Zondag 35 Heid. Cat: Beeld-schoon

Liturgie morgendienst zondag 23 oktober 2016

votum en groet
zingen: Ps. 27: 3
wet van den HEER
zingen: Ps. 40: 2,3
gebed
Schriftlezing: Marcus 7: 1-12
zingen: Ps. 26: 2,4
verkondiging: zondag 35
zingen: Lied 479: 1-4
gebed
collecte
zingen: Gz. 141: 1,2
zegen
amen: Gz. 141: 3
—————————————————————————————————————
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes,
dia 1
Heb je je handen gewassen? Vraagt moeder, of vader, voor je gaat eten.
We leren het onze kinderen van klein af aan: handen wassen voor het eten.
Natuurlijk! Dat hoort zo. Dat is een kwestie van hygiëne. En van gezondheid.
dia 2
Waarom eten uw leerlingen hun brood zonder eerst hun handen te wassen?
Vroegen oplettende en kritische farizeeën en wetgeleerden aan Jezus.
Waren die discipelen dan onopgevoede lomperikken die zomaar aanvielen met handen waar net nog de vis doorheen was gegaan of met het stof er nog aan?

Nee, natuurlijk niet. Hier is iets anders aan de hand dan tafelmanieren of hygiëne.
Veelbetekenend staat erbij: met ‘onreine’ handen. En ‘onrein’ betekent: niet geschikt om in aanraking te komen met het heilige. In dit geval: met voedsel dat volgens de joodse wetten rein was, koosjer, maar dat verontreinigd werd als je niet eerst je handen op een speciale manier had gewassen – dia 3
en nog een stap verder: als je iets at dat niet rein meer was, verontreinigde je daarmee jezelf, en ook mensen en dingen om je heen, als je die zou aanraken.
Daar waren vrome joden zo bang voor dat ze een hele serie wasvoorschriften
afwerkten voor ze gingen eten: bekers, kannen, borden, bestek, tot hun kleren toe….
En daarom was die Samaritaanse vrouw zou verbaasd toen Jezus haar te drinken vroeg, want een Jood zou nooit drinken uit een beker van een onreine buitenlandse.
Maar Jezus wel, hij doorbrak die blokkade want het was bij hem niet de regel om de
regel maar het ging hem om liefde en barmhartigheid, het ging hem om mensen.
dia 4
Kijk, en dat botste met hoe de geestelijke leiders van Israël in die tijd, erin stonden. Als de leerlingen van Jezus het met de reinigingswetten niet zo nauw nemen en zo breken met de traditie die al eeuwen lang bestaat, wekt dat wrevel en wantrouwen,
en dat richt zich over de discipelen heen op hun Meester: heeft Hij hen dat geleerd?
Zie je wel, dat bij die Jezus de wetten van Mozes niet veilig zijn, en dat als het zo doorgaat en het gewone volk achter Hem aan blijft lopen, het van kwaad tot erger gaat….de bekende angst voor het hellende vlak: je moet het kwaad in het begin weerstaan, want anders blijven we nergens en gaat iedereen straks zijn eigen gang.

Wat heeft dit probleem en deze discussie nou te maken met het tweede gebod?
Ze dienden daar in Israël toch geen beelden, en al helemaal geen afgodsbeelden.
Het ging die farizeeën en die wetgeleerden er toch juist om zo precies mogelijk God te dienen zoals Hij in zijn Woord had bevolen? Zoals dat ook in zondag 35 staat?
Als er toch één groep in Israël was die je rechtzinnig en streng kon noemen dan de farizeeën, als er al mensen waren die de wetten van God op hun duimpje kennen, en dat aan de mensen leerden, dan de wetgeleerden! Wat was daar nou mis mee?
Nou, uit het antwoord van de Heer wordt pijnlijk duidelijk dat je met al je vroomheid en je trouw aan de traditie en de vastgestelde regels, toch verkeerd bezig kunt zijn, en juist aan het doel dat God met zijn leefregels heeft, voorbijschiet.
In de Bergrede maakt Jezus duidelijk dat Hij juist niet erop uit is om de wet van
zijn Vader af te schaffen maar om de echte betekenis daarvan weer te laten zien,
en door te stoten naar binnenkant: want God is vooral gediend van schone harten – Hij kijkt naar de binnenkant van onze dienst!
dia 5
Beeldschoon: God dienen met een schoon hart, en mond en handen
1. Gods gebod ontmaskert onze schone schijn:
2. Gods gebod leert ons zijn schone dienst:
3. Gods gebod schept ruimte voor de schone kunsten.

dia 6 1. Gods gebod ontmaskert onze schone schijn.

Waarom houden uw leerlingen zich niet aan de tradities van onze voorouders?
Is het u opgevallen dat de Heer Jezus helemaal geen antwoord geeft op die vraag?
Hij zegt op zich geen woord kwaad van tradities, en ook niet van die joodse wasvoorschriften maar zoals zo vaak kijkt Hij door heel die vraagstelling heen en stoot door naar wat daar achter ligt, of niet: wat is die oude profetie van Jesaja toch precies toepasbaar op jullie, huichelaars: dit volk eert mij met de lippen, maar hun hart is ver van mij. Daar hebt u het! Huichelaars! Mensen die zich anders voordoen dan ze eigenlijk zijn, met een buitenkant die anders is dan wat er van binnen zit.
Ergens anders zegt Jezus hetzelfde en dan gebruikt hij een sprekend beeld: u lijkt precies op gewitte grafkelders die er van buiten mooi uitzien maar van binnen vol liggen met knekels en vergane resten. Huichelaars! Toneelspelers is dat letterlijk
De buitenkant kan er keurig en prachtig uitzien, maar wat zit er ten diepste achter.
dia 7
Daarop vooral sprak Jezus de mensen aan: hoe ziet jullie leven eruit, jullie hart?
De farizeeën en wetgeleerden maakten zich druk om schone, reine handen,
maar Jezus zegt: onreinheid ziet niet aan je handen maar zit in je hart, waar
verkeerde gedachten rondspoken en slechte plannen worden uitgebroed,
waar jaloersheid diep kan zitten of hebzucht een mens voortdrijft…of angst..
En Hij, Jezus, komt nou juist om daar wat aan te doen, om het kwaad in de wortel aan te pakken…om grote schoonmaak te houden diep in ons…zodat we echt van harte de Here gaan dienen, en ons hart uitgaat naar mensen om ons heen, ook als die misschien heel anders zijn en anders denken, of anders doen dat jij goed vindt.
Laten we dat nooit vergeten en laten we daar beginnen, als antwoord 96 zegt dat we de Heer op geen andere manier zullen vereren dan Hij in zijn Woord bevolen heeft.
Dan gaat het om veel meer en juist niet als eerste over hoe een kerkdienst zou moeten gaan, om welke liederen wel of niet, zelfs niet over hoe vaak naar de kerk,
al kan ook dat iets zeggen over waar ons hart vol van is en wie God is voor ons,
maar als de Bijbel het heeft over wat echte ere-dienst is, krijgen we verrassende
antwoorden als dat we onszelf als levend offer aan God zullen toewijden (Rom.12),
en: “zuivere godsdienst is: weduwen en wezen bijstaan in hun druk, en je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven” (Jac. 1: 27). En Jezus zei toen het over de sabbat ging dat niet de mens er is voor de sabbat maar de sabbat bedoeld
is voor de mens: om te genieten van de rust die God geeft en op adem te komen.
dia 8
Zomaar snijden wij net zo goed onze beelden van God: onze eigen denkbeelden over hoe de Heer het wil en wat de Heer ervan vindt – terwijl we eigenlijk wat wij zelf ervan vinden, hoe wij het gewend zijn en wat onze voorkeur heeft, het etiket opplakken: zo wil de Heer het….en we de ander veroordelen die het anders doet.
En dan geldt van ons als we niet oppassen hetzelfde wat de Heer Jezus tegen die Joodse leiders zei: jullie zeggen dat je Gods geboden serieus neemt en jullie houden die de mensen voor, maar in werkelijkheid zijn het geboden en regels die door mensen zijn bedacht….

Nou, en op zich is er niks mis aan menselijke regels en afspraken en gewoonten…als je maar blijft beseffen dat het menselijke bepalingen en tradities zijn – en dus bespreekbaar en als het moet, voor verandering en verbetering vatbaar – wat zelfs geldt voor de belijdenisgeschriften die we als kerk hebben en waar veel moois is staat maar die zelf zeggen dat we geen geschriften van mensen op één lijn mogen stellen met de goddelijke Schriften, en ook niet de gewoonte met Gods waarheid…
Zo staat dat in artikel 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
Menselijke gewoontes en afspraken zijn goed en nuttig, als ze maar nooit de dienst aan de Here en het dienen van elkaar in de weg staan, maar juist dienen als hulpmiddel voor de opbouw van elkaars geloof en van de gemeente, als op zich goede regels niet een sta-in-de-weg vormen voor kinderen en jongeren om hun geloof te beleven, en niet voor buitenstaanders onnodige drempels zijn naar de kerk en als we maar we beseffen dat geloven niet stilstaan is maar op weg gaan en blijven –de eerste christenen stonden zelfs zo bekend: mensen van de Weg,
volgelingen van Jezus die zichzelf de Weg noemde en uitnodigt Hem te volgen.
dia 9
De vraag is: gaat het ons echt en voluit om de Heer en zijn eer, en om het belang van onze broeders en zusters, van de gemeente en van de samenleving,of moeten we onszelf erop betrappen dat we ons druk maken om menselijke dingen:zo zijn we het gewend, zo hoort het, zo voelen wij ons er goed bij, of: wat zal die of die ervan vinden? De Heer vraagt: mijn kind, geef Mij je hart, en leef uit en door mijn liefde.

dia 10 2. Gods gebod leert ons zijn schone dienst.

Waarom mocht het volk Israël eigenlijk geen beelden maken en die vereren,
zoals alle andere volken in de regio en door alle tijden heen wel hebben gedaan?
Allereerst is dat in de lijn van het eerste gebod: de HEER is de enige echte God,
niet eentje van een hele internationale godenfamilie, maar echt volstrekt anders.
Daarom wil de HEER niet gediend worden als de volken met hun goden doen.
Er komt bij dat godenbeelden er zijn om je godheid dichtbij te hebben, zodat je hem altijd achter de hand hebt om jou te helpen en voor jouw karretjes te spannen.dia 11
Maar wij geloven met de psalm: onze God is in de hemel, Hij doet wat Hem behaagt.
Bovenal: we hoeven de Heer niet naar ons toe te halen, Hij komt zelf naar ons toe.
Door heel de bijbel heen is het de rode draad: de Here spreekt tot ons mensen en Hij maakt ons zijn wil bekend, en Hij belooft ons dat Hij bij ons is en met ons meegaat.

Wat de Heer verrassend en wonderlijk heeft waar gemaakt toen zijn Zoon Jezus mens werd en ons door zijn offer terug bij God bracht, God-met-ons, Immanuël.
Niet wij moeten ons een beeld van God vormen, God wil ons maken tot zijn beeld.
We hebben God heel dichtbij in de woorden die Hij ook tot ons spreekt, in de Bijbel.
Als iemand oren heeft om te horen – zegt Jezus in vers 16 – dan moet hij luisteren.
Luisteren naar Hem die de wil van de Vader bekend maakt en laat zien wie de Vader is: als je Jezus ziet, zie je in en achter Hem zijn Vader – deze Zoon is sprekend zijn Vader. Helemaal in de lijn daarmee is dat zondag 35 zegt dat God zijn christenen wil onderwijzen door de levende verkondiging van zijn Woord, dat het geloof komt en groeit door luisteren naar wat de Here tegen ons zegt, vanuit een luisterend hart.
dia 12
Maar dan moeten wel heel precies kijken naar hoe het er staat in antwoord 98.
Wat hier niet staat is dat elke zondag gepreekt moet worden en dat alles om de preek draait…als we maar elke dag een stukje lezen en als we maar elke zondag keurig op ons plekje zitten, en als de preek maar grondig en bijbelgetrouw is…..
Nee, er staat niet voor niets: de levende verkondiging van Gods Woord.
Daar mogen we achter horen dat we een levende God hebben die met ons omgaat als met zijn kinderen en die ons aanspreekt en met ons in gesprek gaat. En dus zal in de kerk en net zo goed als we zelf de bijbel lezen of ons er samen in verdiepen de Heer zelf aan het woord moeten komen. Iemand schrijft: “God spreekt mij midden in mijn leven aan”. En wij – u, jij – moeten ons dan ook laten onderwijzen: wie oren om te horen heeft, die moet goed luisteren. En antwoord geven! Dan zal in de kerk maar ook en vooral in ons leven van elke dag en overal alles gericht worden op Gods eer, en dan spreekt heel ons leven van Hem – zijn schone dienst, verricht in heiligheid.

dia 13 3. Gods gebod schept ruimte voor de schone kunsten.

De psalm waarmee we begonnen, is trefzeker berijmd: daar in zijn huis, waar alles spreekt van Hem, wil ik aanschouwen ’s Heren lieflijkheid, zijn schone dienst verricht in heiligheid, ik wil aandachtig luisteren naar zijn stem. Dat luisteren – zagen we al – is nummer één. Luisteren is beter dan brandoffers. En daar weer achter komt het aan op een hart dat op de Heer is gericht.

Maar de Heer heeft ons niet alleen maar oren gegeven maar ook ogen en handen….
In de tempel vroeger was veel te horen maar ook een heleboel te zien. En dat ondanks dat God had gezegd dat in die tempel geen beelden mochten staan.
Er was wel veel moois te bewonderen: prachtig geweven gordijnen, veel goud, en de tempel als gebouw was een lust voor het oog. Waar bovendien prachtige muziek werd gemaakt en werd gezongen. En allerlei symboliek een plaats had: wassingen, offers, de priester die zegende….Dat allemaal om de boodschap van de verzoening uit te beelden en te ondersteunen.
dia 14
We zagen al dat de Heer Jezus dat niet afkeurt maar wel dat het hart eruit was, en dat menselijke vormen en regels een sta-in-de weg werden om God te dienen.
We weten ook dat Jezus zelf van allerlei beelden gebruik maakte -beelden uit de schepping van de Here en beelden uit het alledaagse leven, om maar zijn boodschap over te brengen en die boodschap te laten doordringen. Denk ook maar aan de wonderen en de genezingen van de Here Jezus die illustratiemateriaal waren voor het evangelie van het komende vrederijk van God. Trouwens, de Heer heeft zijn kerk beeldmateriaal meegegeven om zijn woord kracht bij te zetten en ons te helpen bij ons begrijpen en ons geloven. Ik bedoel natuurlijk vooral de doop en het avondmaal – we mogen zien, voelen, proeven.

Als kerk hebben we er nog het een en ander bij aan vormen, gebaren, symbolen:
de zegen met opgeheven handen, de handdruk van een ouderling, knielen in een trouwdienst; denk ook maar aan de tekeningen in de kinderbijbel thuis, de video op school, dat visje op de auto….en we zijn al helemaal gewend aan de beamer, toch?
Er is veel voor te zeggen na te denken over middelen om de verkondiging van het evangelie zo levend mogelijk te laten zijn, in een tijd waarin het beeld zo verschrikkelijk belangrijk is….niet om de preek weg te drukken zoals dat was in roomse kerk in de middeleeuwen en zoals dat dreigt als mooie vormen alleen maar moeten dienen om het gat op te vullen dat is geslagen als Gods Woord niet meer de centrale plaats heeft in de kerk en in je leven – dan is het tweede gebod in geding: een eredienst die opgaat in vormendienst. ‘stomme’ beelden. Maar als het ons gaat om die levende verkondiging van het reddende evangelie, concreet gemaakt en helder verwoord, voor jong en oud in deze moderne tijd, waarom zou je niet zoeken naar mogelijkheden om dat zo goed mogelijk te doen? Zeker niet in het minst is ook dit overweging waard: zouden de gaven die God als de Schepper geeft niet uitgerekend op zijn plaats zijn daar waar we Hem ontmoeten en dienen?
dia 15
Toen de tabernakel moest worden gebouwd, zei de Here tegen Mozes dat Hij twee mannen aanwees – Besaleël en Aholiab – die verstand hadden van het maken van mooie dingen: goud- en zilversmeedkunst, houtsnijwerk, beeldhouwen, echte kunstenaars. “Allen die hun vak verstaan heb Ik wijshgeid geschonken, zodat zij alles kunnen maken waartoe Ik opdracht heb gegeven”, zegt de HEER in Ex.31:6.
Waar alles spreekt van de Heer mag ook iets te zien zijn wat ’s Heren liefelijkheid.
Van zijn schone schepping waarvan de Here zelf zei: moet je kijken hoe mooi dat is.
Als voorspel op straks als zelfs de prachtigste kerkgebouwen hun dienst hebben gedaan….omdat de Here God de Almachtige zelf de tempel is, en het Lam.
Als heel de aarde weer beeld-schoon is: zonder vlekje of breuk, en zonder wanklank – en alle mensen onze God voor altijd dienen, met hart en mond en handen!

amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *