Preek ‘Bomen kiezen een koning’
Gemeente van onze Heer en Koning Jezus Christus,
Het was zo mooi begonnen.
Ik bedoel: met Gideon die, nog jong, in een chaotische tijd een moeilijke opdracht kreeg namens God: “Toon je moed en bevrijd Israël”, van de Midjanieten namelijk
die elk jaar in het land Kanaän op strooptocht gingen en de oogst wegkaapten.
Eerst zag Gideon het niet zitten: onze stam Benjamin stelt niets voor en ik ben de jongste van ons gezin – maar God zei: je kunt het omdat Ik achter je sta en je help.
Daarna vatte Gideon moed, en pakte door: eerst zelfs tegen zijn eigen vader en dorp in want ’s nachts sloeg hij het altaar
en de heilige paal die zijn vader had gebouwd om er afgoden te vereren stuk, en hij bouwde een altaar voor de Heer.
Kwaad dat de dorpelingen op hem waren maar zijn vader kwam voor hem op en het liep goed af.
Met Gods hulp versloeg Gideon de invallers, met maar driehonderd strijders,
en dat niet eens met wapens maar met ramshorens, kruiken en fakkels: ‘Gideon,
die de vijand heeft verslagen zonder paard en zonder wagen, zonder leger sterk en groot, maar met God als bondgenoot’
…..wat was het goed begonnen en afgelopen.
Daarna reageerde Gideon ook nog goed, bescheiden en met alle eer aan God.
Toen zijn volksgenoten hem als koning wilden aanstellen, en zelfs een erfelijk koningschap aanboden aan zijn familie,
weigerde Gideon beslist: “Ik zal uw heerser niet zijn, en mijn zoon zal uw heersen niet zijn, want de HEER is uw heerser”. Mooi!
Ja, maar het was schone schijn, bleek meteen, want macht en status zijn verleidelijk.
Gideon was vereerd en liet het zich aanleunen: hij werd een soort priester-koning,
en hij ging zich in de praktijk als een heerser gedragen die een hele harem had, en rijkdom, en die zelfs net als eerder zijn vader het volk weer tot afgoderij verleidde.
Ja, en veelbetekend noemde hij een van zijn vele zoons Abi-melech, wat betekent:
‘mijn vader is koning’ : de man die geen koning wilde heten, voelde zich toch zo.
Ik moest denken aan vroeger eeuwen toen vaak bisschoppen – zoals die van Utrecht – meer wereldlijke heersers waren met alles wat erbij hoort als een leger en oorlog voeren en burchten bouwen, dan geestelijk leiders die God en mensen dienden.
Wat zo goed was begonnen, ging daarna steeds verder steeds meer gruwelijk mis.
Vooral toen juist die ene zoon met het woordje koning in zijn naam zich als koning verkiesbaar stelde
en zijn eigen volk paaide met het feit dat hij familie van hen was en dus – want zo gaat dat – hen vast en zeker op allerlei manier zou bevoordelen.
‘Eigen volk eerst’is van alle tijden en populisme is niets nieuws – kijk naar Abimelech!
Abimelech speelde de kaart van ‘eigen volk’ eerst handig uit tegen zijn zeventig halfbroers die van andere vrouwen waren en niet van Sichem – allochtonen .
Abimelech spande een stel ooms en neven, ook uit Sichem, voor zijn karretje, om de burgers van Sichem voor de keus te stellen: wie willen jullie als heerser: die zeventig zonen van Jerubbaäl (Gideon) samen, of één man, die bovendien bloedverwant is?
Weer een herkenbaar iets: verlangen naar een sterke man boven polderen en compromissen tussen een heleboel bestuurders – en naar een die ‘van ons’ is….
De keus leek niet lastig: ze kozen voor die ene, “omdat hij familie van hen was”.
Het werd nog veel erger allemaal want Abimelech verzamelde een stel lieden om zich heen die hier “een legertje gewetenloze avonturiers” genoemd worden, en al zijn
halfbroers werden afgeslacht, want wie weet zouden ze hem zijn macht betwisten.
Ook dat zie je al te vaak gebeuren, zelfs bij democratisch gekozen leiders dat wie ze
zien als tegenstanders worden weggezet als vijanden, als gevaar voor het volk.
Helaas hoeven we dan niet alleen te denken aan landen als China of Noord-Korea.
De afgelopen weken hebben we gezien hoe in wat een voorbeeld van democratie wil zijn,
een president die de verkiezingen verloren heeft weigert dat te erkennen en dan zijn aanhangers de straat op stuurt en opstookt – met de vreselijke gevolgen die heel de wereld kon zien: bedreigingen, vernielingen, en zelfs doden en gewonden…en triest dat deze gelukkig nu oud-president gesteund werd en wordt door veel mensen die zich christen noemen en elke zondag in de kerk zitten – en die het wangedrag en de leugens van een president voor lief nemen omdat hij doet wat zij willen…
Wat je ook vaak ziet, is wat ook de tragiek van Gideon en zijn familie is: dat wie begon als bevrijder, vrijheidsstrijder, als hij eindelijk de macht in handen heeft, die macht niet wil afstaan en op den duur een nog ergere dictator wordt. Ook van alle tijden: eerst worden revolutionairen bejubeld als bevrijders maar ze ontpoppen zich als ook weer onderdrukkers; een mooie uitzondering was Nelson Mandela in Zuid- Afrika. Als het fout gaat, zit er meestal angst achter om weer kwijt te raken wat je net bevochten hebben, maar ook laat het zien dat macht en bezit en status zomaar tot misbruik leiden en ook erg verslavend zijn: hebzucht is de wortelvan veel kwaad.
Maar gelukkig zijn er ook altijd mensen die het niet pikken en die in verzet komen:
klokkenluiders, moedige journalisten, politici van de oppositie, gewone burgers.
Zoals in dat verhaal van vandaag de enige zoon van Gideon,
die aan de moordpartij van zijn halfbroer Abimelech was ontsnapt – Jotam, dat is: ‘de Heer is betrouwbaar’.
Er staat bij dat hij de jongste was van het hele gezin – net als eens zijn pa Gideon toen hij door God geroepen werd om zijn volk te bevrijden van de Midjanieten.
Op de dag dat de inwoners van Sichem ‘hun’ Abimelech tot koning gingen uitroepen- onder een monumentale eik – zeg maar in de Ridderzaal van stad en regio Sichem – klom Jotam de nabijgelegen berg Gerizim op – en sprak vanuit de hoogte dwars door de plechtigheid heen de mensen die daar bij elkaar waren aan: met een verhaaltje.
Een verhaal over bomen die een koning gingen kiezen – een soort gelijkenis zoals later de Heer Jezus zo vaak deed – om de mensen aan het nadenken te krijgen en op te schudden, en als het mogelijk was ze op andere gedachten te brengen.
In die zogenaamde ‘koningsfabel’ die Jotam zijn broer en het volk voorhoudt, worden we meegenomen naar de wereld van de bomen, die erop uit gingen om een koning te kiezen. Heel bizar natuurlijk en heel confronterend want bomen hebben helemaal geen koning nodig, ik las: ze redden het samen prima, door gewoon boom te zijn.
Dat hoor je als de bomen die op zoek zijn naar een koning steeds op een overtuigd nee stuiten als ze eerst de olijfboom, daarna de vijgenboom en tenslotte de wijnstok aanbieden om hun koning te zijn, maar alle drie bedanken ze feestelijk voor de eer: ik heb wel wat beters te doen dan een beetje boven de andere bomen te zweven en met mijn takken te wuiven – de olijfboom wilde veel liever gewoon vruchten opleveren en de mensen van olijfolie voorzien, de vijgeboom bleef graag gewoon vijgen laten groeien die veel mensen lekker vinden, en de wijnstok had het veel te druk met zorgen voor lekkere druiven en goede wijnen: zal ik me daar stoppen met waar ik goed in ben en voor bestemd ben om een beetje boven alles en iedereen koninkje te spelen? – nee, jullie worden bedankt, zoek alsjeblieft een ander.
Je kunt denken aan mensen die in de zorg werken of een goed lopend bedrijf hebben en er niet aan moeten denken de politiek in te gaan – begrijpelijk – maar toch bedoelt de fabel niet bestuurders en volksvertegenwoordigers als zakkenvullers of machtswellustelingen weg te zetten – het gaat vooral om dat ‘boven de andere bomen uit willen steken en macht over anderen willen uitoefenen in plaats van bezig te zijn voor het welzijn van mensen en om het goede te doen voor de samenleving.
Als leidinggevenden en bestuurders dat als doel hebben, en beseffen dat ze – zoals we lazen in die koningswet van Deut. 17 – niet meer zijn dan anderen en dat ze niet boven de wet staan – dan staan ze om met Paulus te spreken in dienst van God om kwaden te stoppen en te bestraffen en goeden te beschermen, danzijn ze tot zegen.
Iemand schrijft dat we leiders nodig hebben die verbinding zoeken in plaats van tegenstellingen aan te wakkeren, en daarom: “laat het niet zover komen dat niemand met goede kwaliteiten nog politieke verantwoordelijkheid wil dragen en we alleen nog op doornstruiken zijn aangewezen”.Dit gaat ook over ons, over kiezers, over het volk.
Maar Jotam had goed door dat het Abimelech vooral om macht en eer ging, en dat hij zoals hij al had laten zien, daarvoor bereid was over lijken te gaan, zelfs over de lijken van zijn eigen broers – en met zo’n start kan het alleen maar van kwaad tot erger gaan, en daarom: burgers van Sichem en omgeving, weet wel wie je kiest.
Prikkelend is daarom het vervolg: de bomen die uitkomen bij de doornstruik. En zeg niet te gauw dat nou eenmaal politici veel beloven en het later vaak tegenvalt, alsof je er ingetrapt bent, alsof je nou eenmaal niet in de toekomst kunt kijken: we zien wel waar het schip strandt – al te veel mensen gaan zo stemmen, totdat het weer niet is wat ze hadden gedacht en gewild en ze thuisblijven: of je nou van de kat of de hond gebeten wordt, het zijn toch allemaal zakkenvullers, ik kom er mijn huis niet voor uit.
Nee, vaak kun je best weten wat je aan hem of haar hebt, als je je er wat meer in verdiept, en er wordt ook vaak tegen verkeerde keuzes en leugens gewaarschuwd.
In elk geval konden de bomen achteraf niet zeggen dat ze niet gewaarschuwd waren, want de doornstruik zegt van te voren wat ze kunnen verwachten: “Als u mij werkelijk tot uw koning wilt zalven, kom dan maar hier, in mijn schaduw is het goed toeven. Maar zo niet, dan zal uit mijn takken een vuur komen dat de ceders van de Libanon zal verteren.” O ja, dat lijkt veelbelovend maar als je een beetje weet wat een doornstruik is….dan weet te een paar dingen van te voren: een doornstruik is geen boom maar inderdaad een struik en als je dus onder de takken schaduw wil zoeken, moet je je diep buigen – en dan is er ook nog weinig schaduw te vinden en vooral veel stekels om je aan te prikken – als je een beetje boom bent, kijk je wel uit.
In een boek over Planten in de Bijbel wordt ervan uitgegaan dat met de doornstruik de boksdoorn wordt bedoeld : een struik die kan uitgroeien tot een ondoordringbare struik van 3 meter – met voor mensen giftige bessen – al met al nou niet een struik om in weg te kruipen om je veilig te voelen!
Een liedje gaat erover: “De bomen hadden zich vergist! Een doornstruik steekt, een doornstruik is geen goede koning van het woud, laag- bij- de- gronds en koud. De bomen kozen, maar verkeerd want wie alleen met macht regeert, die gaat ten onder aan het kwaad, ten onder vroeg of laat.” En dan nog de dreiging: als je mij niet meer wilt als je koning, wacht je dan maar: wie niet luistert, brand ik weg– een doornstruik heeft aan een klein vonkje genoeg om vlam te vatten en een complete bosbrand te veroorzaken – zelfs de hoogste en sterkste bomen, de ceders op de Libanon, worden door dat vuur verteerd – als je voor zo’n leider kiest, dan speel je met vuur!
Jotam geeft bij zijn fabel ook nog de toepassing, vol cynisme en ernst: als jullie door voor Abimelech te kiezen – de man die bijna ons hele gezin uitgemoord heeft – denken Gideon en zijn familie dankbaarheid te bewijzen, dan wens ik Abimelech en jullie alle geluk van de wereld, zo niet, dan zullen jullie elkaar kapotmaken, afbranden.
Nou, het vervolg laat zien dat Jotam niet voor niets gewaarschuwd had: na drie jaar barstte de bom en gingen de burgers van Sichem en de aanhang van Abimelech elkaar te vuur en te zwaard te lijf, met veel slachtoffers tot gevolg, en Abimelech stierf roemloos toen ze vanaf de muur van Sichem hem verpletterden met een maalsteen en Abimelech zijn wapendrager de opdracht gaf hem de genadestoot te geven.
Ook dat konden we meemaken in de VS de laatste weken, en eerder ook al trouwens: wie tegengeluiden laat horen worden ontslagen, zwart gemaakt, belasterd. En zelfs de trouwste aanhangers worden gezien als vijanden als ze niet naar de pijpen van de grote leider dansen – en uiteindelijk moet die leider zelf weg wezen.
We zeggen dan wel het kwaad zichzelf straft, en de kwaaddoeners elkaar liquideren.
Maar daarachter mogen we God zien die op zijn tijd recht doet en het kwaad straft.
Een les voor iedereen van hoog tot laag die voor zichzelf gaat en macht misbruikt ten koste van vooral wie kwetsbaar zijn en zichzelf niet redden – je komt er niet mee weg en ook de dictators en uitbuiters en oorlogshitsers van deze wereld komen er niet mee weg – dat mag hun slachtoffers moed geven en wie hun macht misbruiken waarschuwen – en het leert ons naar Jezus’voorbeeld te dienen en goed te doen.
Ja, want dit verhaal staat nog altijd in de Bijbel, en het is voor ons vandaag actueel.
Wat opvalt is is dat Jotam met zijn verhaal over de bomen niet zijn op macht beluste halfbroer aanspreekt, maar de burgers die achter hem aan dreigden te lopen.
Hij houdt hen de spiegel voor: wie willen jullie volgen, wat voor land wil je zijn?
Het zegt ook iets over hoe het gaat in de kerk en over hoe om te gaan met elkaar: dat we aan elkaar zijn gegeven om elkaar te dienen en naast elkaar te staan, om niet zoals in dat verhaal staat ‘boven de bomen te zweven’, in je eigen wereldje, maar om met beide benen op de grond – stevig geworteld – je talenten in te zetten om zelf te groeien en ook voor mensen om je heen wat te betekenen – om niet anderen te overheersen maar te inspireren; om zoals die olijfboom en die vijgenboom en die wijnstok in het verhaal van Jotam gewoon te doen waar jij goed in bent en daar waar dat kan anderen van mee te laten profiteren.
Helaas zijn er ook in de omgang tussen mensen binnen en buiten de kerk vaak veel stekeligheden, is de een voor de ander als een moeilijk te benaderen doornstruik.
Ook dat hoort bij de gevolgen van de zondeval, lees Genesis 3 over dorens en distels die we zullen tegenkomen of zelf laten opschieten – ook daar worden we in de Bijbel voor gewaarschuwd, zoals in Spreuken 22: 5: “Wie de verkeerde weg gaat, treft dorens en distels aan, wie zijn leven liefheeft, blijft er verre van.” En onze Heer heeft het meer dan eens over bomen die te herkennen zijn aan hun vruchten, wat slaat op mensen, op ons, die herkenbaar zijn aan wat we zeggen, doen, en laten:
“Een goede boom brengt geen slechte vruchten voort, en evenmin brengt een slechte boom goede vruchten voort. Elke boom kun je aan zijn vruchten kennen, want van distels pluk je geen vijgen, en van doornstruiken geen druiven.” (Lucas 6: 43-44).
Voor vandaag sluiten we af met een gezongen gebed voor de mensen met macht en verantwoordelijkheid maar ook voor onszelf en allerlei mensen: om wijsheid, recht en vrede, om bescherming, om liefde die wil dienen en geen schade doet, die de ander hoogacht en het goede zoekt.
amen
liturgie
Belijdenis van afhankelijkheid – amen
Groet – amen
Zingen: NLB 985: 1,2,3 ‘Heilig, heilig, heilig, hemelhoog verheven’
Gods leefregels Deut. 5: 6-21; 6: 4-9 en 17: 18-20
Zingen: Ps. 146: 1,3,4 DNP
1. Halleluja! Heel mijn leven
zal ik zingen voor de HEER.
Hem wil ik mijn liefde geven,
telkens weer en telkens meer!
Zingen wil ik dag aan dag
en Hem prijzen vol ontzag.
3. Vol geluk mag ieder leven
die de HEER als helper heeft.
Hij heeft ons zijn woord gegeven
en Hij maakte al wat leeft.
Wie berooid is of geknecht
geeft Hij brood en doet Hij recht.
4. Hij, de HEER, laat boeien breken,
geeft aan blinden levenslicht,
helpt wie bijna was bezweken,
houdt van wie op Hem zich richt.
Hulpelozen staat Hij bij,
slechte mensen oordeelt Hij.
Gebed
Bijbellezing: Rechters 8: 22-35
Zingen: Ps. 146: 2,5 DNP
2. Macht van mensen heeft geen waarde:
zoek daar niet naar zekerheid!
Zelfs de sterkste is maar aarde,
krijgt maar weinig levenstijd.
Als zijn adem stokt, gaan ook
al zijn plannen op in rook.
5. Tot het einde van de tijden
heerst de HEER met overmacht.
Sions God blijft alles leiden;
Hij regeert in elk geslacht.
Eeuwig zing ik tot zijn eer:
Halleluja, loof de HEER!
Lezen tekst: Rechters 9: 1-21
Preek
Gz. 260 GK ‘Heer, voor alle mensen roepen wij U aan’
Gebed
Collecte
Zingen: NLB 413: 3 ‘Heer, ontferm U over ons’
Zegen