Matteüs 2: 11: Hebben wij boodschap aan Driekoningen? (zondag Epifanie)

Liturgie zondag 8 januari 2017 – Epifanie

Votum en groet
Zingen: Ps. 72: 1,2 ‘O God, wil aan de koning schenken’
Wet van de HEER (Ex. 20)
Zingen: Gz. 154: 1a, 2m,3v,4a ‘Ach, wat moet ik toch beginnen?
Gebed
Schriftlezing: Jesaja 60: 1-6
Zingen: Ps. 72: 4,5 ‘Oprechten zullen alom groeien
Schriftlezing: Matt. 2: 1-12
Zingen: Ps. 2: 1,3,4 ‘Wat drijft de volken, wat bezielt ze toch?
Verkondiging
Zingen: ‘Zo groot als goden’ 1,2,3 (melodie: Psalm 119)

1.Zo groot als goden willen mensen zijn,
tot aan de zon hun aardse ster zien stijgen,
met veel vertoon of onder schone schijn
hun stem verheffen, anderen doen zwijgen,
vanuit de hoogte met voldaan venijn
hun tegenstrevers op de knieën krijgen.

2. In Jezus wilde midden in de tijd
de hoge God ons lieve leven delen,
kwam Hij als kind in alle kwetsbaarheid
onze kleinmenselijke hoogmoed helen.
Zo werd zijn lichte liefde wereldwijd
de diepste bron van alle aardse vrede.

3. O God, schenk ons de gaven van uw Geest,
de wijsheid om het kind in ons te eren;
opdat wij niet, door trots en angst verweesd,
van U vervreemden, maar ons tot U keren.
Dan zien wij nog in elke ster het feest
van hemels licht dat ons uw trouw wil leren.

Gebed
Collecte
Zingen: Ps. 72: 8,9 ‘De koning moge eeuwig leven’
Zegen
Amen: Ps. 72: 10 ‘De HERE God zij lof bewezen’
……………………………………………………………………………………………………………………………………………

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
dia 1
Afgelopen vrijdag – 6 januari – was het Driekoningen.
Een feest dat gevierd is in rooms-katholieke streken en landen.
In Nederland wordt er weinig meer mee gedaan,dia 2 het schijnt alleen nog in Tilburg en den Bosch iets van over te zijn: maar in zuidelijke landen als Spanje is het een feest dat vergelijkbaar is met ons Sinterklaasfeest, met cadeautjes en ook optochten.
Er lopen dan ook zwarte knechten mee maar dat is geen probleem want het zijn
knechten van de koning van Afrika die zelf ook zwart is, en de gelijke van de twee
andere koningen: er is wel discussie over die zwarte koning omdat het vaak een
geschminkte blanke is en dat vindt met daar discriminerend: de zwarte koning
Baltasar moet gespeeld worden door een zwarte man want anders lijkt het net of alleen een van huis uit blanke koning kan zijn – dus ook in Spanje is een soort
zwartepietendiscussie aan de gang: niet over de knechten maar over de koning!
dia 3
Maar nu de vraag die thema vanmorgen is: hebben wij boodschap aan driekoningen:
een rooms volksfeest dat ook nog bijna helemaal niet meer leeft in Nederland; wij
hebben net het kerstfeest gevierd en in het protestantse leesrooster heet deze dag Epifanie=verschijning – maar dat wordt niet op de dag zelf gevierd maar op de eerste zondag na 6 januari staat het verhaal van de wijzen uit het oosten op het leesrooster.
Ja en inderdaad gaat het dan over wijzen – magiërs – en niet over drie koningen.
dia 4
Dat getal drie vinden we trouwens ook niet in de Bijbel – het kunnen er zomaar meer zijn geweest – maar dat getal drie komt door die drie genoemde geschenken: goud,
wierook en mirre – dure geschenken waardoor ze in de loop van de tijd de status
van koningen kregen met ook namen: Melchior, de koning van Arabië, Caspar, de koning van Tarsis, en Baltasar, de koning van Ethiopië – dia 5 je ziet later in afbeeldingen dat de wijzen met filosofenmutsen steeds meer worden tot koningen met kronen. dia 6. En wat beweerd wordt dat de stoffelijke resten van de drie koningen zijn wordt als relikwie vereerd, sinds 1149 in de Dom van Keulen. dia 7
Wat weer die vraag onderstreept: hebben wij daar als gereformeerden boodschap aan, kunnen wij daar ondanks al die latere legenden nog wat mee, of moeten we maar ver blijven van al die poespas en dat feest maar laten aan die roomsen in Spanje, als alleen maar bijgeloof dat de Bijbelse boodschap vooral in de weg zit?

Nou, er is een heleboel in die door de eeuwen heen gegroeide traditie van verhalen en legendes, dat boeiend is om kennis van te nemen maar weinig toevoegt aan de Bijbelse boodschap en die zelfs die boodschap heeft overwoekerd en scheef getrokken – en het volksgeloof over bewaard gebleven botten van de zogenaamde drie koningen is nergens op gebaseerd en de waarde is hoogstens dat Keulen er een bezienswaardigheid aan te danken heeft in de vorm van een prachtige schrijn.
Ik zei al dat het aantal van drie, met namen, en ook nog leeftijden (een van 20, een van 40, en een van 60 jaar), die uit Arabië, Europa en Afrika gekomen zouden zijn, en beschouwd worden als koningen terwijl het magiërs waren, in later tijd opkomt ontstaat in literatuur, op afbeeldingen, en in door de kerk overgenomen volksgeloof.
Daar kun je met weinig moeite mee afrekenen als verzinsels, bijgeloof, en onzin.

Ja, en toch, het is niet allemaal alleen maar uit de duim gezogen en uit de lucht gegrepen maar er zitten elementen in die teruggaan op wat wel degelijk Bijbelse lijnen en kernen zijn, waar we van kunnen leren en wat ons geloof kan helpen.
Daarvan geldt hetzelfde als wat we als kerk belijden over wat de apocriefe boeken
wordt genoemd – oude geschriften die nooit in de Bijbel zijn opgenomen en waarin ook heel wat staat dat niet klopt met die Bijbelboeken maar waarvan de NGB zegt:
“de kerk mag deze boeken wel lezen en ervan leren, voor zover zij overeenstemmen met de canonieke boeken”, dat zij de Boeken die wel in de Bijbel zijn opgenomen.
Als ze maar niet het gezag van de Bijbel ondermijnen en ons geloof scheeftrekken.

Als we op die manier naar die oude verhalen luisteren en naar die afbeeldingen kijken, gaan ons dingen opvallen die wel degelijk wortels hebben in wat de Bijbel vertelt, en ook in wat we kunnen vinden in oude profetieën of in de psalmen.
Dat in de kerkelijke traditie die wijzen, die sterrenkijkers uit waarschijnlijk Babylonië en omgeving, zijn geworden tot koningen, heeft zeker ook te maken met die oude profetie die we vanmorgen hebben gelezen uit Jesaja 60 over het licht dat God zal laten schijnen tot ver buiten Israël: “Sta op en schitter, je licht is gekomen, over jou schijnt de luister van de HEER. Duisternis bedekt de aarde en donkerte de naties, maar over jou schijnt de HEER, zijn luister is boven jou zichtbaar. Volken laten zich leiden door jouw licht, koningen door de glans van jouw schijnsel”. En dan even verder nog meer dat later werd teruggezien en teruggeprojecteerd en ingelezen in dat verhaal van de wijzen: “De schatten van de zee zullen je toevallen, de rijkdom van vreemde volken valt je in de schoot. dia 8 Een vloed van kamelen zal je land overspoelen, jonge kamelen uit Midjan en Efa. Uit Seba komen ze in groten getale, beladen met wierook en goud. Zij verkondigen de grote daden van de HEER”.
Twee van de drie geschenken van de wijzen worden hier al geprofeteerd!
En ook Psalm 72 speelt een rol: “Uit Saba en uit Seba komen de vorsten met hun kunst, zij hebben schatting meegenomen, en smeken om zijn gunst”

Heel bijzonder dat moment van de begroeting door de wijzen van het kind Jezus en moeder Maria:“ze wierpen zich neer om het eer te bewijzen”, ze aanbaden dat kind dat ze herkenden als de geboren Koning, waar de ster ze naar toe gebracht had.
En “daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het kind geschenken aan: goud en wierook en mirre” – cadeaus die passen bij een koning!
Kijk, en zo komt er een bijzonder en nog steeds actuele boodschap vanuit dat bijzondere verhaal en door al die aangegroeide tradities naar ons vandaag toe.

Nee, het waren geen koningen die achter de ster aangingen maar magiërs, mensen die veel afwisten van de loop van de sterren en daaruit dachten de gang van zaken in de wereld en de toekomst te kunnen aflezen, dia 9 en die daarom vaak door de koningen en andere beleidsmakers geraadpleegd werden, en veel invloed hadden.
We kennen de voorbeelden van wijzen aan het hof van de Farao in Egypte en later aan dat van de koningen van Babel en Perzië, denk aan Nebukadnezer en Darius.
En we weten van die heidense profeet en waarzegger Bileam die door de koning van Moab werd ingehuurd om het volk Israël te vervloeken maar die door de HEER in dienst werd genomen om juist Gods beloften van een geweldige toekomst aan dat volk door te geven, en die al vanuit een ver verleden het had over de Ster die zou opgaan, als beeld van een grote koning die God geven zou – David eerst en nog veel later de grote zoon van David, Jezus – het is te vinden in Numeri 24: 17-19:
“Wat ik zie is niet in het heden, wat ik waarneem is niet nabij. Een ster komt op uit Jakob, een scepter uit Israël…Het land van zijn vijand verovert hij…Israël wordt machtig en sterk. Uit Jakob staat een heerser op”.

Een ster, dat is veel vaker, ook buiten de Bijbel om, beeld voor macht en aanzien.
Wij kennen het ook: dat mensen een ster genoemd worden of zichzelf zo zien.
Volgens het woordenboek is een ster iemand die ergens goed in is, die ergens in ‘uitblinkt’; we hebben het over popsterren, filmsterren, een rijzende ster in de politiek.
Maar pas wel op: al zulk soort sterren zullen gauw verbleken, het blijken zomaar dwaalsterrren, of vallende sterren te zijn die geen spoor achterlaten en het afleggen in de grote sterrenslag van de geschiedenis, opgaan, even blinken en dan verzinken.

Zoals de profeet de afgang van de zo machtige koning van juist dat Babel waar die wijzen de sterren bestudeerden, aankondigt in Jesaja 14: “O morgenster, zoon van de dageraad, hoe diep ben je uit de hemel gevallen…Je zei bij jezelf: Ik stijg op naar de hemel, boven Gods sterren plaats ik mijn troon. Ik stijg op tot boven de wolken, ik evenaar de Allerhoogste. Nee! Je daalt af in het dodenrijk”. Het laat zien hoe betrekkelijk en tijdelijk ook de meest indrukkwekkende sterallures blijken te zijn.

Heel anders die ster die God laat schijnen, als een licht dat nooit meer doven zal.
Een andere profetie gaat erover: “Ik zal je maken tot een licht voor alle volken, opdat de redding die Ik brengen zal tot aan de einden der aarde reikt” (Jesaja 49: 6)
dia 10
Nou weten we niet wat die magiërs in dat verre Babel daarvan wisten en als ze er al van wisten – want na de ballingschap waren veel Joden daar achtergebleven en waren er synagoges – is onduidelijk wat ze ervan begrepen zullen hebben, maar in elk geval hebben ze een bijzonder verschijnsel waargenomen aan de hemel waar ze de conclusie uit trokken hebben dat ergens in het westen een koning geboren was.
En nieuwsgierig als ze waren – wetenschappers van die tijd –gingen ze op reis om te ontdekken waar die koning was geboren, en om hem te eren met kostbare cadeaus.
Dat ze daar een hele reis voor over hadden, weg uit hun vertrouwde omgeving, nog niet wetend waar die ster ze brengen zou, doet me denken aan de reis van Abraham,
weg uit je comfortzone, omdat je iets nieuws en moois verwacht te vinden, en dan op stap gaat, met alle onzekerheid ervan en misschien de kans dat het een teleurstelling wordt, in de hoop dat je er beter en rijker door wordt – dat deuren voor je opengaan.
Bijzonder ook dat die niet-Joden, anders-gelovigen, zo het spoor volgen dat God voor ze had uitgezet – en dat ze uitkomen bij dat kleine kind in dat kleine Bethlehem.

Heel bijzonder allemaal, we zien er de leiding van God in, en er zit een boodschap in
dat inderdaad de koning die God in Israël liet geboren worden, bestemd is voor de hele wereld, weer die oude profetie: Ik zal je maken tot een licht voor alle volken.

En dan wordt hun nieuwsgierigheid bevredigd, want wie zoekt, zal vinden: “Toen ze dat zagen, werden vervuld van diepe vreugde. Ze gingen het huis binnen en
vonden het kind met Maria, zijn moeder (let op de volgorde!). Ze wierpen zich neer om het (=dat Kind) eer te bewijzen”. En dat ook tastbaar en kostbaar: goud, wierook, mirre, zoals Jesaja profeteerde: “de rijkdom van vreemde volken valt je in de schoot”.
Ik las: “Tot het moment van hun verschijnen had de geboorte van Jezus vooral plaatselijke invloed: slechts enkele mensen uit de lagere klassen van één bepaald volk waren erbij betrokken. Maar het bezoek van de wijzen maakte daar radicaal een einde aan. Rijke heidenen schaarden zich nu met arme joden in de rij, koning Herodes en de gevestigde priesterorde raakten geïnteresseerd en zelfs de sterren bemoeiden zich ermee”. Het begin van een wereldwijde beweging, tot op vandaag.

Wat tegelijk, toen al, en nog steeds, weerstand oproept, verzet, woede, aanvallen:
Herodes toen meteen al, later ook het eigen volk met zijn leiders – Golgotha – en
tot op vandaag machthebbers die zichzelf sterk maken en wat hen probeert naar de kroon te steken, de kop willen indrukken en willen uitschakelen – en het niet kunnen hebben als mensen zich laten leiden door een Koning die ze als belangrijker zien en eren en volgen dan die aardse zogenaamde sterren en leiders en machthebbers.
In veel landen hebben minderheden, oppositie, en ook christenen, het zwaar.
In het licht daarvan is die traditie juist ook wel ontluisterend en tegelijk moedgevend: van die drie koningen die oog in oog met dat kind hun kroon afnemen en voor dat kind door de knieën gaan en de schatten waarmee ze zijn gekomen, aanbieden.
dia 11
Het doet denken aan die andere psalm die we hebben gezongen, Psalm 2, waarin het tegengeweld van volken en machthebbers aan de kaak wordt gesteld maar vooral bezongen wordt hoe God daar majesteitelijk boven staat en zijn eigen plan trekt: “De HEER lacht hen uit, de brutalen, en spot met hun grote verhalen. Dan spreekt Hij, zij voelen de roede van grimmige woede: Ikzelf heb mijn zoon, de geliefde, gezalfd….Regeringen, wees dan gewaarschuwd, u kunt toch niet staan in zijn schaduw, geef eer aan de Heer van uw leven met vrees en met beven. Gehoorzaam de Zoon, kus zijn voeten, dan is Hij uw troost en uw toevlucht”.
(Psalm 2 in de weergave van Ria Borkent, ‘Waarom zijn de volken opstandig?’)

Hebben wij een boodschap aan Driekoningen?
Ik hoop het wel, ik vind de boodschap waardevol dat God mensen vanuit de verste uithoeken van zijn wereld op zijn spoor zet, ook door sterren, door dromen, door
ervaringen van hoogtepunten en dieptepunten, door nadenken ook over zoveel dat in de schepping is gelegd en in de geschiedenis gebeurt, en ook door kunst en muziek.
En wat een actueel appèl gaat er uit op mensen met macht en invloed, maar net zo goed op u en jou en mij die zomaar zichzelf centraal zetten en alles bekijken vanuit zichzelf en betrekken op zichzelf – wat een appèl gaat er uit van die koningen die hun kroon afzetten en diep door de knieën gaan voor dat kind dat ze eren als hun koning.
De wereld zou er heel anders uitzien: onrecht zal verdwijnen, en vrede volop bloeien.

Aan u en aan jou en aan mij om daar boodschap aan te hebben, en dat aan te leren.

We gaan zingen: ‘O God, schenk ons de gaven van uw Geest, de wijsheid om het kind in ons te eren; opdat wij niet, door trots en angst verweesd, van U vervreemden, maar ons tot U keren, Dan zien wij nog in elke ster het feest van hemels licht dat ons uw trouw wil leren”. dia 12

amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *