Psalm 91: 11 en Heb. 1: 14: Engelendienst

Gemeente van Christus, broeders en zusters,jongens en meisjes,
dia 1
Hebt u wel eens een engel ontmoet? Ben jij er wel eens een tegengekomen? Ik denk dat we allemaal zullen zeggen: nee, nog nooit. Ik weet het zelfs zeker, anders had ik het al lang van u of jou gehoord. Zoiets kun je gewoon niet voor je houden…
U weet vast wel dat er steeds weer merkwaardige verhalen opduiken over mensen die denken een engel ontmoet te hebben. Er zijn meerdere boeken geschreven over dat soort ontmoetingen, met titels als ‘Een engel op je pad; Engelen onder ons; hedendaagse ont¬moetingen met hemelse wezens’, ‘Nu de engelen zijn terugge-keerd; een visie op geloof en leven vanuit de engelenwereld’. Ook de Islam kent engelen.
dia 2
Vooral die laatste titel zet aan het denken: ‘nu de engelen zijn teruggekeerd’. Bedoeld is: terug van weggeweest in het denken en vooral de ervaring, de leefwereld, van de moderne mens. Iemand merkt op: “Engelen zijn weer ‘in’. Wie had ooit kunnen denken, dat de moderne mens weer gelooft in engelen?” En even verder: “Engelenervaringen komen in onze tijd veel voor. Mensen zien engelen, horen engelen, voelen engelen”. Opvallende voorbeelden hebben de pers gehaald: een automobilist die een lifter oppikt die de spoedige terugkomst van de Here Jezus aankondigt en dan ineens verdwenen blijkt; een onbekende hand die bij een dreigende aanrijding ineens het stuur omgooit; een onbekende helper bij een sneeuwstorm die ineens weer weg is…

Wat moeten we daarmee aan, met zulke verhalen? Twee reacties zijn denkbaar en alle twee voor gelovige mensen verkeerd. De eerste is dat we ons van zulke verhalen alleen maar afmaken door te zeggen dat zoiets verbeelding is en dat het natuurlijk geen engel geweest kan zijn. Zomaar heeft ook ons het moderne denken te pakken waarin geen plaats is voor wat je niet kunt begrijpen met je gezonde verstand en wat je zelf niet gezien hebt. Zoals een liedje het vertolkte: engelen bestaan niet…Aan de andere kant moeten we ook niet ons aan zulke verhalen optrekken om er ons geloof dat engelen wel bestaan, mee te verdedigen of te doen alsof het bewijzen zijn dat de bijbel toch echt wel gelijk heeft. Want we geloven niet omdat en pas als we zien,maar omdat God ons niks op de mouw spelt, ook niet over de engelen. Hun bestaan kunnen we niet bewijzen en hoeven we niet te bewijzen. We mogen geloven dat Gods knechten klaar staan om Gods orders uit te voeren en Gods kinderen te helpen en te beschermen. En als je dat gelooft, ga je het ook zien. Ervaar je dat je op handen gedragen wordt, door alles heen.
dia 3

Engelendienst!
1. om God te dienen;
2. om ons te helpen en te beschermen;
3. dankzij Jezus Christus;
4. tot op de laatste dag.

dia 4 1. Engelendienst: ter ere van God.

Engelen zijn knechten van God¬, en dus boven alles op God ge¬richt. Dat zegt al het woord ‘engel’.Eigenlijk een heel gewoon woord dat je ook voor mensen gebruiken kunt: boodschapper, afgezant. Zeg maar: iemand die erop uit wordt gestuurd om een bepaalde opdracht uit te voeren of om berichten over te brengen. Psalm 91 zingt er zo van: Hij zal zijn engelen gebieden, ze sturen. En de engelen laten zich sturen. Zo in een andere psa¬lm: de engelen zijn sterke helden die Gods bevelen opvolgen, woord voor woord uitvoeren. Daarin zijn de engelen voorbeelden voor ons die de kinderen van God zijn. Ik denk aan die bede ‘Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel’, en hoe de catechismus dat uitlegt in zondag 49: geef dat we uw wil gehoorzaam zijn, zodat ieder zijn taak even trouw uitvoert als de engelen in de hemel doen.

Je kunt dus nooit over engelen praten los van God hun en onze Heer. De engelen en hun optreden zijn niet los verkrijgbaar. Laten we daar maar aan denken als we weer zo’n opzienbarend verhaal tegenkomen over iemand die een engel zou zijn tegen gekomen. Zeg niet meteen dat dat natuurlijk niet kan. Je praat zomaar mee met zovelen die engelen hebben opgesloten op de rommelzol¬der van achterhaalde voorstellingen, of in het sprookjesboek uit grootmoeders tijd. Daar horen de engelen niet thuis! Ze horen bij God, in zijn hemel. Ze worden nog steeds door Hem gestuurd om zijn wil te doen en om wie van God zijn, te dienen. Maar daar moet wat over engelen op ons pad verteld wordt, dan ook wel aan voldoen. Als wat over het optreden van een engel wordt verteld, niet klopt met wat de bijbel ons over de Here en over zijn engelen vertelt, houdt het er dan maar op dat het in elk geval geen engel geweest is. Vergeet niet dat satan zich kan vermommen als een engel van het lic¬ht. Dat staat letterlijk zo in de bijbel. We zijn gewaar¬schuwd.

