Lucas 2: 9-12 Gods licht in onze nacht (1e kerstdag 2019)

Liturgie 1e kerstdag 2019

Lezen: Micha 5: 1-4a
Zingen: Christe, lux mundi, qui sequitor te habebit lumen vitae

Christus, licht van de wereld, wie u volgt heeft licht van leven
Christ, light of the world, whoever follows you has light of life

Belijdenis van afhankelijkheid

Onze hulp en onze verwachting is van God onze Heer.
Hij die alles maakte, en zijn wereld wil redden,
laat niet los wat Hij begon.
amen

Groet

Genade en vrede voor u en voor jou van God de Vader,
door Jezus Zijn Zoon, Immanuël, = God-met-ons
Hij woont met Zijn Geest in ons.
amen.

Zingen: NLB 477: 1a, 2m.3v, 4a, 5a ‘Komt allen tezamen’
NLB 478: 1,2,4 “Komt verwondert u hier mensen”

gebed

profetenlezing: Jesaja 9: 1-6
zingen: NLB 482: 1,2,3 ‘Er is uit ’s werelds duist’re wolken’

evangelielezing: Lucas 2: 1-14
zingen: NLB 486: 1-4 ‘Midden in de winternacht’
.
overdenking over Lucas 2: 9-12 Gods licht in onze nacht

luisterlied Sela ‘In het licht’

gebed

collecte

Slotlied ‘Ere zij God’

Zegen

(amen)

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, broers en zussen, jong en al ouder,
dia 1
Midden in de winternacht…en we zongen ook nog over sneeuw en ijs…
Een bekend kerstlied, vrolijk met al die instrumenten, maar klopt de tekst wel?
We kennen de beelden van oude schilderijen. dia 2 Schapen dicht tegen elkaar aan gekropen in een besneeuwd landschap, herders die zich warmhouden rond een knapperend houtvuur en zich tegen de snijdende wind beschermen met mutsen en dikke dassen.. En kerstliederen gaan erover, zoals dat vrolijke lied dat we zongen. Alleen klopt er van die beelden en veel van die liedjes niet zo veel. De schapen waren er, en natuurlijk de herders ook, maar het was waarschijnlijk in de zomer,
al was er vast wel een vuurtje omdat het fris was ’s nachts en tegen wilde dieren.
Sneeuw en ijs zijn bij ons al zeldzaam – weer geen witte kerst – in Israël nog meer.
Zie dat van die winternacht maar als beeld van de situatie toen: ijzig, kil, somber…
Verkijk je niet op dat vredige tafereel van herdertjes die lagen bij nacht in het veld. Het was voor het Joodse land een moeilijke tijd. Lucas begint zijn verhaal met namen die van onderdrukking spreken: keizer Augustus in het verre Rome die de Verhevene werd genoemd en als godenzoon werd vereerd en zich liet vereren; een stadhouder Quirinius, een verplichte volksverhuizing vanwege de belastingdienst die ook toen al weinig mens- gericht was, en later speelt ook nog Herodes een lugubere rol…
Het roept het beeld op van onvrijheid, van een land dat bezet gebied was. Wat dat betreft was er sinds Jesaja niet veel veranderd en stampten nog steeds soldaten -laarzen rond, werden mensen geslagen als zich niet slaafs gedroegen, werd het volk onderdrukt; in het beeld van dat lied: het was nog steeds winternacht, koude oorlog.
En juist in die nacht begon na heel veel eeuwen het licht op te gaan, heel bijzonder: doordat gebeurde wat Jesaja lang van te voren aankondigde: een kind geboren. Dat is in een ellendige tijd van ziekte of oorlog een lichtpuntje: een kind, toch toekomst!
De geboorte van een kind geeft zelfs als alles hopeloos lijkt, hoop: nieuw leven!
Zeker de geboorte van dit kind, een koningskind, en zelfs beloofd als vrede-koning.
dia 3
Het was een nacht als alle andere nachten. Bijna iedereen in Bethlehem en wijde omgeving lag op één oor. Maar herders waren wakker, of in elk geval: ze hielden om de beurt de nachtwacht. Goede herders passen op hun schapen en wagen zelfs, als het nodig is, hun leven voor die schapen…..Dan denk je zomaar even terug aan dat herdersjoch dat in datzelfde Bethlehem eeuwen geleden was geboren, en in deze zelfde streek wie weet hoe vaak rondgezworven had met de schapen van zijn vader en die er vast heel vaak ‘s nacht op had moeten passen en die koning werd: David.
Een gewone rustige nacht. Maar dan opeens: een fel licht, en uit dat licht een stem.
Niet zo gek dat die herders enorm schrokken. We lezen: “de herders werden verschrikkelijk bang”. Dat verbaast misschien, zeker in het licht van het vervolg:
“ze werden omgeven door het stralende licht van de Heer”. Anders vertaald: “de heerlijkheid van de Heer omstraalde hen”. En toch: angst, paniek, wat is dat nou?
Licht is ook confronterend: je wordt in het zonnetje gezet, je kunt je niet verstoppen.
En dat is voor mensen met ook wat je liever niet laat zien en weten, best angstig.
Jezus zegt later zelfs dat mensen het licht haten omdat alles dan aan het licht komt.
Maar de herders worden niet verblind door dat licht en niet verteerd door heilig vuur. De engel begint meteen tegen hen te praten om hen gerust te stellen: je hoeft niet bang te zijn….nee, er is alle reden om heel erg blij te zijn vannacht. Om dat te begrijpen, moeten die herders – en wij ook – en iedereen die ook wil gaan delen in die blijdschap – naar die stal, want daar is een redder geboren, daar is Hij geboren die de weg zal banen waarlangs mensen weer bij God kunnen komen. God stuurt zijn eigen Zoon om hier op aarde ons leven te leven, om al de ellende die mensen kan overkomen aan den lijve te ervaren, en mensen weer bij God terug te brengen…het liefst alle mensen – want God wil niemand kwijt maar voor ieder het goede leven.
Dat is nou kerst: zo dichtbij u en jou wil God komen! Zijn hemelse licht omstraalde die herders. Niet om de engel heen was dat licht maar om die herders heen. God zelf komt op bezoek bij heel gewone mensen God heeft in die mensen zijn welbehagen. Hij houdt van mensen. Ook van u en van jou en van mij, en zoveel anderen, in een grote kring om die engel en die herders heen Kijk maar mee met die herders – ga met heen mee naar die stal – en geloof: God… zo dichtbij…dicht bij mij…bij hem, bij haar!
dia 4
Dat is natuurlijk niet de stal van Bethlehem die we hier zien. Het gaat over een vrouw die een baby verwacht en ter wereld brengt in een armzalige tent in een troosteloos vluchtelingenkamp, een van de vele in onze hedendaagse wereld waarin het voor heel veel mensen erg donker is, en gevaarlijk, en naar de mens uitzichtloos. Ik heb toch voor deze beelden gekozen omdat ze dichterbij het kerstverhaal komen dan
onze versierde kerstbomen en volle tafels en al die romantische kerstverhalen.
En: voor Jozef en Maria-in-verwachting was geen plek, alleen nog een schuur en een voerbak. Niet veel later moesten ze zelfs vluchten voor de soldaten van Herodes en werden ze asielzoekers in Egypte – en wat is er in 2000 jaar weinig veranderd…
Ik las: Het is aan de orde van de dag. Voor zo ongelofelijk velen…En dan, midden in die duisternis…licht, engelen, goed nieuws. Er is een redder geboren. Iemand die er iets aan gaat doen. Ditmaal een heerser die niet uit is op macht. Die niet uit is op heersen. Maar zijn heerschappij is er een van een vredebrenger. Ik ben in uw midden als een die dient. Die zich dienstbaar opstelt aan het algemeen belang. Vrede en gerechtigheid niet voor enkelen maar voor allen”. Hij schaamt zich er niet voor die vluchteling zijn broer te noemen en die vrouwen in de gevangenis zijn zus, hij wil een van ons en van hen worden, en er zijn voor allen, ook voor die IS-vrouwen met hun kinderen die niet terug mogen, bij die opgepakte drugsbaas in Vught, bij die failliet gegane topadvocaat, en die eenzame met lange stille dagen en slapeloze nachten.
Jesaja beloofde al: ‘Het volk dat in duisternis ronddoolt, ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen, worden door een helder licht beschenen”. Zacharias eindigt zijn lofzang ermee: “Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan en verschijnen aan allen die leven in duisternis en verkeren in de schaduw van de dood, zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.” Leven in de schaduw van de dood, dat geldt van elk mens in een gesloten wereld, zonder deur naar boven, zonder toekomstperspectief.
Maar God wil door Jezus en met zijn licht die deuren openzetten naar echt leven.
dia 5
Ja maar, hoe dan en waar dan, in een wereld die juist al donker lijkt te worden voor veel mensen: in dat vluchtelingenkamp, in die container onderweg naar misschien wel verstikking, onder die brug, in die gevangenis, met dat lijf vol ziekte en pijn, in een tijd van veel eenzaamheid en stress, burnouts en depressies, honger, en dood?
Wat zijn er ook vandaag veel voor wie het donker is, onder de schaduw van de dood.
Het licht om de herders heen doofde nog diezelfde nacht. En zelfs al vier je kerst in Bethlehem, het Kind vind je er niet. Je mag dichter bij huis blijven. De God die met zijn glorie eens de herders omstraalde, wil zijn licht laten schijnen in uw en jouw hart. Dan gebeurt het ongelooflijke: wij zelf gaan al meer dat licht van de Heer afstralen. We worden echt aanstekelijke christenen! We mogen ieder op eigen plek of waar je een plek en taak vindt, een lichtpuntje worden voor mensen om ons heen.
Maar hoe kunnen we nou en elkaar en die anderen dienen met dat licht van kerst? Wat kunnen we voor elkaar betekenen als er moeiten zijn of eenzaamheid, en hoe kun je met de boodschap van Jezus die ons leert een licht voor de wereld te zijn, mensen raken en aantrekken die zijn vastgelopen in hun leven of die denken dat ze het gemaakt hebben en niemand nodig hebben, tot ineens alles onder hen wegzakt? En dat niet alleen rond de kerstdagen, maar ook in januari en die 11 maanden erna?
Dat begint heel dichtbij huis en bij onszelf: hebben we oog voor elkaar en voor die ander, zijn we echt geïnteresseerd in zijn of haar verhaal, hoe moeilijk misschien ook, zien we de ander echt staan – of liggen – en nemen de tijd om werkelijk te luisteren? Soms kan het kleine simpele al ijs breken en een brug slaan: even groeten, even een moment van oogcontact, en bij openheid van de andere kant een gesprek van hart tot hart – de eerste oefenplekken zijn het eigen gezin, de familie, en zeker: de kerk. En dan is mooi als het echt van twee kanten komt: niet alleen interesse van wie op bezoek komt, of na de dienst een praatje begint in wie opgezocht wordt of problemen heeft, maar dat je als oudere of zieke of eenzame ook eens vraagt: maar hoe gaat het nou met jou, waar zit jij mee, wat speelt bij jouw kinderen of op jouw werk – dán komt er een echt gesprek en een dieper contact –en wordt het echt een ontmoeting.
dia 6
Als christenen hebben we het er vaak over dat we het licht van Jezus willen verspreiden, en dat is ook een mooie Bijbelse opdracht. Maar er zit ook een valkuil in waar we zomaar in terechtkomen, zodat het effect tegenovergesteld is. Dat gebeurt als wij die het licht gezien denken te hebben de ander met dat licht niet blij maken of op weg helpen maar ermee in de ogen schijnen zodat ze erdoor verblind raken en worden afgeschrikt; als je indruk geeft dat jij weet hoe het zit en hoort en wat die ander moet geloven en moet doen en laten; wat zomaar de reactie kan oproepen;
mooi dat jij er blij mee bent maar val mij er niet mee lastig. Of: die kerk, praat me er niet van, want je moest eens weten….en dan komt er zomaar heel veel negatiefs…
Dus moeten we niet eerst en zeker niet alleen uitzenden maar willen ontvangen, en dat licht door onze woorden – nee, Gods woorden = gewoon de verhalen doorgeven waar mensen hopelijk wel blij van worden en hun winst mee kunnen doen – en dat licht vooral in ons doen en laten die ander laten opvangen. Zoals wat Paulus ons meegeeft over vriendelijkheid, gastvrijheid, nederigheid, zelfbeheersing, en nog meer van die vruchten van Gods Geest. Precies wat Jezus ons leert over licht voor de wereld zijn: opdat ze uw goede daden zien en dan – hopen we, bidden we, gaan we voor – niet ons maar God de eer geven. En wint de liefde het van wanhoop en haat,

Ik denk aan wat Paulus schrijft als hij het heeft over leven als christen in een nog vaak donkere wereld: “Doe alles zonder te klagen, en zonder ruzie te maken….Dan vallen jullie op tussen alle slechte en oneerlijke mensen, als sterren die schitteren in de nacht.” Dan kunnen volgelingen van Jezus dichtbij mensen zijn in hun nood en iets van het licht van Gods liefde laten zien: bij dat ziekbed, in die gevangenis, in dat vluchtelingenkamp (ik denk aan wat Dick vertelde zondag, over de Flying Seagulls), door steun aan SOS kinderdorpen, maar ook gewoon in je straat, en nog dichterbij: in eigen gezin en familie, op je werk, en samen als kerken in onze dorpen.
dia 7 Zo komt dat lied over de winternacht toch terug als beeld vol verwachting: ondanks winter, sneeuw en ijs, bloeien alle bomen, want het aardse paradijs is al gekomen.. en komt voorgoed: de dag is niet meer ver, bode van de luister die ons weldra op zal gaan! We vieren en zingen dat de hemel openstaat: Gods licht in onze nacht!

amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *