Als alles duister is…. Taizé viering

Taizé- Jezus, u bent het licht in ons leven

Start met zingen +/- 10 min. Voor aanvang van de dienst, waardoor mensen in stilte kunnen gaan zitten/meezingen.

Welkom

Adventsmoment

Belijdenis van afhankelijkheid en vertrouwen

Wij verwachten onze hulp van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft,
bij Hem is de bron van het leven, door zijn licht zien wij licht.

Groet

Jezus Christus is het licht van God, gezegend is zijn naam.
Hij gaat voor ons uit en verlicht ons dag aan dag,
Hij is het licht van de wereld voor alle mensen,
de duisternis zal wijken uit ons hart.
In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest
amen

NLB 601 ‘Licht dat ons aanstoot in de morgen’

Licht dat ons aanstoot in de morgen
voortijdig licht waarin wij staan.
Koud, één voor één, en ongeborgen,
licht overdek mij, vuur mij aan.
Dat ik niet uitval, dat wij allen
zo zwaar en droevig als wij zijn,
niet uit elkaars genade vallen
en doelloos en onvindbaar zijn.

Licht, van mijn stad de stedehouder,
aanhoudend licht dat overwint.
Vaderlijk licht, steevaste schouder,
draag mij, ik ben jouw kijkend kind.
Licht, kind in mij,
kijk uit mijn ogen of ergens al de wereld daagt
waar mensen waardig leven mogen
en elk zijn naam in vrede draagt.

Alles zal zwichten en verwaaien
wat op het licht niet is geijkt.
Taal zal alleen verwoesting zaaien
en van ons doen geen daad beklijft.
Veelstemmig licht, om aan te horen
zolang ons hart nog slagen geeft.
Liefste der mensen, eerstgeboren,
licht, laatste woord van Hem die leeft.

Gebed voorganger

Taizé – Lofzang van Maria: ‘Hoog verheft mijn ziel de Heer’ – Magnificat anima Dominum’

1x voorzingen allen
1x 4 intervallen canon Latijn
1x 4 intervallen canon Engels

Lezing Jesaja 8: 21 – 9: 6 (Marleen)
Schenk ons vrede – “Dona Nobis Pacem” (canon)
1x voorzingen allen
2x 3 intervallen canon Latijn

Overdenking

dia 1
Beste mensen, broers en zussen, gemeente,

Als alles duister is…. Jesaja, die vroege profeet, zag het al vanuit de verte, in een tijd dat het voor zijn tijdgenoten steeds donkerder werd – door invallen van naburige volken en een dreigende bezetting: dia 2 “Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen”(9:1) Eeuwen later mocht Zacharias mocht in de geboorte van zijn zoon en de aanstaande geboorte van Jezus de vervulling heel dichtbij zien komen: dia 3 “Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God zal het stralende licht uit de hemel zich over ons ontfermen en schijnen over allen die in duisternis verkeren, in de schaduw van de dood, zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede”.

Prachtig toch? Nou ja, prachtig? Zo prachtig is het allemaal niet, als je eerlijk bent, nog lang niet! O ja, er is voor en met de kerst licht genoeg, op straat, in je huis, in winkelcentra. Zelfs en misschien juist als corona ons nog beperkingen oplegt kunnen we het thuis wel gezellig maken.

Maar we weten allemaal wel dat al dat licht het donker waarin veel mensen zitten niet kan wegnemen en misschien juist wel schrijnend afkomt op wie zich juist rond de kerst extra eenzaam voelen, denk aan asielzoekers die hun familie in het thuisland waar oorlog is des te meer missen, aan mensen die niet rond kunnen komen en aan hun kinderen niet kunnen geven wat ze nodig hebben; en je zult maar psychisch of lichamelijk een wrak zijn en je hopeloos voelen of ernstig ziek zijn, of kampen met sombere gevoelens of in spanning leven over uitslagen van onderzoeken, of weinig bezoek krijgen, dan ervaar je maar weinig van licht. En misschien zie jij in jezelf en om je heen meer donkerheid dan licht. Het is goed daar oog voor te hebben, dat serieus te nemen, open te staan voor niet zo mooie verhalen, niet te gauw met mooie woorden en zomaar al te makkelijke oplossingen en schrale troost te komen, er voor elkaar te zijn, en vooral niet te vergeten wie kwetsbaar zijn, eenzaam, al langer tijd buiten beeld wat zomaar wordt tot uit het oog uit het hart.

Als alles duister is, wie ontsteekt in die duisternis een licht, een vuur? Een actuele vraag, zoals kan blijken uit het wereldwijd gedeelde en beroemde gedicht van Amanda Gorman, voorgedragen tijdens de inauguratie van de nieuwe Amerikaanse president Jou Biden, in een tot op het bot verdeeld land met scherpe tegenstellingen en veel problemen. Ze begint met diezelfde vraag die klinkt als een klacht: “Als het dag wordt vragen we ons af wanneer zien we ooit licht in deze eindeloze nacht?
Elk verlies dat we dragen, is een zee waar we door moeten waden. We trotseerden de buik van het beest. We leerden dat rust niet altijd staat voor vrede. En dat begrip, de waarde van wat recht is, niet altijd rechtlijnig is…” Toch blijft ze niet steken in het negatieve maar put hoop, hoor maar: “en toch, voor we het goed beseffen behoort de dageraad ons toe”. Waarvoor ze ook zich beroept op de Bijbel: “De Bijbel leert ons dat iedereen onder zijn eigen wijnstok of vijgenboom moet zitten. Zodat niemand hem nog bang kan maken.” Dat geeft hoop en moed en uitzicht!

Wij hebben Jesaja gelezen over licht voor mensen in een stikdonkere tijd en we hebben Zacharia horen zingen over stralend licht dat vanuit de hemel aangestoken zou worden op deze donkere aarde. Dan mogen we geloven dat alles wijst in de richting van Gods Zoon Jezus die op deze aarde is gekomen: “Want een kind is ons geboren en een zoon is ons gegeven” mocht Jesaja zo zeker aankondigen alsof het toen al was gebeurd, dat kon hij zo zeggen omdat God doet wat Hij belooft; Zacharias was na maanden zwijgen ook zover dat hij zijn gegroeide geloof kon uitzingen over stralend licht uit de hemel voor wie in duisternis leven, dankzij “de liefdevolle barmhartigheid van onze God”. We weten en mogen geloven en we hebben ervan gezongen dat Jezus dat licht is, reddend verschenen in onze wereld, licht in ons leven. Later heeft Jezus zelf dat gezegd, dat Hij daarvoor gekomen is. Zoals in Joh. 8: 12: dia 4 “Ik ben het licht voor de wereld. Wie Mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft”. En zoals we in het adventsmoment hoorden, in Joh. 12: 46: “Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen, opdat iedereen die in Mij gelooft niet langer in de duisternis blijft”. Een lied wil ons bemoedigen en in beweging krijgen:
dia 5 “Waar de mensen dwalen in het donker, draai je om en zie het nieuwe licht Zie het licht dat God ons gaf in Jezus. Zie de mens die ieder mens verlicht. Want het licht is sterker dan het donker en het daglicht overwint de nacht. Zoek je weg niet langer in het duister. Keer je om en zie Gods nieuwe dag”.

Ja, dat is best een mooie oproep, maar…heb je wel goed gehoord wat Jezus zei: als jij Mij volgt loop je niet meer in het donker maar in het licht…en dan heb je licht dat leven geeft: voor jezelf maar ook om naar anderen uit te stralen en aan anderen uit te delen … waar de Bergrede naadloos op aansluit als Jezus daar tegen wie Hem volgen zegt: “Jullie zijn het licht voor de wereld”. U dus ook, en jij, en ik… Als je licht bent gaat dat opvallen en mogen anderen ook profiteren van je uitstraling.
En dus komt het als een vraag op u en jou en mij af, vanuit dat mooie lied: “Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur” : wie doet dat? Het is te makkelijk om dan als antwoord te geven: dat kan God alleen, en God heeft dat gedaan door Jezus geboren te laten worden en in Hem zijn licht aan te steken op aarde, wat natuurlijk helemaal waar is maar als Jezus dan zegt dat wie Hem volgt dat licht zal gaan verspreiden, dan is dat een uitnodiging en een opdracht, zoals in dat stukje Bergrede dia 6: “Je steekt geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, je zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, zodat zij jullie goede daden kunnen zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel”.

Als alles duister is – om je heen, in het leven van je broer of zus, je kind, je kerkgenoot, je buurman, je collega, die vluchtelingen ver van je warme bed, die dakloze zonder zo’n geriefelijk huis, die wereld in verwarring, hoe kun je dan voor hem of haar, voor hen, dat licht van Jezus laten schijnen, dat vuur aansteken van Gods liefde als een sprankje hoop? Ik kan het vanmorgen niet concreet invullen voor u en jou, voor mezelf vind ik het al lastig; maar denk erover na en heb het erover met elkaar, zeker ook richting de kerstdagen en straks weer een nieuw jaar: voor wie zou ik een lichtje kunnen aansteken, iets van Gods liefde laten zien, en hoe dan…hoe kunnen we samen echt hart voor Loenen hebben.. en voor Baambrugge natuurlijk ook…en voor Abcoude, Weesp, Vreeland, Nieuwer ter Aa…. voor hem of voor haar dichtbij of van verder weg….

Tegelijk zijn er al best veel mooie dingen die gedaan worden, om dat vuur dat is aangestoken brandend te houden en aan mensen die veel donker ervaren wat licht en warmte te bieden, al kunnen wij niet alles wat er is aan narigheid en wanhoop bij hen weg halen – dat kan God alleen. Wat wel kan met Gods hulp is wat Paulus schrijft aan gelovigen in Filippi, die stad vol heidendom maar tegelijk de eerste stad waar in Europa Jezus bekend werd en geloof vond – Paulus schrijft in Filippenzen 2: dia 7 “Doe alles zonder morren en tegenspreken, opdat u zuiver en smetteloos bent, onberispelijke kinderen van God te midden van een verdorven en ontaarde generatie, waartussen u schittert als sterren aan de hemel. Houd daarbij vast aan het woord dat leven brengt”.

Nog eens, dan lijkt dat klein en onooglijk, en wij zijn lang niet altijd zulke lichten. We moeten ook wel goed lezen en goed luisteren, naar waar die lofzang van Zacharias op uitloopt. Niet op een soort schijnwereld waarin het allemaal mooier lijkt dan het waar is. Een uitlegger wijst erop dat Zacharias niet zegt dat alles nu al “zon en vrede wordt”. Zacharias zegt wel dat we dankzij Gods ingrijpen, Gods omkijken naar een wereld in nood, naar u en naar jou, onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede, de vrede met God en dan ook vrede in ons hart en vrede met elkaar. Vrede die nog geen feit is helaas, zelfs niet in eigen omgeving, zelfs niet altijd in ons eigen leven maar wel mogelijk wordt. De vraag is of onze voeten in de goede richting gaan. Of we leven in het licht van Jezus die zei dat als je Hem volgen wilt, je niet langer in de duisternis hoeft te leven, of we de weg gaan die Gods Geest ons wijst.

De vraag is dus of we echt er vertrouwen in hebben – met alle twijfels en vragen en in een onzekere en zelfs gevaarlijke wereld – dat bij God alle dingen mogelijk zijn. Zelfs een nieuwe wereld waar recht gedaan wordt en blijvende vrede zal wonen. Omdat midden in deze heftige wereld een kribbe heeft gestaan en ook een kruis en zelfs daarna een open graf. Omdat God ook naar ons omkeek en Jezus voor mensen in het donker -en dat zijn wij allemaal – naar déze aarde kwam. En zijn vuur ontstak.

Het slot van dat gedicht waarmee ik begon eindigt zo: “Als het dag wordt zeggen we de nacht vaarwel, vurig en zonder vrees. De nieuwe dageraad bloeit open nu wij hem bevrijden. Want het licht blijft altijd schijnen Als je maar de moed hebt het te zien. Als je maar de moed hebt het te zijn. ‘

Alle reden om met dat andere mooie lied te blijven zingen en bidden:
dia 8 Jezus, U bent het licht in ons leven,
laat nimmer toe dat het duister tot mij spreekt.
Jezus, U bent het licht in ons leven,
open mij voor Uw liefde.
amen

Taizé- Dona la pace – Geef vrede, Heer, aan wie vertrouwen op u
Dona la pace, Signore, a chi confida in te. Dona la pace, Signore, dona la pace.

1x enkelstemmig
2x vierstemmig
2x met gebeden erdoorheen

Gemeentegebed door Marleen

Collecte

Kindermoment en kinderlied ´Goed nieuws´

Taizé – Als alles duister is
Als alles duister is,
Ontsteek dan een lichtend vuur
Dat nooit meer dooft,
Een vuur dat nooit meer dooft.

Zegen

De Heer is voor je om je de juiste weg te wijzen
De Heer is achter je om je in de armen te sluiten
en je te beschermen tegen gevaar
De Heer is onder je om je op te vangen als je valt
De Heer is in je om je te troosten als je verdriet hebt
De Heer omkleedt je, met vreugde en liefde
Want zijn zegen ligt op ons, vandaag, morgen, in eeuwigheid.

Amen

Filippenzen 4: 10-20 Hervormingsdag ‘Zwak en toch sterk, arm en toch rijk’

Liturgie morgendienst 31 oktober 2021

Welkom
Zingen: NLB 314: 1,2,3 ‘Here Jezus, om uw woord’
Belijdenis van afhankelijkheid en vertrouwen
Onze hulp komt van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft. Zijn trouw duurt eeuwig en Hij laat het werk van zijn handen niet los.
Groet
Genade voor u en vrede van Hem die is en die was en die komt, en van de zeven geesten voor zijn troon, en van Jezus Christus, de betrouwbare getuige, de eerstgeborene uit de dood, de heerser over de vorsten van de aarde.
amen
Zingen: NLB 654: 1,2,5,6 ‘Zing nu de Heer, stem allen in’ (‘Nun freut euch, lieben Christen gemein’
Gods leefregels Filippenzen 2: 1-11
Zingen: NLB 574: 1,2,3 ‘Glorie zij U, Christus’
Gebed
Bijbellezing: Filippenzen 4: 10-20
Zingen: NLB 722: 1,2,3 ‘Uw stem, Heer, hebben wij gehoord’
Verkondiging dia 1 ‘Zwak en toch sterk, arm en toch rijk’
Zingen: NLB 723: 1,2 ‘Waar God de Heer zijn schreden zet’
Gebed (presentator)
Kinderlied ´Onder, boven, voor en achter´
Collecte
Zingen: NLB 898: 1,2,4 ‘Een vaste burcht is onze God’
Zegen
De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de eenheid met de Heilige Geest zij met u en jullie allemaal.
amen

Beste zussen, broers, u en jullie, gasten, samen Gods gemeente,

Hervormingsdag vandaag, en tegelijk is het ook Nationale Bijbelzondag. De Bijbel als boek staat in heel veel kerken vandaag centraal, nog meer dan elke andere zondag. Des te meer nu eerder deze maand de NBV21 is gepresenteerd en aan onze koning aangeboden. Op de site van het Bijbelgenootschap wordt uitgelegd waarom er een herziene vertaling is gekomen, waarin allerlei reacties en voorstellen tot verbetering verwerkt zijn: “Het doel is om de kwaliteit van de NBV te versterken en om de bruikbaarheid van deze vertaling te vergroten”. Hopelijk kunnen veel mensen nog beter de Bijbel lezen en begrijpen in de taal van onze tijd.
Hervormingsdag en Bijbelzondag vandaag. En die hebben best veel met elkaar te maken, want Maarten Luther, de hervormer van de kerk die op 31 oktober 1517 zijn 95 beroemd geworden stellingen naar buiten bracht, heeft als andere grote verdienste dat hij de Bijbel weer aan de gewone kerkmensen heeft teruggegeven, in hun eigen verstaanbare Duitse taal. dia 2 Zelf ging hij pas echt de Bijbel bestuderen toen hij er als professor colleges over moest geven, vooral over de Psalmen en over de Brieven van Paulus. En zo kwam hij tot de ontdekking die zijn leven radicaal veranderde dat je niet door je eigen goede werken en door al maar jezelf te kwellen om zo te boeten voor je zonden het goed hoefde te maken bij God, maar dat Jezus dat al lang had gedaan en dat je gered bent als je gelooft dat God van je houdt en je zonden wil vergeven. Niet jouw verdienste maar Gods genade!
Nou, en daarom groeide bij Luther en andere steeds meer afkeer en verzet tegen misstanden in de kerk van toen, waarin de kerkleiding de mensen bang maakte voor Gods straf en een systeem had bedacht waarbij de gewone mensen die vaak ook nog arm waren, tegen betaling de straf voor verkeerde dingen konden afkopen door een aflaat aan te schaffen, waarna het opgehaalde geld – heel veel geld – werd gebruikt om b.v. een kostbare kerk te bouwen zoals de Sint Pieter in Rome. De aflaatverkopers wekten dan ook nog de indruk dat je door een aflaat te kopen kon zorgen dat jijzelf of je al overleden familieleden eerder vanuit het vagevuur – de plek waar mensen na hun dood nog moesten worden schoongemaakt van hun zonden – in de hemel konden komen. ‘Als het geld in het kistje klinkt, het zieltje in de hemel springt”, was een populaire reclamekreet van sommige aflaatverkopers.
Luther protesteerde op 31 oktober 1517 in 95 stellingen tegen dit misbruik van macht en die geldklopperij, en vooral tegen de gedachte alsof je je plek bij God en in de hemel zelf moest verdienen of zelfs tegen betaling kon veiligstellen terwijl de Bijbel leert dat dia 3 “iedere christen die oprecht berouw heeft, volkomen vergeving heeft van straf en schuld, ook zonder aflaatbrieven” (stelling 36). En mensen met niet veel geld moeten allereerst zorgen voor hun gezin en hun geld niet verspillen aan aflaten. (stelling 46). En “waarom bouwt de paus, die toch rijker is dan de rijkste rijkaard*, de St Pieterskerk niet liever van zijn eigen geld dan van dat van de arme christenen? “ (stelling 86). Eerst erkende Luther nog het kerkelijk gezag en deed hij een beroep op de paus om wat te doen aan de misstanden. Pas toen paus en bisschoppen dat niet van plan waren en ze Luther uit de kerk gooiden en het liefst hem dood wilden hebben, werd de breuk steeds duidelijker, en brak in veel landen vervolging los tegen wie het met Luther en andere hervormers van de kerk eens waren, ook in Nederland.
Hervormingsdag dus vandaag. Nog steeds krijgt wat meer dan 500 jaar geleden is begonnen en veel gevolgen heeft gehad voor de kerk en de samenleving in Europa aandacht, in Duitsland en in ons land en ook in andere landen wereldwijd, maar hoe kijken we er vandaag op terug en wat kunnen en moeten er mee in onze andere tijd? Is het niet vooral triest dat mede door dat verzet van Luther en anderen de kerk voor eeuwen is verscheurd, en dat er nog heel wat meer scheuringen achteraan kwamen? Moet je nog wel wat toen en daarna is gebeurd vieren, en je niet vooral schamen over zoveel geruzie en verdeeldheid met de nog altijd bestaande gescheidenheid? Daar zou veel over te zeggen zijn, meer dan vanmorgen kan en nodig is. Het is goed om te bedenken dat er toen echt schrijnende misstanden waren en dat Luther en anderen er niet op uit waren om te scheuren en de kerk te verlaten maar dat het hen steeds meer onmogelijk werd gemaakt in en voor de kerk te werken en te proberen die kerk weer terug te brengen tot wat de Bijbel leert en de mensen wil meegeven. Tegelijk is er met alle goede bedoelingen ook van de kant van de reformatoren als Luther en anderen best veel misgegaan, en ook in de eeuwen daarna. Het is verheugend dat in de katholieke kerk veel ten goede is veranderd, én dat van protestantse kant erkenning is voor veel waardevols in de katholieke traditie, zodat we nu elkaar meer en meer erkennen en waarderen. Dat we hier in Loenen zelfs af en toen samen diensten hebben en dingen samen doen. Laten we hopen en bidden dat we steeds dichter bij elkaar komen, samen achter de Heer Jezus aan, en proberen samen iets te betekenen voor alle mensen.
Ik noemde al even de voor Luther verrassende ontdekking door zijn bestuderen van de Bijbel dat je niet zelf door je goede werken of door je af te beulen om zo te boeten voor je zonden je plekje bij God moet verdienen maar dat Gods genade genoeg is. Vooral wat Paulus schrijft in Romeinen 1: 17 was voor Luther, zei hij later, als het ware de poort naar het paradijs. dia 4 Daar staat: “In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt, zoals geschreven staat: ‘de rechtvaardige zal leven door geloof.’“ Ook Paulus heeft dat trouwens door schade en schande moeten leren. In de brief aan de kerk van Filippi vertelt hij daar over, in hoofdstuk 3, als in het kort zijn levensloop langs komt als eerst fanatieke Farizeeër die dacht bij God in een goed blaadje te staan door zijn strikte naleven van allerlei wetten en regels, totdat hij Jezus echt leerde kennen en hij alles van vroeger als afval weggooide (Fil.3: 8). Hij wilde achter Jezus aan en leerde dat hij het van Gods genade moest hebben; in een andere brief staat dat God een keer tegen hem zei: je hebt genoeg aan mijn genade, ook al heb je problemen en zorgen of ziekte. Kijk, en dan kun je een heleboel aan, dan heb je houvast, hoe je leven ook verloopt. We hebben gelezen hoe Paulus erin stond, en als je iets weet van het leven dat een man als Luther heeft geleefd, met heel goede en ook met heel slechte tijden, dan is er veel dat doet denken aan het veelbewogen leven van Paulus: dia 5 “Ik weet wat het is om gebrek te lijden, maar ook wat het is om in rijkdom te leven, ik heb alles aan den lijve ondervonden: overvloed en honger, rijkdom en gebrek`. Goede én slechte tijden die je kunt meemaken. Zomaar doen die omstandigheden veel met een mens, hangt je geluk of je ongeluk af van werk of niet, veel of weinig geld, status, kansen of mislukkingen, gezien en gehoord worden of niet, mensen om je heen of eenzaamheid, in vrijheid leven of gevangen zitten, en noem maar op. Maar de ontdekking van Paulus en later ook van Luther en veel andere gelovigen is dat als je God mag kennen als je Vader in de hemel en jezelf als zijn geliefde zoon of dochter, gered door Jezus, dat je dan ongeacht de omstandigheden, gelukkig kunt zijn en het vol kunt houden. Zoals Paulus schrijft: “ik ben tegen alles bestand door Hem die mij kracht geeft”. dia 6 Dat is niet de stoere taal van iemand die je niet raken kan, die het zelf wel redt. Wel van iemand die heeft ervaren dat hij er niet alleen voor staat maar dat God er voor je wil zijn en dat Hij je erdoor helpen.
Als er iemand was die er soms diep onderdoor ging en er erg doorheen zat, dan was het Paulus wel. Hoe vaak heeft hij niet gevangen gezeten, werd hij afgeranseld, was hij op de vlucht, en kreeg hij nogal eens veel kritiek en weerstand vanuit gemeentes. Ja, en hij moest ook in zijn eigen onderhoud voorzien, en dat was meest geen vetpot. Van Luther kun je ook zulke verhalen vertellen. Hij heeft goede jaren gekend maar ook veel verdriet: kinderen die jong overleden, vrienden en collega’s die om hun geloof ter dood werden gebracht, de pestepidemie die slachtoffers maakte vlakbij, en dan natuurlijk de scherpe conflicten met paus en keizer, en ook best vaak met eigen volgelingen. Luther was ook geen makkelijk mens: opvliegend, driftig, en ook niet zakelijk. De laatste jaren van zijn leven was er voortdurend geldgebrek en waren er schulden, zodat er weinig te erven viel voor vrouw en kinderen. Een van Luthers laatste woorden was: “wij zijn allemaal bedelaars, dat is waar”. dia 7 Hij bedoelde dat we het allemaal moeten hebben van Gods genade die we niet verdiend hebben. Maar het was ook letterlijk eigenlijk zo voor de oude Luther: hij stierf als een bedelaar. Toch kun je die tekst van Paulus ook op Luthers leven toepassen, was dat ook zijn houvast: “Ik ben tegen alles bestand door Hem die mij kracht geeft”. Het gold van Paulus, van Luther: ‘Zwak en toch sterk, arm en toch rijk’. Twee boeken die ik heb over Luther hebben een titel die heel menselijk is± ´Luther, een mens zoekt God´, en `Een bedelaar vindt rust`. Dan komt een verhaal van lang geleden dichtbij.
Misschien is dat voor onze tijd wel een heel belangrijk en leerzaam voorbeeld, gelet op wat ons en wie bij ons horen kan overkomen aan goeds én ook aan moeilijks. We leven in een tijd waarin veel latten hoog worden gelegd, door onszelf en anderen, als het gaat om succesvol willen zijn, gelukkig willen worden, iemand zijn die meetelt. Je moet vooral werken aan jezelf en zorgen dat je iets bereikt en je kansen pakt. Tegelijk ervaren we allemaal hoe kwetsbaar we zijn en hoe wat je wilt bereiken of voor elkaar hebt gekregen weer uit je handen kan vallen, omdat je niet je leven in de grip hebt en de omstandigheden zomaar kunnen veranderen, je gezondheid achteruit kan gaan, mensen je tegen kunnen werken of wie je lief was ineens kan wegvallen. En dan komt het erop aan wat je houvast is, of je dan helemaal in de put raakt of dat je bij alles wat je overkomt, wat tegenzit en verdriet oplevert, overeind kunt blijven. Eerder in deze brief gaat het daar ook al over: “Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank Hem in al uw gebeden” (4: 6). Dat is in de lijn van Jezus die ons aanspoort om niet bezorgd te zijn omdat God als Vader voor je zorgt. De ontdekking van Luther dat je niet jezelf hoeft op te werken tot een perfect mens, helpt om niet jezelf en elkaar op te jagen om maar steeds beter te worden, maar jezelf te zijn als mens van God en kind van je hemelse Vader. Laten we niet steeds onszelf vergelijken met wie in onze ogen meer kunnen en meer voorstellen. Zomaar voelen we ons nooit goed genoeg in de ogen van God, mensen, en onszelf. Hoe mooi de les van God als bemoediging: mijn genade is ook voor jou genoeg. Tegelijk is er dan ook de menselijke kant van met die hulp van God je eigen verantwoordelijkheid nemen en ook je verantwoordelijk en zorgzaam weten voor elkaar en mensen om je heen. In de verzen om onze tekst heen komt dat alle twee terug. Eerst geeft Paulus aan dat hij echt wel in staat is en bereid is om voor zichzelf te zorgen, dat hij niet zielig en als een arme sloeber en slachtoffer van de omstandigheden zijn hand op wil houden: “Ik heb geleerd om in alle omstandigheden voor mezelf te zorgen.“ We weten dat Paulus naast zijn preekwerk en gemeentewerk een vak uitoefende als tentenmaker. Toch is Paulus de kerkleden van Filippi heel dankbaar voor hun morele en ook financiële steun, zeker nu hij weer ergens gevangen zit: “Toch hebt u er goed aan in mijn moeilijkheden te delen”. Blijkbaar was die steun bijzonder, want “uw gemeente is de enige geweest die gedeeld heeft in mijn tegoeden en tekorten”. Voor Paulus in zijn omstandigheden was die steun erg welkom: “Nu is alles mij vergoed en heb ik zelfs veel meer ontvangen”. Die ontvangen giften uit Filippi “zijn een geurig en aangenaam offer dat God behaagt”. Nou, en als het de christenen in Filippi aan iets gaat ontbreken, moeten ook zij maar vertrouwen op Gods zorg: “mijn God zal uit de overvloed van zijn majesteit elk tekort van u aanvullen, door Christus Jezus”. Zo komt het bij elkaar: God zorgt voor je, zorg dan ook voor elkaar. In de NBV21 staat: “door uw eenheid met Christus Jezus”. Mooi want doordat we samen aan Jezus verbonden zijn is er ook verbondenheid met elkaar en ga je ook kijken hoe je er kunt zijn voor elkaar en wat je samen kunt doen voor de mensen om ons heen, in ons dorp en in de regio. Ja, want God schakelt in zijn zorgen voor mensen vaak mensen in. Zeg maar dat wij de gevende handen van God mogen zijn voor elkaar en anderen, b.v. door de collectes elke zondag en door om te kijken naar elkaar en mensen om ons heen en waar het kan ook verder weg…En laten we ook als kerken blijven werken aan die eenheid.
Wat nemen uit deze dienst mee de week weer in? Nog even die twee teksten van Paulus: dia 8 “Ik ben tegen alles bestand door Hem die mij kracht geeft”. Hoe is dat voor ons? En die belofte: “God zal uit de overvloed van zijn majesteit elk tekort van u en jou aanvullen”. Kunnen wij daarmee weer verder, voor onszelf en voor samen, en voor anderen? Is Gods genade genoeg voor je, en gun je die anderen ook die genade en zijn of haar deel van wat God wil geven? Dan wordt het hoe dan ook een goede week, vol van liefde en tot zegen.
amen