In Hebr.1:14 staat opvallend: de engelen zijn ‘dienende geesten ‘. Geesten: je kunt ze niet zien, ze kunnen zich soms wel laten zien. Zoals de bijbel vertelt dat engelen soms aan mensen verschenen: aan Abraham, aan Zacharias, aan Maria, aan de vrouwen bij het graf en de discipelen na Jezus’ hemelvaart. Of ze het vandaag aan de dag nog doen? Zeg niet nooit. Wie zal het zeggen? Als God het nodig vindt, zou het ook nu kunnen. We moeten er maar niet op rekenen. We hebben een complete bijbel, en daarmee alles wat God te zeggen heeft. En Paulus zegt dat zelfs als een engel uit de hemel iets anders zou vertellen, we er niet naar moeten luisteren omdat het dan geen evangelie is.

Als de engelen dienende geesten genoemd worden, staat er letterlijke ‘liturgische’ geesten. Liturgie, dan denken wij aan wat we in de kerk doen: zingen, bidden, bijbellezing..Nou, de eerste taak van de engelen is God loven en prijzen. In de hemel, soms ook op aarde, zoals in de kerstnacht. We zongen ervan: “uw macht bezingen, Heer, de engelen in koor”. Maar de dienst van de engelen is breder. Ze vormen Gods leger. Zijn hemelse politiedienst. Ze vliegen als God hen zijn bevelen geeft. Vandaar dat engelen vaak met vleugels afgebeeld worden.Wat moet God groot zijn: de God van de hemelse legermachten!

dia 5 2. Engelendienst: ten dienste van ons.

Het valt niet zo op in de vorige ons nog bekende vertaling van Hebr.1:14. Het lijkt net of twee keer het¬zelfde woord wordt gebruikt: dienende geesten, ten dienste van wie het heil beërven.Maar dat is niet zo: in het grieks worden twee verschillende woorden gebruikt: liturgie en diaconie. De NBV geeft dat tweede woord voor dienen weer met: om bij te staan die gered worden. Ja, want de knechten van God worden erop uit gestuurd om de gelovigen – u, en jou, en mij dus ook – te hulp te komen, en te beschermen. Ze worden gestuurd, staat er, tot diaconie, als diakenen,voor wie door de Here Jezus zijn gered en op weg zijn naar het hemelse koninkrijk van God en van Christus. God geeft zijn engelen opdracht om waar nodig zijn kinderen te helpen en te beschermen. Ze zijn als het ware om ons heen om ons op te vangen en af te dekken tegen gevaren onderweg. Psalm 91 zingt indrukwekkende van die hemelse wegenwacht die op elk moment klaar staat om uit te rukken, om gestrande reizigers naar het rijk van God weer op weg te helpen. Tegelijk kun je spreken van Gods mobiele brigade, tot de tanden gewapend, in staat de aanvallen van de tegenpartij (satans leger) af te slaa¬n. Een hele rust op de gevaarlijke tocht over de smalle weg van het geloof. Als je een beroep doet op de hemelse alarmcentrale, wacht je nooit tevergeefs. 24 uur per dag is hulp voorhanden.

Ja maar, vragen we ons dan af, hoe werkt dat dan? Scherper nog: maar werkt dat eigenlijk wel, voor mij, in mijn leven? En u noemt voorbeelden: waarom was er geen engel toen en toen? Ik denk weer aan voorvallen die de krant en zelfs het jou¬rnaal hebben gehaald: een onbekende die op de rem zou hebben ge¬trapt, een vreemde hand die op het laatste moment aan het stuur rukte, witte gestalten die een kind opvingen dat uit een brandend huis sprong, mensen die bijna dood engelen zagen….

Maar wat we er ook van moeten denken, zulke gebeurtenissen zijn hoge uitzonderingen. De meesten maken nooit zoiets mee. En we kunnen een hele serie voorbeelden opnoemen waar het te¬gendeel gebeurde: wel een dodelijk ongeluk (waarom trok toen geen engel aan het stuur?), wel een lelijke smak gemaakt (en blijkbaar niet opgevangen), toch ziek geworden en gestorven. Terwijl zo’n psalm ons grote woorden na laat zingen: geen on¬heil zal u treffen, geen plaag zal uw huis, uw gezin treffen. Maar we hebben allemaal onze voorbeelden van rampen, ellende, ziekte, dood. En waar waren die engelen om ons op te vangen?

Maar de vraag is wat de Here ons echt belooft als het om de service-dienst van zijn engelen gaat. Of we de garantie hebben van geen ongelukken en geen ziekten, en wat we ook doen en hoe het ook gaat, sterren in de nacht, en bloemen op mijn wegen.Als we goed lezen, belooft de Here ons dat niet. Hebben we in elk geval onze eigen verantwoordelijkheid. Zoals de Heer ons leert in zijn botsing met satan die met een beroep op ps. 91 Hem wijs wilde maken dat de engelen Hem wel zouden opvangen als Hij van het tempeldak naar beneden sprong. U weet wat Je-zus toen zei: geen denken aan, je mag God niet uitproberen..niet jezelf moedwillig in gevaar begeven: God redt toch wel. Zo niet. Hoe de engelen helpen en ons beschermen, kunnen we uit die paar woorden in Hebr.1,14 leren: ze worden “uitgezonden om hen bij te staan die deel zullen krijgen aan de redding”. De hulpdienst van de engelen is er voor alles op gericht dat Gods kinderen niet onderweg verongelukken en hun bestemming missen.

Natuurlijk bedanken we de Here ook als Hij ons spaart in het verkeer en veilig thuis brengt,misschien na een bijna-ongeluk. Dat we er goed van af kwamen bij die aanrijding: wonderlijk gespaard werden. Dat de operatie goed is afgelopen. Je wordt er soms heel nadrukkelijk bij bepaald: door het oog van de naald. Wie zou niet God danken voor zijn engelen die je hebben opgevangen en op handen gedragen? We doen het veel te weinig. Denken misschien er nog wel aan God te bedanken, maar zomaar zonder met name die engelen te noemen die God gestuurd heeft. Maar ook als het anders ging – wel een dodelijk ongeluk, niet door de operatie heen gekomen, wel in de gevangenis ge¬storven om het geloof, of in het concentratiekamp vergast, ook dan waren er de engelen, nu om naar God te dragen. Zoals in dat verhaal van Jezus: engelen droegen de arme Lazarus tot in Abrahams schoot. Zoals een hemels escorte van vuur Elia op kwam halen. Zoals de engelen een kind van God dat sterft, al staan op te wachten. En ze als de Heer terugkomt, allen die in Hem hebben geloofd, ophalen en meenemen naar de nieuwe aarde.

Kijk, want de bescherming van de engelen gaat juist ook door gevaren en rampen heen, en aan het eind zelfs langs dood en graf. De Bijbel zegt niet dat iedereen een beschermengeltje heef¬t, en mensen die denken een engel ontmoet te hebben zonder dat ze in de Heer van de engelen geloven, worden niet door zulke ervaringen gered. Als geloof uitblijft, zullen ze uiteindelijk echt met de engelen van God te maken krijgen, als die de straf van God uitvoeren.Maar de engelen zijn blij over elke zondaar die zich bekeert. Ik las ergens: “de engelen van de bijbel willen vooral naar Jezus Christus wijzen. Ze willen mensen brengen tot het geloof in Hem en hen in dat geloof versterken. Dat alleen kan zeker¬heid geven. Een engelverschijning niet”. Ook hier geldt het woord van Jezus: zalig wie niet zien, en toch gelooft. Als je zonder te zien, er op rekent dat engelen je op handen dragen!

dia 6 3. Engelendienst: die hebben we te danken aan Jezus Christus.

Het is een hele luxe permanente bewaking en bescherming bij elke stap die je zet. Zodat je zelfs niet valt over een steen. Als je dat heel letterlijk neemt, gaat het lang niet altijd op. Wie struikelt niet een keer, valt met de fiets, breekt een arm of een been. Niemand zal denken dat er altijd een engel naast je loopt of met je mee fietst. Wie dat verwacht, wordt elke dag teleurgesteld: zie je wel, dan engelen niet bestaan!
Maar als je aan die smalle weg van het geloof denkt, dan mag je op de engelen rekenen. Op die weg achter de Here Jezus aan mag je overeind blijven. Zullen de engelen de duivel wegjagen als die je wil laten struikelen. Brengen ze je veilig thuis.
Ik zei: een hele luxe. Wij zouden zeggen: een VIP behandel¬ing. Alleen heel belangrijke en dure mensen hebben altijd een stel bodyguards in de buurt. Zoals de koning en koninging permanent wordt bewaakt en andere belangijke mensen ook. Maar u en jij zijn blijkbaar nog belangrijker dat niets minder dan een hemels leger ingeschakeld wordt ter bewaking. Ja, maar we zijn ook duur en belangrijk. Zo kostbaar in de ogen van God dat zijn eigen Zoon zijn leven voor ons over had.¬ De Koning wil ons maken tot kro¬onprinsen en kro¬onprinsessen¬. Om straks over zijn rijk te regeren als koningen en koninginnen. Gelovigen, zwak en onbetekend in zic-hzelf, zij zijn de werkelijke VIP’s! God zet zijn elite-troepen in om die VIP’s te beschermen.

Natuurlijk hangt er aan die voortdurende bewaking en begel¬eiding een prijskaartje. Dat is makkelijk duidelijk te maken met een actueel voorbeeld. Helaas is het in onze tijd nodig dat bij belangrijke voetbalwedstrijden veel politie op de been is: om de supporters van en naar het stadion te begeleiden, en rellen te voorkomen, of als die toch komen, er een eind aan te maken. Dat kost soms honderden agenten en dus heel veel geld. Begrijpelijk dat steeds weer de discussie oplaait: wie zal dat betalen? De overheid, en dus alle burgers (ook die er niks mee te maken hebben en niks om voetbal geven)? Of de clubs, en dus de supporters zelf, die zo nodig naar zo’n wedstrijd willen?

Gelukkig hoeft die vraag – wie zal dat betalen – ons niet wakker te houden als het om de inzet van Gods politiemacht gaat. Daar is allang voor betaald. Daar heeft Jezus voor betaald. Hij is zelf de commandant die hemelse vredesmacht geworden. Hij heeft toch alle macht in de hemel en op de aarde. Hij is de Opperbevelhebber van de hemelse legermachten.We hebben het gelezen: Hij is “ver verheven boven de engelen”. Letterlijk staat er: zoveel machtiger dan de engelen is Hij geworden. Daar heeft Hij een hoge prijs voor betaald. De Zoon is eerst minder geworden dan de knechten: heeft zich vernederd en is gelijk geworden aan zondige mensen (zonder zelf zondaar te zijn), en is lager gaan staan dan die engelen die als knechten eigenlijk zijn ondergeschikten waren…Hij kwam zelfs om ons te dienen. Steeds dieper zien we de Heer er onder door gaan. Toen de satan Hem wilde overhalen ongehoorzaam te zijn aan de Vader – b.v. door van het dak te springen: de engelen vangen mij wel op! – en Jezus satan overwon – toen kwamen de engelen Hem dienen. In Gethsemané kwam er nog een engel om Hem kracht te geven. Maar op Golgotha trokken de engelen zich terug. De Zoon werd door zijn Vader verlaten, en dus bleven de engelen weg. En daar koos de Heiland bewust voor. Hij zei: als ik mijn Vader om hulp vroeg, zou Hij me zo twaalf legioenen engelen sturen. Dat de Heer dat niet deed, was om ons. Opdat wij gered zouden worden. Opdat wij nooit meer door God verlaten zouden worden en de engelen altijd klaar zouden staan om ons te hulp te komen. Als wij maar naar de Heer Jezus vluchten, en God om die militaire bijstand vragen. Doe maar rustig. Het is echt gratis. Maar dan moeten we er wel om vragen. En geloven dat die hulpvraag beantwoord wordt. De Heer wil onze ogen er voor openen zoals eens de ogen van de doodsbange knecht van de profeet Elisa: dia 7 die bij ons zijn, zijn meer dan die van hen. Dat geeft een veilig gevoel: ik hoef niet bang te zijn….!

dia 8 4. Engelendienst: tot aan de laatste dag.

Als geen kind van God meer gevaar loopt. En de engelen de laatste gelovige heb-ben binnengebracht. En er niets meer rest dan te loven. Mensen en engelen samen, met vreugde waar alles bij verstomt.
dia 9
amen

¬

liturgie avonddienst 10 juli 2016

welkom
zingen: NLB 268: 1,2

1. Goede herder, als wij slapen,
heel deze nacht,
waak dan over al Uw schapen,
heel deze nacht.
Dat wij dromen zonder zorgen,
veilig rusten tot de morgen,
leve God, bij U geborgen,
heel deze nacht.

2. Geef dat wij hier nooit alleen zijn,
bij dag en nacht,
engelen steeds om ons heen zijn,
bij dag en nacht.
Dat de doden bij U leven,
eeuwig in Uw licht geheven,
allen door Uw trouw omgeven,
bij dag en nacht.

votum en groet
zingen: Ps. 89: 1,3
gebed
Schriftlezing: Psalm 91
zingen: Ps. 91: 5,6
Schriftlezing: Heb. 1
zingen: Ps. 103: 8
verkondiging: Psalm 91: 11 en Heb. 1: 14
zingen: Gz. 68: 1,2 GK
geloofsbelijdenis
zingen: Gz. 68: 3 GK
gebed
collecte
slotzang: Gz. 144: 1,3,4,6 GK
zegen
amen: Gz. 144: 7 GK

One comment to “Psalm 91: 11 en Heb. 1: 14: Engelendienst”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *