Lucas 11: 33-36 Licht onderweg zien en laten zien (3e zondag van de veertigdagentijd)

Liturgie middagdienst ‘Open Hof’ zondag 26 maart 2017
Zingen: Ps. 123: 1 ‘Tot U die zetelt in de hemel hoog’
Moment van stilte en persoonlijk gebed
Votum en groet
Zingen: Gz. 327: 1,2,3 LB ‘Heer Jezus, o Gij dageraad
Gebed
Schriftlezing: Lucas 11: 14-28
Zingen: Gz.169: 1,2,4,6 LB ‘Zingt nu de Heer, stemt allen in
Verkondiging: Lucas 11: 33-36 .
Zingen: Gz. 437: 1,2,3 LB ‘Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht
Geloofsbelijdenis van Nicea
Zingen: Gz. 109: 4 GK ‘Halleluja, lof zij het Lam
Gebed
Collecte
Zingen: Gz.. 456: 1,2 LB ‘Zegen ons, Algoede’
Zegen
Amen: Gz. 456: 3 LB
—————————————————————————————
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Twee mensen zien hetzelfde, maar hebben een heel verschillende kijk.
Dat is al zo als het gaat om gewone dingen die je om je heen ziet: de een
let op heel andere dingen dan de ander, wat de een ziet ontgaat de ander.
Als meer mensen op dezelfde plek waren, komen ze toch met heel veel
verschillende verhalen terug, die elkaar aanvullen en soms tegenspreken.

Ja, en dat heeft ingrijpender gevolgen als het om grotere dingen gaat.
Zo zijn de vluchtelingen die naar ons land zijn gekomen voor de een
vooral een bedreiging en voor de ander een verrijking en een uitdaging.
De een is blij als er een activiteit is waar mensen op af komen, de ander
is teleurgesteld over wie er niet waren; en hoe verschillend kunnen de
reacties zijn op hetzelfde TV-programma of dezelfde film – waar de een
diep van onder de indruk is, dat vinden anderen waardeloos of ‘niks aan.

Zomaar voorbeelden die leren dat wat je ziet en wat daar voor impact
heeft, wordt bepaald door hoe je kijkt; en de manier van kijken hangt
weer af van wie jij bent, hoe je in het leven staat, hoe je bent opgevoed
en wat jouw omstandigheden zijn; ook je geloof of levensvisie doet er toe.
En als daar verandering in komt, kan dat ook je kijk op dingen veranderen.
Helemaal in het begin van de Bijbel zien we daar al een schokkend en
ingrijpend voorbeeld van: ik bedoel hoe Eva naar de boom keek waarvan
God had gezegd dat ze er niet van mocht eten, de boom van kennis van
goed en kwaad – eerst liepen Eva en Adam er met een boog omheen
en dachten ze er niet aan vruchten van die boom te plukken en te eten.
Maar dan komt de listige duivel via de slang met de suggestie dat er niks mis
is met die boom en dat verbod van God alleen bedoeld is om hen eronder te
houden: als je ervan eet ga je niet dood maar worden jullie juist veel slimmer
en kunnen jullie zelfs als God worden en zelf beslissen wat goed is en kwaad.
En dan zie je dat als die suggestie zich gaat vastzetten in het hoofd van Eva,
ze ineens met andere ogen naar die boom gaat kijken: “De vrouw keek naar de
boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan…..Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren”.
Zie je wat er gebeurt? Die boom zag er niet anders uit dat gisteren of eergisteren,
maar ze gingen door wat ze was wijsgemaakt er met andere ogen naar kijken.
Er was niets met die boom gebeurd maar met henzelf;daarom zagen ze alles anders.
Ja, en dat ze naakt waren was tot dan toe normaal maar ineens werd het een probeem, vonden ze het gek en gênant, en schaamden ze zich voor God en elkaar.
Weer een bewijs dat wat je ziet bepaald wordt door hoe je denkt en voelt en kijkt.

Nou, dat moeten we in ons achterhoofd houden als we doordenken en proberen te leren van wat Jezus in de tekstverzen zegt over onze ogen en over hoe we kijken.
De Heer moest meemaken dat wat Hij deed in Israël aan wonderen en genezingen
veel mensen enthousiast en blij maakte, zelfs zo dat ze in Jezus de beloofde messias gingen zien, terwijl anderen op diezelfde wonderen negatief en zelfs
boos reageerden: die Jezus is niet van God en heeft zijn krachten niet van God,
maar hij is een handlanger van de onderwereld van satan en zijn demonen: die Jezus verjaagt de boze geesten omdat satan hem helpt; dit is zwarte magie.
En anderen gingen niet zover maar vroegen Jezus te bewijzen dat God achter hem stond: “bewijs maar eens met een teken dat u door God gestuurd bent”.

Misschien denken we wel eens dat als in onze tijd zulke indrukwekkende dingen zouden gebeuren als in de tijd van de Bijbel, dat het dan makkelijker zou zijn om te geloven en dat ook wel veel meer mensen dan nu zouden gaan geloven in Jezus.
Maar als we die verhalen lezen over wat Jezus deed en over de reactie van de
mensen, dan komen we erachter dat het zo niet werkte, toen niet, en nooit.
Want wat te zien was bracht de een tot geloof terwijl de ander het precies in zijn
tegendeel uitlegde en hard bij Jezus wegliep of met veel twijfel bleef doorlopen.
Ook hier merk je weer dat mensen hetzelfde zien en toch heel anders reageren.
Van Johan Cruijf is de uitspraak bekend: “pas als je het doorhebt, zie je het”.
Je zou over het optreden van Jezus kunnen zeggen: pas als je doorhebt en gelooft en aanvaardt wie Hij echt is, ga je dat ook zien en ga je Hem herkennen als de
door God beloofde en gestuurde Redder en Koning, en dan krijg je echt oog
voor wat zijn komen en werken betekende en hoe dat je leven verandert.

Voor de Heer was het zeg maar een bittere pil – deel van zijn lijden – dat Hij bij zijn eigen volk kwam, om het te redden, maar dat de leiders van dat volk en ook veel
van zijn volksgenoten Hem afwezen en uiteindelijk zelfs Hem lieten kruisigen.
We lezen over die afwijzing en dat ongeloof b.v. in Johannes 1, waar staat dat
Jezus kwam als het licht voor de wereld maar dat die wereld – te beginnen in
Gods eigen volk Israël – Hem niet als zodanig herkende en erkende: “Hij kwam
naar wat van Hem was, maar wie van Hem waren hebben Hem niet ontvangen”.
En dat als ‘het ware licht’, dat naar de wereld kwam om alle mensen te verlichten.
Ergens anders staat dat veel mensen lichtschuw zijn en liever in het duister blijven omdat anders aan het licht komt wat ze verkeerd doen en waar ze fout zitten.
Terwijl dat licht Jezus juist in je leven komt om je niet te veroordelen maar om je te redden en je een ander en beter en nieuw leven wil geven: voor je bestwil dus.
Maar je gaat dat pas zien, als je daarvoor openstaat, als je Gods licht in je toelaat.
Paulus schrijft dat de gedachten van veel mensen “door de god van deze wereld zijn
verblind, waardoor ze het licht van het evangelie niet kunnen zien.” (2 Kor. 4: 4), terwijl als je bent gaan geloven in Jezus, dat komt omdat God in jet hart zijn licht heeft laten schijnen “om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus.” (2 Kor. 4: 6). Dan gaan je ogen er voor open wie God is en hoe God mensen liefheeft, en je gaat ook met andere ogen naar jezelf kijken en naar mensen om je heen, en naar de tijd en wereld waarin we leven.

Terug naar wat onze Heer zegt in de verzen die we hebben gelezen in Lucas 11.
Er spreekt teleurstelling uit over die negatieve en zelfs hatelijke reactie van sommige mensen op dat indrukwekkende genezing van die man die bezet was geweest door demonen, en die nu zijn gezonde verstand en zijn spraak had teruggekregen, alsof
Jezus dat had kunnen doen doordat hij zelf met kwade machten in verbinding stond.
Terwijl anderen hem wilden uitdagen om te bewijzen dat hij zijn kracht van God had.
Dan vallen harde woorden want wat willen ze nog meer dan wat ze al te zien kregen.
Gebeurt hier niet dat ongerijmde dat je de lamp die net is aangestoken, wegzet in een kast of onder een bed en dan klaagt dat het zo donker is en je niks kunt zien?
Dan ligt dat niet aan het ontbreken van een lamp of omdat die lamp stuk is, maar
dan is dan eigen schuld want je hebt zelf de lamp weggezet, het licht uitgedaan…

Hoe bestaat het dat veel mensen in Israël, ondanks zoveel dat Jezus liet zien van de reddende en vernieuwende krachten van het koninkrijk van God, er niet aan wilden dat Jezus de beloofde redder was die eeuwenlang beloofd was en werd verwacht?
Een uitlegger zegt: “om te zien moet er niet alleen iets zijn om waar te nemen, maar er moeten ook ogen zijn waarin licht is”. Denk maar aan iemand die blind is en die
daarom niet staat is het licht op te vangen en te zien wat anderen allemaal zien….
heel moeilijk voor wie dat overkomt, die zo geboren is of later blind is geworden.
Maar wat Jezus bedoelt is dat een mens ook geestelijk blind kan zijn, of dat je blik
wordt vertroebeld of verdonkerd door hoe je denkt, voelt, in elkaar zit: “het oog is de lamp van het lichaam, als je oog helder is, is je hele lichaam verlicht, maar als het troebel is, verkeert je lichaam in duisternis” – letterlijk is dat zo, en geestelijk ook.
Letterlijk: als je slechtziend bent of blind, of je knijpt zelf je ogen dicht, zie je niets
of veel minder, of heel anders, dan wanneer je goede ogen hebt en zet die wijd
open – en met een donkere zonnebril op, lijkt alles om je heen ineens anders.
Wat je ziet, hangt af van je ogen, van hoe je kijkt, aangestuurd van binnenuit.
Jezus zegt letterlijk: als je oog ‘eenvoudig’ is, gezond, niet door van alles en nog wat geblokkeerd, dan vang je het licht dat er is, op en gaat een wereld voor je open.
Andersom: als je oog slecht is – boos kun je ook vertalen – dan wordt alles anders
en wordt zelfs wat licht is en positief, donker en negatief – als in een donkere kamer.
Dat kan als mensen depressief zijn, of vast in hun verdriet, boosheid, of oud zeer.
Dan zie je het goede en mooie niet meer, maar wordt alles zwart voor je ogen en
heb je ook geen oog meer voor zoveel moois en positiefs, en lijkt God ook afwezig.

Ik denk ook aan de gelijkenis van Jezus over die werkers in de wijngaard, die aan het eind van de werkdag allemaal hetzelfde afgesproken loon uitbetaald krijgen – als dan de werkers van het eerste uur verontwaardigd reageren omdat wie maar een uur gewerkt hebben hetzelfde krijgen als zij, reageert de heer van de wijngaard nuchter en ontwapenend: “ik heb jullie niet oneerlijk behandeld, jullie krijgen wat afgesproken is, en mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil?…of zijn jullie misschien jaloers als ik anderen goed behandel? Letterlijk: of is jullie oog boos, omdat Ik goed ben? Weer:
wat je ziet, hangt af van met welke ogen je kijkt – welwillend, liefdevol – of juist
negatief, boos, jaloers – je maakt het elke dag mee wat voor verschil dat maakt,
en ook zelf is het een wereld van verschil met welke ogen je kijkt naar anderen
en naar dingen die gebeuren – goed om het je af te vragen: hoe kijk ik zelf…?

In Jezus heeft God in een in veel opzichten duistere wereld het Licht aangestoken.
Jezus zegt van zichzelf dat Hij het licht voor de wereld is, en dat wie in dat licht loopt nooit meet in het donker hoeft te zitten, zelfs niet als je het moeilijk hebt, als je met jezelf of anderen in de knoop zit, als je zorgen hebt ,zelfs als het sterven wordt:
“wie Mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.”.
Ja, en als je dat licht van Gods liefde in jezelf hebt, als dat je leven lichter maakt,
dan gaat dat ook heel je leven veranderen en gaat dat doorstralen naar anderen.
Ook dat leren van Jezus, denk maar aan die bekende uitspraak in de bergrede:
“Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.” (Matt. 5: 14-16)

Het is een groot voorrecht als je het licht van Gods liefde in je mag hebben, als Jezus in je hart wil wonen en de Heer van je huis wil zijn – het is niet omdat wij het zo goed zien, beter dan anderen, maar omdat God ons zijn liefde en vrede gunt –genade dus!
En dat verplicht ons dan ook om dat licht door te geven, en voor te leven, zoals we
net weer hoorden: laat je licht voor de mensen schijnen, opdat ze – niet ware woorden en mooie preken horen, hoe waar en nuttig ook – maar jullie goede daden zien – zodat we lichtgevende wegwijzers zijn en niet Gods licht juist afschermen
door dubbelheid, halfslachtigheid, betweterij, onderling gedoe en een slechte sfeer.
Vandaar ook die waarschuwing in vers 35: “Let op of het licht dat in je is, niet verduisterd is” – en dus ook hoe het staat met je ogen, met je kijk op je leven,
op wat God heeft gedaan en nog voor je wil doen, en op die mensen om je heen.

Paulus spoort ons ertoe aan: “Leef als kinderen van het licht. Want alleen in dat licht kunnen goedheid, eerlijkheid en trouw groeien. Probeer dus steeds te bedenken wat de Heer van jullie vraagt…Het licht van Christus maakt zichtbaar wat goed is en wat slecht is. Alleen als dat licht in je schijnt, kun je goed leven. Daarom wordt er bij de doop gezegd: Kom uit het donkerf! Sta op uit de dood. Dan zal het licht van Christus in je leven schijnen”. (Ef. 5: 8-14).

We gaan erover zingen en erom bidden, en ik hoop – met Gods hulp – eraan werken: “Vernieuw Gij mij, o eeuwig Li cht!….Wees Gij de Zon van mijn bestaan, dan kan ik veilig verder gaan, tot ik U zie, o eeuwig Licht, van aangezicht tot aangezicht.”

amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *