Deut. 17: 18-20 en Rom. 13: 4a: Goed bestuur…

Liturgie morgendienst zondag 12 maart 2017

Votum en groet
Zingen: Ps. 30: 3,4,7
Wet van de Heer- Deut. 5 en 6
Zingen: Ps. 25: 3,4
Gebed
Schriftlezing: Deut. 17: 14-20
Zingen: Ps. 72: 1,2
Schriftlezing: Rom. 12: 21-13:7
Zingen: Ps. 47: 1,4
Verkondiging: Deut. 17: 18-20 en Romeinen 12: 4a ‘Goed bestuur…’
Zingen: NLB 994: 1-4 ‘Voor hen die ons regeren’

1 Voor hen die ons regeren,
die hoofden van het land,
bidden wij God de Here
om ootmoed en verstand,
dat zij bewaren hecht en recht
al de getuigenissen,
die ons zijn aangezegd.

2 De sterken, die bewaken
de wegen met hun woord:
dat zij ook zullen dragen
de zwakken in de poort,
want hoofd en lichaam zijn in pijn
en niemand wordt behouden
als die verlaten zijn!

3 Wij bidden ook om vrede,
de aftocht van geweld:
Heer, dat wij niet vergeten,
hoe Gij de namen telt,
bewaar het land voor overmoed
en voor het blinde razen,
de stemmen van het bloed

4 O God, Gij moet regeren
tegen het onverstand:
wij dienen vele heren
tot schade van het land.
Gij zijt genade! Uw bevel
doet leven en vergeven,
o God van Israël.

Gebed

Collecte

Zingen:Ps. 22: 9,10 LL

9. Mijn lied, mijn danklied komt bij u vandaan.
Bij wie de HEER erkent, sluit ik mij aan.
Wat ik aan u beloof zal ik voortaan daar laten weten.
Wie zwaar vernederd is, zal volop eten.
Ja, dat de mens die God de eer zal geven
verzadigd wordt, in eeuwigheid blijft leven!
Dat is mijn wens.

10. De hele wereld hoort dan van de HEER.
De hele aarde zoekt en vindt hem weer.
En alle volken knielen voor hem neer.
Hij is de koning!
Armen en rijken krijgen hun beloning:
zij prijzen God en zullen met hem eten.
Wie hier gestorven is, en wordt vergeten
vangt daar geen bot.

Zegen
Amen: Ps. 22: 11 LL

11. Het nieuws zal overal te horen zijn.
En wie de Heer is, weet straks groot en klein
en zelfs wie nu nog niet geboren zijn:
hij houdt van daden.
Het is volbracht, de eer is aan de Vader
en aan de Zoon, door wie wij eeuwig leven,
en aan de Geest, die ons geloof wil geven
en in ons woont.
——————————————————————————————————-
Gemeente van onze Heer en Koning, Jezus Christus,
dia 1
Het zal u niet zijn ontgaan dat we al weken in verkiezingstijd zitten.
Aanstaande woensdag, 15 maart, is het zover: iedere burger van Nederland
van 18 jaar en ouder mag zijn of haar stem uitbrengen op de partij, en op de
man of vrouw die namens u en jou een plek in de Tweede Kamer mag krijgen
om daar de regering te controleren, wetten te maken of goed te keuren, en
natuurlijk als eerste gaat bepalen welke partijen samen een regering vormen
om de komende vier jaar zo goed mogelijk ons land te gaan besturen.

Maar waarom moet het daar nou vanmorgen in de kerkdienst over gaan?
Is dat wel de plek om het over politiek te hebben, en zo ja, hoe dan?
Ik heb de tijd meegemaakt dat het wel eens heel kort door de bocht ging,
en dat vanaf de preekstoel vanuit de Bijbel gezegd werd hoe je moest stemmen.
Dat moesten we maar niet doen vanmorgen, daar is dit de plek niet voor.
Er zijn aan de andere kant ook christenen die de politiek uit de kerkdienst
willen verbannen want dat hoort bij een wereld van machtsspelletjes en het
gaat over aardse dingen als geld en wapens, en daar moet je niet God bij halen
en dat met Jezus verbinden, die toch zei dat zijn rijk niet van deze wereld is – er
zijn zelfs christenen die daarom niet gaan stemmen want het koninkrijk van God
is van een andere orde, en gaat over geestelijke dingen en een nieuwe wereld.
En dan zijn er ook nog mensen die vinden dat kerk en staat zo strikt gescheiden
moeten blijven dat je je geloof maar moet beleven in eigen huis en in de kerk en
het buiten de politiek moet houden, want wat een ellende en wat een oorlogen
zijn er nog steeds als mensen hun geloof aan anderen willen opleggen of vanuit
hun geloof anderen bestrijden, zelfs met gewelddadige aanslagen en oorlogen.

Nou is vanuit de Bijbel al duidelijk dat dat tegen Gods bedoeling is, en dat zeker
daarvoor die uitspraak van Jezus geldt dat zijn rijk niet van deze wereld is, en
ook de strijd die een christen moet voeren niet gaat tegen mensen en groepen mensen maar tegen verkeerde gedachten en tegen de aanvallen van satan, en
dat daarvoor niet geweld het antwoord is maar geestelijke wapens als geloof, en
de boodschap van vrede en liefde, en de goede woorden van onze goede God.
Het is ook fout als een kerk macht wil hebben zoals een staat die heeft of als
andersom de overheid wil bepalen hoe er gepreekt moet worden of welke
godsdienst wel aanvaardbaar is en welke niet, en b.v. moskeeën zou sluiten
of de koran zou gaan verbieden – dat is een bevoegdheid die de staat niet moet
hebben – vrijheid van godsdienst en van onderwijs horen bij een goed bestuur.

Toch, er is vanuit de Bijbel genoeg te zeggen over wat een goed bestuur is, over
de bedoeling van God voor bestuurders en voor burgers, over de taak die een overheid heeft
en over de houding die ons als burgers, als onderdanen past.
We hebben er iets over gelezen, uit het Oude en uit het Nieuwe Testament,
En psalmen als Psalm 72 en 47 gaan er ook over, vooral over koningen –
regeerders – die er zijn om te dienen, om het goede te doen en wie goed doen
te beschermen, en dus wie kwaad doen te stoppen en te straffen, en dat als
afhankelijk van God en verantwoordelijk tegenover God, die de grote Koning is.

dia 2 Goed bestuur…is
1. dienstbaar;
2. controleerbaar;
3. rechtvaardig;
4. zorgzaam

dia 3 1.goed bestuur is dienstbaar

Het staat nog steeds boven elke wet in Nederland: Willem-Alexander, bij de gratie Gods koning der Nederlanden – er is geprobeerd om die woorden te schrappen
Omdat het uit de tijd zou zijn en vooral zou strijden met de scheiding kerk en staat,
en ook omdat het koningschap door dit soort teksten iets goddelijks zou lijken, en
niet zou passen bij onze democratie waarin via het parlement het volk regeert.
Daarom zou ook wat Paulus schrijft niet passen dat de overheid in dienst van God
staat want we kiezen zelf onze regeerders en niet de koning maar de Tweede en
Eerste Kamer hebben het laatste woord – en we mogen elke vier jaar stemmen…

Toch, het is juist precies passend wat met die woorden bedoeld wordt: bij de gratie,
door de genade van God mag iemand koning zijn, of minister, of kamerlid…dat zet
niet op een voetstuk maar houdt je als bestuurder nederig en heel afhankelijk.
Vroeger zijn die woorden wel verkeerd gebruikt alsof een koning direct onder God
stond en dus boven het volk en boven de wet, met een absoluut gezag – de Farao
van Egypte en later ook de keizer van Rome claimden zelfs godenzonen te zijn.
En er zijn ook nog steeds leiders die zichzelf boven de wet proberen te komen, en
wetten zo aan te passen dat zij aan de macht kunnen blijven en elke oppositie
de mond kunnen snoeren – noem Rusland, kijk naar Turkije, en erger: N-Korea.

Maar Paulus bedoelt iets heel anders als hij die goddelijk vereerde keizer en
zijn mede-bestuurders juist in zijn brief aan christenen in Rome Gods dienaars noemt.
Dat haalt ze uit die zelfbedachte hemel naar beneden en zet op de bescheiden plek van
knechtjes van de hoge God, om dienend bezig te zijn, dienstbaar aan de mensen voor wie ze
verantwoordlijk zijn, om goed te doen en kwaad te stoppen.
Daarbij worden mensen ingeschakeld – Petrus heeft het in zijn eerste brief over
“bestuurders die door de mensen zijn aangesteld” en die gezag krijgen van God.
Dat kun je vandaag toepassen aan een Tweede Kamer die wij met elkaar als burgers kiezen,
en waaruit weer een regering wordt gevormd, en die dan ons respect verdient omdat
–zoals we belijden – God door hun hand ons wil regeren – lees weer Paulus:
“er is geen gezag dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld” –
dat was toen het gezag van een heidense en ook vaal wrede keizer,
en van allerlei harde heren en sluwe politici op regionaal en plaatselijk niveau –
het geldt in onze tijd net zo goed voor bestuurders die het soms goed en soms slecht
doen in onze ogen, en vaak uit totaal niet christelijke opvattingen – maar God wil
ook door hen ons besturen en dan past ons respect en ter, en terughoudendheid, in ons praten,
ons reageren via sociale media, of het nu om ministers gaat, of docenten, trainers, de chef –
en wie ook maar het te zeggen heeft over ons, namens God.
Er staat zelfs in een andere brief van Paulus (1 Tim. 2) dat we voor alle mensen zullen bidden,
en zeker voor wie veel verantwoordelijkheid hebben, of God hen wil
inschakelen om rust en ruimte te bieden, ook voor de boodschap van Gods redding.
Bidden, en dus niet verwensen of met haatmails bestoken, niet het recht in eigen
hand nemen of kwaad met kwaad beantwoorden – we hebben het net nog gehoord:
“laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede”.
En als het goed is gaan regeerders en kamerleden daarin voor, en is normen en waarden
niet een verkiezingsleus maar het goede voorbeeld dat veel volgers krijgt.

Bijzonder hoe dat dienstbaar zijn van wie gezag hebben, al is vastgelegd in die zgn. ‘koningswet’
die onderdeel is van de wetgeving van Mozes met het oog op de toekomst in het eigen land:
als jullie dan net als andere volken een koning willen kiezen, dan mag dat,
maar wel onder strikte voorwaarden:
het moet een mede-Israëliet zijn want hij moet jullie voorgaan in dienen van de HEER,
hij mag niet veel paarden halen uit Egypte op gevaar dat die invloed weer sterk wordt –
en dat hij gaat vertrouwen op een sterk leger, en hij moet ook niet een harem
met allemaal heidense vrouwen erop na houden, en ook zichzelf verrijken past niet bij een koning
die dienstbaar moet blijven, aan God als de eigenlijke koning, en dienstbaar aan zijn volk.
Ja, en voor de toekomst moet die koning de wetten blijven raadplegen en naleven.
Wat er bij staat, blijft belangrijk, ook voor andere regeerders, buiten Israël:
“dan zal hij zich niet inbeelden dat hij meer is dan anderen en in enig opzicht boven de wet
staat”- daarom moet in Nederland wie regeert trouw zweren aan de grondwet,
en gelden de wetten voor iedereen, ook voor wie die wetten gemaakt hebben en aan
anderen opleggen – ook hiervan geldt dat goed voorbeeld goed doet volgen.

dia 4 2. goed bestuur is controleerbaar.

Dat kun je ook halen uit die oude koningswet van Deuteronomium 17: de koning
was in Israël niet een soort godenzoon met absoluut gezag, die kon regeren als
een onaantastbare grootheid van wie de wil wet was en boven alle wetten ging,
nee, ik haalde het net nog aan: hij is niet meer dan anderen, en staat niet boven
de wet maar hij is aan de wetten gebonden en moet ontzag voor God hebben.
Iemand noemde dat de ‘ontgoddelijking van de staat’, en schrijft: de staat is
“toetsbaar onderworpen aan hogere beginselen, die ze niet zelf vaststelt. De staat
Is controleerbaar en laat zich meten aan hogere criteria. Zij kent de mogelijkheid van hoger beroep.”
Dat is in onze verhoudingen b.v. dat de volksvertegenwoordigers de regering moeten controleren
en in het uiterste geval een minister of een heel kabinet naar huis kan sturen:
en ook dat wij als burgers onze stem kunnen uitbrengen, en zo ook wat verkeerd ging kunnen afstraffen,
door niet meer op de bewuste persoon of partij te stemmen – en dan zijn er ook nog onafhankelijke rechters
in Nederland of in Europa die een beslissing van de overheid kunnen kritiseren of corrigeren –
en dan moet die overheid de beslissing van de rechter serieus nemen en past het niet zo’n uitspraak af te doen
als een politieke uitspraak van een stelletje neprechters – het is juist goed dat rechters onafhankelijk zijn
en ook dat er een grondwet is waar alle
andere wetten en ook alle besluiten van de politiek aan gebonden zijn.

Controleerbaar moet de overheid zijn, en dus transparant, eerlijk en open – daar past geen gesjoemel bij,
geen deals die het daglicht niet kunnen verdragen, en al helemaal geen vriendjespolitiek
of het stiekem bevorderen van eigen belangen,
op kosten van of zelfs ten koste van de samenleving of van wie kwetsbaar zijn.

De koning van Israël moest een kopie van het wetboek onder handbereik hebben,
er steeds weer in lezen, en zich houden aan alle wetten die erin stonden;
en dus ook aan alles wat in de wetten van Mozes stond over recht doen,
over zorg voor mensen die kwetsbaar waren als weduwen, wezen, vreemdelingen, armen
– de wetten die de HEER heeft gegeven zijn heel sociaal, vanuit zijn liefde en zorg voor mensen
– denk aan die psalm die we zongen over regeerders als schilden in het land, met de taak
te beschermen wie geen helper hadden en die anders eronder door zouden gaan.
Aan volksvertegenwoordigers ook nu de taak daaraan de overheid te houden en
daarop bestuurders te controleren, bij te sturen, en waar nodig te corrigeren – en
aan de bevolking de taak erop te letten bij de keus in het stemhokje deze week.

dia 5 3. goed bestuur is rechtvaardig.

Rechtvaardig zijn, recht doen, is door heel de Bijbel heen wie God is en wat God doet,
en wat God dan ook vraagt van mensen die Hem willen volgen en dienen.
Denk aan die kernopdracht uit Micha 6: 8: “er is jou, mens, gezegd wat goed is,
je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten,
en nederig de weg te gaan van je God” – het is aan wie gezag gekregen hebben
en dus een voorbeeldfunctie hebben, om voorop te gaan en zo goede leiding te geven.
Ook als een politicus of een bestuurder zelf niet God erkent als zijn Heer en als
de Regeerder van de hele wereld, kun je hem of haar aanspreken op de opdracht
om rechtvaardige wetten te maken, eerlijk en aanspreekbaar te zijn of het gevoerde beleid,
en ook om nederig de weg te gaan die God wijst, namelijk om niet het eigen belang
voorop te laten gaan of zich te verrijken maar om het welzijn te bevorderen
van de bevolking – Paulus geeft het aan als opdracht ook voor de niet-christelijke overheid
van het Romeinse rijk: in dienst van God is ze er voor uw welzijn.

Wat niet betekent dat een overheid soft en slap iedereen zijn zin moet geven.
Juist niet: rechtvaardig zijn is belangen afwegen, keuzes maken, en daarbij
letten op persoonlijke belangen en noden, en op het algemene belang; dat is
niet mensen of groepen voortrekken, maar iedereen gelijk behandelen, zoals
dat in artikel 1 van onze grondwet ook staat: ieder is voor de wet gelijk, hoe
verschillend mensen en omstandigheden ook zijn – en recht doen is ook
grenzen stellen en die handhaven, verkeerd en schadelijk gedrag aanpakken,
en wie goed wil en goed doet ruimte geven en beschermen en belonen –
weer Paulus, met een kritische noot voor de soms willekeurige bestuurders
in dat Rome van toen: “wie doet wat goed is heeft van de gezagsdragers niets
te vrezen, alleen wie doet wat slecht is” – zo zou het moeten, dat is recht doen.
En weer, dat is nog steeds de taak van elke overheid, zo wil God zijn wereld
met zoveel kwaad en zonde, leefbaar houden; zo mag er al iets zichtbaar
worden van zijn nieuwe wereld waar geen kwaad meer is en waar iedereen volop
tot zijn of haar recht zal komen – het grote Voorbeeld is Koning Jezus die als
geen ander aan dat beeld van die koningspsalm voldoet: “ellendigen zal hij bevrijden
van het onrecht dat hem drukt, en armen – denk er ook maar de vluchtelingen
bij, en de daklozen, en de kinderen onder armoedegrens, en wie verder nog
kwetsbaar is in onze wereld – en armen redden uit hun lijden, en vertreden
wie – ook in onze wereld dichtbij en verder weg – mensen verdrukt, en uitbuit.
Het is norm voor goed bestuur, de maatlaat om mee te nemen op 15 maart….

dia 6 4. Goed bestuur is zorgzaam.

We kunnen er kort over zijn, want de Bijbel is er uitvoerig en duidelijk over.
Steeds weer komt onze God op voor wie zwak en kwetsbaar zijn en Hij wil
Overheden en ook ons allemaal samen inschakelen om op te komen en te
zorgen voor wie onze steun en hulp – w.aar nodig ook financieel – nodig hebben.
Denk maar aan de zorg voor weduwen, wezen, armen, vreemdelingen, armen,
in allerlei wetten; ga na hoe de profeten los gaan als hun volk en de koningen
er niet naar handelen, kijk naar het voorbeeld dat de Heer Jezus gaf en naar
zijn onderwijs in de bergrede en in wat staat in Matt. 25 over opzoeken van wie
gevangen zijn, aandacht voor zieken, eten geven aan wie honger hebben, enz.
Taken die we niet kunnen afschuiven naar ‘de overheid’, maar die we samen hebben;
de overheid heeft wel de taak als schild op te treden voor wie zwak
zijn, om een rechtvaardig sociaal beleid en eerlijke belastingwetten te maken.

Denk weer aan Paulus als hij schrijft dat de overheid er is voor ons welzijn, en dat
is niet zorgen voor mijn portemonnee maar dat is eerlijk delen bevorderen en erop letten
dat mensen niet door de bodem zakken en aan de kant blijven staan – een
lastige taak met allerlei afwegingen en keuzen – nog een reden om voor wie ons
moeten regeren en ons vertegenwoordigen te bidden – als we dat doen,
zal ook als wer kritiek is die anders zijn en eerlijker en bescheidener
dan als we alles en iedereen vooral afrekenen op wat wij vinden en wat ons eigen belang is…

We mogen weer stemmen woensdag – wijsheid gewenst – en vergeet dat bidden niet –
we gaan het zo meteen ook doen – en we doen dat nu eerst zingend.

amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *