1 Kor. 1: 1-15; 3: 21-22 en 12: 4-11: Delen…of verdelen? (startdienst nieuwe seizoen CGK-GKV)

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Delen, dat wordt van meer dan een kant aangereikt als thema voor de nieuwe start.
Zo heeft de Protestantse Kerk in Nederland voor de startzondag van volgende week
gekozen voor het landelijke thema ‘Deel je leven’, met allerlei praktische uitwerkingen: samen eten, eens op een heel andere plek gaan zitten in de kerk naast iemand die je nog niet zo goed kent, en vooral ook je geloof delen met anderen in de kerk en ook waar dat kan met mensen buiten de kerk: om in gesprek te raken over meer dan de afgelopen vakantie en allerlei ditjes en datjes; emoties te delen:verdriet, zorgen, blijdschap, hoop; om elkaar echt te leren kennen en waarderen en verder te helpen. Ik vind het een mooi thema voor de start van een nieuw kerkelijk seizoen.

Bijzonder dat ook de Verre Naasten hetzelfde thema hebben: Deel je geloof, en dan – natuurlijk ook de verre naasten erbij betrekken ; in de folder staat: “met getuigenissen van christenen wereldwijd willen we jou inspiratie geven om je geloof met anderen te delen;zo ontdek je dat we als christenen wereldwijd met elkaar verbonden zijn en dat we van elkaar kunnen leren”. Wat dichtbij begint natuurlijk!

‘Delen’ , dat is zeker een actueel thema in een tijd waarin het samen-leven en samen-er-de-schouders-onder-zetten en ook de welvaart die we nog altijd hebben
delen met wie er minder aan toe zijn, zoals vluchtelingen, mensen in de bijstand,
en verder weg landen met nog veel achterstand en armoede en honger, erg onder druk staan, een tijd van individualisme en eigen-volk-eerst, en weerstand tegen de opvang van vluchtelingen, en hardheid in het debat en minder ontwikkelingshulp.
Met steeds meer mensen die eenzaam zijn en mensen – ook kinderen – in armoede.

Dan zou het een mooi signaal zijn, een echt christelijk getuigenis, om in de kerk te leren dat wat God ons geeft aan mogelijkheden te zien als iets van samen, wat we mogen en willen delen met elkaar, en wat we ook willen uitdelen aan mensen om ons heen: ons geloof, vertrouwen in de Heer, wijsheid vanuit de Bijbel, en ook waar dat kan en nodig is geld, tijd, onderdak, aandacht – zoals in de jonge kerk van Jeruzalem
niemand zei dat iets van en voor hemzelf was, maar ze alles gemeenschappelijk hadden, hoor maar: “Alle gelovigen kwamen steeds bij elkaar. Ze deelden alles wat ze hadden. Ze verkochten hun bezittingen en het geld gaven ze aan iedereen die het nodig had…Elke dag kwamen ze naar de tempel om samen te zijn. Bij elkaar thuis deelden ze het brood. Vol vreugde aten ze samen, en iedereen was even belangrijk”. (Hand. 2: 44-45). En “Niemand wilde zijn bezit alleen voor zichzelf houden. In plaats daarvan deelden ze alles wat ze hadden.”(Hand. 4: 32). Steeds:DELEN,en SAMEN.

Want delen is samen: samenleving, op basis van gelijkwaardigheid en respect.
Die onder druk staat en niet tot zijn recht komt als er een wij-zij-denken ontstaat, als eigen-gelijk de boventoon gaat voeren en groepsvorming en oordelen over elkaar.
Wat je om je heen ziet in de samenleving en de politiek, en ook in de kerk voorkomt.
Dan wordt het in plaats van delen ver-delen, verdeeldheid, uit elkaar en tegen elkaar.
Zoals speelde in die jonge kerk van Korinte en daar leidde tot spanning en conflict.
Boeiend om zo’n brief eens achter elkaar te lezen, met 21e-eeuwse ogen, en wat er allemaal langs komt op je in te laten werken, en te kijken wat daarvan te leren is.

Korinte was zeker voor die tijd een echte wereldstad, ik las met in de tijd van Paulus zo’n 250.000 inwoners en ook nog ongeveer 400.000 slaven, gigantisch groot dus.
Het was ook een havenstad met alle bedrijvigheid die daarbij hoorde, én een multi-
culturele stad waar allerlei talen gesproken werden en veel culturen samenkwamen.
En midden in die enorme stad waar zoveel gebeurde – ook wat God verboden had – was rond 50 na Christus een kleine christelijke kerk ontstaan, als gevolg van het werk van de apostel Paulus die daar tijdens zijn tweede zendingsreis ongeveer anderhalf jaar gewoond en gewerkt had, en daarna opgevolgd werd door Apollos, een man die veel geleerd had en blijkbaar ook indrukwekkend preken kon.
Paulus zegt in 3: 6 dat hij de gemeente heeft geplant, en dat Apollos de jonge plantjes water heeft gegeven – voortbouwde op zijn werk – en dat God de groei gaf.

Het mooie van deze brief van Paulus is dat hij begint met danken voor de gemeente.
Misschien goed om het aan u en jou te vragen, en om het jezelf af te vragen: doe ik
dat ook, en hoe vaak doe ik dat: danken voor de gemeente waarvan ik lid ben, voor wat er elke zondag en ook door de week kan en mag en gedaan wordt samen, in een vrij land, in een goed gebouw, met mensen die zich inzetten en met alle fouten en tekorten die er ook bij zijn, samen die ene God willen dienen; danken dat er elke zondag een dominee of een andere voorganger staat om Gods goede boodschap door te geven, te bidden en de zegen ons mee te geven; danken voor mensen die muziek maken of koster zijn, die in de week bezoeken brengen of andere dingen doen binnen de kerk? Ja, en begint u met die dankbaarheid ook als soms in een gesprek of een brief kritiek wordt geuit, als je vindt dat dingen niet goed gaan of je je zorgen delen wilt?
Zoals Paulus deze brief waarin stevig wordt uitgehaald en veel gebreken aan de orde komen, toch begint met danken: “ik dank mijn God altijd voor u” -altijd-elke dag weer.
Zo’n begin maakt een hele brief anders, geeft een andere houding, geeft een ander gesprek: vanuit het vele dat je met elkaar mag hebben en delen, niet gericht tegen die ander maar erop gericht om elkaar te helpen en samen verder te komen.

Daar was Paulus ook op uit met deze brief, heel pittig af en toe maar vooral liefdevol.
Want er speelde in die gemeente heel wat, aan verschillen en aan tegenstellingen.
En dat juist in een gemeente die zeg maar zoveel aan goeds en moois in huis had.
Daar begint de apostel meteen al mee: “Ik dank mijn God altijd voor u, omdat Hij u in Christus Jezus zijn genade geschonken heeft”. Dat is meteen het allerbelangrijkste dat je samen delen mag als christelijke kerk:door genade gered,door Jezus Christus.
Maar daar blijft het niet bij, daar komt nog een heleboel in mee en achteraan: “door
Hem bent u in elk opzicht rijk geworden” – en dat niet in financieel opzicht, want even verder blijken de gemeenteleden gewone mensen met niet veel maatschappelijke status en invloed – maar het gaat om geestelijke rijkdom: “alles wat u zegt en alle
kennis bewijst dat het getuigenis over Christus bij u verankerd is, en hierdoor ontbreekt het u aan geen enkele gave van de Geest” – lees maar hoofdstuk 12: 7:
“in iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente”,en dan gaat een hele schatkamer open van wat allemaal kan en gebeurt in de gemeente.
Alle reden om God te danken voor zoveel Geest-begaafde mensen, en wat is er
dan veel om te delen, om de Heer en elkaar mee te dienen, en om blij mee te zijn.

Het is goed om ook daar op een startzondag als vandaag even bij stil te staan als we die gemeente waarvan we lid zijn in onze gedachten nemen, en dan meteen ook maar die andere gemeente waarmee we samen starten en ook al zoveel samen hebben gedeeld en samen willen delen – met zoveel mensen die daar hun steen
of steentje aan bijdragen; lees deze week met die ogen 1 Kor. 12 maar eens,
en een hoofdstuk als Romeinen 12; en zet eens voor jezelf op een rijtje wat je
daarvan herkent in de eigen gemeente of in onze twee gemeentes, en vul desnoods
er maar namen bij in van mensen met deze of die gave; n en waar kan je eigen naam
achter staan? waar bent u goed in, wat zou jij kunnen bijdragen, delen met anderen?
En let dan een keer niet op wat niet van de grond is gekomen of maar niet lukt of die mensen die het in uw ogen laten afweten – het glas dat halfvol is . maar let op zoveel dat wel gebeurt, of zoveel mensen die hun inbreng hebben – het glas blijkt overvol als je het allemaal langs laat komen – en kijk dat welke druppels jijzelf kunt toevoegen.

Ja, en dan wel echt met de intentie om wat er aan geloof is en genade, en aan al die diverse gaven en kansen, te delen met elkaar,en daar elkaar mee van dienst te zijn.
Juist op dat punt dreigde het in die rijk begaafde kerk van Korinte verkeerd te gaan.
Een uitlegger noemt het probleem van de onenigheid in die kerk een luxe-probleem.
Wat denk ik ook vaak van de problemen opgaat die wij soms zien en waar wij druk mee zijn,zeker als je er de situatie naast legt van zoveel mede-christenen wereldwijd.
Ook daarom zijn die getuigenissen van andere christenen in andere landen waar je
van kunt lezen in verslagen van De Verre Naasten en b.v. Open Doors zo leerzaam.
Een luxeprobleem dus in Korinte, die uitlegger noemt ze in Korinte ‘onwijs rijk’: Zij hadden een vermogen gekregen aan bijzondere gaven van de Heilige Geest, maar ze hadden nog niet het vermogen daar goed mee om te gaan.Er was veel uitgedeeld en dat maakte de Korintiërs verdeeld”. Wat aan de hand was, was dat ze veel te weinig met die gaven dienstbaar bezig waren voor anderen en de gemeente, maar dat ze ermee aan de haal gingen als waren het eigen kwaliteiten, en dat ze elkaar beoordeelden en zich meer voelden dan de ander die in hun ogen minder gaven had of juist jaloers op anderen waren. Terwijl DELEN = DIENEN. De minste willen zijn.

Ja, en dan waren er ook groepen in de kerk die achter een bepaalde voorganger aanliepen: Paulus die de kerk gesticht had, Apollos die zo geweldig kon preken en meerderen nog gedoopt had, of Petrus, tenslotte een van de twaalf eerste discipelen van Jezus – en dan was er ook nog een groep die zei: maar wij zijn van Christus – en dat gaf allerlei gebekvecht en zich afzetten tegen elkaar. Niet delen is verdeeldheid.
Paulus laat zien hoe dwaas en hoe fout het is om je aan mensen te binden of achter de ene of de andere voorganger aan te lopen en de ander aan de kant te schuiven.
Ja, en als je dan roept dat jij van Christus bent – is dat dan niet mooi en heel vroom?
Nou nee, want dan doe je net of jij een betere christen bent dan die anderen – alsof jij Christus aan je kant hebt – zoals je dat nog steeds kunt tegenkomen dat allerlei mensen en groepen zich allemaal naar Christus noemen en elkaar verketteren –
en ook dat allerlei menselijke voorkeuren leiden tot verdeeldheid: welke liederen en muziek kunnen in de kerk, hoe er gepreekt moet worden en welke dominee daarom jouw voorkeur heeft, wat voor activiteiten jij graag wilt binnen de gemeente…enz….
En zomaar krijgt dat een zware lading van wel of niet goed, echt Bijbels of minder christelijk, en ben je niet meer bezig met samen delen maar de gemeente verdelen – je praat niet met elkaar maar je gaat je afzetten tegen elkaar – en weg is de eenheid.

Kijk, en dan zegt Paulus: beste mensen, waar zijn jullie mee bezig, wat een armoe.
Armoe om je te laten indelen bij eenof andere leider, terwijl die niet meer is dan een knechtje van de Heer van de kerk, een middel van Hem om jullie allemaal te dienen.
Ja, en dan staat er nog iets opmerkelijks over, in 3: 6: “u mag uzelf niet belangrijker maken door de een te verheerlijken boven de ander” – zeg er maar bij. door jouw standpunt of voorkeur meer stem te willen geven dan die van je broer of je zus, of
door jezelf ten koste van anderen te profileren: ik sta aan de goede kant, en jij niet.
Er is een bekende uitdrukking: verdeel en heers – VERDEELDHEID is HEERSEN.
Terwijl het achter Jezus aan gaat om juist de ander belangrijker te vinden dan jezelf,
en ruimte te geven aan wat anderen denken en voelen, en samen verder te komen.
Jezus leert dat we allemaal broers en zussen zijn, niet boven maar naast de ander.

Paulus hamert daar voortdurend op en wil niets weten van achter mensen aanlopen:
“niemand van u moet zich laten voorstaan op een ander mens”….en waarom niet?
Nou, heel verrassend: omdat dat verarming is, omdat je weggooit wat God geeft:
“want alles is van u….of het nu Paulus, Apollos of Kefas is”……of wat voor latere namen je naar eigen voorkeur zou willen invullen…..God geeft ze allemaal, ieder
met eigen gaven en mogelijkheden, en beperkingen – doe er je winst maar mee.
En Gods mogelijkheden zijn onbeperkt: wereld, leven of dood, heden of toekomst..
en vul verder maar aan wat God voor ons in petto heeft en ons aanreikt als een
gulle Gever en zorgzame Vader: alles is van u en van jou…..je bent Gods kind…

Let er ook op hoe Paulus wat die groepen roepen omdraait: jullie zijn niet het bezit van mij of van welke andere leider dan ook – maar ik en al die anderen met al die verschillende gaven zijn Gods cadeaus voor jullie – met die ene uitzondering: Christus is niet van wie ook, niemand kan claimen dat hij of zij Christus aan zijn kant heeft of meer christelijk is dan….nee: wij en jullie allemaal zijn van Christus, Hij is de Heer en Hij is van God, Gods Zoon, en Gods grootste cadeau voor ons – meer dan genoeg om samen te delen, en samen die ene gemeente te zijn.

Dan mag ieder zijn of haar voorkeur hebben, als het om muziek gaat b.v. of om deze of die dominee die je misschien liever hoort of beter begrijpt dan die ander, of als het gaat om een bepaalde bijbelclub of jeugdclub; ja en zelfs als het om je broers of zussen in het geloof gaat zal de een je meer liggen dan de ander. Dat hoeft geen probleem te zijn, zo is het leven; als je maar die ander ook zijn of haar keus laat en die keus accepteert en respecteert en leert genieten met en voor de ander, en als je maar niemand afschrijft of links laat liggen, je bent samen dat ene gezin van God.
Paulus zou zeggen: God geeft het je allemaal, of het nu psalmen zijn of Opwekking, orgel of muziekgroep, vrouwen-vereniging of bijbelclub, en al die zo verschillende geloofsgenoten – en een heel scala van allemaal heel verschillende gaven en kansen, problemen, uitdagingen – er is meer dan genoeg te kiezen, en je mag ermee aan de slag, weer een heel seizoen lang: samen doen en samen delen.

We weten nog lang niet hoe rijk we wel zijn, en hoeveel God nog in petto heeft!
Vergeet nooit Hem ervoor te danken, en verwacht maar veel van zijn zegen!

amen

liturgie van de morgendienst op startzondag – 11 september 2016

welkom
zingen (staande): Gz. 328: 1,2,3 LB ‘Here Jezus, om uw woord’
we worden stil voor God
zingen: Ps. 100: 1-4 GK
wet van de liefde
zingen: Opw. 642 ‘Al mijn zonden, al mijn zorgen’
gebed
lied van de kindernevendienst
kinderen gaan naar de KND
Schriftlezing: 1 Kor. 1: 1-15; 3: 21-22; 12: 4-11
zingen: Ps. 133: 1,2 Levensliederen ‘Kom, kijk eens naar dit heerlijke gegeven’

1. Kom, kijk eens naar dit heerlijke gegeven,
naar Gods gezin dat eensgezind wil leven,
als eenheid die veel goeds belooft!
’t Is als de olie op Aärons hoofd,
die neerdruipt op zijn baard en bovenkleed,
waarin hij dienst als priester deed.

2. Ook is het als de dauw hoog op de Hermon,
die neerdaalt op de hellingen van Sion.
Daar valt de zachte regen neer:
het is de zachte zegen van de HEER.
Daar zorgt Hij zelf voor rust en veiligheid:
het goede leven voor altijd.

verkondiging: ‘Delen of verdelen’
zingen: Opw. 378 ‘Ik wil jou van harte dienen’
voorbereiding op de viering van het heilig avondmaal
gebed
collecte – tijdens collecte Opw. 770 ‘Hoe wonderlijk mooi is uw enige naam’
zingen: NLB 416: 1,2,3 ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’
zegen
amen: NLB 416: 4 ‘Ga met God’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *