Wees wijs met de wijzen (overdenking over Matteüs 2: 1-12)

Overdenking ‘Wijs met de wijzen’

Op reis met de wijzen….nou, dat kan natuurlijk niet meer, ze leefden meer dan 2000 jaar geleden en ze kwamen van ver…misschien wel uit Babel, dat nu in Irak ligt…Maar hoe het wel kan is die wijzen volgen in wat over hen wordt verteld en kijken wat het verhaal ons vandaag te zeggen heeft. Hoe we wijs kunnen zijn met de wijzen. Die wijzen waren geleerde mannen die veel afwisten van de loop van de sterren en die ook dachten dat ze er op die manier achter konden komen wat er zou gaan gebeuren. Daarom vroegen koningen en andere regeerders zulke mannen vaak om raad. Daar zat ook bijgeloof bij en daarom wordt er in de Bijbel best vaak tegen gewaarschuwd, vooral als mensen niet meer op God vertrouwen maar het verwachten van allerlei bijgeloof. Ook een droom is niet altijd waar en komt niet altijd uit, dus pas er wel mee op.
Toch kan God ook soms dromen gebruiken om mensen wat te leren, wat we ook tegenkomen in de Bijbel. En die wijze mannen die veel naar de sterren keken wilde God ook gebruiken om zijn volk toen en ook ons nu wat te leren. Ik denk aan Daniël, een gelovige jongen uit Israël die toen hij een lastige droom van de koning van Babel kon uitleggen, hoofd van alle wijze mannen daar mocht worden. Daniël kreeg ook zelf een droom over een koning, iemand die eruit zag als een mens maar die ook meer was: “Alle volken op aarde moesten hem dienen. Aan zijn macht zou geen einde komen, zijn koninkrijk zou altijd blijven bestaan.” En eerder al komen we in de Bijbel de waarzegger Bileam tegen die uit een heel ander volk was maar die het had over een ster die zou opgaan uit het volk Israël: beeld van een koning die God geven zou, eerst David en later de grote zoon van David, Jezus. Het staat in Numeri 24:“Ik zie wat in de toekomst gebeurt. Er verschijnt een man in Israël, net zoals een ster verschijnt aan de hemel. Die man wordt koning, koning van Israël”.
Nou weten we niet of die wijzen in dat verre Babel daar iets van wisten en of ze misschien nog iets wisten van Daniël , en als ze er al iets van wisten wat ze ervan begrepen zullen hebben. In elk geval hebben ze een opvallend verschijnsel waargenomen aan de hemel en dat betekende volgens hen dat ergens in het verre westen een koning geboren moest zijn. Nieuwsgierig als ze waren gingen ze op reis om te ontdekken waar die koning was geboren, en om hem te eren met kostbare cadeaus.
Het is heel bijzonder dat niet – Joden, andersgelovigen, mannen van wetenschap – het spoor volgen dat God voor ze had uitgezet – en dat ze uitkomen bij dat kleine kind in dat kleine Bethlehem. Heel bijzonder allemaal, we zien er de leiding van God in, en er zit een boodschap in dat de koning die God in Israël liet geboren worden, bestemd is voor de hele wereld, als een licht voor alle volken, als dé Ster!
Hoe leerzaam en waardevol is het om te zien hoe God – nog steeds -mensen op zijn spoor zet, door verhalen uit de Bijbel maar ook door sterren, dromen, ervaringen, ontmoetingen en gesprekken, nadenken over in de schepping is gelegd en in de geschiedenis is gebeurd, en ook door kunst en muziek, en wat mensen in hun leven meemaken. Wees wijs met zoveel wijzen en door God gegeven wijsheid. Kijk ook maar eens naar die sterren en weet dat God ze in de hand houdt en kijk naar nog hoger, waar de God van al die sterren woont en waar Jezus troont.

En dan vergeten we niet dat die wijzen de volgende stap gezet hebben doordat ze geloof hechtten aan een oud Bijbelwoord, van de profeet Micha over de koning die geboren zou worden in Bethlehem….en laten we als mensen die misschien de Bijbel al lang kennen maar bescheiden zijn en leren van wat in nota bene het kerkelijk centrum van die tijd gebeurde dat buitenstaanders op zoek gaan en dan ook vinden, terwijl wie denken dat ze het allemaal al weten niet in beweging komen en blijven zitten waar ze zitten. In Jeruzalem was alleen de oude koning Herodes nieuwsgierig, doodsbang dat hij zijn macht kwijt zou raken – zoals het vaak gaat met dictators – wat hij ten koste van alles wilde voorkomen, en daarom wilde hij dat de wijzen dat gingen uitzoeken.
Maar de kerkmensen en de geleerde rabbijnen schrokken wel maar gingen niet op zoek. Ik las: “Jeruzalem zit op slot. Wat moet je nu met zulke zoekers in een stad van wetenden?…Ze zenden uit, maar staan niet open“. Als je denkt alles al te weten, ben je niet nieuwsgierig meer.
Dat is een spiegel waarin het goed is te kijken: zenden wij misschien ook vooral uit wat we denken al lang en goed te weten, of hebben we onze oren en ogen en harten open om wat God uitzendt – vaak langs kanalen die wij niet bedacht hadden en via mensen van wie wij het niet verwacht hadden – nieuwsgierig op te vangen? Durven we in het spoor van die wijzen uit onze comfortzone stappen of blijven we als die rabbijnen veilig in onze eigen bubbel zitten zodat we missen wat God allemaal wil doen en wil geven?
De nieuwsgierigheid van de wijzen van toen werd bevredigd, want wie echt zoekt, zal ook vinden: “Toen ze de ster zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde. Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. (let op de volgorde: eerst Jezus en dan ook Maria) Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer”. Weer bijzonder: ze herkenden in dat gewone kind in dat rijtjeshuis in dat boerendorp de koning die over heel de wereld zou gaan regeren…zo klein begon Gods reddingswerk voor de wereld van alle tijden en voor mensen van allerlei slag en cultuur, geleerd of niet, rijk of arm, en die wijzen voelden zich niet te belangrijk om dat gewone kind te eren met dure cadeaus die pasten bij een koningskind: goud, wierook, en mirre.

Als wij met die wijzen op reis gaan, komen ook wij als het goed is bij deze Koning uit en eren we Hem met onze dank en willen we Hem en onze God ons leven wijden. En dan maakt dat ook ons omgaan met wat we hebben en krijgen en weer weggeven anders. Geven is meer – las ik -dan wat collectebonnen of bankoverschrijvingen. Het is vooral je leven en dus ook wat je hebt wijden aan de Koning, om Hem ermee te eren en om je medemensen ermee te kunnen dienen. Zoals Paulus schrijft: “Geef jezelf als een geschenk aan God. Laat je leven een offer zijn dat God graag wil aannemen” Zoals in dat lied: “Neem mijn leven, laat het Heer, toegewijd zijn aan uw eer; neem mijn zilver en mijn goud, dat ik niets aan U onthoudt; neem ook mijn liefde, Heer, ik leg voor u haar schatten neer, neem mijzelf en voor altijd, ben ik aan U toegewijd”. Laten we zo op reis gaan als die wijzen, dan komen we veilig Thuis.

amen

Lucas 23: 42-43: Jezus, denk aan mij!

Liturgie

Als Taizéviering

Welkom en mededelingen

Belijdenis van afhankelijkheid en vertrouwen

Groet

Taizé 10 (76) Laudate Dominum – Alle volken zingt een lied voor de Heer

Gebed

Lezing Genesis 3: 22-24

Taizé 147/ NLB 256 Bleibet mit deiner Gnade – Blijf bij ons met uw genade

Lezing Lucas 23: 33-46

Taizé 58 (82) Misericordias Domini – Van uw barmhartigheid

Overdenking over Lucas 23: 42-43 ´Jezus, denk aan mij´

Taizé 37 Jesus remember me

Gebed

Collecte

Kindermoment en kinderlied?

Taizé 53 Dona la pace – ‘Geef vrede, Heer, aan wie vertrouwen op U’

Zegen

Traditionele liturgie

Welkom en mededelingen

Belijdenis van afhankelijkheid en vertrouwen

Groet

Zingen: Ps. 118: 1,2,6 ‘DNP ‘Laat iedereen Gods goedheid prijzen’

Gods leefregels 1 Petrus 2: 19-25

Zingen: NLB 651: 1.2.3.4.7 ‘Christus heeft voor ons geleden’

Lezing Genesis 3: 22-24

Lied 423: 1-4 LvdK ‘Ach, blijf met uw genade’ (Hermelhoog 443)

Lezing Lucas 23: 33-46

NLB 576b: 1,2,3 ‘O hoofd vol bloed en wonden’

Overdenking over Lucas 23: 42-43 ´Jezus, denk aan mij´

NLB 577: 1,2,3 ‘O wereld, zie uw leven’

Gebed

Collecte

Kindermoment en kinderlied?

NLB 574: 1,2,3 Glorie zij u Christus, U leed onze nood’

Zegen

Beste mensen, zussen en broers, gemeente,

Naast Jezus aan het kruis hingen nog twee veroordeelden. Lucas noemt ze misdadigers, kwaaddoeners, andere evangelisten hebben het over rovers. In elk geval hadden ze iets ergs gedaan, misschien samen met Barabbas die door Pilatus op tal gezet was met Jezus om vrijgelaten te worden en die door het volk gekozen was. In Marcus 15: 7 lezen we dat Barabbas gevangen zat, “samen met de andere opstandelingen die tijdens het oproep hadden gemoord”. Heftig! Hoe dan ook, het waren mannen die niet voor een kleintje vervaard waren en die hun handen los hadden zitten en die misschien door de Romeinen als terroristen opgepakt waren Je zou vandaag misschien denken aan een IS´ er of iemand anders die bloed aan zijn handen heeft, een niets ontziende maffiabaas of drugsbaron.. en stel dat daar een hardvochtige dictator zou hangen, aan dat kruis naast Jezus. In elk geval moet je maar denken dat die twee geen mannen waren waar we veel medelijden mee zouden hebben, laat staan sympathie, al ben ik blij dat zulke straffen niet meer passen in ons strafrecht…en de doodstraf is hoe dan ook iets vreselijks…terecht denk ik afgeschaft in veel landen.
Maar nog eens: die mannen hadden slechte dingen gedaan en die ene geeft dat ook toe na eerst net zo goed meegedaan te hebben met het bespotten van Jezus – nu zegt hij tegen zijn maat aan de andere kant: “Wij worden terecht gestraft: het is ons verdiende loon”. Hij weet ook, als Jood die met het geloof in God was opgevoed, dat je na dit leven voor God verantwoording moet afleggen voor wat je hebt gedaan: “Heb jij dan zelfs geen ontzag voor God nu je dezelfde straf ondergaat?”. Zelf heeft hij wel ontzag voor God en ziet hij op tegen de confrontatie met de hoogste rechter. Wat maakt dat hij Jezus te hulp roept: “Jezus, denk straks aan mij, als U in uw koninkrijk komt”. Meer vraagt hij niet: denk aan mij, doe een goed woordje voor mij. En dan krijgt hij meer dan hij vroeg en kon verwachten: je mag vandaag nog mee naar dat rijk, naar de plek waar alles weer goed is en mooi zoals in het paradijs.
Mooi natuurlijk wat hier gebeurt en Jezus deze crimineel belooft, maar is dat niet al te makkelijk na alles wat de man op zijn kerfstok heeft, dat hij er zo afkomt? Stel je voor dat zoiets gebeurt met de moordenaar van je kind, of met een IS strijder…met een dictator,,,, een oorlogsmisdadiger .. wat dan? Er is vaak zo op dit gebeuren gereageerd: mooi makkelijk, wat een goedkope genade, gaat dat zomaar? Waar ook iets bij zal zitten als: gelukkig ben ik niet zo iemand, met zo’n strafblad en zo’n einde… En dan misgun ik zo’n slechterik dat hij zomaar de hemel in kan wandelen.. in plaats van samen met de engelen in de hemel blij te zijn met elke verloren zoon die zich bekeert…en die weer thuis mag komen…
Dan ga je er anders naar kijken en anders op reageren: dit is nou echt ´amazing grace´ = verbazingwekkende genade – genade zo oneindig groot, dat ik die het ook niet verdien, het leven vind. Dan besef ik dat ik vanuit mezelf geen haar beter ben, zoals een oud lied laat zingen: “Ik ben het, ik moest boeten, met handen en met voeten, genageld aan uw kruis”. En nee, het is niet een genade die goedkoop is maar een genade die Jezus zijn leven heeft gekost en die ons laat zingen: “O Here, die uw leven voor mij hebt prijsgegeven, gedenk mij in het paradijs.”
Ja, want hoe het verhaal ook was van die crimineel naast Jezus, hij is de enige daar midden in die ellende van pijn en dood, spot en haat, die tot geloof in Jezus is gekomen, nadat hij eerst ook had mee gespot… Kennelijk is er wat gebeurd bij hem van binnen door de manier waarop die gekruisigde in het midden zijn erge lijden onderging en zelfs voor wie Hem dit aandeden, bad aan dat kruis: “Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen”. Ja, en blijkbaar wist de man ook wel meer van Jezus, had hij misschien er wel bij gestaan toen Jezus zieken beter maakte, want hij zegt tegen zijn maat: “Wij worden terecht gestraft, maar die man heeft niets verkeerds gedaan”. Ja, en hij ziet nu in dat juist omdat Jezus zichzelf niet redt, niet voor zichzelf opkomt en niet hangt te schelden en te vloeken maar bidt voor anderen, zelfs voor zijn vijanden, dat dat juist het beste bewijs is dat Jezus echt de koning is die God heeft gestuurd: Jezus, denk aan mij, als u in uw koninkrijk komt. Dat koninkrijk dat het rijk van God is….misschien dat God ook zijn erge zonden wil vergeven. Dat is om zo te zeggen ‘licht aan het kruis’. Terwijl het daar op Golgotha de hel op aarde is en de dood voor Jezus en die andere twee steeds dichterbij komt, is daar een man die ervan overtuigd is geraakt dat het met deze Jezus niet afgelopen is maar dat Hij door de dood heen koning gaat worden en dat Jezus daarom straks bij God ook voor hem iets kan betekenen: denk aan mij. En als dat geen genade is, niet goedkoop maar wel gul, zelfs voor wie alles hier op aarde heeft bedorven en kapot gemaakt; zelfs voor relschoppers en criminelen, moordenaars, terroristen, dictators, oorlogsmisdadigers is er hoop…Jezus, denk aan hen…Ja, en er is ook hoop voor zondaars als jij en ik: Jezus, remember me! En dan gaat het paradijs dat achter onze eerste voorouders op slot ging, als gevolg van hun opstand tegen God, door de dood van Jezus aan het kruis weer open. Dank U, Heer!
Ja, hoe bijzonder dat die ene gekruisigde naast Jezus gelooft en belijdt dat juist dat Jezus niet zichzelf redt en niet van dat kruis afkomt maar daar wil sterven, ook voor hem, dat juist zo zonneklaar is dat Jezus echt de koning is die je redden kan. Hoe wordt zo alle spot en getreiter rond dat kruis voor goed monddood gemaakt.
Aan het kruis hing boven Jezus een bordje met daarop: hier hangt de koning van de Joden. Door Pilatus meer bedoeld om de Joden te treiteren dan om met Jezus te spotten. Zo van: kijk, dat is nou jullie koning…Rome is toch echt machtiger…vergeet het maar dat jullie een koning krijgen die het tegen mij en tegen de keizer kan opnemen. Tegelijk is het ook krenkend voor Jezus want wat is nou een koning aan een kruis, een koning zonder leger, zonder zwaard; dat is toch einde verhaal met dat koninkrijk waar Jezus het al prekend en genezend zo vaak over heeft gehad…dat stelt toch niks voor en kan toch niks worden in een wereld waarin het draait om macht en wapens, geld en status, een wereld van jezelf redden en die anderen de baas zijn…? Precies dat is de rode draad in wat om Jezus heen en tegen Hem aan geroepen en gespot wordt: als jij echt bent wat je beweerde te zijn, laat dat dan nu maar zien! Lucas vertelt hoe de leiders van het volk zoiets roepen, vol spot en leedvermaak: Hij heeft toch zoveel mensen gered, laat Hij nu zichzelf maar redden als Hij echt de Messias is, door God gezalfd en uitgekozen om de beloofde koning te zijn. Ze willen maar zeggen: zie je wel dat het allemaal grootspraak was en zelfs godslastering, zie je wel dat wij gelijk hadden, want Hij kan niet eens zichzelf redden, wat een afgang! De Romeinse soldaten die eerder Jezus hadden uitgelachen als nepkoning, met die versleten soldatenmantel om en die stekelige doornenkroon op zijn hoofd, doen nu driftig mee met de spot, met een schuin oog naar dat bordje over de Jodenkoning: als je echt de koning van de Joden bent, moet je toch van dat kruis af kunnen komen. Nog dichterbij doen de twee mannen die naast Jezus opgehangen waren, ook hun duit in het zakje. In elk geval eerst wel, zoals verteld door Matteüs en Marcus: “ook de twee andere gekruisigden beschimpten Hem”. En Lucas geeft het weer als uitspraak van een van de twee veroordeelden naast Jezus die vast ook een Joodse man was: “Jij bent toch de Messias. Red jezelf dan en ons!”
Het is allemaal vanuit de op zich menselijke gedachte dat een koning en zeker de door God beloofde en lang verwachte koning sterk zou zijn, sterker dan Romeinse bezetter, sterk genoeg om zijn volk te bevrijden en een tijd in te luiden als vroeger die van David en Salomo. Zo zat de wereld toen in elkaar en zit de wereld nog altijd in elkaar, sinds die illusie uit dat eerste paradijs van zelf beslissen en jezelf redden als een god in je gedachten en een god in je gedrag. Een wereld waarin je mee wilt tellen en gezien wil zijn, waarin een mens zichzelf moet zien te redden en sterk moet zijn. Dat is al zo in het kleine van elke mens, en zeker in de wereld van de kleine en grote politiek waarin het aankomt op sterk zijn en slim zijn, waarin sterke leiders een groot leger moeten hebben en aan landje- pik doen en indruk willen maken op eigen volk en de wereld. In de Bijbel komen we de Farao van Egypte tegen en Nebukadnezar in Babel, en later had je de Romeinse keizers en Karel V en Filips II, en weer later Napoleon en Hitler en Stalin en nu probeert Poetin zichzelf groot en sterk te maken.. en houdt hij een hele wereld in zijn greep.
Maar dan is het bijzondere dat je met koning Jezus in een totaal andere wereld terechtkomt. Jezus die toen Pilatus Hem vroeg of Hij echt een koning was, als antwoord gaf dat dat inderdaad zo was maar heel anders dan Pilatus dacht: “Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld. Als mijn koningschap bij deze wereld hoorde, zouden mijn dienaren wel gevochten hebben om te voorkomen dat Ik aan de Joden werd uitgeleverd. Maar mijn koningschap is niet van hier.” (Johannes 18: 36). Met die dienaren zijn niet de leerlingen bedoeld, dat stelletje ongewapende vissers en andere gewone burgers – al had Petrus wel even uitgehaald met zijn grote mes – maar Jezus doelde ook en vooral op de hemelse legers van God zijn Vader, wat Hij dan ook zei tegen Petrus met zijn steekwapen: “Steek je zwaard terug op zijn plaats. Want wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen. Je weet toch dat Ik mijn Vader maar te hulp hoef te roepen of Hij stelt mij onmiddellijk twaalf legioenen engelen ter beschikking. Maar hoe zouden dan de Schriften in vervulling gaan, waar staat dat het zo moet gebeuren? “ En dus vroeg Jezus niet om die engelenlegers en heeft Hij ook niet op aarde een leger gevormd om met geweld op de troon te komen. Een les die ook de eerste leerlingen door schade en schande hebben moeten leren, b.v. kort ervoor toen ze ruzie maakten over de vraag wie de belangrijkste van hen was en Jezus hen op hun plaats zette: “Vorsten oefenen heerschappij uit over de aan hen onderworpen volken, en wie macht heeft, laat zich weldoener noemen. Laat dat bij jullie niet zo zijn. De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar” En, zegt Jezus erbij, volg mijn voorbeeld: “Ik ben in jullie midden als iemand die dient”. Bij Jezus is het de omgekeerde wereld: Gods wereld!
En in die wereld zijn er geen hopeloze gevallen en is er voor iedereen vergeving, ook voor die soldaten, voor Jezus´ rechters, voor die mannen naast hem…en ook voor u en jou en mij. En Jezus leert ons bidden om vergeving en legt ons ook in de mond: “zoals wij vergeven wie ons iets schuldig is ” En al eerder in de Bergrede: ‘heb je vijanden lief en bid voor wie je vervolgen, alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van jullie Vader in de hemel.’ Nou, en waar dat gebeurt, waar mensen dat opbrengen en zo naar elkaar kijken en met elkaar omgaan, gaat Gods paradijs vandaag al open: voor hem en voor haar, en voor mij…. Dan begint dat koninkrijk van God en Jezus al hier op aarde.
Alle reden om het maar vaak te bidden: Jezus, denk aan mij, en denk aan al die andere mensen, hoog of laag, sterk of zwak, slecht of goed, slachtoffer of dader. Want onszelf redden lukt hen niet en ons ook niet. Gelukkig hoeft het ook niet. Jezus, denk aan mij, red mij, en breng mij thuis, nu al en straks voorgoed.
amen

Handelingen 9: 10-22 Ananias bij Saulus, samen in de naam van Jezus

Liturgie morgendienst
Welkom
Votum en groet
Zingen: Psalm 32: 1,2,3 DNP ‘Gelukkig wie door God is vrijgesproken’
Gebed

Inleiding op de lezing en de overdenking.
Het gaat vandaag over groeien tegen de verdrukking in. Een bekende uitdrukking die zeker past bij de situatie van de kerk en het christelijk geloof in onze tijd, wereldwijd. Aan de ene kant is er een toenemende vervolging van christenen in veel landen. De stichting Open Doors heeft een lijst waar 50 landen op staan waar het voor christenen moeilijk is. Waarbij we moeten bedenken dat ook andere minderheden het soms heel zwaar hebben, vaak in diezelfde landen: Oeigoeren in China, de Rohingya moslims in Myanmar, jezidi’s in Irak en Syrië. En in veel landen wordt oppositie sowieso niet geaccepteerd, zoals weer bleek in Rusland bij de zgn. verkiezingen. Verdrukking dus wereldwijd, maar tegelijk veel berichten over groei van het aantal christenen en kerken, zoals in China, in Turkije, in Iran, en zelfs in Afghanistan. Als het gaat over de toekomst van het werk van onze God en onze Heer Jezus, hoeven we niet somber te zijn. We mogen hopen en vertrouwen dat het goed komt. Het verhaal waar het vanmorgen over gaat, is een verrassend en hoopgevend voorbeeld. Laten we luisteren naar wat verteld wordt in Handelingen 8: 1-4 en 9: 1-22
Bijbellezing: Handelingen 8: 1-4 en 9: 1-22
Zingen: NLB 189 ‘Daar gaat Saulus hoog te paard’

Verkondiging: Handelingen 9: 10-22 Ananias bij Saulus: samen in de naam van Jezus

Zingen: Opwekking 167: 1,2,3 ‘Samen in de naam van Jezus’

Zingen: Lied 838: 1,2,4 ‘O grote God, die liefde zijt’.
Gebed
Collectemoment
Zingen: NBL 425 ‘Vervuld van uw zegen’
Zegen

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, zussen, broers,
Het is echt een verrassend verhaal en ook een bemoedigend verhaal waar het vanmorgen over gaat, waarin wordt verteld dat midden in een donkere tijd vol angst en ellende er ineens volop licht gaat schijnen. In de vorige hoofdstukken werd verteld hoe Stefanus door woedende volksgenoten werd meegesleurd en met stenen doodgegooid en dat de vurige Joodse rabbi Saul(us) dat helemaal prima vond. Het werd voor die Saul zelfs het startpunt om overal de volgelingen van die gehate Jezus van Nazareth achterna te zitten, in de gevangenis te stoppen, en waar dat kon de dood in te jagen, en dat niet alleen in Jeruzalem en omgeving maar met toestemming van de hogepriester ook in Damascus, in Syrië. Een dagenlange reis van meer dan 200 km…hoe fanatiek kun je zijn om zo’n reis naar een ander land te maken om mensen op te pakken….

Kijk, maar dan het verrassende en bemoedigende, meteen al in het begin, lees 8: 4. Eerst is verteld dat als gevolg van die felle vervolging door Saulus een heleboel gemeenteleden uit Jeruzalem wegvluchtten naar de dorpen in Judea en Galilea. Maar dan? Kropen ze daar weg? Hielden ze zich bang stil? Welnee, integendeel: “degenen die verdreven waren, trokken rond en verkondigden het woord van God”. Ze hielden dus niet uit angst hun mond maar ze vertelden frank en vrij over hun geloof in Jezus, en als gevolg daarvan ontstonden overal nieuwe kerkjes, blijkbaar zelfs in het verre Damascus. In plaats van stilstand en teruggang kwam er juist extra groei. Het is wel vergeleken met bloemen die uitgebloeid zijn, paardenbloemen b.v., waar je tegen blaast of waar de wind doorheen gaat, zodat de zaadjes overal heen waaien en het jaar erna overal nieuwe planten gaan groeien. Groei tegen de verdrukking, wat nog steeds gebeurt, voorbeelden genoeg ook uit onze eigen tijd..

Het wonder wordt nog groter in Handelingen 9, en dan denk ik natuurlijk aan wat onderweg naar Damascus is gebeurd met die vervolger Saulus. Maar vanmorgen willen we niet de focus hebben op Saulus, die we beter kennen onder zijn Griekse naam Paulus, maar vooral letten op de rol die in dit verhaal wordt gespeeld door die minder bekende volgeling van Jezus uit Damascus, Ananias. Wie die Ananias was, weten we eigenlijk niet, er staat: een leerling van Jezus, die in Damascus woonde – misschien een ouderling van de kerk daar, of gewoon een van de gemeenteleden. Iemand noemt hem “de onmisbare man op de achtergrond”, zo iemand die je bijna over het hoofd zou zien. Juist deze Ananias speelt in Paulus’ leven en in de groei van de kerk een sleutelrol. Met een naam die veelzeggend is: ‘de Heer is barmhartig, genadig, vergevend’ – juist een man met die naam moet namens de Heer naar Saulus met zoveel op zijn kerfstok.

Eerst wordt verteld hoe Saulus, met een arrestatieteam onderweg naar Damascus, door hemels licht geveld wordt, en hoe Jezus hem zegt op te staan en naar de stad te gaan en daar af te wachten tot hem zou worden gezegd wat hij moest doen. Maar de eerst zo stoere Saulus was door dat felle licht verblind en kon geen hand voor ogen zien en geen stap verzetten – zijn helpers moesten hem als een hulpeloze stumper bij de hand pakken en naar Damascus brengen en hem daar achterlaten bij een zekere Judas, misschien in een herberg of een opvang voor daklozen of reizigers. Daar zat hij dan, hij kon geen hap door zijn keel krijgen, hij kon alleen maar bidden, en God vragen om helderheid, om weer licht in zijn ogen en vooral licht op zijn levensweg.

Kijk, en dan krijgt die Ananias een visioen, een soort droom overdag, waarin hij een boodschap krijgt die hij ervaart als opdracht van de Heer. Een opdracht waar hij geweldig van schrikt en waar hij voor terugschrikt: ga naar de Rechte Straat, naar meneer Judas, en vraag daar naar een man uit Tarsus die Saulus heet. Al opvallend hoe dat gezegd wordt, hoe de Heer Saulus aanduidt naar de plaats waar hij vandaan komt, als mens. En ook: “hij is aan het bidden.” Zou dat niet Ananias gerust moeten stellen: die Saulus is op de knieën gegaan voor God, mak als een lam geworden, niet om bang voor te zijn…Of toch nog wel….soms kan iemand denken God een plezier te doen door anderen hard aan te pakken, zoals Saulus dat echt dacht. Saulus die vanaf zijn jeugd een serieuze gelovige en dagelijkse bidder was, en zoals hij zelf later schrijft, een fanatieke Farizeëer – gelovigen kunnen soms keihard zijn en fanatiek – helaas al te vaak, zoals meer dan eens is gebleken, b.v. in kerkstrijd. Ja maar Heer, reageert Ananias, Saulus, dat is toch de man die hier komt doen wat hij ook heeft gedaan in Jeruzalem: ons oppakken en gevangen zetten…als ik naar hem toega als christen, teken ik mijn eigen vonnis…. Stel je bent christen in Afghanistan en je gaat naar de talibanleiders en je zegt dat ze zich moeten bekeren, dat wordt je dood. Of je meldt je in Iran bij de ayatolla’s om een Bijbel te brengen… Zoiets is het geweest voor Ananias: ga op bezoek bij Saulus.. ik…naar hem…je voelt de spanning…moet dat echt.. nee toch..? ik ben bang? Wie zou niet bang zijn?
En dan is weer heel verrassend wat voor antwoord Ananias krijgt: Ga toch maar… Saulus weet trouwens al dat je komt, ook hij heeft een visioen gekregen. Ja, en deze Saulus “is het instrument dat Ik gekozen heb”, om mijn naam – dat is de naam Jezus waar die Saulus tot nu toe zijn hekel aan had – “om mijn naam uit te dragen”, aan Joden en aan alle andere volken, en ook aan koningen, aan machthebbers. Blijkbaar heeft dat allemaal Ananias vertrouwen gegeven want hij gaat! Misschien nog wel met lood in de schoenen en hartkloppingen want wat zal hij aantreffen in dat huis van Judas, in de Rechte Straat…wat is die Saulus voor man en wil hij echt anders, na alles wat hij heeft aangericht? Ik denk zomaar dat Ananias in dat huis toch wel geschrokken zal zijn van hoe anders die Saulus eraan toe was dan hij had verwacht en gevreesd: hulpeloos, blind, verzwakt door dagen niet eten, totaal van de rit… Wat er na die eerste indrukken is gezegd en gedeeld, wordt niet verteld. Wel het belangrijkste, het mooiste, meest verrassende: Ananias legt zijn handen op het hoofd van Saulus en zegt: ‘Saul, broeder’. Hoe mooi is dat! Hiermee is de bestaande mijlenverre afstand tot wie tot gold als vijand en levensgevaarlijk, overbrugd: contact van mens tot mens, respect en liefde: zegenende handen en ‘broeder’. Ananias omarmt als het ware Saulus als nu ook een van het gezin: jij hoort er nu ook bij, jij bent mijn broer geworden, en… die Jezus die jou onderweg heeft aangesproken heeft een belangrijke taak voor jou.

Prachtig om te horen en je in te denken: wat een wonder gebeurt hier! Ja, en het lijkt of dan alles in één keer goed komt, als bij toverslag, nee, doordat de Heilige Geest, de Geest van Jezus, gaat werken in Saulus, zoals we straks ervan gaan zingen: het is de Geest die ook Saulus deed zeggen: Jezus Christus – Messias – is mijn Heer. Dan gebeurt het wonder: “meteen was het of er schellen van Paulus’ ogen vielen; hij kon weer zien, stond op en liet zich dopen, en nadat hij gegeten had, kwam hij weer op krachten”. Nou, dat ging snel, denk je dan, dat geloof je niet. Ga er maar vanuit dat er die dag heel wat gepraat is en veel gebeden. Het wordt hier kort en bondig verteld, precies wat de uitkomst was…en hoeveel tijd er overheen is gegaan, is blijkbaar niet zo belangrijk….Later vertelt Paulus trouwens eerlijk dat hij eerst nog wat twijfelde om die stap te zetten: mag dat wel, mag ik ook gedoopt worden, nu al? Ananias moest hem over de streep trekken: “Wat aarzel je nog, broeder? Sta op, laat je dopen en je zonden afwassen.” En zo gebeurde, wat een wonder…dat die felle tegenstander van Jezus en die bloedhond als het om christenen ging, gedoopt wordt en daarna ingezet gaat worden als apostel en dat met zijn verhaal en ook met zijn kennis, als geen ander geschikt gemaakt…later komt Paulus er vaak op terug en dan benadrukt hij dat het alleen genade van God is, dat hij die eerst de gemeente heeft vervolgd zoveel voor Jezus mocht doen. Juist omdat ik zwak ben en ongeschikt, schrijft hij vaak, wordt des te meer duidelijk hoe groot God is….juist wie klein en zwak durft zijn, is groot en sterk, en is geschikt…om te dienen.. zijn Heer en Gods mensen.

Terug nog even naar Ananias en daarna nog wat lessen voor jou en mij. Wat Ananias betreft, we komen hem later niet meer tegen in de Bijbel; maar wel zijn er allerlei verhalen in omloop gekomen, zoals dat hij de eerste bisschop was van Damascus, en dat hij op bevel van een Romeinse gouverneur gestenigd zou zijn. Erg onaannemelijk omdat steniging een Joodse doodstraf was en niet een Romeinse. Het is verder bijzonder dat er in Damascus nog steeds een rooms-katholieke kapel is waarvan aangenomen wordt dat daar die ontmoeting plaatsvond van Ananias met Saulus en Saulus daar is gedoopt – wie weet is dat zo, maar mooi die herinnering.
Al met al een bijzonder verhaal met een centrale rol voor Ananias. Maar wat kunnen wij er nou uit meenemen voor ons vandaag, in onze tijd? Dat vind ik best een lastige omdat de situatie nu zo heel anders is dan toen.

Toch enkele aandachtspunten. Ik heb er vier.
Allereerst: wat een wending in het verhaal sinds die moord op Stefanus. Eerst leek het steeds verder de verkeerde kant op te gaan, toen Saulus alles op alles zette om wie Jezus volgden, aan te pakken en de kerk van de aardbodem weg te vagen, maar toen bleek Gods werk niet te keren. Hoe bijzonder dat zelfs zo’n fanatieke vervolger kan worden tot volgeling en voorganger, als Gods Geest in iemand werkt zodat hij of zij zich bekeert en van vijand vriend wordt: broer, zus. Nou dat kan ook in onze tijd en daar zijn prachtige voorbeelden van: jihadstrijders die Jezus leren kennen en gaan geloven, een verslaafde aan drugs die van zijn verslaving afkomt en dan als ervaringsdeskundige hulpverlener wordt, criminelen die een punt achter hun ontspoorde leven zetten en jongeren gaan helpen om niet ook op zo’n verkeerd spoor te komen, mensen die eerst alles wat met in God geloven te maken heeft bestrijden en in aanraking komen met het verhaal van Jezus en zich gaan verdiepen in de Bijbel, en die dan aangeraakt worden door de boodschap van vergeving en liefde zo dat dat hun leven op de kop zet, iemand die ging proef-geloven en er daarna niet meer los van kwam en zich aansloot bij een kerk…..het zijn maar een paar voorbeelden om aan te geven dat de wonderen de wereld niet uit zijn…ook niet het wonder van bekering en geloof en daarna een nieuw begin en een ander leven…soms heel anders dan wij hadden verwacht en vaak mooier dan we hadden durven dromen: blijf vooral maar hopen en bidden en je verwonderen.

Ja, en dan nog iets: in dit verhaal horen we een paar keer van visioenen als een manier waarop mensen een boodschap krijgen en in beweging komen: Ananias kreeg een visioen en Saulus ook…en er gebeurde wat! Wij vinden dat misschien wat vreemd maar ook in onze tijd komt het voor, best vaak zelfs, dat dromen en visioenen ons iets willen vertellen. Er zijn ook veel voorbeelden dat mensen in een droom Jezus ontmoeten en dat dat de eerste stap is naar tot geloof komen, b.v. van moslims die zo christen worden, of van mensen die er niets mee hadden en dan toch…Het vraagt natuurlijk zoals bij alles om goed nadenken en kritisch beoordelen en je door anderen laten bevragen en waar nodig corrigeren, maar nog altijd kan een mens ook zo dingen ervaren en meekrijgen, ook van God. Stel je er maar voor open dat God met je bezig blijft, laat je roepen en de weg wijzen, door woorden, door gesprekken, door ervaringen, soms ook door dromen. Zoals Ananias die er voor open stond toen Jezus hem riep en reageerde met : “ik luister, Heer”

Ananias was zeg maar een ‘gewoon’ kerklid, zoals jij en ik zijn. Juist hij werd ingezet om Saulus te begeleiden richting zijn nieuwe leven en zijn nieuwe levenswerk, en werd zo een belangrijke schakel in het werk van Jezus… Daar zie je uit hoe belangrijk het is om er voor elkaar te zijn en hoe God door zijn Heilige Geest mensen aan elkaar verbindt om het samen te doen…en God kan ons allemaal gebruiken, ieder op eigen plek en met al die verschillende gaven en mogelijkheden, ook om elkaar te stimuleren en op weg helpen, als dingen lastig zijn of als we dreigen vast te lopen, of juist om eens even iemand af te remmen en op adem te laten komen – Ananias hoefde niet gaan doen wat Paulus deed maar hij hielp hem wel op weg en trok hem over te streep: broeder, je mag er echt bij horen…zo kunnen wij hopelijk ook voor mensen die we tegenkomen – zoekers, afhakers, tegenstanders – een brug zijn naar God toe en de gemeente toe, en niet een sta-in-de-weg of een struikelblok.

