 

Kijk, maar ook dat is wonderlijk gestuurd van bovenaf, ook dat moest zo gaan.

Er staat in de Heidelbergse Catechismus een uiterst korte maar o zo veelzeggende

vraag en antwoord over de begrafenis van Jezus: “Waarom is Christus begraven?

Om daardoor aan te tonen dat Hij echt gestorven was” –  en denk dan maar aan dat

geheel van een graf met een dikke steen ervoor en gewapende soldaten als bewaking,

en leerlingen die nergens waren en vrouwen in rouw en alleen nog voor de laatste eer.

Na dat gedoe van nachtelijk beraad en naar Pîlatus toe en dan die soldaten wordt het echt

een doodstille zaterdag: we dachten dat Hij onze redder zou zijn maar  helaas…..

O nacht zo lang, gij langste aller nachten, is God vergeten wat Hij heeft beloofd – zijn wij

verbannen, weg uit zijn gedachten, het allerlaatste volkje hoop gedoofd?”Hoe slaapt Gij nu,

die men zo ruw aan het kruishout heeft gehangen,starre rotsen houden U, rots des heils gevangen”.

 

Is dat graf niet einde van alle idealen en alle dromen, van en over een Jezus die de mensheid

redden zou, envan elk mens die na een lang of een kort, een mooi of een moeilijk leven,

eindigtwaar niemand wezen wil: onder de grond – naar dat rauwe nuchtere woord

van die oude Prediker: “een mens is niet beter af dan een dier….want alles gaat

naar dezelfde plaats, alles is uit stof ontstaan en alles keert terug tot stof”.

Helemaar waar die psalm: “wie op de aarde zal de bittere dood niet proeven, en welke

sterveling ontkomt er aan de groeve”…..niemand, ook en zelfs Jezus niet…toch?

 

Nou, als dat zo zou zijn, dan zou die vrijdag van dat kruis geen goede vrijdag zijn

en dan zou iedereen die stille zaterdag al lang vergeten zijn – dan zouden wij hier

niet zijn om samen feest te vieren – en dan zouden dat evangelie van Matteüs  en

die brief van Paulus ook nooit geschreven zijn – zoals diezelfde Paulus in een andere

brief schrijft: “als Christus niet is opgewekt, is onze verkondiging zonder inhoud

en uw geloof zinloos” – stel dat het gelukt was Jezus vast te houden achter die

verzegelde steen en er misschien alleen een monument over was voor een goed

mens, een mislukte wereldverbeteraar – wij zouden hier niet zijn vanmorgen –

en het graf zou het eind van alles zijn – en de dood was voor altijd onomkeerbaar.

 

Des te overtuigender en indrukwekkender dat wereldschokkende ‘in alle vroegte’

na die stille zaterdag: de aarde die begon te beven, Gods engel die het zegel

stukbreekt, de steen die van zijn plaats geschoven wordt, bewakers die zich

bijna letterlijk doodschrikken en in paniek wegrennen, het graf dat leeg blijkt.

Alles wijst erop dat hij die gekruisigd was en daar begraven lag, niet door de dood en ook

niet door een steen met een zegel eraan, en door soldaten tegengehouden kon worden:

“geen graf hield Davids Zoon omkneld”  –  “want Hij is God, bekleed met macht”.

Precies dat is de stevige inzet van de apostel Paulus jaren later als hij aan

gelovigen in het verre en trotse Rome een brief schrijft en als kern van die

brief en van het christelijk geloof alle schijnwerpers op Jezus richt als maar

niet een goed mens of een joodse vernieuwer of een bevlogen vrijheidsstrijder

(die een mooie boodschap heeft nagelaten maar helaas het niet gered heeft

tegen  massaal joods verzet en de massieve macht van het ijzersterke Rome)

maar als werkelijk en overtuigend bewezen de Zoon van de God van hemel

en aarde – hoor maar – zo staat het er letterlijk: “door de opstanding uit de dood

krachtig bewezen Gods Zoon te zijn” – die als mens afstamde van David (vers 3).

 

Wat een gigantische ommekeer na wat die vrijdag voor vriend en vijand leek te

zijn bewezen: toch niet Gods zoon, niet de redder van de wereld;  die anderen

heeft gered – voor even – kon zichzelf niet eens redden; de dood onomkeerbaar.

Maar juist zo en dan toch: “Hij steeg uit het graf door eigen kracht, want Hij is

toch, echt, God, bekleed met macht” – ja, en: in eer hersteld door God zijn

Vader – Paulus nog eens, in een andere brief: “Hij heeft zich vernederd en werd

gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. Daarom (!) heeft God hem

hoog verheven en hem de naam geschonken die alle naam te boven gaat”. (Fil.2)

Ja, dan ben je echt de allerhoogste Heer, als je zelfs de dood overwinnen kunt.

En wie bij die Heer horen, zijn inderdaad – Paulus verderop in deze brief-

meer dan overwinnaars – echte wereldkampioenen – want je Heer is Jezus,

Overwinnaar over zonde, dood en pijn.    De allerhoogste Heer!

 

2.  Pasen:  Jezus is de allerhoogste Heer:  kijk naar zijn gemeente!

 

Daar was die vrijdag en die zaterdag bitter weinig van te zijn: zijn gemeente.

Er waren nog wat getrouwen over, maar die waren of weggerend of stonden

op een afstand toe te kijken, of ze zaten veilig achter slot en grendel, bang

en teleurgesteld, in verwarring: de herder geslagen, de schapen verstrooid.

Het moet tot haar eer worden gezegd: de enigen die die stille zaterdag en

die zondag in alle vroegte bij het graf te vinden waren, waren die vrouwen.

Zelfs dat er misschien bewakers waren en een zware steen die ze nooit op

eigen kracht konden wegschuiven, het hield hen niet tegen: we willen onze

Heer de laatste eer bewijzen, we willen nog een keer zijn waar Hij is…

 

Maar – gelukkig maar – ze kwamen in alle vroegte te laat: Hij is al weer weg!

Gods engel herinnert hen fijntjes aan wat hun Heer had gezegd en wat ze dus

hadden kunnen weten: “Hij is niet hier, Hij is opgestaan, zoals Hij gezegd heeft”.

Ze mochten ook nog de plek bekijken waar het lichaam van Jezus op de goede

vrijdag was neergelegd en die nu verlaten was – en ga het nu maar vertellen

aan de leerlingen – wat ze meteen deden – “ontzet én opgetogen”, staat erbij,

dus best nog wel in verwarring maar vooral blij en in geloof!  geweldig toch?

Daarna werden de discipelen op de hoogte gebracht: “de Heer is opgestaan

uit de dood, Hij gaat voor jullie uit naar Galilea, daar zullen jullie Hem zien!”

Het zal nog wel wat voeten in de aarde hebben voordat ze het grote nieuws

echt geloven – tot op het laatste was er aarzeling en twijfel – maar vanaf dat

moment gaat de grote Herder verstrooide schapen in verwarring bij elkaar

brengen en er steeds weer nieuwe loslopende schapen bij brengen – wordt de

kerk van het nieuwe verbond groter en groter, en vanuit Jeruzalem wereldwijd.

Daar kon ook het tegenverhaal van de joodse leiders niets aan veranderen:

die Jezus is niet opgestaan maar ze hebben zijn lichaam ergens herbegraven.

Een verhaal dat in een of andere vorm af en toe weer opduikt – zoals toen

beweerd werd dat in 1980 het graf van Jezus ontdekt zou zijn in  een buitenwijk

van Jeruzalem   – een bericht dat even snel weer werd ontzenuwd als zonder

enig bewijs (de gevonden  inscripties hebben namen die in die tijd algemeen waren –

en bovendien is er heel veel kans op latere vervalsingen) –  terwijl de Heer heeft

gezorgd voor heel veel ooggetuigen van het lege graf en van de levende Heer, en

zelfs de felle tegenstander Paulus de meest overtuigde boodschapper werd van

Jezus als gestorven voor onze zonden, en opgewekt om ons te verzoenen met God.

 

Kijk en dat brengt ons terug bij Paulus’ brief aan de kerk van Rome, 25 jaar later.

Alleen al dat die brief kon worden geschreven is een sprekend bewijs van de macht van

Jezus als de allerhoogste Heer, en van de kracht van zijn evangelie – zelfs in de hoofdstad

van dat machtige Romeinse wereldrijk was al een gemeente van de levende Heer ontstaan!

Ook daar waren mensen die niet de keizer als de hoogste Heer en als een godenzoon vereerden

maar Jezus volgden en Hem eerden als de Zoon van God en de allerhoogste Heer – en de eeuwen daarna is het doorgegaan en het gaat nog altijd door – het evangelie blijkt Gods reddende kracht

voor die vele miljoenen die zijn gaan geloven en die Jezus erkennen als hun Heer en Redder.

 

In ons tekstvers zit het wat verstopt, maar als je heel precies lees heeft Paulus het

over Jezus als zoon van David en vooral als Zoon van God – met als ijzersterk bewijs

zijn opstanding uit de dood – en dat via de Geest van de heiliging– denk alvast maar door

van Pasen naar Pinksteren toe – de Heilige Geest die werd uitgestort en die mensen tot geloof

in Jezus brengt en ervan overtuigt dat Hij werkelijk de allerhoogste Heer is.

Een uitlegger:“De Geest van de heiliging waait sinds Jezus’ verrijzenis energiek door de wereld.

Het is de Geest die meekomt met het evangelie van Jezus Christus. Daardoor wordt deze Jezus aangewezen als de Zoon van God. Daardoor wordt hij voor vele mensen ‘onze Heer’“.

En: “Dat deze Jezus, opgestaan uit de dood, werkelijk de actuele machthebber op aarde is, blijkt

uit zijn onderdanen in de hele wereld”.  U en ik, levende bewijzen van de levende Heer.

Zeg maar: wij zouden er niet zijn vanmorgen, wij zouden geen christen zijn, geen gemeente,

als niet Jezus was opgestaan uit de dood, en als niet de Geest van Hem ook ons had aangeraakt,

als we niet de bijbel hadden gehad met die evangelieverhalen en die brieven –  want – Paulus weer: “niemand kan ooit zeggen: ‘Jezus is Heer’, behalve door toedoen van de Heilige Geest” (1 Kor. 12:3).

We zingen het straks:   “’t is uw Geest die mij doet zeggen:  Jezus Christus is de Heer!”

 

3.  Pasen:  Jezus is de allerhoogste Heer:  vertel het wereldwijd!

 

  Eerst worden de vrouwen op pad gestuurd: ga nu snel naar de leerlingen van Jezus!

Op hun beurt krijgen die leerlingen van hun Heer de opdracht mee: ga op pad, ga de

wereld in, en maak alle volken tot mijn leerlingen – tot burgers van Gods nieuwe rijk.

Het is de opdracht die het levenswerk zou worden van Paulus en van veel anderen.

Vanmiddag daarover nog wat meer, als we Matteüs 28 uitlezen met elkaar, vers 16-20.

Paulus geeft aan dat het zijn opdracht is: alle volken oproepen tot gehoorzaamheid en geloof.

“En dat geldt ook u”, zegt hij erbij – en betrek dat ook maar op ons vandaag, op u en op jou.

Paasfeest vieren is maar niet wat oude verhalen navertellen en mooie oude liederen zingen.

Paasfeest vieren is vooral: eer geven aan je Heer die voor jou stierf en nu voor jou leeft, en

die erkend wil worden als de allerhoogste Heer, als de Heer van ons huis, van uw en jouw leven,

en van zijn gemeente ook in BoL- en die ons zijn grote nieuws meegeeft om het door te geven

en het voor te leven – dat de Heer is opgestaan en dat daarom de dood niet meer onomkeerbaar is: nu gaan wij niet verloren en hoef jij niet verloren te gaan want God heeft ons opgericht en God wil ook u en jou en mij oprichten, hoe diep het misschien gaat:  geloof alleen en je bent gered!

Hoog tijd om te zingen: Lof zij de Heer, Hem komt toe alle eer, Hij is ’t Lam dat regeert tot in eeuwigheid.  Jezus Christus, Hij is de allerhoogste Heer.   Glorie aan God!

amen