Johannes 4 Bij de Jakobsbron

liturgie morgendienst VAK zondag 15 maart 2020

Votum en groet (Sela)
Onze hulp en onze verwachting is van God onze Heer.
Hij die alles maakte laat niet los wat Hij begon.
Genade & vrede van God de Vader.
Door Jezus Zijn zoon Immanuel.
Hij wacht met zijn Geest in ons.
Onze hulp en onze verwachting is van God onze Heer.
Hij die alles maakte laat niet los wat Hij begon.
Genade & vrede van God de Vader.
Door Jezus Zijn zoon…

zingen: Ps. 42: 1,4,6 Levensliederen

1 Als een hulpeloze hinde,
die naar stromend water smacht,
zo verlang ik u te vinden,
u, mijn God, op wie ik wacht.
Ik verlang naar God, die leeft,
die mijn ziel te drinken geeft.
Wanneer zal ik hem ontmoeten,
zal Gods glimlach mij begroeten?

4. Ik ben uitgeput van binnen,
aangeslagen, opgebrand.
God, op u zet ik mijn zinnen,
in dit berg- en heuvelland.
Hoor hoe diep het water dreunt,
Hoe mijn ziel daaronder kreunt.
Ik raak machteloos bedolven
Onder al uw hoge golven.

6. Waarom, ziel, zo aangeslagen,
waarom bang en rusteloos?
Hoop op God, stel Hem je vragen.
Wees niet langer lusteloos.
Want de dag komt – heb geduld! –
dat je Hem aanbidden zult.
Je mag blij zijn naam belijden:
Hij zal jou opnieuw bevrijden.

Gods leefregels Jesaja 58: 6-11

zingen: NLB 911: 1,2,3 – melodie Gezang 170 GK

1.Rots, waaruit het leven welt,
berg mij voor het wreed geweld;
laat het water met het bloed,
dat Gij stort in overvloed,
als een bron van Sion zijn,
die ontspringt in de woestijn.

2. Niet de arbeid, die ik lijd,
niet mijn ijver en mijn strijd,
niet mijn have en mijn goed
komt uw wensen tegemoet;
ook mijn tranen en verdriet
zijn voor niets, redt Gij mij niet.

3 Ja, Gij zijt het die mij redt,
van uw eigen strenge wet,
van mijn eigen dwaze schuld
die Gij delgt in uw geduld;
God, die al mijn kwaad verdroeg,
Uw genade is genoeg.

gebed

Schriftlezing: Joh. 4: 1-30 en 39-42

zingen: Ps. 139: 1,4,8 DNP

1. HEER, U doorgrondt mij, U ontwart
al de geheimen van mijn hart.
U ziet mij thuis en onderweg,
terwijl U opvangt wat ik zeg.
Ja, zelfs onuitgesproken zinnen
neemt U al waar bij mij vanbinnen.

4. Al kroop ik weg, het hielp mij niet,
omdat U altijd alles ziet.
Al werd het donker overdag,
zodat geen sterveling mij zag,
dan nog zou mij uw licht beschijnen;
nooit kan ik uit uw zicht verdwijnen.

8. Mijn hartsgeheimen leg ik, HEER,
volkomen eerlijk voor U neer.
Peil alles wat ik denk of zeg;
neem het verkeerde in mij weg.
Doorgrond mij God, en toets mijn leven;
wil mij voor eeuwig richting geven.\

verkondiging: Bij de Jakobsbron..

Beste mensen, gemeente van Christus,

De kraan is geduldig.
Dat zei mijn moeder vroeger als wij klaagden over dorst en om limonade vroegen.
Het had natuurlijk te maken met niet veel geld, zeker niet voor luxe als frisdrank.
Tegenwoordig komen we er steeds meer achter dat water ook veel gezonder is
dan al die cola en andere frisdranken en sapjes met vooral veel te veel suiker.
Gezondheidssites wijzen erop dat een mens vooral genoeg water moet drinken.
En dan is ook dat een luxe in Nederland dat de kraan geduldig is: er komt op elk
moment van de dag genoeg water uit en dan ook nog schoon, helder drinkwater.
In veel landen is dat wel anders: drink niet uit de kraan en zeker niet als die kraan
ergens aan de weg staat, drinkwater kun je beter in flessen kopen in de winkel…
Dat is zelfs heel normaal als je vakantie viert in Zuid-Europa of in Oost-Europa.
Verder weg, b.v. in veel landen in Afrika en Azië, is een groot tekort aan schoon drinkwater
de voornaamste oorzaak van allerlei nare ziektes als cholera, dysenterie en tyfus.
Ik las op de website van Cordaid: “Jij en ik zijn in 15 stappen bij de kraan
en verbruiken per dag zo’n 120 liter water. Maar 844 miljoen mensen wereldwijd
hebben helemaal geen toegang tot schoon water.
En iedere 90 seconden sterft er ergens een kind door het drinken van vervuild water”.
En ook: ”263 miljoen mensen moeten langer dan een uur lopen om aan water te komen”.
Dat zijn vaak vrouwen en kinderen die erop uit worden gestuurd om water te gaan halen”.
Net als die vrouw uit dit verhaal.

Met dat in ons achterhoofd komt dichterbij wat we Jezus hoorden zeggen in dat
gesprek met die Samaritaanse vrouw daar bij die put, op het heetst van de dag.
Als Jezus die vrouw om water vraagt uit zij haar verbazing over die vraag want
Joden en Samaritanen zijn als water en vuur en een Jood zal zeker geen water
drinken uit een beker van iemand uit Samaria want die geldt als onrein
en dan wordt je zelf ook onrein; nee, niet door een of ander virus
maar doordat die aanraking met wie of wat als onheilig gold jou ongeschikt
maakte om bij God te komen, in zijn tempel…
Zo dachten ze toen, zo scherp werden de grenzen getrokken: wij t.o. zij.
Ja, en dan zit hier ook nog een man die in gesprek gaat met een vrouw
die hier zonder haar man is en dat was in de cultuur van toen ook ongepast.
Als de leerlingen van Jezus terugkomen weten ze dan ook niet wat ze zien:
“ze waren verbaasd dat Jezus met een vrouw aan het praten was”. (vers 27 BGT) .
Ze zeggen niks, vertelt Johannes later maar dachten allemaal hetzelfde:
wat doet hij toch, waarom praat hij met haar?

Op dat moment is er al heel wat gebeurd in die ontmoeting van de vrouw met Jezus.
Terug naar het begin van het gesprek: als de vrouw zich verbaasd afvraagt
waarom die onbekende Joodse man haar, een Samaritaanse, om water vroeg,
keert Jezus het om: als je wist wie Ik was zou jij Mij om water vragen.
Als je wist wie Ik was – en dat weet ze niet, voor haar is Jezus een onbekende man,
een verdwaalde Jood… De vrouw heeft nog geen idee over Jezus, wat blijkt uit haar reactie.
Jezus: “als je wist wie Ik was, zou je mij om water vragen…”
Zij: “maar meneer, hoe kunt U nou zonder emmer water uit die put naar boven halen,
uit die put die ooit is gegraven door Jakob, uw en mijn voorvader:
beter water is er niet dan levend water uit die bron van leven
die zich al eeuwen bewezen heeft?
Of: bent U misschien meer en kunt u meer dan onze vader Jakob?
Hé, begint er al iets te dagen, zou deze man misschien bijzonder zijn?

Ongedacht slaat ze de spijker op de kop: hier is Hij die meer is dan vader Jakob en
daarom Degene die water in de aanbieding heeft dat gezonder is en beter voor de
dorst dan water uit de put hoe goed ook, of water uit de kraan hoe betrouwbaar ook:
“Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen, maar wie het water drinkt
dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen”–dit water geeft meer: eeuwig leven zelfs.
Omdat Hij die het geeft het leven zelf is en leven met Hem gezond en levend maakt.
Zoals die vrouw even later merkt als haar veelbewogen leven tegen het licht wordt gehouden
en Jezus haar niet afwijst maar voor haar de weg naar nieuw leven is.. er begint bij haar
die eerst geen idee heeft wie die vreemde man toch is, langzaam een lichtje op te gaan –
eerst de ontdekking: “nu begrijp ik het, u bent een profeet”.
Dat moet wel, iemand die dwars door je heenkijkt en weet wat er in je leven speelt….
En even later valt het kwartje helemaal: zou deze Jezus niet de messias zijn?

Ja, en dat als reactie op dat wel heel pijnlijke over haar best ingewikkelde leven.
Wat vast wel even schrikken voor haar zal zijn geweest at die man alles van haar wist
en zo te horen eens even flink zout in haar wonden wrijft: ga je man eens roepen –
maar ik ben niet eens getrouwd – nee, klopt, je hebt al heel wat relaties achter de rug –
en de man met wie je nou samenwoont is niet je man – in een paar woorden een hele bak ellende dus,
en een heleboel verdriet en misschien ook best schaamte – al moeten we oppassen om in te vullen wat er niet staat,
en al te gauw te denken: nou,alle reden voor Jezus om haar aan te spreken en haar op te roepen tot bekering.
Het staat er niet, en ook niet dat Jezus tegen haar zegt: ga heen, en zondig niet meer.
Hoe het ook zij, ze heeft diep gevoeld dat Jezus haar niet afwees maar haar het gezonde, goede leven gunde:
levend water dat haar dorst kon lessen – en haar wilde maken tot een bron van zegen en liefde en nieuw leven voor mensen om haar heen.
Zoals Jezus later terug bij zijn eigen volk, midden in de tempel, tegen kerkmensen zou zeggen – en tegen ons dus ook –
“Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken. Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie gelooft” (Joh. 7: 37-38)

Dus moeten ook wij altijd weer terug naar de Bron, van wat we geloven, van wat we hopen,
en vooral: van de liefde – naar Hem dus die de Liefde is en het Leven.
Met opzet schrijf ik hier het woordje Bron met een hoofdletter: leven uit de
Bron is meer dan en gaat dieper dan putten uit de traditie van de kerk,
of zelfs dan dat we ons willen houden aan de Bijbel – al heeft dat allemaal een plek
en zijn het hulpmiddelen om dichter te komen en te blijven bij Wie de Bron is: Jezus, en God.
Jezus heeft het tegen die vrouw uit Samaria over levend water dat Hij haar – en ons ook – geven wil.
En dat levende water is de Heilige Geest die je krijgt als je door geloof aan Jezus verbonden bent,
als je op die hemelse Bron bent aangesloten.
Wat vervolgens gaat niet via het hoofd en via redeneringen en wat te snappen is
maar via het hart dat vol wordt van de liefde waarmee God ons aanraakt en die
God aan ons en via ons aan anderen kwijt wil: de vrucht die groeit door de Geest.

Ja maar, hoe gaat dat nou, wat is nou dat drinken, dat leven, uit de Bron,
en hoe werkt dat nou concreet, voor je eigen geloofsleven, en voor samen als gemeente?
Het is natuurlijk waar dat dan bijbel lezen belangrijk is, en bidden, en kerk -zijn.
Maar toch blijft het vaak bij woorden en afstandelijk, en verandert er zo weinig.
En herkennen we onszelf en ook elkaar vaak in dat levenslied: “Ik ben uitgeput
van binnen, aangeslagen, opgebrand” – ik heb het ook wel eens door wat in de
kerk gebeurt en we elkaar aandoen, door mensen die je kunnen leegzuigen en
die een bodemloze put zijn van nooit genoeg aandacht en altijd net verkeerd wat je doet,
door negativiteit en niet openstaan voor feedback en alleen willen ontvangen.
Wat ten diepste vastzit op een tekort aan liefde, een niet echt uit genade leven, en
dan ook niet in staat zijn de ander echt liefde te geven, en ruimte, en aanvaarding.
Als de bijbel het diepste verlangen van de mens vergelijkt met hevige dorst, denk
ik dat dat diepste verlangen er een is naar liefde, naar aanvaarding, en erkenning.
Zoals die vrouw met al die mannen schreeuwde om echte liefde, om wie zij was.
Zoals achter veel stoerheid en agressiviteit in onze tijd een hunkeren naar liefde.
Zoals achter veel kritiek en negativiteit een verlangen zit om er echt te mogen zijn.
Augustinus schijnt het eens zo gezegd te hebben: ik heb lief, ik wil dat jij bent.

Jezus nodigt ons uit, spoort ons aan, om naar Hem toe komen als je dorst hebt.
Dat is: de woorden van Jezus je eigen te maken, en zijn leven te leven, door je hart
open te zetten zodat Gods liefde kan binnenstromen en Jezus in je kan gaan wonen.
Ja en dan gebeurt er nog een wonder: dan mag ik en mag jij zelf een bron worden
van levend water, een bron van liefde naar anderen toe, binnen de kerk en erbuiten.
Dan ga je in woorden en vooral ook in hoe je praat en doet Jezus bekend maken,
en dan niet alleen als degene die voor mijn zonden is gestorven en redder van mensen,
maar – zoals die mensen in Samaria zeggen: als werkelijk de redder van de hele schepping,
er staat: redder van de kosmos – en dus ook van dieren en planten, lucht en water,
van sterren en planeten – en wil je op Jezus lijken dan zul je zuinig op die schepping
proberen te zijn en met Hem meewerken aan de redding van de aarde.
Hoe het verder ging in Samaria , is heel bijzonder en nog steeds leerzaam voor ons.

Bijzonder hoe die vrouw reageert op wat Jezus tegen haar zei – scherp maar vooral liefdevol –
en dat raakte die vrouw en ze is er diep van overtuigd: dit is de messias, als je Hem volgt
krijg je echt een ander leven, dan overwint Gods liefde en genade.
Waarop de vrouw haar kruik bij de put achterlaat – die is even niet belangrijk meer-
en terug rent naar Sichar want dit moeten ze daar allemaal weten: de messias is hier!
Johannes vertelt dat niet hij en de andere leerlingen van Jezus dat rondbazuinden,
maar dat deze vrouw de eerste was die de boodschap van Jezus bracht bij haar volksgenoten:
‘in die stad kwamen veel Samaritanen tot geloof in Jezus door het getuigenis van de vrouw” (vers 30).

Hoe bijzonder wat daar gebeurde: een vrouw die eerst geen idee van Jezus had
wordt diezelfde dag nog de eerste evangeliste in Sichar: Hij weet alles van me
en toch wijst Hij me niet af, bij Hem is echt leven!

Het mag dan zo zijn dat de twaalf discipelen mannen waren, maar onderschat niet de rol
die Jezus aan vrouwen gaf om zijn boodschap verder te brengen en zijn kerk te bouwen –
ook dit verhaal kan ons helpen als het gaat over vrouwen in kerk en ambt.
Je leert eruit dat vrouwen net zo goed ingeschakeld worden om de boodschap
van Jezus verder te brengen en te bouwen aan zijn werk en zijn kerk als mannen –
en ook dat dat niet is voorbehouden aan wat we dan een ambt noemen
alsof dan die boodschap meer gezag krijgt – let op wat de mensen uit Sichar tegen de vrouw
die hen over Jezus verteld had zeggen als je Jezus zelf hebben ontmoet en gehoord:
“Wij geloven nu niet meer om wat jij gezegd hebt, maar we hebben hemzelf gehoord
en we weten dat Hij werkelijk de redder van de wereld is”.
Daarmee is ook dit een voorbeeld hoe je voor anderen een bron van zegen kan zijn,
niet vanwege een of andere status – noem het ambt – maar doordat je met de gaven en mogelijkheden
die je hebt gekregen het verhaal van Jezus doorvertelt en voor leeft.
Van die Jezus van wie ze in het Samaritaanse land ontdekten en geloofden
dat Hij de redder van de wereld is – van de wereld, dus ook van mensen in Samaria en ver daarbuiten –
er staat zelfs: redder van de kosmos, daar horen ook dieren bij en bomen en planten,
dat geldt ook van lucht en bodem en water= leven voor die schepping, en toekomst.
Met uitzicht op een voorgoed schone en leefbare nieuwe aarde met levend water!

De vrouw uit dit verhaal heeft vast en zeker haar kruik weer opgehaald
en is met die kruik vol bronwater naar haar huis gegaan
en naar de man met wie ze samenwoonde en de dagen erna moest ze elke dag
weer dat hele stuk lopen voor weer water –
en nog steeds is schoon en gezond water essentieel,
ook voor gelovige mensen want ook al weet je van Jezus die meer dan gewoon water blijvend leven geeft,
ook dan wordt een mens ziek en gaat hij dood als het water dat hij drinkt vol gifstoffen zit.
Jezus zegt het tegen die vrouw en weer in de tempel:
het water dat Ik geef zal een bron worden van water dat eeuwig leven geeft –
zelfs: “rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in Mij gelooft” –
via u en jou en mij mag Gods liefde gaat stromen naar anderen –
wie uit Gods liefde leven gaan zelf liefde geven.

Wat dan niet bij mooie vrome woorden blijft maar heel concreet wordt om daden,
in hoe we omgaan met elkaar, ook in dat heel concrete zoals Jezus ergens zegt
‘een beker water geven aan een van de kleinen, de meest kwetsbaren.

Vandaag aan de dag hoort daar ook het zuinig zijn op de aarde bij en op het water
en kijken wat we kunnen meehelpen aan schoon water voor iedereen wereldwijd,
en een betere bodem en lucht, en blijven opkomen voor vluchtelingen in die kampen en in de illegaliteit,
en willen delen met wie veel minder heeft dan wij – door gezegend zelf weer tot bron van zegen te zijn –
ook in het dagelijkse van eten en drinken, kleding en een dak boven het hoofd – een plek om te schuilen,
een veilig thuis. En dat oefenen we als het goed is in de kerk, de plek waar we met onze Heer mogen eten
van dat ene brood en drinken uit die ene Beker – waar we leren wat delen is.
En leer om te bidden en te worden als de gevende handen van onze Heer:
“Met zovele gaven aan ons gegeven voor zoveel leed, zoveel gemis,
maak ons uw dienaars, leer ons te delen, totdat uw rijk hier is”.
amen

zingen: NLB 188 Bij de Jakobsbron

soliste
1. Bij de Jakobsbron
stond ik dorstig in de zon
op het middaguur der schaamte.
vrouwen
Waar Hij, vreemd genoeg,
mij, een vrouw, om water vroeg,
mij, Samaritaanse.

mannen
2. Als je wist, sprak Hij,
van Gods gave, jij zou mij
nu om levend water vragen.
allen
Water dat Ik geef
lest je dorst zolang je leeft,
laaft je alle dagen.

refrein allen
Wij horen helder het geluid
van levendmakend water.
Kom, schenk uw woord als water uit,
vervul ons met genade.

mannen
3. Als een springfontein
zal dit water in je zijn,
de vervulling van verlangen.
allen
Kruik, wat klink je hol,
met je buik van leegte vol.
Breek om te ontvangen.

vrouwen
4. Meer dan Jakob, Gij
die uw bron ontsluit voor mij,
laat uw zegeningen stromen,
allen
Christus die mij drenkt
en mij levend water schenkt,
laat mij tot U komen.

refrein allen:
Wij horen helder het geluid
van levendmakend water.
Kom, schenk uw woord als water uit,
vervul ons met genade.
gebed

collecte

zingen: ZG 301: 1,4,5 – melodie Psalm 24

1. Mijn hart wacht stil op U, o Heer,
uw komst verwacht ik, meer en meer,
uw liefde houdt mijn ziel gevangen.
Naar U gaat al mijn vreugde uit,
ik wacht op U, wacht als een bruid,
reikhalzend hunkert mijn verlangen.

4. Ik roep, ik smeek vol ongeduld:
O Geest, als Gij mijn leven vult,
o overvloed, o milde regen,
dan wordt mijn hart verrassend rein,
dan drink ik fris uit uw fontein:
water des levens, zuiver zegen!

5. Met heel mijn hart verwacht ik, Heer,
uw komst, de grote ommekeer;
hoe vrolijk zal ik U ontvangen!
Gij die mijn allerliefste zijt,
kom, Gij die lijf en ziel bevrijdt,
vervul mijn allerdiepst verlangen!

zegen