Ja, en wanhoop dan maar nooit aan de kracht van God en de liefde van Jezus, kijk maar naar dit verhaal en geloof maar dat er bij God geen hopeloze gevallen zijn…en leer van Ananias dat als je op God vertrouwt en achter Jezus aan gaat je niet bang hoeft te zijn, ook niet voor heel lastige vragen en harde kritiek, voor moeilijke gesprekken en pijnlijke ontmoetingen, voor trieste verhalen en misschien vijandige reacties… Neem maar de bemoediging mee dat de Heilige Geest je wel de goede woorden zal geven als je ervoor open staat, en dat als je in je leven laat zien dat de liefde van God je drijft en dat je open staat voor de ander er wonderen kunnen gebeuren en dat jouw houding het ijs kan breken. Wat vooral telt is of je naar die ander kijkt met de ogen van Jezus en vol bent van zijn liefde, zodat muren vallen en deuren ineens open kunnen gaan…als je die ander ziet als mens: jij bent mijn zus, mijn broer. En als God het geeft kan het nog steeds gebeuren dat dan bij die ander de ogen opengaan voor wie God wil zijn, zoals bij Saulus door dat gesprek met Ananias: “Het was alsof een blinddoek van zijn ogen weggehaald werd”. Dat licht dat hem eerst verblindde en op zichzelf terugwierp werd nu een licht op zijn nieuwe Weg. Ik denk dat ook Ananias heel anders wegging uit die Rechte Straat: hij had er een broer bij, ze konden samen verder, samen in de naam van Jezus! Iemand schrijft: “Dat is wat vertrouwen met een mens kan doen: dat je boven jezelf uitstijgt. Dat je uit je comfortzone stapt en iemand een kans geeft. Dat gebeurde bij Ananias. En op zijn beurt stijgt ook Paulus boven zichzelf uit: hij had het nodig, dat er één mens was die het met hem wilde wagen op die ándere weg…Gods weg. Dat wij door het met elkaar te wagen bijdragen aan elkaars welzijn, dáárin openbaart zich Gods liefde”. Een vraag voor jou en mij: voor wie zou ik een Ananias kunnen zijn? amen

Genezen…en wat dan (Lucas 5: 12-16 en Lucas 17: 11-19)

Liturgie morgendienst

Welkom en mededelingen

Belijdenis van afhankelijkheid en vertrouwen

Groet

Zingen: Psalm 103: 1,2 DNP

Gods wet
Zingen: Psalm 103: 3,4,7 DNP

gebed
Bijbellezing: Leviticus 13: 1-3; 13: 45; 14: 1-9
Ps. 38: 5,6,11 ‘Heer, mijn hart ligt voor u open’
Verkondiging over: Lucas 5: 12-16 en Lucas 17: 11-19 ‘Genezen, en wat dan?
NLB 636: 1,2,3 ‘Liefde is licht, opnieuw geboren’
dankgebed en voorbeden
collecte
slotlied NLB 416: 1-4 ‘Ga met God’
zegen
——————————————————————————————
Beste mensen, zusters, broers, gemeente,
Vanaf begin vorig jaar zijn een aantal woorden niet meer weg te denken uit ons spraakgebruik en onze leefwereld: corona, lockdown, vaccinatie en ook: quarantaine. Dat laatste woord is al erg oud, vanaf rond 1600. Ik las: “Schepen uit verre oorden werden bij terugkomst in de haven veertig dagen in isolatie gehouden om verspreiding van besmettelijke ziekten te voorkomen. Deze betekenis ontstond eerst in het Italiaans: ‘quarantene’ en het Frans heeft deze betekenis overgenomen. De aanvankelijke duur van de isolatie (quarante/a is 40) zal ingegeven zijn door de duur van de kerkelijke vastenperiode”. We weten dat ook in de Bijbel veertig een bekend getal was, denk aan de veertig jaar dat Israël door de woestijn trok en de veertig dagen dat Jezus in de woestijn alleen was en werd verzocht door de duivel. En nog steeds wordt het woord quarantaine gebruikt, en is weer actueel in deze tijd van corona, al duurt de tijd van isolatie bij besmetting of kans erop nu gelukkig korter. Maar het is altijd heftig en heeft voor wie het aangaat, best veel impact.
Zelf heb ik gelukkig geen ervaring met gedwongen quarantaine, maar ik ken wel voorbeelden uit familie en vriendenkring, over wat dat met mensen kan doen: dat de muren op je af komen, dat je je opgesloten voelt, soms zelfs op afstand van je eigen man of vrouw; de deur niet uit, alleen op je kamer, dagenlang, ook als je niet erg ziek bent door dat virus maar je moet zorgen dat je die anderen niet ziek gaat maken.

Nou, aan zoiets moeten we denken als het in de Bijbel gaat over mensen die een huidziekte hadden en die daarom – soms weken en maanden of nog langer – ver van hun stad of dorp in quarantaine moesten blijven en op afstand van anderen.
Nou is het lastig om erachter te komen om wat voor aandoeningen het hier ging. Er staan in het Grieks woorden die wij ook nog kennen: lepra, en leprozen – vandaar dat oudere vertalingen het hebben over ‘melaatsheid’ en ‘melaatsen’; die ziekte zal er zeker ook onder vallen, een ziekte die nog steeds in tropische landen voorkomt en veel leed veroorzaakt. Ik las: “ Lepra is een besmettelijke infectieziekte die zowel de zenuwen als de huid aantast. Ooit kwam lepra ook voor in Nederland, maar de ziekte is hier sinds de middeleeuwen geheel verdwenen. Nu komt lepra voornamelijk voor in ontwikkelingslanden in Azië, Afrika en Latijns-Amerika. ..Lepra is met de middelen die ons nu ter beschikking staan (nog) niet uit te roeien….Jaarlijks worden er nog altijd meer dan 600.000 nieuwe leprapatiënten gevonden”. Bestrijding kost dus nog altijd veel inspanning en geld, er is dan ook een Leprastichting en ook de christelijke organisatie Leprazending die een beroep op ons doen om geld te doneren zodat tijdig medicijnen gegeven kunnen worden. Lepra is ook besmettelijk, op een manier die lijkt op corona- besmetting: “Lepra wordt overgedragen via de luchtwegen door minuscule druppeltjes die vrijkomen bij het hoesten of niezen. Iemand kan met lepra besmet raken door intensief contact met een leprapatiënt die nog niet met medicijnen is behandeld`. Als je lepra hebt moet je daarom op afstand blijven van familie, vrienden, dorpsgenoten. Nou, precies dat komen we ook tegen in het OT. Maar ik zei al dat de bepalingen erover laten zien dat het om veel meer huidziekten gaat dan alleen om lepra; vandaar dat de NBV het woord huidvraat gebruikt, en dat in de herziene versie van de NBV die eraan komt gekozen is voor het woord ‘een huidziekte die onrein maakt’. Maar voor al die verschillende ziektes – de ene makkelijker en sneller te genezen dan de andere – geldt datzelfde: afstand houden, quarantaine, en dus eenzaamheid, beperkingen, en schrik bij voorbijgangers…
We lazen er iets over in Leviticus 13, vooral ook in die verzen 45 en 46: “Wie door huidvraat aangetast is, moet zijn kleren scheuren, zijn haar los laten hangen, baard en snor bedekken en “Onrein, onrein!” roepen. Zo iemand blijft onrein zolang de aandoening duurt. Als onreine moet hij apart wonen en buiten het kamp verblijven”.
Dat had te maken met besmettingsgevaar, maar ook met de uitgebreide wetten over rein en onrein in het OT: alles wat met dood en bederf te maken had, moest bij God en zijn heiligheid uit de buurt blijven, daar was reiniging voor nodig – niet dat wie onrein was daar schuld aan had, wel dat je als gevolg van de verstoring van het goede leven door zonde en tekorten niet zomaar in de buurt kon zijn van het heilige. Wat het des te pijnlijker maakte voor wie het trof: zelfs God hield je op een afstand.

Kijk, en in dat licht is zo bijzonder wat we gelezen hebben over onze Heer Jezus. Vooral dat Hij die afstand overbrugde en die man met zijn huidziekte aanraakte. Wat niet alleen betekende dat Jezus het risico nam ook besmet te raken maar door die aanraking werd Hij zelf ook onrein, en nam hij de onreinheid van deze man over.
Zoals dat al eeuwen ervoor was aangekondigd over de redder die God zou sturen: “Hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam” (Jesaja 53: 4). We lezen bij Marcus dat toen die zieke man om hulp smeekte, Jezus medelijden met hem kreeg en – misschien wel tot verbazing van die man en tot ontzetting van zijn leerlingen – zijn hand uitstrekte en hem aanraakte – en zo contact maakte en hem weer als mens zag staan en zich met hem gelijk maakte en zijn probleem overnam. Waarna Jezus zich hield aan de geldende wettelijke regels en die man wegstuurde om zich – zeg maar met onze begrippen – te laten testen door de priester: pas als het een negatieve test was: jij hebt geen huidziekte meer – mocht hij weer terug naar zijn gezin en zijn dorp – en na de voorgeschreven offers ook weer naar de tempel.

Kijk, en ongeveer net zo gaat het een tijdje later met die tien patiënten in één keer. Heel bijzonder dat die tien blijkbaar bij elkaar woonden en dat er ook een Samaritaan bij was; het was staat er bij in het grensgebied van Galilea en Samaria en blijkbaar vielen de grenzen weg nu ze allemaal hetzelfde moesten meemaken: quarantaine, verstoken zijn van contacten met familie en dorpsgenoten, afwijzing en afschuw. Dat schept blijkbaar een band waar zelfs vroegere vijandschap vergeten lijkt te zijn. Zoals je ook in onze tijd soms ziet als mensen samen dezelfde narigheid ervaren dat er dan ineens contacten ontstaan waar die eerst niet waren en mensen hulp bieden aan tot dan toe onbekenden; zeg maar: gedeelde smart is halve smart.

Speciaal staat er bij: “ze bleven op een afstand staan”. Vast een grotere afstand dan anderhalve meter. En de mannen riepen vandaar tot Jezus om medelijden met hen te hebben, waarbij ze Jezus eren als ‘meester’. Ze zien Jezus als man met gezag die in staat is tot wat geen dokter en geen priester voor elkaar kan krijgen: genezing. Kijk, en Jezus beantwoordt die hulpvraag meteen, op een heel verrassende manier.
Verrassend vooral omdat het anders ging dan bij die ene man in dat eerdere verhaal. Hier geen uitgestoken hand en geen aanraking en geen gezondheidsverklaring – “ík wil het wordt rein” – maar alleen een opdracht: “ga je aan de priesters laten zien.” Dat was voor die tien mannen een erg lastige opdracht: geen teststraat vlakbij maar ze moesten een reis maken helemaal naar Jeruzalem, en dat zonder auto of OV, ik denk zomaar lopend…en dat terwijl ze nog steeds die ziekte hadden die ook nog zichtbaar was voor iedereen, een ziekte die maakte dat ze onderweg nergens welkom waren.. hoe doe je dat…. waarom zou je dat erop wagen….en stel dat het allemaal voor niets blijkt te zijn. Dát is hier de echte test, een test in vertrouwen: geloven ze Jezus op zijn woord? Hebben ze er vertrouwen in, of toch niet echt…?

En wat een verrassing: ze stellen geen vragen, ze gaan op reis, alle tien, blijkbaar ook die Samaritaanse man die al helemaal veel moest overwinnen: als Samaritaan op reis door het vijandige Joodse land, naar de priesters in het Joodse Jeruzalem.
We kunnen er wel van uitgaan dat er enkele weken liggen tussen de ontmoeting van Jezus met deze tien mannen en de terugkeer van die ene om Jezus te bedanken. We gaan er vanuit dat ze alle tien de reis hadden gemaakt naar de priesters in de tempel om getest te worden op die huidziekte, en daar genezen te worden verklaard. Ja, en nog onderweg merkten ze al dat ze genezen waren en dat hun huid schoon was….en de test door de priesters bevestigde dat: negatief, je mankeert niets meer.
Ja, en wat dan….wat ga je dan doen met je nieuwe leven….wat is de volgende stap? Ik denk zomaar dat ze allemaal verbaasd zijn geweest en dolblij en ook dankbaar… Maar negen zullen meteen zijn teruggegaan naar huis, naar hun gezin en hun dorp. Ze zullen hebben verteld van de ontmoeting met Jezus – net zoals die man in dat eerdere verhaal die zijn mond niet houden kon over wat hem overkomen was – en daarna keerden ze terug naar hun oude normaal, naar hun business as usual…..het was een nare tijd maar die is gelukkig voorbij, we kunnen weer ons leven oppakken. Herkenbaar voor als je na een tijd van ziekte of een burnout weer aan de slag kunt en je liefst weer zo gauw mogelijk de draad weer wilt oppakken en alles weer wilt kunnen….en veel mensen kijken zo ook uit naar het eind van de coronacrisis en hopen dat ze over niet al te lange tijd weer terug kunnen naar hoe het eerder was. En dat is vast ook zo als je corona hebt gehad en weer aan de beterende hand bent of als je gevaccineerd bent en hoopt en denkt dat je nu weer gewoon kunt leven…

Terug naar het verhaal en vooral naar die ene man die als enige eerst terugging naar Jezus om Hem te bedanken voor zijn redding, en – het meest opvallende en meest bijzondere – Jezus te eren als meer dan zomaar een helper uit de nood maar als iemand die door God was gestuurd en kon beschikken over kracht die van God is. Er staat dat hij voor Jezus op de knieën ging en zelfs aan Jezus’ voeten op zijn gezicht ging, als teken van aanbidding – en – zeker voor een Samaritaan extra bijzonder – dat hij met luide stem God loofde, eer gaf aan de God van Israël. En dat zag Jezus als teken van zijn geloof: “Sta op en ga naar huis. Je bent gered door je geloof”. Hij was in vertrouwen gegaan en kwam terug om Jezus te bedanken en God de eer te geven. Hij ging heel anders naar huis dan hij er tijden geleden was weg gegaan: gezond maar meer dan dat. De ontmoeting met Jezus was een keerpunt.
Zijn thuisreis was meer dan terug naar het oude normaal, het was het begin van een nieuw leven. Hij had ontdekt wie Jezus was en dat pakte niemand hem af.
Kijk, en dat werpt ook licht op wat de Heer ook aan die man vroeg: waar zijn die andere negen die ook genezen zijn? En over zijn hoofd heen aan zijn leerlingen en anderen die erbij waren: “Wilde niemand anders terugkomen om God eer te bewijzen dan alleen deze vreemdeling?”. Alle eer voor deze Samaritaan maar tegelijk de zoveelste teleurstelling over de houding van eigen volksgenoten en kerkgenoten. We komen dat vaker tegen bij Jezus en daar zit ook steeds voor wie binnen denken te zijn een waarschuwing in: het kan zomaar zijn dat anderen je inhalen en eerder in aanmerking komen voor een plek in de nieuwe wereld van God: laatsten worden eersten en wie denken met voorrang er wel te komen, komen achteraan. Al bij het eerste optreden van Jezus in de synagoge van Nazareth waar hij was opgegroeid, schudde hij de toehoorders wakker die dachten wel een streepje voor te hebben bij Jezus en vonden dat hij ook bij hen maar eens wonderen moest doen en zieken moest genezen: wij zijn toch familie, klasgenoten ooit, eigen volk eerst toch? Jezus herinnerde toen aan de tijd van Elia die niet naar mensen in het eigen land ging om hen te helpen maar over de grens, naar een weduwe in het heidense Sidon; en aan de tijd van Elisa toen niemand in Israël van huidziekten werd genezen maar wel Naäman, een generaal uit het vijandige Syrië. (Lucas 4) Bij een andere gelegenheid zei de Heer iets dergelijks: “Uit het oosten en het westen en uit het noorden en het zuiden zullen ze komen, en ze zullen aan tafel genodigd worden in het koninkrijk van God. En bedenk wel: er zijn laatsten die de eersten zullen zijn en eersten die de laatsten zullen zijn.” (Lucas 13: 29 en 30). Dit verhaal maakt het concreet: één Samaritaan die verder is dan negen Israëlieten; wij zouden zeggen: iemand van buiten de kerk die dichterbij God is dan al die levenslange trouwe kerkgangers.

Wat kunnen wij meenemen uit dit verhaal, voor ons leven nu, in en na corona, en wat kunnen we ervan leren als gelovigen en als kerk, zoveel eeuwen na dit gebeuren?

Ik denk in de eerste plaats dat waar wij vanwege de gezondheid van onszelf en anderen afstand moeten bewaren – wat vaak best pijnlijk is en lastig te handhaven – Jezus namens God je Vader die afstand overbrugt en je wil aanraken met liefde en zorg….en dat ook wij als die liefde van God voor ons door ons heen gaat naar elkaar en anderen toe die anderhalve meter zomaar overbrugd kan worden….zorgzaam, liefdevol, creatief: bel elkaar op, stuur een appje of een mailtje, breng een bezoekje.. en dat vooral om niet maar te zenden maar vooral te vragen, te luisteren, mee te leven…en soms door te laten merken dat je mee lijdt, dat je echt interesse hebt. Een lied vertolkt het mooi: “Liefde heeft handen, ogen, oren…liefde heeft nooit de hoop verloren…liefde is licht, laat zich niet vangen, komt door gesloten deuren heen… liefde kan legers overwinnen, springt hoger dan de hoogste muur…liefde is licht, uit Hem geboren die zelf de bron van liefde is. Hij (God)heeft zijn kind aan ons verloren”.

Het tweede dat dit verhaal ons leert is dat Jezus de grenzen doorbreekt tussen wie naar eigen besef al binnen zijn en wie voor ons besef en hun eigen besef buiten staan…en dus moeten wij ook af van dat wij en zij en open staan naar al die anderen en ook blij zijn met zoveel onverwachte en ongedachte tekenen van Gods werk en God aanwezigheid in en door mensen om ons heen van wie we het niet verwachten. Je zou kunnen zeggen dat Jezus de quarantaine openbreekt waarin het Joodse volk eeuwenlang geleefd had, als bescherming tegen het virus van afgoderij en zonde, en dat Hij door zijn Geest het vaccin uitdeelt van geloof en hoop en liefde die beschermen tegen de besmetting van eigenwaan en zelfzucht, haat en onvrede. Ook voor ons is dat bevrijdend uit ook een soort quarantaine van de deur naar de wereld niet uit durven en veilig in je eigen bubbel blijven uit angst besmet te raken door wat ´de wereld´ genoemd wordt, waar zo anders gedacht en gedaan en geleefd wordt. Terwijl Jezus zijn leerlingen en ook ons juist de wereld in stuurt om daar er te zijn voor zijn mensen en zelf voluit mens van God te zijn, open, bescheiden, en eerlijk.We kunnen zoveel leren van die ander aan de rand van of ver verwijderd van de kerk. En hopelijk kunnen zij wat meenemen van ons, van wie God is voor u en jou.

Als laatste: wat nemen we uit dit verhaal mee naar de tijd die hopelijk komt na corona? Ik betrap mezelf erop dat ik vooral terug wil naar wat we dachten normaal te zijn: geen afstand meer houden tot zelfs eigen kinderen, weer met meer op bezoek, weer kunnen reizen, weer allemaal naar de kerk elke zondag en samen zingen. …en ik denk dat het dingen zijn waar je naar mag verlangen….jullie hebben vast ook zo een lijstje. Maar als we na deze tijd vooral wat was willen vergeten en weer ons oude leventje oppakken, zijn we als die negen genezen mannen die het met Jezus verder wel voor gezien hielden, vergeten we dankbaar en verwonderd te zijn, en hebben we van die moeilijke tijd weinig of niets geleerd, b.v. dat we kwetsbaar en afhankelijk zijn, dat we elkaar en ook het samen kerk zijn en samen als mensen onderweg zijn broodnodig hebben, en dat we proberen een nieuwe start te maken: als gezin, als kerk midden in de wereld, als verantwoorde verzorgers van onze planeet, als mensen van God in de wijde wereld van God, samen delend in en van zijn liefde. Of komt die vraag van Jezus ook binnen bij jou en bij mij: waar ben jij, hoe laat jij merken dat je dankbaar bent voor zoveel dat God geeft, voor al zijn liefde en zorg? Wat laat je zien aan mensen om je heen van die liefde van Jezus voor zijn wereld?
Dankbaarheid moet je een leven lang leren en oefenen, en handen en voeten geven. Laten we elke dag willen leren van die man uit Samaria, en vooral: van die man uit Nazareth die zijn leven gaf om ons nieuw leven te geven. Dank Hem elke dag!
amen

1 Korintiërs 13: 7 ‘Houd moed heb lief’

“Door de liefde verdraag je alles wat er met je gebeurt.
Door de liefde blijf je geloven en vertrouwen.
Door de liefde blijf je altijd volhouden” 1 Kor. 13: 7 (BGT)

Gemeente van Christus, u en jij, iedereen die nu of later meekijkt en meeluistert.

‘Houd moed heb lief’ .
Deze slogan kun je op steeds meer plekken in ons land tegenkomen.
Niet alleen als een vlag aan een kerk – meestal van de PKN – maar ook als poster aan een raam of op een winkelruit of als banner, of als een kaart om te versturen.
Het is begonnen in Heerenveen, op initiatief van de predikant van de Protestantse Gemeente daar, ds. Anne-Meta Kobes, met bedoeling – volgens de website van die kerk, Om “onze samenleving te ondersteunen in deze turbulente tijd”. Of zoals dominee Kobes het in een kranteninterview onder woorden bracht: “Ik hoop dat mensen deze tekst lezen als ze er langs fietsen, en dat ze er dan door geraakt worden. Het is bedoeld als teken van bemoediging. ”Het initiatief kreeg veel weerklank, met steun van de landelijke PKN, en de vlaggen en banners en posters vlogen in grote aantallen eruit, het hele land door, en er zijn zelfs mondkapjes met de tekst ‘houd moed heb lief’. dia 2

‘Houd moed heb lief’. Het is niet een letterlijke Bijbeltekst maar het zijn wel woorden die ontleend zijn aan een tekst uit de Bijbel, en wel 1 Korintiërs 13: 7, volgens de Bijbel in Gewone Taal, waar staat: “Door de liefde verdraag je alles wat er met je gebeurt. Door de liefde blijf je geloven en vertrouwen. Door de liefde blijf je altijd volhouden”. Sterke woorden die een bemoediging zijn maar ook een opdracht zijn.
Ik wil met jullie daarover nadenken en proberen dat wat handen en voeten te geven.
Bijzonder is wat Paulus in dat zevende vers schrijft over wat liefde kan betekenen en uitwerken, namelijk dat de oproep om de moed erin te houden wordt verbonden met elkaar liefhebben, ds. Kobes zegt het zo: ‘Het is de liefde, die ons moed geeft.’

In een omgeving waar aandacht is voor elkaar, oog voor elkaar, en een luisterend oor, met begrip voor elkaars moeiten, zorgen, angst, pijn, verdriet, daar kun je het veel langer volhouden, ook in moeilijke omstandigheden, meer dan als iedereen vooral zichzelf probeert neer te zetten en waar te maken en overeind te houden. Met meestal als gevolg dat de stress toeneemt en het letten op elkaar en vergelijken met elkaar….zomaar wordt het zij tegen ons en wij tegen hen…tot zelfs agressie toe van allemaal lange tenen en korte lontjes, zeker als je niet om elkaar heen kunt en dag in dag uit op elkaars lip zit, met weinig mogelijkheden om je energie kwijt te kunnen.
Dat is altijd al zo maar zeker in moeilijke en onzekere tijden zoals we die nu beleven. Des te meer komt het erop aan invulling te geven aan wat geloven en christen-zijn is.

Eerder in deze dienst hoorden we uit Jezus’ mond wat de grondregel is van een leven als zijn volgeling en kind van God en wat nog steeds de kernbelijdenis is van het volk Israël: dat we de Heer onze God zullen liefhebben met ons hart – de kern van ons bestaan, het centrum van waaruit we de koers uitzetten van ons leven – en onze ziel – dat zijn ons gevoel, onze emoties – en ons verstand – dat is ons denken en begrijpen en overleggen – en ook nog al onze krachten – dat is wat we doen en laten en presteren – dus als compleet mens-uit-één-stuk gericht zijn op God.
En dan als tweede en net zo belangrijk: dat we onze naaste liefhebben als onszelf.
Jezus zegt: het tweede gebod is aan het eerste gelijk, geen rangorde dus en niet die twee tegen elkaar uitspelen – en dan volgt dat deze twee geboden samen de grondslag zijn van alles wat in de wet en de profeten staat – hier draait het om dus in de Bijbel en in het geloof en hier moet het dus ook ons om gaan in ons leven. Zoals ik las: “Jezus verbindt de liefde tot God wezenlijk met de liefde voor de naaste”.
Jezus heeft ons geleerd en heeft laten zien in de praktijk hoe je God kunt liefhebben, niet maar met woorden maar vooral door daden, ieder in zijn of haar dagelijkse leven.

Waarmee we weer bij dat zogenaamde ‘dubbelgebod van de liefde’ zijn, waarin het liefhebben van God is vastgekoppeld aan en concreet wordt in het elkaar liefhebben, en – ook dat leert Jezus ons meer dan eens – zelfs, hoe moeilijk dat ook is en hoe vaak dat ook niet lukt en hoeveel dat ook kan kosten – het liefhebben van je vijanden. Diezelfde Johannes is daar in zijn eerste brief messcherp over en zonder escape- routes, als hij b. v schrijft dat wie niet liefheeft, God niet kent, “want God is liefde.”, en: “Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief’, maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij niet gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft.” En wie dan denkt: maar ik haat niemand, ik heb geen vijanden, dus hier kom ik wel mee weg, krijgt nog een doordenkertje mee van de apostel: dia 3 “Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die meer dan genoeg heeft om van te bestaan, maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden?”. O, dus niets doen, niets geven, wegkijken, is ook liefdeloos, is ook een streep door onze rekening van zeggen God lief te hebben en te geloven….schrikken! Het zet vooral aan het denken en aan het doen: hoe kunnen we Gods liefde voor ons en alle mensen laten doorwerken in ons eigen leven en doorgeven aan die anderen?

Een vraag die dan opkomt en erg belangrijk is, is deze vraag: wat is die liefde eigenlijk, en is dan niet heel vaag en soft en ook onbereikbaar: iedereen liefhebben, zelfs wie je niet mag, die buren met wie ik niks heb, die irritante collega, die weinig invoelende en veeleisende leidinggevende, dat opdringerige familielid…die….die…
Liefhebben wordt ook gauw ingevuld als aardig vinden, altijd aardig zijn, lief zijn voor iedereen, wat niet goed gaat of naar voelt of slecht is maar met ‘de mantel der liefde bedekken, nooit boos worden maar altijd blijven lachen en niet op je strepen staan.. Maar dat is niet het allemaal niet, kijk maar naar Jezus die heel scherp kon zijn en onrecht en zonde zonder goed te praten benoemde en aanpakte, en die door heel veel mensen daarom niet aardig werd gevonden maar werd gehaat en zelfs gedood.
Jezus waarschuwde ook voor wat je kan overkomen als je Hem volgt: de wereld heeft Mij gehaat en zal jullie ook haten zoals wie voor het donker kiezen een hekel
hebben aan het licht – en toch zal echte liefde het winnen, is die sterker dan de haat.
Liefde is allesbehalve lievigheid, omdat wie het goede liefheeft wat slecht is haat. En dat kan je komen te staan op onbegrip, irritatie, weerstand, verzet zelfs tegen God/
We lazen dat net nog in wat vaak het hooglied van de liefde genoemd wordt, 1 Kor. 13: “de liefde verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid”.
Dus weer die vraag wat dat nou wel is: echte liefde, elkaar en anderen liefhebben?

Enkele jaren geleden is een boek verschenen van de Tsjechische priester Tomas Halik ‘Over de God van liefde’, met als titel: ‘Ik wil dat jij bent’. dia 4 Een best pittig boek maar met heel veel stof tot nadenken en stimulerend voor wat die liefde nou is.
Halik geeft wat volgens hem de kern is in die titel aan: Ik wil dat jij bent. Liefde is dat je graag wilt dat die ander er is, recht van bestaan heeft, mag zijn wie hij of zij is. En dat begint dan met God van wie je niet het bestaan kunt bewijzen en hoeft bewijzen maar naar wie je verlangt en die je mag ervaren als er liefde is, zoals in een lied van Taizé dat we straks kunnen beluisteren: “Ubi caritas en amor, Deus ibi est” = waar liefde, daar is God. Want God is liefde. En wil je weten hoe, kijk maar naar Jezus. Halik waarschuwt ook dat als mensen niet willen dat er een God is, zomaar iets of iemand anders zich als god opwerpt of als god vereerd en gediend gaat worden. Precies daarmee ging het mis bij onze eerste voorouders die zich lieten wijsmaken dat ze zelf wel als god konden zijn, en daarmee gaat het nog steeds vaak mis, denk maar aan al die dictators maar ook aan allerlei vormen van verslaving en egoïsme. De les van deze crisis is ook dat we maar mensen zijn en dus beperkt, zelfs met al onze kennis en techniek en medische voorzieningen en allerlei vaccins en medicatie. Paulus wist het al, lees maar verderop van dit hoofdstuk: “ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt…..Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben”….Maar bovenal: “de liefde zal nooit vergaan.”
dia 5
Laten we het vooral toespitsen op de onderlinge liefde tussen mensen, en dat kan tussen de ene en de andere mens zijn, maar ook breder: tussen groepen mensen. “Ik wil dat jij bent”. Ja, en dan niet dat die ander moet zijn of worden zoals ik ben of in elk geval anders dan hij of zij nu is – en dat je hoogstens die ander in je buurt duldt… nee, echte liefde vraagt de ander te waarderen in zijn of haar anders zijn, en dat geldt ook van groepen mensen: je houdt rekening met elkaar en je wilt dienen.
Halik zegt het zo: “Mijn geliefde hoeft zich niet aan mij aan te passen of zich anders voor te doen en hoeft mijn liefde niet met prestaties te verdienen”. En dus vraagt het van mij een stapje of zelfs een flinke stap terug te doen om de ander voorrang te geven en de ruimte om zichzelf te zijn….en dat te ervaren als een verrijking. Halik weer: “Wat wij bereid zijn boven onszelf te stellen, hebben wij werkelijk lief. Liefhebben betekent de geliefde de eerste plaats geven”. Of zoals Paulus schrijft: “Wees steeds bescheiden, zachtmoedig en geduldig, en verdraag elkaar uit liefde” (Efeziërs 4: 2) . En in Filipp. 2: 3-5.“Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander. Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had”. Weer wordt Jezus ons tot voorbeeld gesteld, en dat is pittig want wie kan worden als Jezus was en is? Niemand natuurlijk, uit zichzelf, op eigen kracht en met nog zo goede voornemens. Maar daarom mogen we altijd op Jezus een beroep doen, en op Gods Heilige Geest. En mogen we ook elkaar erbij steunen en leren van anderen, en zo groeien in liefde, voor elkaar en voor God.

Hoe indrukwekkend is dan wat Paulus in dat geweldige 1 Korintiërs 13 schrijft over wat echte liefde is – en wat niet – en wat liefde voor krachten kan losmaken, ook en juist in moeilijke omstandigheden, in een tijd van crisis en onzekerheid, en lijden.

Luister nog even naar een paar kernverzen uit dit hoofdstuk, vanuit de BGT: dia 6 “Liefde is: geduldig en vriendelijk zijn. Liefde is: niet jaloers zijn, niet vertellen hoe goed je bent, jezelf niet belangrijker vinden dan een ander. Liefde is: een ander niet beledigen, niet alleen aan jezelf denken, geen ruzie maken en geen wraak willen nemen. Liefde is: blij worden van het goede, en een hekel hebben aan het kwaad”. Steeds weer: liefde is gericht op niet jezelf en je eigen belang, maar op de ander.
En dan komt het echt binnen, wat in ons tekstvers van vanmorgen gezegd wordt:
“Door de liefde verdraag je alles wat er met je gebeurt. Door de liefde blijf je geloven en vertrouwen. Door de liefde blijf je altijd volhouden”.

Een paar voorbeelden helpen misschien om concreter te maken hoe dat kan werken.

• Zoals van die collega die onlangs in een column in de krant iets vertelde over de twee weken dat hij en zijn gezin vanwege corona in quarantaine moest blijven, precies in de kerstvakantie, en wat dat met hem deed: “Het duurde twee weken, maar het was lang. Iemand typeerde deze tijd als dagen vol dwingende dofheid en dat herken ik.” Het isolement viel hem zwaar: geen denkkracht, geen zin om te lezen, irritatie, en macabere humor. Maar wat hielp was een vriend die zijn zorg toonde, iemand die ineens op de stoep stond met een fles port, een huisgenoot met een bemoediging uit de Bijbel.Moedgevend!
• Nog een voorbeeld, van een statushouder uit Syrië, Shadi. dia 7 Hij vertelt wat hem erdoor heen hielp toen zijn schoonouders uit Syrië net op bezoek waren en door corona in het ziekenhuis belandden terwijl hij zelf ziek thuis was met de kinderen: “ Een week lang had ik het echt heel moeilijk. Maar toen waren daar de gemeenteleden weer. Sommige mensen kookten voor ons en kwamen eten brengen, anderen deden boodschappen of gaven een cadeautje voor de kinderen.” Een enorme steun! Liefde die weer moed gaf.
• Een laatste voorbeeld, van een actie vanuit de kerken in Haarlem: Soep Support. dia 8 “Joris Obdam is vrijwilliger bij de Antonius gemeenschap en kookt wekelijks grote pannen soep om uit te delen in drie Haarlemse wijken. Joris: ‘Als organisatie zetten we ons op meerdere fronten in voor de kwetsbare mens. Samen met verschillende kerken in Haarlem zijn we dan ook vanaf het begin van de coronatijd actief om voor hen zorg te dragen. Iedereen heeft het op een of andere manier wel moeilijk in deze tijd. We wilden op een eenvoudige manier elkaar in de buurt een hart onder de riem steken. Zo ontstond Soep Support.’ “. Daadwerkelijk aandacht en liefde geeft moed.

Er zouden vast veel meer verhalen aan toe te voegen zijn, en zelf heb je er hopelijk ook ervaring mee hoe blijken van liefde en meeleven en steun helpen om het vol te houden onder moeilijke omstandigheden, en wat dan echte vriendschap betekent. En het is goed om ook zelf na te denken over hoe je voor anderen iets kunt betekenen.

Ja en dan begint het wel met dat eerste: houd moed, weet jezelf geliefd, geliefd door God….pas dan en alleen dan kun je ook de moed krijgen om liefde te geven, om voor anderen een steun te zijn, zoals Johannes erover schrijft: dia 9 “Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden. Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad, moeten wij ook elkaar liefhebben.” En ook: “Wij hebben lief, omdat God ons het eerst heeft liefgehad.”

Ik eindig met een oproep van de eerder genoemde ds Kobes uit Heerenveen waar de actie begonnen is: dia 10 Misschien helpen die woorden jou ook, om moed te houden…? Om lief te blijven, voor een ander en voor jezelf. Want zo geven we elkaar en onszelf een steuntje in de rug. Kom op, we kunnen het. Samen komen we deze tijd door. Laten we proberen met kleine of grote gebaren licht te brengen, deze tijd lichter te maken. ….. Houd moed heb lief.”

amen

Liturgie morgendienst

Welkom

Votum en groet

Gods leefregels: Matt. 22: 35-40

NLB 320 ‘Wie oren om te horen heeft
https://www.youtube.com/watch?v=BVQ8Qqvcc48

Bijbellezing: 1 Korintiërs 13

Leve de Liefde (naar 1 Korintiërs 13)
https://www.youtube.com/watch?v=_4pbOZCU70M

Preek over 1 Kor. 13: 7: Thema is: ‘Houd moed heb lief’ dia 1

Ubi caritas et amor = Daar waar liefde heerst
https://www.youtube.com/watch?v=9jRAoptZQb4

Gebed

collectemoment

NLB 905: 1-4 ‘Wie zich door God alleen laat leiden’
https://www.youtube.com/watch?v=Jf6qT8oaYtc

zegen