Lucas 22: 24-26: ‘Wees maar blij met die blauwe envelop!’

Gemeente van onze Heer Jezus Christus
Dat klinkt raar natuurlijk: wees maar blij met die blauwe envelop – dat ben ik ook niet echt. Ik bedoel natuurlijk de belastingaanslag die elk jaar bij veel mensen binnenkomt. Tegenwoordig kan het ook digitaal, maar bij ons is het nog altijd gewoon deze blauwe envelop. Het is – zeker voor wie niet in loondienst is – elk jaar weer een hele klus: de aangifte. Als het goed is, is het weer gelukt, het kan dit jaar nog tot half mei. En dan is het wachten op de definitieve aanslag – wat best nog even kan duren want het is druk en het gaat ook lang niet altijd goed bij de belastingdienst – maar dan komt die aanslag en dat is altijd even spannend, want soms valt het mee, en soms ook behoorlijk tegen. Soms krijg je geld terug maar het kan ook gebeuren dat je een fikse naheffing moet ophoesten.
We weten natuurlijk dat de overheid geld nodig heeft, ook in ons eigen belang, en dat ook nog in de bijbel staat dat je aan de keizer – de overheid – moet geven waar die recht op heeft (de Heer Jezus zei dat) en dat als de overheid belasting vraagt aan de burgers, wij moeten betalen (Paulus in Rom.13). Niet uit angst, maar uit principe. Maar toch, die blauwe enveloppen zijn niet populair want we willen graag zelf bepalen waar we ons geld aan uitgeven en wat doen ‘ze’ met ons geld?

Stel je voor: je woont in een land waar niemand een cent belasting hoeft te betalen. Dat klinkt natuurlijk geweldig; als je dat op straat aan de mensen zou vragen, zullen veel mensen daar weinig tegen hebben, al zullen er ook meteen tegenargumenten komen van: dat kan natuurlijk niet, en wie zal dan voor al die voorzieningen betalen? Maar toch: stel dat het wel zou kunnen, dat het geld dat nodig is er op een andere manier komt, zonder dat wij elk jaar aangifte moeten doen, en zonder dat het ons geld kost, ik denk dat de meeste mensen daar geen enkel bezwaar tegen hebben….je houdt dan heel veel geld in je eigen zak, en.. je kunt er ook goede dingen mee doen natuurlijk, goede doelen genoeg!
Er zijn landen waar het echt zo werkt, waar de inwoners geen belasting betalen. Voorbeelden zijn Saudi-Arabië en de oliestaten in de Golf zoals Dubai en Qatar. De schatrijke sjeiks die daar aan de touwtjes trekken verdienen miljarden door de olie en houden zo de hele samenleving gaande, en zorgen voor niet alleen de hoogste wolkenkrabbers ter wereld maar ook voor peperdure voorzieningen waar de inwoners vaak gratis gebruik van kunnen maken – mooier kan toch niet? Ook in het prinsdom Monaco betalen de inwoners geen belasting… en zo zijn er nog wel meer van die zgn. belastingparadijzen – waar rijke mensen en grote bedrijven vaak hun geld stallen.
Ja maar, het heeft wel degelijk schaduwkanten als je achter die buitenkant kijkt. Want dit soort landen zijn bijna altijd halve of hele dictaturen waar wie betaalt ook alles bepaalt – zonder oppositie die opkomt voor de belastingbetalers want die belastingbetalers zijn er niet en de machthebbers kopen de gunst van het volk. Ik las over een van die belastingparadijzen, Qatar – dat land waar zoveel over te doen is vanwege het WK voetbal…een land waar veel mis is met de positie van vooral buitenlandse werkers en met mensenrechten. “Technisch gesproken is Qatar inderdaad een dictatuur. De emir en zijn zeer uitgebreide familie (20.000 leden) hebben het voor het zeggen. Maar voor volksopstanden hoeft de emir voorlopig niet te vrezen. De emir is razend populair. Hij deelt de olieopbrengsten in hoge mate met zijn volk. De gemiddelde Qatari heeft het veel te goed om de straat op te gaan. En de werkers uit landen als India en Nepal zijn voor het lot van hun gezin veel te afhankelijk van de inkomsten om iets in het hoofd te halen. De regels zijn duidelijk: één overtreding en je vliegt er voorgoed uit.” Je hoort dezelfde dingen over b.v. Saudi-Arabië en de Ver. Arabische Emiraten. Genoeg rijkdom en weinig vrijheid…tegenspraak is gevaarlijk.

Met dat stukje informatie in ons achterhoofd gaan we beter begrijpen wat Jezus zegt in die verzen die we net gelezen hebben , als de Heer ingaat op dat geruzie van zijn leerlingen over wie nou wel de belangrijkste van hun twaalven was, en wie straks als de Meester koning zou worden, de hoogste posten zouden krijgen. Dat laatste vertelt Lucas er niet bij, dat weten we uit Matteüs en Marcus, als vraag van Johannes en Jakobus, via hun moeder: mogen wij straks wel rechts en links van U zitten?
Daar reageert hun Meester op door ze eraan ter herinneren hoe het in de wereld om hen heen toeging – en in feite gebeurt het nog steeds zo, als het draait om macht: “Vorsten oefenen heerschappij uit over de aan hen onderworpen volken, en wie macht heeft laat zich weldoener noemen”- herkenbaar, zo zit de wereld in elkaar, toen en ook nu nog.

In die vergelijking met de wereld van machthebbers en onderdanen kun je dat eerste makkelijk herkennen: misbruik van macht door anderen te overheersen. In de tijd van Jezus was het een dagelijkse realiteit, in Israël maar ook in heel veel andere landen die door de Romeinen onderworpen waren en werden bezet. En tot vandaag toe hebben mensen en volken er mee te maken dat ze korter of langer geleden werden ingelijfd en onderdrukt, voorbeelden genoeg uit Afrika en ook uit ons eigen Europa – en zelfs in dat vrije land van ons werden we wakker geschud toen bleek hoe een star systeem mensen kan mangelen, denk aan de toeslagenaffaire en de wachtlijsten bij jeugdzorg en de traag werkende instanties waar asielzoekers in vastlopen….en hoe moeilijk kunnen regeerders omgaan met lastige Kamerleden en journalisten.

Maar dat andere dat Jezus ook zegt, lijkt juist positief: machtigen als ‘weldoeners’. Is het niet mooi als regeerders goede dingen doen voor hun land en voor hun volk? Als geld wordt ingezet om allerlei goede voorzieningen voor de mensen te regelen? In Romeinen 13 schrijft Paulus toch ook dat de overheid er is ‘voor ons welzijn’? Dat klopt, maar let er dan op dat de Heer Jezus het heeft over mensen met macht die weldoeners ‘worden genoemd’, en ook graag zo bekend willen staan. En in die combinatie van macht en weldoener genoemd worden, zit nu juist de angel….je doet iets goeds om er zelf ook beter van te worden of om ermee slechte dingen die je hebt gedaan mee ‘wit te wassen’.
Het hier gebruikte woord voor ‘weldoener’ is trouwens een bekende titel in die tijd. In de Studiebijbel die ik gebruik staat bij dit vers een verhelderende aantekening: “Een aantal koningen uit de oudheid draagt de titel Euergetès, weldoener. In de Romeinse wereld betaalden de rijkste mensen geen belasting, maar droegen vrijwillig bij aan het budget van de stad” – en dan denk je: prachtig toch, de sterkste schouders die de zwaarste lasten dragen, een oude vorm van sponsoring of crowdfunding – ja maar – even nog het vervolg van die kanttekening uit mijn Studiebijbel over die rijke Romeinen: “op deze manier lieten zij zichzelf als weldoener roemen én hielden zij hun machtspositie” – omkoping dus eigenlijk en manipulatie, en het lijkt als twee druppels water – of olie – op die rijke Arabische staten in onze tijd…maar ook op regeerders die vooral wijzen op wat ze allemaal toch maar doen voor de goede zaak…en dan moeten de mensen de missers en de verkeerde beslissingen die er waren maar voor lief nemen en gauw vergeten.

Als ik daarom boven de preek gezet heb dat we maar blij moeten zijn met die blauwe envelop, bedoel ik dit ermee: dat we als burgers belasting moeten betalen, geeft ook invloed: via het parlement, via verkiezingen – want als ‘ze’ met ons geld verkeerde dingen doen, hebben we mogelijkheden om dat aan de orde te stellen en zelfs af te straffen – want wie betaalt die betaalt en dat zijn wij samen. Op die manier kun je – als is het indirect – meesturen dat de goede dingen gebeuren en dan de overheid inderdaad zich inzet voor het welzijn van mensen dichtbij en ook verder weg – zoals voor landen waar nood en oorlog is, vluchtelingen, asielzoekers…
En wat voor onszelf belangrijk is, en nog dichter bij onszelf komt, als gemeente, dat is de les die de Heer zijn leerlingen en ook ons wil voorhouden: “Laat dat bij jullie niet zo zijn” : dat we uit zouden zijn op invloed voor onszelf, dat machtsspelletjes gespeeld worden en mensen proberen de eigen zin of mening door te drukken door anderen te manipuleren of denken dat ze met hun geld of kennis of positie meer in de melk te brokkelen hebben dan mensen met minder geld of minder knowhow , dat inzet en meer uren werk meer invloed verdient…
Er zijn tijden geweest dat dit soort dingen ook in kerken voorkwamen: rijke boeren of grootgrondbezitters die het recht kochten om te bepalen welke dominee er kwam, rijke gemeenteleden die zorgden voor de wintervoorraad aardappelen of steenkool van de pastorie maar dan wel verwachten dat de dominee geen dingen deed of zei die hen niet aanstonden want ja, dan waren er ineens geen aardappels of brandstof, en dus paste die dominee wel op want zijn gezin moest ook eten, toch? Het komt dichtbij wat Jezus zei: weldoeners die hun macht misbruiken.
Natuurlijk, dat is lang geleden, en wie gebruikt nou nog b.v. de VVB om de kerkenraad of andere gemeenteleden onder druk te zetten of dwars te zitten? Gelukkig ken ik zulke voorbeelden niet, en wel veel eerlijkheid en belangeloze inzet, en de bereidheid om voor anderen klaar te staan, zonder er wat voor terug te vragen of te verwachten, mooie dingen die je mag zien als vruchten van de Heilige Geest; vast ook hier in Loosdrecht.
Maar toch is het altijd goed eerlijk in de spiegel te kijken die God ons voorhoudt. Zelfs de leerlingen van de Heer waren niet immuun voor de verleiding om invloed en een vooraanstaande positie na te streven of te claimen voor zichzelf, want zij hadden toch veel over voor hun Meester en zij kwamen toch wel meer in aanmerking dan…..
Ik denk aan de op zich terechte opmerking van Petrus: “Wij hebben alles wat we bezaten achtergelaten en zijn u gevolgd. Waar kunnen wij naar uitzien?” (Matt.20:22). Jezus zegt dan dat je Hem niet voor niets volgt: wie Hem volgt zal in zijn nieuwe wereld met Hem mogen regeren en wat je nu verliest, krijg je dubbel en dwars terug. Ja maar, dan komt meteen er achteraan: maar vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten, want in het rijk van God telt geen verdienste maar is alles genade, wordt je rijk beloond niet omdat jij zo goed was en zo je best hebt gedaan en zoveel opofferde, maar alleen omdat de Heer goed is.

Jezus zegt ook dat we niemand meester moeten noemen want er is maar één de Meester, en wij zijn allemaal broers en zussen van elkaar, gelijk aan elkaar: niemand is minder en niemand is meer, niemand is overbodig en iedereen is nodig. Dan is goede dingen doen voor anderen mooi en zelfs een opdracht, en is de Heer blij dat we ons leven aan Hem en aan zijn zaak wijden, ook op punt van geld en tijd, capaciteiten, bezit – maar zegt Hij ook dat we die goede dingen niet moeten doen om er mee op te vallen of erom geprezen te worden of er iets mee voor elkaar te krijgen: “Houd het geheim als je geld geeft aan arme mensen. Je linkerhand mag zelfs niet merken dat je rechterhand iets geeft. Ja Vader ziet wat er in het geheim gebeurt. En Hij zal je belonen.”. Zo staat dat in de ‘Bergrede’ van Jezus (Matt. 6: 3-4 ; BGT). Dus ook hulpvaardigheid en naastenliefde geven geen voorrang in Gods koninkrijk. Het enige dat in dat rijk voorrang krijgt is belangeloze liefde, zoals Jezus voordeed en waartoe Hij de zijnen oproept, zoals in geval van uitnodigen en gastvrij zijn: ‘Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden, uw broers, uw verwanten of uw rijke buren, in de verwachting dat zij u op hun beurt zullen uitnodigen om iets terug te doen. Wanneer u mensen ontvangt, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit. Dan zult u gelukkig zijn, zij kunnen voor u dan wel niets terugdoen, maar u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’ Hoe vullen we dat in of kunnen we er niets mee?

We weten inmiddels wel dat Jezus ons wat Hij bedoelt zelf heeft voorgedaan. Hij zegt het nog eens een keer extra, met een vraag waarop we zelf het antwoord wel weten: “wie is belangrijker: de man die aan tafel zit of de man die hem eten brengt?” Denk maar aan het restaurant waar je als klant koning bent, of denk aan de echte koning en koningin die een diner geven – natuurlijk zijn zij van alle gasten de belangrijkste en zeker hoger in rang dan de koks en de bediening. Het antwoord van Jezus is weinig verrassend: “de man die aan tafel zit natuurlijk”. Maar wat er meteen achteraankomt is de wereld op de kop: “Maar Ik ben in jullie midden als iemand die dient” – wat de Heer ook heeft laten zien door als een slaaf de voeten van zijn leerlingen te wassen – echt de omgekeerde wereld. Het lijkt inderdaad de wereld op de kop wat Jezus zegt en ons voordeed: de belangrijkste is wie dient, wie zich klein maakt is groot, ik jullie aller dienaar…. Maar zo draait Jezus als de nieuwe Mens de op de kop gezette wereld van God weer terug in de stand van het begin en laat Hij zich kennen als de Her-schepper. Dat is pas echt wat diezelfde Paulus schreef: “daarom ook is iemand één met Christus is, een nieuwe schepping” – en nieuw is weer worden zoals ooit bedoeld.
Lees zo terug, met nieuwe ogen, met de ogen van Jezus, over hoe het ooit begon: “God zei: ‘Nu wil ik mensen maken. Ze moeten op mij lijken….Toen maakte God de mensen. Hij maakte ze zo dat ze op Hem leken. Hij maakte ze als man en als vrouw…..God keek naar alles wat Hij gemaakt had en zag dat het heel mooi was” Nou, en zo mooi gaat het weer worden dankzij Jezus die de schepping met de mens voorop redt en weer goed en weer mooi maakt – en die daarmee wil beginnen en mee bezig is en aan blijft werken in uw en jouw en mijn leven, en in zijn gemeente. Waar al iets zichtbaar mag worden van dat nieuwe – naast nog veel oud zeer en schrijnende wonden en soms stuitende zonden – hoe dichter in de buurt van Jezus, des te meer komt dat nieuwe aan het licht, nu al en als dat rijk van Jezus doorbreekt, echt helemaal voluit.
Wees maar blij met die blauwe envelop – niet dat belasting betalen leuker wordt, en het is ook niet altijd makkelijk. Maar zie het als symbool van willen dienen met wat je hebt – van willen delen. Dat begint veel dichterbij dan in het invullen van een formulier en overmaken van het verschuldigde aan inkomstenbelasting of het terugstorten van teveel ontvangen of die gift voor dat goede doel, hoe goed en belangrijk ook. Veel belangrijker en moeilijker is het goed omgaan met elkaar: wat wil je en kun je geven – aandacht, tijd, geld – je en wat mag je van elkaar verwachten – en als je iets goeds doet voor een ander, doe je dat dan vooral om jezelf goed te voelen of vraag je je af en vraag je dat ook aan die ander of het goed is voor hem of haar: wat kan ik voor je betekenen, waarmee ben jij het meest geholpen? Dan is hulp of aandacht of tijd niet het afkopen van een schuldgevoel of het voldoen aan bepaalde eisen die je aan jezelf of elkaar stelt maar ben je echt gericht op de ander. Zoals onze God liefde is – ook en juist voor mensen van wie Hij geen liefde krijgt – en wij niet eerst hoeven presteren of verdienen om Gods liefde te kopen – Jezus zegt: niet jullie hebben als eerste liefgehad maar Ik heb jullie lief – omdat Ik goed ben. Als die liefde ons aanraakt en aanstuurt, worden wij echte wél- doeners!

amen

liturgie morgendienst

welkom en mededelingen

votum en groet

zingen: Psalm 72: 1,4,7

Gods leefregels Romeinen 13: 1-10

Zingen: Gezang 260 (GKB 2017) ‘Heer, voor alle mensen roepen wij U aan’

gebed

Schriftlezing. Matt. 20: 17-28

zingen: Opwekking 705 ‘Toon mijn liefde’

verkondiging: Lucas 22: 24-26 ´ Wees maar blij met die blauwe envelop´

zingen: NLB 838: 1,3,4 ‘O grote God, die liefde zijt’

gebed

collectemoment

geloofsbelijdenis Gz. 179a GK

zegen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *