Marcus 15: 33-34 Eenzaam maar niet alleen (Goede Vrijdag)

Liturgie Goede Vrijdag 2 april VAK Loenen aan de Vecht
Welkom
Stiltemoment
Belijdenis van afhankelijkheid en groet
Zingen: NLB 598 ´Als alles duister is´ (Taizé/ Sela)
Bijbellezing : Johannes 16: 25-33
Gebed
Bijbellezing : Marcus 15: 22-39
Zingen: Ps. 22: 1,3,7 DNP
1. Mijn God, mijn God, waarom verlaat U mij?
Waarom gaat U aan mijn geroep voorbij?
Ik smeek voortdurend: ‘Red mij, maak mij vrij.’
Niets laat U horen.
Mijn rusteloze klagen gaat verloren.
Ik smacht naar U, die bij uw volk wilt wonen.
Heilige Heer, die op ons lied wil tronen –
waar blijft U nu?
3. De mensen kijken op mijn lijden neer.
Ze grijnzen: ‘Richt je nu maar op de HEER.
Hij mag je graag, Hij helpt je vast een keer
uit de ellende.’
Van jongs af aan wist ik dat U mij kende.
Vanaf de moederschoot zag U mijn noden;
sindsdien heeft U mij zorgzaamheid geboden.
Grijp nu ook in.
7. Eens zal men Hem erkennen, overal.
De dag komt dat de wereld knielen zal
voor de geduchte Heer van het heelal:
Hij zal regeren.
Straks zal zelfs wie begraven is Hem eren.
Het nageslacht zal al zijn daden prijzen
en aan zijn recht en goedheid eer bewijzen:
het is volbracht.
Overdenking over Marcus 15: 33-34 ‘Eenzaam maar niet alleen’
Zingen: LB 916: 1,2,3 Je kunt niet dieper vallen (melodie LB 444)
Gebed
Gaven
Zingen: Opwekking 706 ‘Zie, hoe Jezus lijdt voor mij’
Zegen

Beste mensen, zussen en broers, u en jij, gemeente van Christus,

We vieren voor de tweede keer Goede Vrijdag – en zondag Pasen – in een onzekere tijd, in de hoop op meer ruimte voor ontmoetingen en activiteiten en meer mensen in de kerk, maar niemand kan zeggen wanneer en hoe lang nog…en dat is – vind ik- best moeilijk. Het kan zomaar dat u die meekijkt en meeluistert datzelfde zal ervaren. Onderzoek wijzen uit dat veel mensen –ouderen maar misschien meer nog jongeren- zich emotioneel eenzaam voelen – een recent onderzoek gaf aan dat dat geldt voor 1 op de 3 Nederlanders, best veel – bij veel mensen raakt de rek eruit. Vooral als je toch al beperkt bent – fysiek of mentaal – en afhankelijk bent van georganiseerde contacten – met familie, collega’s, dagbesteding, bezoekjes aan huis, kerkgenoten – en dat soort contacten en activiteiten vallen bijna of helemaal weg, dan is dat zwaar. En als dan mensen op wie je dacht te kunnen rekenen het ook nog zouden laten afweten, of als er wel contacten zijn maar je je niet begrepen voelt, of niet echt van hart tot hart met iemand kunt praten en je emoties kunt delen, wordt dat gevoel van eenzaamheid nog meer versterkt – ook in een grote groep mensen kun je toch eenzaam zijn. En wat als je in de problemen zit en dan tegen muren van onbegrip en bureaucratie opbotst en wat je ook doet steeds verder in de put komt?

Juist dan komt het extra binnen als je het verhaal op je in laat werken van Jezus’ eenzame lijdensweg van Gethsemané via Kajafas en Pilatus tot aan zijn kruis. Op die kruisweg lieten steeds meer volgelingen en vrienden Hem in de steek, en bleven uiteindelijk alleen de vijanden en spotters over, tot en met zijn laatste seconden. En dat wel erg pijnlijk: in Getsemané vielen ze allemaal in slaap, Judas werd een verrader, Petrus herhaalde tot drie keer toe niets met Jezus te maken te hebben, de anderen stonden op een afstand toe te kijken of kozen het hazenpad, de familie zag het niet meer zitten, alleen Maria was in de buurt…en vriend Johannes ook….maar toen het erop aan kwam kon niemand hun vriend, leermeester, zoon, steunen – deze zware weg moest Jezus alleen gaan. Dat was eenzaamheid in de ergste vorm.
De Heer wist dat ook van te voren en had zijn leerlingen erop voorbereid, toen die nog stoer verzekerden – Petrus voorop! – dat ze Hem nooit in de steek zouden laten: “Er komt een tijd, en die tijd is er al, dat ieder zijn eigen weg gaat en mij alleen achterlaat”. En ook: “Jullie zullen mij deze nacht allemaal afvallen, want er staat geschreven: “Ik zal de herder doden, en de schapen van zijn kudde zullen uiteengedreven worden”. Precies zo is het gegaan, het staat er keihard: “Toen lieten allen Hem in de steek en vluchtten weg”, hoorden we net. Een lied vertolkt het zo, en het is een lied van verwondering en dank: “Hij ging die weg zo eenzaam tot in Jeruzalem. Geen vriend kon langer meegaan, geen mens hield nog de wacht met Hem. Hij ging die weg voor hen.. Hij deed dit ook voor ons”. Ja, en als de vrienden afhaken, krijgen de vijanden vrij spel, de spotters, de beulen, zoals in die andere psalm waaruit Jezus citeerde aan het kruis en die we hoorden: “De mensen kijken op mijn lijden neer. Ze grijnzen: ‘Richt je nu maar op de HEER. Hij mag je graag, Hij helpt je vast een keer uit de ellende…”

Waarmee we het eindpunt en het dieptepunt naderen, want waar bleef God, toen het er zo op aan kwam ….hoe kan het dat God zijn eigen lieve Zoon liet arresteren, liet slaan, liet veroordelen, en liet hangen aan dat vreselijke kruis? Liet de Vader zijn Zoon in de steek, en waarom? De spot kroop omhoog langs dat kruis: “Hij heeft zijn vertrouwen in God gesteld, laat die hem dan nu redden, als hij hem tenminste goedgezind is, Hij heeft immers gezegd: ‘Ik ben de Zoon van God”. (Matt. 27: 43). Maar er gebeurde niets, God greep niet in, er kwam geen stem uit de hemel, en ook het hemelse engelenleger bleef in de kazerne….het werd zelfs om dat kruis heen aardedonker: mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? ….Weer die bange vraag van eeuwen eerder David, nu uit de mond van zijn late en grote zoon die een paar dagen eerder nog was toegejuicht als de nieuwe David: “Hosanna voor de zoon van David, leve de koning!”.

Ja, en dat herhaalde ‘waarom?’ komt meer dan eens ook op in de gedachten en uit het leven van zeg maar gewone mensen, midden uit lijden, oorlogsgeweld, ziekte; vanuit de vertwijfeling en de wanhoop over wat je niet begrijpt, niet kan rijmen, niet aan kunt: waarom overkomt mij dit, waarom gebeurt dat, waarom hij…waarom zij….en als je dan nog iets … of veel…hebt met God: waarom doet God daar dan niets aan? Zoals nu met die wereldwijde pandemie, met zoveel gevolgen voor zoveel mensen, voor gezondheid, studie, banen, inkomens, en denk eens aan die kwetsbare gezinnen en aan al die vluchtelingen en die daklozen die niet zo in beeld zijn maar extra zwaar getroffen worden…waarom? En u of jij hebt misschien wel je eigen onbeantwoorde waaroms…over dit of over dat.
We hebben daar zomaar niet een antwoord op…als dat antwoord er al is…en terecht wordt ervoor gewaarschuwd om met eigen vlotte verklaringen te komen, laat staan oordelen… Leer van Jezus vooral niet in te vullen voor een ander…oordeel niet. Laten we elkaars waaroms maar serieus nemen, en elkaar bemoedigen en steunen. En ook – b.v. met het oog op de crisis waarin we nog zitten – proberen er samen mee verder te komen, er van te leren, en elkaar te helpen om ermee te dealen.

Terug naar die schreeuw vol emotie en pijn van Jezus aan het kruis: mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten….wat moeten we daarmee, hoe rijmen we dat met dat volste vertrouwen van Jezus de vorige avond dat zijn Vader er altijd bij is: “Er komt een tijd, en die tijd is er al, dat jullie uiteengedreven worden, dat ieder zijn eigen weg gaat en mij alleen achterlaat. Maar ik ben niet alleen, want de Vader is bij mij”. Dat was nog geen dag geleden, en hoe is het nu, was de Vader nu niet meer bij Hem? Moeten we die schreeuw horen als teleurstelling of als een aanklacht? Als verwijt dat God niet deed wat Hij had beloofd, watje van Hem verwachten mocht? Daar is veel over gezegd en geschreven, en de ene uitlegger denkt dat Jezus echt door God verlaten was, de ander ziet het als een roep om hulp en om verlossing?
Het helpt om dit Bijbelvers, dit woord van Jezus, niet los te trekken uit het verband. En dan valt als eerste op dat hier niet een klacht of een verwijt klinkt over wat God al of niet doet of heeft gedaan, maar dat het een roepen is tot God, een gebed. Zoals ook eeuwen eerder, in Psalm 22, David niet over God klaagt maar luidkeels tot God schreeuwt, en dat David en ook Jezus blijven roepen tot God als ‘mijn God, mijn God’. Daar spreekt geen verwijdering uit, alsof je het wel hebt gehad met die God die toch niet luistert en je maar aan je lot overlaat. Nee, wie zo roept klampt zich juist vast aan God, blijft bonzen op een deur die dicht lijkt maar waarachter het weet: Hij is er wel degelijk: “U blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit. ‘Mijn God’, roep ik overdag, en u antwoordt niet, ’s nachts, en ik vind geen rust’” Nee, en daarom laat je God ook niet met rust, zoals een profeet zijn stadgenoten opriep te blijven bidden voor zichzelf en hun stad: “Jullie die een beroep doen op de Heer, gun jezelf geen rust en gun Hem evenmin rust, totdat Hij Jeruzalem weer heeft gegrondvest en haar roem op aarde heeft bevestigd”. (Jes. 62: 6 en 7). En Jezus zelf spoort ons aan te blijven bidden en op Gods deur te blijven kloppen, tot die deur opengaat.

Kijk, en dat zien we ook gebeuren op Golgotha, waar Jezus met de woorden van zijn voorvader David uit nog veel groter nood en zwaarder lijden roept: “Mijn God, mijn God, waarom verlaat U mij? Waarom gaat U aan mijn geroep voorbij? Ik smeek voortdurend: ‘Red mij, maak mij vrij? Niets laat U horen.” Zo voelde dat, voor Jezus als werkelijk mens van vlees en bloed, zo ver van God…. Tegelijk wist Hij dat God er was in zijn nood, en dat dit de wil van zijn Vader was, zoals in Gethsemané ervaren en gebeden: niet mijn wil, Vader, uw wil geschiede. Ja, en lees er niet overheen, wat verteld wordt over wanneer Jezus dit riep: “Op het middaguur viel er een duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, op het negende uur, riep Jezus met luider stem….” Aan het eind van die drie lange uren pas….en toen werd het weer licht, brak de zon door – als het ware het antwoord van God, ook in de lijn van diezelfde psalm 22, hoor vers 22-23: “HEER, houd U niet ver van mij, mijn sterkte, snel mij te hulp…U geeft mij antwoord”…”U heeft mij niet veracht: opnieuw ontving ik licht en leven.” Daarna komt de rust, en Jezus roept dat het volbracht is: missie geslaagd, gered! En daarna legt Hij zijn leven in de handen van God zijn Vader en gaat Hij naar huis.. zoals Hij ook van te voren gezegd had: “Ik ben bij de Vader vandaag gegaan en naar de wereld gekomen, nu verlaat ik de wereld weer en ga ik terug naar de Vader”. En daar is Hij bezig voor ons en naar zijn belofte altijd met ons, betrokken op ons leven en onze nood, bewogen over wat wij meemaken en en open voor onze vragen, onze waarom: “Ik ben met je al je dagen”, altijd, overal.
Rond het avondmaal – zondag als het Pasen is, mogen we het weer samen vieren- wordt vaak herinnerd aan die donkere uren die Jezus moest doormaken om ons te redden en dan wordt ons de troost aangereikt dat Jezus door God zijn Vader verlaten werd “opdat wij nooit meer door God verlaten worden”. Dat mag de vaste grond zijn onder onze voeten, zelfs als zekerheden die er altijd waren niet zo zeker meer zijn of zelfs wegvallen: gezondheid, een baan, vakantie, afspreken met vrienden, inkomen, toekomstplannen….zoals Paulus ergens schrijft: “Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard”….Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is (daar je mag je gerust vandaag bij invullen: virussen, recessie, sociaal isolement, eenzaamheid, angst….) ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer’ (dat staat zo in Romeinen 8: 35-39).

Toch, als alles tegenzit en het erg moeilijk is, of gevaarlijk, of als de eenzaamheid je naar de keel vliegt, als alles wat zo zeker leek ineens op losse schroeven staat, kan het zomaar voelen alsof iedereen je in de steek laat, en God ook zwijgt, afwezig is. Vergeet dan nooit dat Jezus weet hoe dat is, wat je voelt, wat verlaten zijn betekent. In Heb. 2 lees ik dit over Jezus dat Hij juist een mens als jou en mij geworden is om voor ons angst en dood te ondergaan en te overwinnen en ons erdoorheen te slepen: “Juist omdat hij zelf op de proef werd gesteld en het lijden volbracht heeft, kan Hij ieder die beproefd wordt bijstaan” . Daarom werd die voor Jezus vreselijke vrijdag toch voor Hem en voor ons een Goede Vrijdag. En kan het ook vandaag, al is het nog steeds anders dan we graag zouden willen of zelfs erg onzeker en moeilijk, een Goede Vrijdag zijn en een hoopvolle Paaszondag waarop we vieren dat de Heer is opgestaan en dat Hij alle kwaad en elke ziekte en alle beperkingen en zelfs de dood heeft overwonnen – dat pakt geen virus en pakken geen maatregelen ons af!

Ja, en leer ook van Jezus dat het goed is en zin heeft te blijven bidden, te blijven roepen, juist als je denkt dat alles tegenzit en God ook al niet luistert en niet ingrijpt, dat je met Jezus mag schreeuwen zelfs: mijn God, mijn God, waarom, luister toch, help me toch – geef dat het weer licht wordt, om Jezus, U bent toch mijn Vader en ik ben toch uw kind….doe dat vooral ook samen, verbonden met zovelen wereldwijd. Ja, en bedenk ook dat God vaak reageert door mensen die toch weer op je pad komen, met een berichtje of een bezoekje, door soms onverwachte lichtpuntjes midden in wat donker lijkt- en probeer te zoeken en te bemoedigen wie erdoor heen zit…roep te hulp en kom te hulp.. We kunnen niet alle gevoel van eenzaamheid voor elkaar oplossen, we kunnen wel elkaar laten merken dat je er niet alleen voor staat: God is er altijd en we zijn er ook voor elkaar: om mee te leven met elkaar, te bidden voor elkaar, te zorgen voor elkaar….het was het thema van de Passion die gisteren uitgezonden werd: “Ik ben er voor jou”. Toch niet alleen, hoe eenzaam misschien ook….

Ja, en geloof het en klamp je vast aan wat nu wordt gezongen en wat je voor jezelf of samen mee kunt zingen: “Je kunt niet dieper vallen dan in Gods eigen hand, waarmee Hij ons barmhartig omvat aan alle kant.. door God zijn wij omgeven zoals wij hier bestaan. In Hem zullen wij leven en tot zijn feest ingaan….” . Samen!

amen

l

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *