1 Petrus 1: 3: Wij zijn in Jezus herboren! (1e Paasdag, morgendienst met bediening van de doop)

Liturgie 1e Paasdag morgendienst, met bediening van de doop aan Sara Eekelien Wimmenhove

Votum en groet
Zingen: Psalm 139: 1,7,8
Wet van het (nieuwe) leven
Zingen: Psalm 139: 11
Gebed
Doopsformulier 1

Zingen (na uitleg en voor het gebed: dooplied Sela

In het water van de doop,
zien wij hoe God zelf belooft,
dat zijn Naam voorgoed aan ons verbonden is.
Water dat getuigt en spreekt,
van de hoop die in ons leeft,
dat Gods liefde voor ons niet veranderd is.

Eén met Christus in zijn dood,
gaan wij onder in de doop,
overtuigd dat er bij Hem vergeving is.
Eén met Christus, ingelijfd,
staan wij op van schuld bevrijd,
in een leven dat voorgoed veranderd is.

Met de Heer begraven en weer opgestaan,
om voor Hem te leven, Jezus’ weg te gaan.
Uit het water van de doop,
putten wij geloof en hoop,
dat Gods trouw en liefde blijvend is.
Dat Gods trouw en liefde blijvend is.

In zijn lichaam ingelijfd:
Christus’ kerk die wereldwijd,
is geroepen om een beeld van Hem te zijn.
Mensen overal vandaan,
die de weg van Christus gaan,
om vernieuwd voor Hem te leven, vrij te zijn.

Reinig ons, vernieuw ons leven Heer.
Heilig ons, en vernieuw ons leven Heer.

Prijs de Vader, prijs de Zoon en heil’ge Geest!
Prijs de Heer met al wat leeft en adem heeft!
Wat een liefde, wat een hoop!
U verzegelt door de doop
dat ons leven bij U veilig is.
Dat ons leven bij U veilig is.

Na de doop: NLB 416: 1,2,3,4 ‘Ga met God’
1. Ga met God en Hij zal met je zijn,
jou nabij op al je wegen
met zijn raad en troost en zegen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.

2. Ga met God en Hij zal met je zijn:
bij gevaar, in bange tijden,
over jou zijn vleugels spreiden.
Ga met God en Hij zal met je zijn.

3. Ga met God en Hij zal met je zijn:
in zijn liefde je bewaren,
in de dood je leven sparen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.

4. Ga met God en Hij zal met je zijn,
tot wij weer elkaar ontmoeten,
in zijn naam elkaar begroeten.
Ga met God en Hij zal met je zijn.

Dankgebed
Schriftlezing: Marcus 16
Zingen: Gz. 92: 1,2,3 ‘Nu triomfeert de Zoon van God’
Schriftlezing: 1 Petrus 1: 1-9
Zingen: Gz. 95: 1,2,3,4 ‘Daar juicht een toon..’

Verkondiging: 1 Petrus 1: 3 ‘Wij zijn in Jezus herboren’

Zingen: NLB 632: 1,2,3 “Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven’ (mel. Lied 434)

1.Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven.
Laat ons Hem loven en danken, verheugd dat wij leven.
Diep in de nacht heeft Hij verlossing gebracht.
Heeft Hij ons licht aangeheven.

2. Waren wij dood door de zonde verminkt en verloren.
Doven van harte, verhard om zijn woord niet te horen.
Hij is zo groot, Hij overmande de dood.
Wij zijn in Jezus herboren.

3. Nu zend uw Geest, als een vuur, als een stem in ons midden.
Dat wij van harte elkander verstaan en beminnen.
En zo voortaan eren Gods heilige Naam.
En Hem in waarheid aanbidden.

Gebed

Collecte – muziekgroep: KOW 232 (schoollied)
refrein 1
Wij vieren feest
omdat Jezus weer leeft.
Wij vieren feest
om wat Hij heeft gedaan.
Wij vieren feest
omdat Jezus weer leeft.
Jezus is opgestaan!
Strofe
Hij heeft de dood overwonnen,
ons van de zonde bevrijd.
Hij stierf, maar dit is het wonder:
Hij leeft in eeuwigheid!
refrein 2
Dus zing ik:
Halleluja, prijs de Heer!
Prijs zijn grote naam!
En zing ik:
Halleluja, prijs de grote Koning!
Jezus is opgestaan!

Zingen: NLB 634: 1,2 U zij de glorie, opgestane Heer’

1. U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
Alle mens’lijk lijden hebt Gij ondergaan
om ons te bevrijden tot een nieuw bestaan:
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!

2.Licht moge stralen in de duisternis,
nieuwe vrede dalen waar geen hoop meer is.
Geef ons dan te leven in het nieuwe licht,
wil het woord ons geven dat hier vrede sticht:
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!

Zegen
Amen: Gz. 144: 7 ‘Aan God de Vader gloria’

Gemeente van onze opgestane en levende Heer Jezus Christus, en speciaal jullie, Egbert en Josien (en Lydia), jullie familie en andere gasten,

Geweldig dat jullie hier zijn vanmorgen, en dat Sara gedoopt kon worden. Dat zou al gebeuren twee zondag geleden, op 2 april, maar dat kon toen niet doorgaan omdat Sara naar het ziekenhuis moest en jullie hele huis even een ziekenboeg was – gelukkig dat het nu allemaal goed gaat met haar en met jullie. En dat het vandaag wel kon: de doop als teken van Gods liefde en trouw aan Sara meegeven als zeg maar eigendomsbewijs en garantiebewijs van haar God en Vader: jij bent gedoopt mijn kind, je kwaad is weggewassen door Christus’zuivere bloed, Hij maakt voor jou, hoe het ook gaat, alles goed!

Nou, en dat is wat we vieren vandaag, want het is Pasen: Jezus is opgestaan. Het uitstel van de doop van Sara heeft daarom ook iets moois: het is nu Pasen. En dopen met Pasen heeft heel oude papieren; zo ging dat in de oude christelijke kerk eeuwen achter elkaar: dopen met Pasen als teken van het nieuwe leven. Je moest daar wel vroeg voor opstaan, want die doop gebeurde in de Paasnacht. Meestal waren het dan nieuwe bekeerlingen die werden gedoopt, volwassenen dus.
Ze gingen aan de westkant drie treden naar beneden het doopbassin in, en werden gedoopt en gingen daarna aan de oostkant drie treden naar boven en kregen witte kleding als beeld van het nieuwe leven; zoals de Bijbel het daarover heeft – b.v. in Openbaring 3: “Wie overwint, zal bekleed worden met witte klederen”; en in Opb 19 gaat het over de gemeente als bruid van Christus, in “smetteloos fijn linnen”. De doopjurk of witte doopkleertjes van een gedoopte baby, herinneren er nog aan.

Ja, en waar de Bijbel het vaak over heeft, is dat wij met Christus zijn opgestaan. Daar is de doop een mooi symbool van, zeker de doop door onderdompeling: Eerst kopje onder, zoals Christus de dood inging, en dan weer boven water komen. Dat doen we met baby’s meestal niet, en dan hoeft ook niet want we begrijpen het zo ook met, door die paar druppels water dat Jezus schoonwast van het vuil van de zonden, net zoals Sara elke dag in bad gaat, en ook u en jullie regelmatig een
douche nemen of in bad gaan – en ook dat diepgaandere van eigenlijk onder water gaan en als het ware met Christus ondergaan in de dood om je zondige leven bij Hem achter te laten, en dan met Hem op te staan in een nieuw leven waarin niet meer de zonde de baas is en de dood het laatste woord heeft, maar je mag LEVEN.
Ik denk aan wat Paulus in Romeinen 6 schrijft: “Jullie weten wat de doop betekent. De doop laat zien dat wij bij Jezus Christus horen. Door onze doop zijn wij eigenlijk samen met hem gestorven en begraven. En door onze doop leven wij nu als nieuwe mensen. Want Jezus Christus leeft! Onze machtige Vader heeft hem laten opstaan uit de dood. Dus eigenlijk zijn wij gestorven met Christus. Maar dan zullen wij ook opstaan en eeuwig leven, net als Christus”. “
In onze tekst van vanmorgen zegt die andere apostel, Petrus, het in zijn eigen woorden: “Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft hij ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in hoop”.

Nou, zover was Petrus op die vroege Paasmorgen bij lange na nog niet.
We hebben het beknopte verhaal gelezen dat Marcus heeft opgeschreven als een samenvatting van wat Petrus in zijn preken en in gespreken erover verteld heeft.
Een eerlijk verhaal waarin hij en zijn collega-leerlingen van Jezus er niet geweldig af komen, want als een refrein door dit hoofdstuk heen staat er steeds dat juist die meest vertrouwde volgelingen de verhalen van vrouwen en anderen die Jezus in levenden lijven hadden ontmoet na zijn opstanding, niet geloofden – zo dat de Heer hen als Hij in hun midden staat, hen hun ongeloof en halsstarrigheid verwijt.
Dat kon de Heer met recht doen, want Hij had meer dan eens hen erop voorbereid wat zou gaan gebeuren: verraad, arrestatie, veroordeling, kruisiging, dood –maar ook dat Hij na drie dagen zou terugkomen uit de dood, opgewekt door God zijn Vader. Het was afgestuit bij de leerlingen op een muur van onbegrip; het wilde er gewoon niet in, ze konden en wilden het zich niet eigen maken, Petrus sprak zijn meester zelfs keihard tegen: “Nee,dat mag niet gebeuren! God zal u beschermen, Heer!”.
En Petrus was ervan overtuigd dat hij in elk geval trouw aan Jezus zou blijven: Ik zal u nooit in de steek laten, ik wil desnoods met U de gevangenis en de dood in!

Maar hoe anders is het gegaan: Jezus werd wel gevangen genomen en veroordeeld en ging door aan dat verschrikkelijke kruis, en zelfs de meest toegewijde volgelingen liepen allemaal weg en Petrus zei in die vreselijke nacht tot drie keer toe dat hij Jezus niet kende en niet bij Hem hoorde, en daarna werd het nacht en doodstil en zaten ze bang en verslagen in hun huizen, de deuren op slot en hun harten leeg.
Twee mannen onderweg van stad naar platteland verwoordden de stemming: “”Wij hoopten dat Jezus gekomen was om Israël te bevrijden. Maar nu is het al de derdedag na zijn dood” ; met andere woorden: alle hoop is weg, het is met ons gedaan! Verdriet en verslagenheid, en ook angst, ze vormden een dikke korst om hen heen waar de berichten over een leeg graf en een levende Heer gewoon niet door heen kwamen – weer die twee: een paar vrouwen hebben ons laten schrikken met verhalen over een leeg graf en over engelen die zeiden dat Jezus leeft, maar wat moeten we daar nou mee – de mannen die bij het graf zijn wezen kijken hebben ook geconstateerd dat het leeg is, maar Jezus zelf hebben ze niet gezien…Hoe nodig dat Jezus zelf kwam en hen overtuigde, meer dan eens, voordat ze er aan toe waren om met die boodschap van een levende Heer de wereld in te gaan, en – zoals Petrus – zo’n brief te schrijven over leven met hoop omdat de Heer is opgestaan en als de Levende iedereen die in Hem gelooft, blijvend leven wil geven.

Gelukkig maar dat Pasen en de hemelvaart van Jezus niet op één dag vallen, maar dat de Heer de tijd heeft genomen om zijn leerlingen te overtuigen dat Hij echt leeft, zodat ze met geloof en hoop en met veel inzet zijn boodschap konden doorgeven.
Hoe zouden wij anders van Hem weten en in Hem kunnen geloven, en dat geloof weer kunnen doorgeven en voorleven aan onze kinderen, zoals jullie aan Sara…? Hoe anders zouden mensen in deze onrustige wereld vol haat en kwaad en dood de moed erin kunnen houden en hoop hebben op een betere wereld die komt? Hoe zouden wij anders kunnen geloven dat onze kinderen ondanks alles wat op hen en ons afkomt veilig zijn en toekomst hebben, hoe anders zou je bij alles wat om je heen en in je eigen leven gebeurt, ook aan verdriet, verlies, gemis – toch verder kunnen leven en het aandurven om kinderen te krigen en op te voeden…als je niet zou mogen geloven dat er dankzij het sterven en opstaan van Jezus hoop is…..?

Ik vind bijzonder hoe die apostel die zo onderuit was gegaan en de wanhoop nabij – want toen hij echt durfde geloven dat zijn lieve meester toch echt weer leefde, was er de schaamte en spijt over zijn verloochenen van de band met zijn Heer – en de twijfel of het ooit weer goed zou komen: mocht hij nog wel apostel van Jezus zijn?-
ik vind het bijzonder hoe sterk zijn geloof is gegroeid en hoe sterk overtuigd hij overkomt: “Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft Hij ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in hoop.”

Ik denk zomaar dat Petrus toen hij dit schreef ook heeft teruggedacht aan zijn eigen verleden, en speciaal aan die bijzondere Pasen toen eerst alle hoop vervlogen was met Jezus aan het kruis en met dat vreselijke van zijn verloochening, en daarna de ontmoetingen met de opgestane levende Heer waardoor de hoop weer ging leven.

Lees trouwens niet over die korte veelbetekenende aantekening in Marcus 16 heen waar wordt herinnerd aan wat de engel in het lege graf zei tegen de vrouwen: “Ga terug en zeg tegen zijn leerlingen en tegen Petrus: Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie Hem zien, zoals Hij jullie heeft gezegd.” Met nadruk staat het erbij: “en zeg het tegen Petrus” – Jezus had hem niet afgeschreven maar Hem zijn drie keer nee vergeven –er zal een gesprek onder vier ogen zijn geweest – later schrijft Paulus over de verschijningen van Jezus: “en dat Hij is verschenen aan Kefas” – vast een emotioneel gesprek maar vanuit liefde- en later komt
het eerherstel in de grotere kring waar Petrus tot drie keer toe mocht zeggen dat hij echt veel van Jezus hield en Jezus hem weer helemaal in diens nam: Heer ,U weet alles,U weet dat ik U liefheb – weid mijn schapen, hoed mijn lammetjes. Een uitlegger schrijft: “Na de opstanding is Petrus een totaal ander mens. God de Vader had hem tot leven gewekt, hij kon aan zijn tweede jeugd beginnen”. Hoopvol!

Nou, en dat mag gelden van iedereen die gelooft in de opgestane, levende Heer. Petrus schrijft in vs. 23 over de lezers van zijn brief dat ze ‘opnieuw geboren’ zijn, Toen ze zijn gaan geloven in “Gods levende en altijd blijvende woord”, in het grote en goede nieuws dat er dankzij Jezus hoop is voor hopeloos verloren mensen, en dat er leven is door de dood heen voor mensen die nog altijd moeten sterven, dat er – vers 4 – een erfenis ligt te wachten die nooit stuk gaat en nooit kwijt zal raken.
Ja, en dat God in zijn grote liefde – zijn barmhartigheid – daar na Pasen en na Pinksteren heel de wereld daarbij is gaan betrekken – Petrus herinnert aan het verleden van zijn lezers en ook van ons, en aan de grote verandering die het geloof in Jezus bewerkt: “eens was u geen volk (van God), nu bent u Gods volk, eens viel Gods ontferming u niet ten deel, nu wordt zijn ontferming u geschonken” (2:10)

Nou, en daarom vieren in alle landen en alle talen mensen nog steeds Pasen. Daarom mogen wij erbij horen, is er hoop voor ons, daarom is Sara er ook eentje van de Here Jezus, kind van de hemelse Vader; hoort ze ook helemaal bij Gods volk.
Wat mooi dat ze de naam Eekelien meedraagt, vernoemd is, generaties gaan door. En bijzonder dat haar eerste naam Sara is, naast die van Abraham verbondsnaam. Denk aan die oude dooppsalm over het verbond met Abraham dat God nog altijd bevestigt, van kind tot kind – maar dat verbond was er ook met Sara, en God had zijn belofte van een talrijk nageslacht verbonden aan juist Abraham en Sara – Saraover wie we lezen dat ze ondanks alles op God is blijven hopen – en niet voor niets.Sara die de stammoeder mocht worden van het volk van God – ook onze stammoeder als we het bekijken vanuit de geloofsband metr Abraham en Israël. En als de Heer het haar en jullie wil geven, mag ze leven met die geloof en die hoop.
Pasen is – hebben we als thema boven de preek gezet – in Jezus herboren zijn.Dat is uit het lied dat we zo meteen gaan zingen, en ontleend aan 1 Petrus 1:3. Vreemd misschien om dat ook te betrekken op Sara die net voor het eerst is geboren….maar we mogen geloven dat ze dankzij de goedheid en liefde van God haar hemelse Vader al mag delen in dat nieuwe leven dankzij de levende Heer.

Letterlijk staat in de tekst dat God ons opnieuw verwekt heeft, geboren heeft laten worden – en dat niet pas als en doordat we bewust geloven, maar al toen Christus uit de dood opstond – en dat deed Hij om ons en onze kinderen het nieuwe leven te geven dat bestand is tegen al die tegenkrachten van zonde, ziekte en dood – wat een troost als je ervaart dat geslachten komen maar ook weer gaan, dat je vandaag geliefden moet missen die je er zo graag bij had gehad en die je niet missen kunt… wat een troost als je mag geloven dat de dood niet het laatste woord heeft en dat je kunt zingen – zoals we dat deden na de doop – dat God in zijn liefde ons wil bewaren en dat Hij zelfs in de dood ons leven wil sparen – tot wij weer elkaar ontmoeten en wij eens voor altijd wij in zijn naam elkaar begroeten –Ga met God, en Hij zal met je zijn.

amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *