Liturgie morgendienst zondag 7 mei 2017
Thema: ‘Vrijheid geef je door – de kracht van het persoonlijke verhaal’
Votum en groet
Zingen: Ps. 124: 1,2,3’’Heel Israël getuige, blij van geest’
Wet van God Exodus 20
Zingen: Ps. 32: 1,2 LL ‘Geluk is dat je fouten zijn vergeven’
1. Geluk is dat je fouten zijn vergeven,
je zonde weg, bedekt voor heel het leven.
Geluk is dat de HEER je niets verwijt
en dat je bent bezield door eerlijkheid.
Zolang ik zweeg had ik gebroken nachten
en overdag gebrek aan nieuwe krachten.
Uw hand was drukkend zwaar – mijn lijf begon
kapot te gaan als in de hete zon.
2. Ik ben voor u mijn zonde gaan benoemen,
hield ermee op mijn fouten te verbloemen.
Ik zei: ‘Mijn schuld beken ik aan de HEER.’
En u vergaf mij – geen verwijten meer.
Laat wie gelooft zich biddend aan u binden
in tijden dat u zich door hen laat vinden.
Hoe hoog de golven om je heen ook slaan –
gegarandeerd – ze raken jou niet aan.
Gebed
Schriftlezing: Exodus 12: 14-28
Zingen: Ps. 66: 2,6,7
Schriftlezing: Psalm 116
Zingen: Ps. 116: 1,4,5,7
Verkondiging: Ex. 12: 14 en Psalm 116: 13-14
Zingen: NLB 709: 1-5 ‘Nooit lichter ving de lente aan’
1. Nooit lichter ving de lente aan
dan toen uw hand ons volk bevrijdde.
Hoe hebben w’in dat schoon getijde
verheugd maar huiverend verstaan:
Gods vijanden vergaan.
2. De winter leek voorgoed voorbij
en voor ons lag de volle zomer;
de macht was eindlijk aan de dromer,
de nieuwe mens, zo droomden wij,
verbrak de slavernij.
3. Maar winters werd het in dit land;
‘t is kil rondom en in ons midden,
in onze mond verstart het bidden,
doodskou gaat uit van onze hand
naar mens en dier en plant.
4. O God, wat zijn wij dwaas geweest,
dat w’aan de vrijheid zo gewenden,
dat wij de vijand niet herkenden,
in opstand tegen U, het meest
in eigen hart en geest.
5. Vergeef het ons, raak ons weer aan
met levensadem, lente-tijding,
en doe met krachten ter bevrijding
ons hier in Christus’ vrijheid staan.
God, laat ons niet vergaan.
Gebed
Collecte
Zingen: Lied 416: 1,2 ‘Gelukkig is het land’
Zegen
Amen: Ps. 32: 3a/4b LL ‘Bij U vind ik een schuilplaats in gevaren’
Bij u vind ik een schuilplaats in gevaren,
ik voel me veilig, u blijft mij bewaren.
U bent het die mij liefdevol omringt
en met gejuich van mijn bevrijding zingt.
Eer aan de Vader, die om ons blijft geven.
Eer aan de Zoon, door wie wij eeuwig leven.
Eer aan de Geest, die altijd voor ons pleit.
Drie-enig God, leef tot in eeuwigheid!
…………………………………………………………………………………………………………..
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, geliefd door God onze Vader
dia 1
‘Vrijheid geef je door’.
Dat is door het Nationaal Comité 4 en 5 mei gekozen als jaarthema voor de herdenking van de oorlogsslachtoffers en de viering van de bevrijding, tot 2020.
Met elk jaar een toespitsing op een bepaald aspect van herdenken en vieren.
Dit jaar is dat onderthema ’de kracht van het persoonlijke verhaal’, en dan gaat
het vooral over persoonlijke verhalen van mensen die de oorlog en bezetting
hebben meegemaakt, of verhalen die meegaan in families, over wie nooit zijn
teruggekomen, over opgelopen trauma’s, over nooit verwerkt verlies en verdriet.
Als zulke verhalen verteld worden of als je ze leest, komt wat gebeurd is veel
meer binnen dan als je alleen het grote verhaal leest, in schoolboeken b.v.,
over Hitler, over veldslagen, over de concentratiekampen en de gaskamers.
Dat maakt ook indruk, maar als je dan ineens een nabestaande spreekt, of
iemand van wie de opa is omgekomen als verzetsman of als militair,of als je opa of
oma loskomt over hoe ze de oorlog beleefd hebben als kind, dan gaat het ineens veel meer leven – en dan zijn er ook de gevolgen van die jaren die soms generaties lang doorwerken – het ging echt om heel concrete mensen…om persoonlijk leed.
En hoe bijzonder dat ze er nog steeds zijn, stokoude veteranen, met hun verhaal.
dia 2
Arendo Joustra, hoofdredacteur van Elsevier en schrijver van de jaarthematekst,
schrijft dat persoonlijke verhalen over de oorlog en over wat daarna gebeurde de essentie van het leven heel dichtbij brengen: “Ze gaan over moed en opoffering,
Maar ook over de duistere kanten van de mens. Over de dood uiteraard en over diep gevoelde ellende, pijn, angst, onmacht en vernedering. Over verraad, leugens en lafheid….En ze doen beseffen hoe het is om in vrijheid te leven, zonder nachtelijke razzia’s , zonder buigen voor een vreemde keizer”. Dat laatste slaat op Japan.
dia 3
Joustra geeft aan dat veel mensen een sterke drang voelen om hun verhaal door
te vertellen, steeds maar weer, en vaak zijn en worden die verhalen opgeschreven.
Tegelijk: dat heeft vaak tientallen jaren geduurd, en er zijn ook verhalen die met wie
het beleefd hebben onverteld het graf ingaan, uit angst of schaamte, omdat het te erg was, te confronterend is, of te pijnlijk, of uit angst niet geloofd of zelfs afgewezen of uitgelachten te worden – en wat moet je met het verhaal van je opa die fout koos
in de oorlog of over die verzetsdaad die uit de hand liep, of over die wraakactie…?
Maar hoe waardevol zijn eerlijke persoonlijke verhalen, juist voor wie het zelf niet hebben meegemaakt en zoiets nooit hopen mee te maken: om niet wie ook maar te verheerlijken of te veroordelen, maar om ervan te leren, ervoor bemoedigd en ook
gewaarschuwd te worden, en om geholpen te worden bij keuzes in eigen leven en eigen tijd, om de vrijheid die we mogen hebben door te geven en voor te leven,
en ook om zuinig te zijn op die vrijheid en er samen goed mee om te gaan.dia 4
Gemeente, de Bijbel is bij uitstek een boek vol verhalen – over God en mensen.
Om alle misverstand te voorkomen: ik bedoel niet ‘verhaaltjes’ , niet echt gebeurd
of zonder diepgang – nee, het zijn juist heel levensechte verhalen, over wat door
mensen is gedaan of wat mensen is overkomen en ook wat mensen is aangedaan,
Maar meer nog en vooral, verhalen over wat God gedaan heeft en nog steeds doet.
Want hoe oud ook die verhalen, over wat duizenden jaren geleden gebeurd is, ze
gaan over het echte leven waarin als het erop aan komt, het steeds over diezelfde
dingen gaat: schuld en boete, schaamte, vergeving, angst en moed, hoop en vrees.
En meer nog en vooral: over God die dezelfde blijft, trouw, liefdevol, geduldig; God
die boven alle tijden staat en over alle feiten gaat, en die zijn geschiedenis maakt.
Kijk, en juist omdat die verhalen over het echte leven gaan, over emoties, over wat mensen hebben ervaren, raken die verhalen mensen en hebben ze al eeuwen hun kracht bewezen – zoals we belijden dat de Heilige Geest mensen overtuigt van de waarheid van de Bijbel – en, staat er bij in art. 5 NGB “het bewijs ligt bovendien in de boeken zelf, want zelfs blinden kunnen tasten dat de dingen die erin voorzegd zijn, gebeuren”= de Bijbel bewijst zichzelf – de kracht van wat de Bijbel wil vertellen.
En dan is het er in de Bijbel allemaal: dat grote verhaal van God met zijn volk, eerst
Israël, dia 5 en na Pinksteren zijn volk samengesteld uit vele volken, culturen, talen en ook die persoonlijke verhalen, van een Adam en zijn Eva, een Noach en zijn gezin een Abraham en Sara met toch een zoon en nageslacht, een David die een man
was naar Gods hart maar ook gruwelijk onderuit kon gaan en die dat vreselijke
verhaal van overspel en moord met voorbedachten rade eerst diep probeerde weg te stoppen maar dan er toch mee voor de draad moest komen – en van die onbekende dichter van Psalm 116 dia 6 die voor de dood was weggesleept
en zijn God daar uitbundig voor wil bedanken – in de tempel, in de kerkdienst –
want bij God ben je nooit een nummer of alleen een ambt maar juist die ene mens,
en bij God gaat het nooit om ‘de zaak’, maar om mensen, om u en om jou en om mij.
En dan gaat het eigenlijk altijd samen op en loopt het door elkaar heen: dat grote
van die oorlog of dat kerkconflict of die kerkelijke eenwording, en dat misschien kleine maar minstens zo belangrijke verhaal van die gezinnen, families, enkelingen met hun eigen keuzes en frustraties, pijn en gebrokenheid – het is er en mag er zijn,
en het mag gezegd en verteld worden, bij God neergelegd, en soms opgeschreven.
Zoals de dichter van een andere psalm, van wie we ook de naam niet kennen, Psalm 66, die zingt over grote dingen die zijn volk zijn overkomen – verdrukking en vrijheid – “mensen zijn over ons heengereden, wij zijn door vuur en door water gegaan, maar U bracht ons naar een land van overvloed” – en die dan inzoomt op zijn eigen verhaal dat hij wel aan iedereen wil vertellen want vrijheid geef je door en wat een kracht heeft een persoonlijk verhaal: “Kom en hoor wat ik wil vertellen, ieder die
ontzag heeft voor God, hoor wat Hij voor mij heeft gedaan” – hoort u: voor mij.
Daar loopt die psalm die wereldwijd begint –“Heel de aarde, juich voor God…laat heel de aarde voor U buigen….Kom en zie de werken van God….- daar loopt die
psalm die gaat over wat God deed met en voor zijn volk – op uit: “God heeft mij gehoord, Hij heeft geluisterd naar mijn gebed. Geprezen zij God, Hij heeft mijn gebed niet afgewezen, mij zijn trouw niet geweigerd”. Geweldig: die grote God is mijn God.
‘Vrijheid geef je door’ – door de verhalen te blijven vertellen, ook van grootouders en ouders op kinderen en kleinkinderen, door te herdenken en stil te staan bij hoe zwaar en moeilijk het was en hoeveel offers er zijn gebracht en slachtoffers gevallen zijn, en door samen te vieren dat je vrij mag zijn, en bewust die vrijheid te gebruiken.
Dat is in wezen waarom we nog steeds na zoveel jaar elk jaar 4 en 5 mei vieren.
Dat is ook waarom God veel langer geleden via Mozes nog voor de bevrijding uit de dwangbuis Egypte meteen al de herdenking en viering van de bevrijding regelde,
dia 7 met alle aspecten daarbij van herinnering aan de pijn en de tranen, het besef dat de bevrijding niet kwam als beloning voor eigen goed gedrag maar als bewijs van Gods genade die zelfs niet zonder bloedvergieten mogelijk was en veel offers vroeg – en die vroeg om een nieuw en ander leven met wegdoen van alles wat slecht en scheef was – vandaar die ongegiste koeken en het wegdoen van alle bederf…..
want vrijheid is niet vanzelfsprekend en vrijheid vraagt om een nieuw begin.
Als God aan Israël de opdracht meegeeft om hun bevrijding – Zijn bevrijding – te blijven gedenken en vieren – er staat bij: ‘alle komende generaties’- dan is dat meer dan dat ze een of ander feit uit het verleden moeten weten – als geschiedenisles.
Nee, in deBijbel is ‘gedenken’ niet iets van het hoofd alleen maar vooral van het
hart: dit heeft God voor ons gedaan, we hebben een machtige goede God, en die
wil ook onze God zijn – en gedenken is dan ook bedoeld om er wat mee te doen:
om de vrijheid niet te gebruiken om jezelf uit te leven maar om voor God te leven en ook de ander zijn vrijheid te gunnen en het samen goed te hebben op Gods aarde.
Paulus trekt het later door naar de gemeente als hij het heeft over Christus als het
volmaakte en voor altijd voldoende paaslam: “Doe de oude desem weg en wees als nieuw deeg omdat ons pesachlam, Christus, is geslacht. Laten we daarom het feest niet vieren met de oude desem van kwaad en ontucht, maar met het ongedesemde brood van reinheid en waarheid” (1 Kor. 5: 7-8). En over de vrijheid die Christus is en ons geeft: “Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen, maar dien elkaar in liefde” (Gal.5:13).
dia 8
Een les die ook meegenomen kan worden naar het samen vieren van de bevrijding als Nederland: wat doen we met de vrijheid die we al zo lang mogen hebben, in een tijd van soms scherpe tegenstellingen en groeiende verschillen, een tijd waarin veel mensen en landen weer vooral gaan voor eigen belang, en je kan schrikken over hoe wordt gedacht en gepraat over vluchtelingen en hoe – zelfs door overheidsinstanties- wordt omgegaan met asielzoekers – en waar regels vak meer tellen dan mensen.
Zien we onze vrijheid als cadeau dat we ook niet hebben verdiend, of als een
recht waarop niemand anders inbreuk mag maken en die we de ander soms bijna niet gunnen, want de vrijheid voor de ander vraagt misschien van ons inschikken
en inleveren. Vrijheid geven we door maar aan wie? Alleen aan eigen volk en eigen soort of ook aan wie naar die vrijheid zijn gevlucht en zich ook hier onvrij voelen?
Genoeg om over na te denken en wat mee te doen: vrijheid geef je door – of niet?
Vrijheid geef je door – dat werd rond pesach heel concreet ingevuld doordat de verhalen – en vooral: Gods verhaal – werden doorverteld van ouders op kinderen.
God gaf de opdracht dat als de kinderen zouden vragen wat het te betekenen heeft wat hun ouders deden, met dat lammetje en dat bloed aan de deur, die ouders dan het verhaal moesten vertellen van Egypte en van de redding die God gegeven had,
niet omdat ze een supervolk waren maar omdat God in zijn genade hen gespaard had toen Egypte werd gestraft –en dan staat er niet dat God die voorouders had gespaard maar er staat: “ons heeft Hij gespaard”. Dat mogen wij ook nog altijd dankbaar vieren –b.v. als we avondmaal vieren – dat God ons heeft gespaard en zijn Zoon heeft gestraft om onze zonden – wij zijn verlost, God heeft ons welgedaan.
En we mogen God ook danken voor de vrijheid die we in Nederland hebben, en dat ondanks veel ondankbaarheid en misbruik van die vrijheid – en we moeten maar veel blijven bidden of God die vrijheid wil blijven geven en ons wil helpen om elkaar en mensen om ons heen iets te laten zien van wat echte vrijheid is en hoe we met die
vrijheid zo kunnen omgaan dat we er samen van kunnen genieten en ook iets kunnen betekenen voor mensen en volken die die vrijheid moeten missen.
Terwijl we aan de andere kant ons kunnen laten inspireren door mensen die zich
Onder veel moeilijker omstandigheden inzetten voor vrijheid, gerechtigheid en vrede,
dia 9
Wat trouwens steeds weer opvalt in het verhaal van Gods volk Israël, dat is dat het zo’n eerlijk verhaal is: niet een heldenroman van moed, beleid en trouw, niet
een verheerlijking van een roemrijk verleden, maar een verhaal met heel veel menselijk falen, heel veel ontrouw, heel veel misstanden en verkeerde keuzes,
zelfs van koningen en priesters en profeten die Gods wil probeerden te doen.
En heel vaak worden de latere generaties gewaarschuwd om niet dezelfde fouten te maken en dezelfde zonden te doen als hun ouders en hun voorgeslacht – in Psalm 78 staat b.v. na de opdracht om aan de kinderen door te vertellen wat Gods wil is:
“Dan zouden zij op God vertrouwen, Gods grote daden niet vergeten en zich richten naar zijn geboden. Dan zouden zij niet worden als hun voorouders, een onwillig en opstandig geslacht, onstandvastig van hart en geest, een geslacht dat God ontrouw was”. En dan volgt een lange psalm met vooral veel zonden en ontrouw van het volk, met als slot vol verwondering hoe God ondanks al die ellende trouw bleef en David uitkoos om het volk als een herder te leiden: hij was als een herder met een zuiver hart – bijzonder, ondanks ook veel narigheid bij David en in Davids leven en gezin.
Geschiedenis in de Bijbel is er niet om mensen op te hemelen maar God te eren.
We kunnen er wat van leren als wij onze geschiedenis doorvertellen, wat ook nogal eens eenzijdig is gebeurd: de geuzen als de grote helden, en geweldig wat wij in Indië allemaal gedaan hebben – terwijl er ook heel veel vreselijks is gedaan aan
onrecht, moord en doodslag – en ook de kerkgeschiedenis zit vol foute keuzes
en onterecht veroordelen van mensen en scheuringen die niet naar Gods wil zijn.
In lijn van de Bijbel zelf moet ook dat verteld en erkend worden – om er schuld over te belijden en vergeving voor te vragen en waar mogelijk fouten te herstellen, en
ook om ervan te leren – onze koning zei in het interview laatst voor de TV dat hij zijn kinderen leert dat ze fouten mogen maken, en dat hij zelf ook fouten gemaakt heeft.
Mooi om zo kwetsbaar te durven zijn, fouten mag je maken maar om ervan te leren,
en eigen fouten toegeven helpt de ander om te kunnen en er van te willen leren.
dia 10
Ja, en ook al in de Bijbel zijn er naast dat grote vervolgverhaal van Gods trouw en zijn bevrijding heel veel persoonlijke verhalen, en daar wordt het levensecht door.
Heel bijzonder dat ook veel psalmen van die persoonlijke verhalen zijn – zoals de psalmen die we zongen en lazen vanmorgen: Psalm 32, Psalm 66, Psalm 116.
Levensverhalen op muziek gezet zodat ze de eeuwen door nagezongen worden.
Verhalen als van David over eigen falen en verschrikkelijke misdaden, en over het schadelijke van verzwijgen, wegstoppen, goedpraten – het dodelijke van een doofpotcultuur – en het bevrijdende van het eerlijke verhaal, van de soms pijnlijke feedback, en van een ruimhartige vergeving – met de boodschap aan wie het later leest of zingt er eigen winst mee te doen: “laten uw getrouwen dus tot U bidden als zij in zichzelf een zonde vinden….een slecht mens heeft veel leed te verduren, maar wie op de HEER vertrouwt wordt met liefde omringd”. Wat een sterke boodschap!
Ja, en die andere psalm, met dat persoonlijke verhaal over doodsangst, pijn, tranen, met daarna een schreeuw om hulp en toch redding en weer een nieuw leven – alle reden om iedereen te laten delen in je blijdschap en dankbaarheid – ook dat verhaal mag verteld en bezongen: Ik zal de beker van de bevrijding heffen, de Heer danken, en iedereen mag het horen en zien! Het meebeleven! En samen God de eer geven.
Dat is de kracht van persoonlijke verhalen. Wat is uw verhaal? Wat heb jij te vertellen? Hoe geven wij onze vrijheid door? Verhalen willen verteld worden!
amen
dia 11