Lucas 21 – Hoe blijf je overeind in een tijd vol onrust en onzekerheid?

Liturgie

Zingen: Opwekking 830 ‘Hoe we ook zwerven’

Hoe we ook zwerven, zoekend en vragend
In onze twijfel laat U niet los,
in onze angst en pijn,
waar we ook bang voor zijn,
in onze onrust houdt U ons vast
Heer, ik geloof, maar help mijn ongeloof

Refrein:
In elke vraag blijft U de Heer.
Als oorlog woedt: God, U regeert
En ik geloof: één ding staat altijd vast
U bent trouw Heer, U bent trouw Heer

In al onze chaos blijft U dezelfde
U bent betrouwbaar, wat ook gebeurt
Al onze angst en pijn,
waar we ook bang voor zijn
ook als de storm komt, bent u erbij

Refrein (2x)

Heer, ik geloof, maar help mijn ongeloof
Heer, ik geloof, laat mij uw waarheid zien.

Bridge (8x)
U bent trouw, Heer, U bent trouw, Heer
U bent trouw, Heer, tot aan het eind.

Stiltemoment

Votum en groet – amen

Zingen: Ps. 93: 1,2,3 (Levensliederen)

1. De HEER regeert, gehuld in majesteit,
gekleed in almacht en hoogwaardigheid.
De wereld raakt beslist niet uit haar baan:
uw troon zal net als u altijd bestaan.

2. De oceanen bulderen, o HEER!
Ze daveren, de golven storten neer.
Maar boven storm op zee en waterkracht
heerst God de HEER met grote overmacht.

3. Wat u bedenkt is ongeëvenaard.
Wat u besluit is ons vertrouwen waard.
Uw niet te overtreffen heiligheid
versiert uw huis, HEER, tot in eeuwigheid.

Gods leefregels

Zingen: NLB 1008: 1,2,3 ‘Rechter in het licht verheven’

Gebed

Bijbellezing: Lucas 21: 5-36

Zingen: NLB 462: 1-6 ‘Zal er ooit een dag van vrede…?

Verkondiging over m.n. Lucas 21: 19/28/36
‘Hoe blijf je overeind in een tijd vol onrust, dreiging en onzekerheid?
Leer van Jezus
1) volhouden ;
2) moed vatten;
3) scherp blijven – en dat alles: op God gericht

Gemeente van Christus,

We leven in een tijd vol onrust, onzekerheid, slecht echt en slecht nepnieuws. Het is vaak al lastig om er achter te komen wat echt nieuws is en wat nep, fake-nieuws. En dat laatste maakt mensen vaak nog meer angstig en verward dan wat werkelijk is. Ik denk aan dat oude gezegde dat een mens nog het meest lijdt door onheil dat hij vreest en dat niet op komt dagen – maar het waart wel rond als een nog gevaarlijker virus dan corona – het zet aan tot terreur tegen b.v 5G-masten maar – nog erger – tegen medemensen die anders zijn en daarom dreigend – in de Middeleeuwen waren dat de Joden die werden aangezien als de bron van de pestepidemie, in onze tijd zijn het zomer Aziaten of anderen met een andere kleur of cultuur of gewoonten.

Maar inderdaad, onze tijd is onzeker en zit vol dreiging, onrust en ook veel angst, en dan is er meer dan dat virus: aanslagen hier en daar, oorlogen met als gevolg ook voor onze wereld de komst van vluchtelingen, klimaatproblemen, wantrouwen tegen de politiek en de media – niet alleen in de VS – aardbevingen zoals in Groningen…
En misschien is wel het moeilijkst de onzekerheid: hoe lang duurt wat we nu meemaken, en wat zijn de gevolgen op langere termijn voor onze manier van omgaan met elkaar, voor je bedrijf of baan, voor onze manier van kerk – zijn….
En als hopelijk deze pandemie voorbij is of er een afdoend vaccin gevonden is, wat is dat het volgende dat op ons af komt – weer: dat lijden dat ik vrees…wat misschien.
Vragen en nog eens vragen met daarachter dé vraag: hoe ben ik eronder, wat doet het mij/ons, en hoe ga ik en hoe gaan wij samen daar dan mee om, als gelovigen.

We hebben met elkaar een aangrijpend en ook wel lastig uit te leggen Bijbelgedeelte gelezen, een weergave van een stuk onderwijs van Jezus, kort na zijn triomfantelijke intocht in Jeruzalem en kort voor zijn arrestatie en veroordeling en kruisiging….het was dus in de laatste week van Jezus op aarde, vlak voor het laatste pesachmaal. Een aankondiging is het van wat allemaal te gebeuren staat in de tijd nadat Hijzelf via kruisdood en opstanding teruggegaan zal zijn naar zijn Vader in de hemel; zeg maar: in de tijd tussen zijn hemelvaart en zijn terugkomen naar deze wereld, dus de tijd waarin ook wij vandaag nog altijd leven en van alles en nog wat meemaken, ook aan moeilijke en dreigende en vreselijke dingen als oorlogen, rampen, epidemieën, natuurgeweld, klimaatproblemen, en ook een tijd waarin wie geloven het al te vaak zwaar hebben door bedreigingen en vervolgingen, zelfs van wie heel dichtbij staan.
En weer die vraag: wat doet dat met je, hoe ga je ermee om, hoe blijf je overeind?

Ik zei net dat dit Bijbelgedeelte best lastig is om helder te krijgen wat bedoeld is.
Dat zit vooral vast op de vraag op welke tijd en situaties slaat wat Jezus zei. Je krijgt het ene moment de indruk dat het gaat om wat we dan wel de ‘eindtijd’ noemen, de periode die voorafgaat aan de terugkomst van de Heer op de wolken; daar gaat het ook met zoveel woorden over in de verzen 27 en 28 en ook in vers 36, waar we lezen over ‘de Mensenzoon’ die in heerlijkheid arriveert, en ons ter verantwoording roept. Maar in het gedeelte vanaf vers 20 heeft Jezus het over de stad Jeruzalem die door vijandelijke legers omsingeld en verwoest zal worden en dat het er dan op aan komt of je op tijd weg kan komen voordat je gevangen genomen, weggevoerd of gedood wordt, want Jeruzalem zal “vertrapt worden door de heidenen”, een vreselijke tijd.
Terugkijkend in de geschiedenis weten wij dat het zo ook is gegaan, in het jaar 70 na Christus, toen de Romeinen Jeruzalem en de tempel hebben verwoest en veel mensen, vooral christenen, de stad zijn ontvlucht de bergen in, naar her dorp Pella.
Maar dan, als in één adem, gaat het verder over tekenen aan de hemel, en angst onder de volken, als het ware vanwege kosmische rampen, en dan komt Jezus. Dan vraag je je af wat dat wil zeggen want dat slaat toch op gebeurtenissen veel later?

Zoals vaker helpt het ook hier om andere Bijbelgedeelten erbij te betrekken, zeker als het om een van de vier evangelieverhalen gaat – vier die vaak elkaar aanvullen. In dit geval is verhelderend ernaast te leggen wat Marcus – de secretaris van Petrus – over ditzelfde gesprek vertelt, met veel overeenkomsten maar ook aanvullingen. B.v. dat de aanleiding tot dit gesprek een opmerking was van een van de leerlingen in het zicht van het tempelcomplex: “Meester, kijk eens wat een enorme stenen en wat een imposante gebouwen”(Marcus 13: 1). Waarop Jezus reageert met hard zal zijn aangekomen bij zijn leerlingen: er blijft geen steen op de ander, heel die tempel zal worden afgebroken. Het was blijven hangen bij ze, want als ze dan later op de dag vanaf de Olijfberg die tempel weer zien liggen, vraagt Petrus wanneer dat vreselijke zal gebeuren en waaraan ze kunnen herkennen dat het zover is – waarop Jezus als antwoord geeft wat we ook lazen bij Lucas dat ze niet door nepnieuws zich moeten laten beetnemen, en dat er eerst nog heel wat gebeuren zal – juist ook aan moeilijke dingen voor wie Hem willen volgen – en dat zij rustig moeten blijven en volhouden.

Dat is dan ook meteen de eerste les om overeind te blijven in een tijd vol onrust, dreiging en onzekerheid : volhouden – daar zit uithoudingsvermogen en geduld bij.
Dat gold voor de eerste generatie christenen die na Pinksteren de wereld in gaan met de boodschap van Jezus en die zullen stuiten op weerstand, vijandschap, vervolging, en die dat zelfs kan komen te staan op gevangenschap en doodstraf. We weten dat dat ook is gebeurd in die eerste eeuwen en ook later, tot vandaag aan toe. En ook – ik zei het al – is uitgekomen wat Jezus zei over Jeruzalem en de tempel. Maar, zei hij erbij, dat is nog niet het einde, en wanneer dat einde komt, weet God alleen – in Marcus 13 lezen we: “Niemand weet wanneer die dag of dat moment zal aanbreken, de engelen in de hemel niet, en de Zoon niet, alleen de Vader”(13: 32).

Een les die al te vaak niet geleerd is, als b.v. in tijden van oorlogen of grote rampen altijd wel weer dominees of andere zogenaamde profeten denken te weten dat het nu wel bijna zover is, en dat met allerlei Bijbelteksten of spitsvondige rekensommen. En ze beroepen zich er dan op dat Jezus zelf ons ‘tekenen der tijden’ gegeven heeft. Dat laatste is waar, maar die tekenen zijn wel wake-up-calls maar geen tijdpad. Ik zal nooit vergeten dat toen ik student was de al oude dominee Douwe van Dijk een lezing hield over die tekenen van de tijden en toen zei dat je ze moet zien als richtingwijzers – die kant gaat het op – maar niet als kilometerpaaltjes – zo ver nog. Een wijze les van een al vergrijsde voorganger – altijd goed om bij die les te blijven.

Ja, want het is eigenlijk gewoon een les van Jezus zelf: laat je niet misleiden en raak niet in paniek bij allerlei berichten over oorlogen en opstanden, aardbevingen en hongersnoden en epidemieën – pandemieën – dan weer hier en dan weer daar, all over the world, en door alle tijden heen – “want dat is nog niet meteen het einde.”
Waarmee we dichter bij de betekenis komen van dit onderwijs van onze Heer, dat bestemd is voor de tijd die zijn eerste leerlingen nog zouden meemaken maar ook meegaat daarna tot aan de dag dat Hij terugkomt, en dus ook actueel voor ons.

Sinds onze Heer wat in dit hoofdstuk is opgeschreven heeft gezegd, zijn bijna tweeduizend jaar voorbijgegaan en veel van wat we lazen is gebeurd en gebeurt nog steeds, en daar kun je van onrustig worden, bang, of zelfs van in paniek raken – of –
en dat kan ook zomaar – er cynisch van worden en je ogen maar ervoor sluiten. Vooral als het nieuws is – zomaar oud nieuws – dat onszelf minder of niet raakt: al die vluchtelingen in wrakke bootjes of in tenten in Griekenland of Libanon of waar dan ook; die ondernemers die bang zijn failliet te gaan, die jongeren aan de kant zonder contract en zonder geld, die daklozen die niet thuis kunnen blijven, die ouderen in het verpleeghuis die gelukkig geen familie of bekenden zijn, die oorlog en al die verwoestingen ver van ons veilige huis; die christenen die worden vervolgd, die mensen die lijden onder discriminatie en racisme, anti -semitisme, haat tegen moslims, en ga zo maar door –heel erg, maar je kunt er toch niets aan veranderen….

Maar wat dan wel? Hoe blijf je overeind bij dat alles zonder in paniek te raken of cynisch te worden, zonder of je kop in het zand te steken of er niet van te slapen?
Als eerste – ik gaf het al even aan – wat in vers 18 staat : standvastigheid, om zo erdoor heen te komen, je leven te redden omdat God er is en je overeind houdt. Het is een ijzersterke bemoediging van Jezus je Heer: “Geen haar van je hoofd zal worden gekrenkt. Red je leven door standvastigheid” – het gebruikte woord heeft in zich dat geduld gevraagd wordt en uithoudingsvermogen, veel dus, het kost veel en je krijgt niet de garantie dat je niks kan overkomen – integendeel – lees maar wat er allemaal op je af kan komen en wat het je kan kosten, maar houd vol en houd moed want dit is niet het einde, het einde is gered worden en overwinnen, met Jezus.

Houd vol en – dat is twee – vat moed. Dat haal ik vooral uit vers 28, na dat lastige gedeelte over al die ellende tijdens en na de belegering en verwoesting van Jeruzalem en daarna – weer komen beelden langs van natuurgeweld boven en beneden – en angst slaat door de wereld: “de mensen worden onmachtig van angst voor wat er met de wereld zal gebeuren”- dat slaat op de tijd die de eerste leerlingen zouden gaan meemaken, maar het herhaalt zich de eeuwen erna, tot op vandaag, en we herkennen het in onze tijd met dan weer aanslagen, nu weer zo’n pandemie en we weten niet wat het volgende zal zijn, en oorlogen en dictaturen zijn er ook steeds maar weer – en dan is de bemoediging van onze Heer om moed te vatten en er voortekenen in te zien van de definitieve afrekening en verlossing als Hij terug zal komen: “wanneer dat alles staat te gebeuren, richt je dan op en hef je hoofd, want jullie verlossing is nabij”. Nabij, dat wordt herhaald in vers 31: “Zo moeten jullie ook weten, wanneer je die dingen ziet gebeuren, dat het koninkrijk van God nabij is”.
‘Nabij’, zoals vaker in de Bijbel staat er geen datum bij en krijgen we ook geen tijdpad mee, maar is het wel een stip op de horizon: het komt goed, laat je hoofd niet hangen maar kijk omhoog en zorg dat je er klaar voor bent.

Ja, want dat is de derde en laatste aansporing; wees waakzaam en blijf bidden. Dat is een oproep om scherp te blijven, en in alles gericht op God en op zijn toekomst.
Er gaat een waarschuwing aan vooraf – ook heel actueel voor onze tijd – om niet afgestompt te raken door of ‘de roes en de dronkenschap’- zeg maar: werk, geld, luxe, spullen, uitjes en noem maar op – óf ‘de zorgen van het dagelijks leven’- zeg maar: m’n baan, m’n gezondheid, m’n pensioen, m’n huis of het zoeken ernaar, dat virus en wat er de gevolgen van zijn, en zoveel meer dat ons in beslag kan nemen.
Allemaal vanuit de gedachte of de wens om alles in je leven in de grip te hebben.
Ik herken het bij mezelf als het meest lastige en ingrijpende van al die beperkende maatregelen van de laatste maanden: ik heb er moeite mee dat ik niet het leven kan leven dat ik graag wil en waar ik me goed bij voel: op bezoek gaan als dat zo uitkomt, naar een museum of een stad als ik daar zin in heb, en vooral ook: naar de kerk elke zondag en de preekafspraken die gemaakt zijn nakomen, en elkaar ontmoeten…en ook dat de vakantie die we hebben geboekt gewoon kan doorgaan en zo nog wat…en dan ineens gaat door een heleboel een streep of je moet in elk geval erover nadenken wat wel en niet kan en dat je elkaar op afstand moet houden…heftig!
En dan bekruipt me de nare gedachte dat het zo nog maanden door kan gaan misschien, dat je de hele winter niet gewoon naar de kerk kan en op bezoek…je hebt het niet meer onder controle, je moet afwachten en geduld hebben en volhouden… Het zijn precies de aansporingen die we in dit gedeelte horen van onze Heer zelf,
met het oog op tijden vol onrust en onzekerheid; maar hoe brengen we dat op?

Het kan niet op eigen kracht en met allerlei eigen goede voornemens, we hebben er de hulp van boven voor nodig, van God zelf die in ons woont en werkt door zijn Geest – Jezus zegt ook in vers 36 dat we niet moeten ophouden te bidden, en bidden is vooral om hulp en kracht vragen om vol te houden, de moed erin te houden en waakzaam te blijven – en daar geeft God ons ook elkaar voor: familie, gemeente, en ook een overheid die goed luistert naar de burgers en het goede met ons voor heeft – anders dan in landen waar regeringsleiders de situatie misbruiken voor eigen gewin en vergroting van hun eigen grip op hun burgers – bid vooral ook voor die landen, en voor zovelen die extra kwetsbaar zijn als vluchtelingen, daklozen, armen.

Gemeente, nog altijd zijn we onderweg en in afwachting, onderweg naar de echt goede nieuwe tijden als Jezus een eind maakt aan al die onzekerheid en onvrede. Als er een wereld komt zonder ziekte en oorlog, zonder eenzaamheid en stress. Zover is het nog niet, en daarom blijft het aankomen op volhouden en moed houden. In de zekerheid van vers 19: je redt je leven door standvastigheid. Beloofd is beloofd!
amen

Zingen: Opwekking 354 ‘Glorie aan God’

Gebed

Collecte

Zingen: Gz. 231: 1-4 NGK ‘Maak muziek voor God de Vader’

Zegen

Zingen: NLB 425 ‘Vervuld van uw zegen’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *