Romeinen 12 : 1 ‘Leven als offer’

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, zussen en broers in het geloof,
dia 2
‘Leven als offer’, dat is het thema van de preek vanmorgen.
Het was ook het thema van het predikantencongres waar ik in de week na
Pinksteren geweest ben, in Doorn, samen met een hele club collega’s.
Het is altijd stimulerend om elkaar te ontmoeten, bij te praten, en met elkaar
te luisteren naar sprekers – er waren er vijf deze keer – en in gesprek te gaan.

Zoals gezegd was het onderwerp dit jaar ‘Leven als offer’: wat betekent het
voor ons Jezus na te volgen en ons leven aan Hem en elkaar toe te wijden?
Er was een verhaal over de offers die vervolgde christenen brengen, en ook
een lezing en discussie over de psychologische kant van het leven en het
samenleven b.v. binnen een gemeente: wat is de impact van onbewuste
processen in de communicatie door blinde vlekken die iedereen heeft, en
ook over de impact van ooit opgelopen trauma’s in het latere leven, van
verstoorde persoonlijke relaties tot en met conflicten en kerkscheuringen toe.
En de bedoeling van inzicht daarin en gesprekken daarover is natuurlijk om
waar dat kan schade te beperken of te voorkomen en gedrag te verbeteren.

Dat verbeteren van gedrag stond vooral centraal in een verhaal over het
aanleren en oefenen van christelijke deugden, samen binnen de gemeente.
Met veel aandacht voor wat onze Heer daarin ons leert en ook apostelen
als Paulus uitwerken in zijn brieven aan de kerken van toen en vandaag.
Denk aan deugden die de apostel aanbeveelt in de verzen van Romeinen 12
die we net gelezen hebben: bescheidenheid, gastvrijheid, eensgezindheid,
vredelievendheid, standvastigheid, en als basis en kernwaarde: de liefde.
Deugden, dat zijn karaktereigenschappen van een mens, en dat kan per
persoon verschillen, maar deugden kunnen je ook ontwikkelen en oefenen.
Het is ook niet vrijblijvend en geen kwestie van ‘ik ben nou eenmaal zo en niet anders’, maar in de Bijbel worden we aangespoord om goede deugden na te streven en eraan te werken, persoonlijk en ook samen, en verkeerde karaktereigenschappen en kwade gewoontes te vermijden en te bestrijden, ook dat hebben we net gelezen:
“verafschuw het kwaad en wees het goede toegedaan”, “wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot bescheidenheid”, “ga niet af op uw eigen inzicht”, “stel alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven”, “laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede”….kies ervoor, en werk eraan!
Daar helpen we als het goed is elkaar mee, en dan is de kerk een geschikte plek
om het goede te oefenen: liefde tot elkaar en dan ook voor andere mensen, geduld
met elkaar en dan ook op het werk en in het verkeer, bereidheid om te delen, enz.
De ondertitel van een kort geleden verschenen boek brengt dat zo onder woorden:
‘de gemeente als groeiplaats van het goede leven’ – tot zegen van de samenleving.
dia 3
Kijk, en dat zijn allemaal concrete uitwerkingen van dat centrale beginvers waar Paulus zijn lezers met beroep op Gods barmhartigheid en liefde zijn lezers vraagt
om “uzelf als een levend, heilig, en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen”.

dia 2 Leven als offer

Dat klinkt misschien wel erg zwaar en we kijken er vreemd tegenaan: een offer?
Natuurlijk weten wel van mensen, ook van christenen, die een offer brengen, en
soms zijn dat ingrijpende en zware offers: een goed betaalde baan laten lopen of opgeven vanwege het gezin, verhuizen omdat het werk dat vraagt, veel geld in de studie van je kinderen investeren, of elke keer een stap terug vanwege ziekte of ouderdom, vrije tijd inleveren voor taken in de kerk, geven aan goede doelen….
Maar ja, zijn dat echt offers, voel je dat echt in je portemonnee, doet het pijn?
Daar hadden we het ook op dat congres over: weten wij christenen in het vrije en welvarende West-Europa wel wat offers zijn, zeker als je het vergelijkt met de vervolgde kerk in de Arabische wereld, in China en Noord-Korea, of in Afrika?
Daarover wat meer over twee weken, als het gaat over ‘Lijden als roeping’.
Maar we kwamen er op dat congres ook achter dat het leven als offer niet alleen
of allereerst is dat je vervolgd wordt, de gevangenis in moet of erger, en ook niet
dat een offer brengen is dat je alles wat goed is en mooi en leuk, moet wegdoen
of dat het je wordt afgepakt, maar dat leven als offer vooral is een goed leven,
waarin Gods genade en liefde andere mensen van ons maakt, betere mensen,
mensen die steeds meer worden zoals ze zijn bedoeld, en samen het begin van
een nieuwe wereld die beantwoordt aan Gods bedoeling: God alles in allen.

Wat Paulus dan meteen in dat eerste vers van Romeinen 12 duidelijk maakt is dat een offer dat goed is in Gods ogen, iets anders is en meer is dan iets aan God geven of iets, veel, voor God over hebben, b.v. aan geld of aan tijd of aan goede prestaties.
Natuurlijk kan daarin concreet worden dat je veel, alles, over hebt voor God of voor
anderen: als je vrijgevig bent laat je merken dat je niet aan geld vastzit, als je aandacht geeft aan mensen die eenzaam zijn, laat je zien dat je niet alleen voor jezelf leeft, als je de ander ruimte gunt, blijkt daaruit dat je geduld kunt hebben….
maar het gaat God juist daarom: om wat er achter zit, om wat je drijft, om wat
voor mens ik ben, om hoe we samen proberen iets van Gods liefde te laten zien.
Wat Paulus benoemt als: jezelf als een levend offer in dienst van God te stellen.
Een ‘levend’ offer, de mens die jij bent, en niet dingen als geld, spullen, activiteiten.
Daar was het God trouwens altijd al om begonnen, ook bij de offers die Israël bracht.
In de tijd van de tabernakel en de tempel werden elke dag offers aan God gebracht.
offers om de zonden goed te maken en verzoening met God te bewerken, en ook
offers om God te eren en Hem te bedanken voor een goede oogst of voor genezing.
Maar uiteindelijk ging het God niet om dat dier of die eerste opbrengs van de nieuwe
oogst die mensen naar de tempel brachten maar om het hart van de mensen die een offer brachten, om hun liefde tot God en om de manier waarop ze elke dag leefden.
Dat moest Mozes ook zeggen tegen de mensen: heb de HEER, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten..wat ik u vandaag opdraag, zal in uw hart zijn.
Ook de opdracht elkaar lief te hebben heeft alles te maken met de keus van het hart
dia 4
Ja, want zodra het alleen maar uit het hoofd geleerde en in de praktijk toegepaste regeltjes zijn, als de voorgeschreven offers netjes gebracht worden maar zonder dat het uit een liefdevol hart komt en als ook nog de dagelijkse praktijk ermee vloekt, als – zoals in een lied staat -mooie woorden stukbreken op de slechte daden van de kerk – dan hoeven die offers niet van God en heeft Hij van die vormendienst een afkeer.
Hosea moest het er nog eens inwrijven, toen ze in het noordelijke rijk Israël van alles deden wat God verboden had maar tegelijk elke dag hun offers brachten: “liefde wil Ik, geen offers, met God vertrouwd zijn is meer waarde dan enig offer” (Hosea 6:6).
En in Juda en Jeruzalem in de tijd van Amos was het niet veel beter, en God zegt: Ik heb een afkeer van jullie feesten, jullie samenkomsten verdraag Ik niet, en al die beesten en dat graan dat jullie naar de tempel brengen, hoef Ik niet, en stop met al die muziek en die liederen die jullie ten gehore brengen: “laat liever het recht stromen als water en de gerechtigheid als een altijd voortvloeiende beek” (Amos 5: 24). Lees 5: 14: “Haat het kwade, heb het goede lief en zrog dat er echt gedaan wordt in de poort”. Anders dan het toen was blijkbaar: “Jullie onderdrukken armen mensen, en pakken hun koren af…. Jullie maken het leven voor eerlijke mensen onmogelijk. Jullie laten je omkopen. En jullie geven arme mensen geen eerlijk proces”(Amos 5: 11-12).
De Heer Jezus haalt in zijn tijd die oude profetenwoorden naar boven: “Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: ‘Barmhartigheid wil ik, geen offers’. ” (Matt. 9: 13).
dia 5 (deze tekening doet denken aan het verhaal van de barmhartige Samaritaan)
Dat was toen de Farizeeën er kritiek op hadden dat Jezus omging met tollenaars
en zondaars, mensen die de gevestigde kerk van toen had afgeschreven, terwijl ze
zich wel druk maakten om rituele wassingen en sabbat houden en vastendagen.
Jezus’ broer Jacobus schrijft er later over in zijn brief. “Voor God, de Vader, is alleen dit reine, zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven” (Jacobus 1: 27). Niet dat kerkgaan geen zin heeft en we de Bijbel wel dicht kunnen laten en zingen en bidden niet hoeven, het is maar wat erachter zit en waarom en hoe we dat doen, en dat we niet denken dat we alles doen wat afgesproken is en van ons verwacht wordt, het wel goed is, en dat we elkaar vooral op dat soort uiterlijk gedrag zouden beoordelen.

We gaan tegen die achtergrond beter begrijpen waar Paulus heen wil met zijn
aansporing om onszelf als een offer toe te wijden aan God en Hem zo te dienen.
Dat gaat niet op in dingen geven en dingen doen, maar het raakt ons hart, gaat
over wie wij zijn of willen zijn, en over hoe wij samen gemeente van Christus zijn.
Niet voor niets zegt Paulus in het volgende vers dat ervoor nodig is dat wij gaan veranderen en onze gezindheid vernieuwen – om er zo samen achter te komen
en steeds meer te leren wat God wil: wat goed is, volmaakt, en God blij mee is.
Waarmee we weer bij die deugden zijn die we kunnen leren en samen oefenen.
Waardoor we ons ook onderscheiden van veel dat de wereld om ons heen en de tijd waarin we leven normaal vindt en als norm etaleert – hoe actueel wat de apostel
mensen in het wereldse Rome voorhoudt: u moet u niet aanpassen aan deze wereld.
dia 6
Ik las: “De bedoeling is dat wij onze personen en eigenschappen niet laten vormen door de wereld (de samenleving) die nu gewoon is, maar oefenen in was past bij de wereld van God die straks de aarde vervult”. En dat kunnen wij samen al oefenen:
“Dat kan, omdat de christelijke gemeente nu al het begin vormt van de wereld van straks…….In de gemeente begint Gods nieuwe samenleving…..De levenspraktijk nu al afstemmen op het koninkrijk dat nog moet komen, betekent daarom in ieder geval:
je leven inbedden in deze nieuwe gemeenschap en jezelf laten vormen door de praktijken in de christelijke gemeente”. einde citaat

Waarmee we weer terug zijn bij dat thema: leven als offer.
Want door heel de Bijbel heen – ook bij de profeten, in de psalmen, en bij Paulus – is het kernwoord en het hart van dat jezelf offeren: dat wij God en elkaar liefhebben.
Want offer is geven en dan maar niet iets of veel, maar jezelf, je hart, je leven.
Lichtend voorbeeld is natuurlijk Jezus zelf die zei en zelf ook heeft waargemaakt
dat er geen grotere liefde is dan je leven te geven voor je vrienden, jezelf offeren.
En als je er samen op uit brengt om je leven aan God te wijden, als een offer waar Hij blij mee is – waarvoor nodig is dat je eerst samen zoekt naar wat God goed vindt –
dan groeit er ook saamhorigheid en eensgezindheid, tegen veel individualisme in
van ik vindt en ik wil – terwijl er tegelijk ruimte ontstaat voor ieders eigenheid en
om met juist jouw gaven en mogelijkheden je te wijden aan God en aan elkaar.
dia 7
Denk maar weer aan dat lichaam met al die verschillende ledematen die ieder een eigen plek en functie hebben maar samen bijdragen aan dat ene gezonde lichaam.
Nog één citaat: “God heeft mensen verschillend gemaakt en ieder heeft eigen gaven. Het christelijke leven vormt een palet met gevarieerde kleuren. Je kunt namelijk op oneindig veel manieren goed doen. Samen een mooi offer voor God brengen roept veelzijdige creativiteit wakker. Maar dan gaat het om variatie in wat goed is.”
Het staat allemaal in de verzen die we gelezen hebben, kijk nog eens naar vs.7 en 8
over bijstand verlenen, onderwijzen, troosten, geven, barmhartig zijn, en dat op zo’n manier dat het beantwoordt aan de bedoeling, dat het goed is voor God en mensen.

Leven als offer – daar zit zeker ook in dat leven achter Jezus aan en de stijl van zijn rijk oefenen niet vanzelf gaat en ons ook niet op het lijf geschreven staat – dat ook
herkenbaar zijn als gemeente van die Heer die kwam om te dienen en zichzelf op te offeren niet vanzelf gaat – oefen jezelf in een vroom, een toegewijd leven, schrijft
Paulus in een andere brief – training dus, er werk van maken en elkaar erin steunen.

Volgende week rond het avondmaal zoomen we in op een concrete christelijke
deugd, die van gastvrij zijn voor elkaar en anderen, vanuit 1 Kor. 11: 33: “Wees
gastvrij voor elkaar wanneer u samenkomt voor de maaltijd”.
dia 8
Ik geef het mee als vraag van de week en ter voorbereiding van volgende zondag:
Zijn wij gastvrij voor elkaar, hoe kunnen wij dat oefenen, en hoe kunnen wij als christenen en als gemeente gastvrij zijn in de samenleving van 2016?

Wijsheid gewenst, en creativiteit, en vooral veel van de Geest van Jezus! amen

liturgie morgendienst

thema: Leven als offer

votum en groet
zingen: Ps. 100: 1-4
wet van de Heer
zingen: Ps. 51: 6,7
gebed
Schriftlezing: Hosea 6: 1-6 en Amos 5: 21-24
zingen: Ps. 50: 4,7
Schriftlezing: Romeinen 12
zingen: Ps. 50: 11
verkondiging: Romeinen 12: 1 dia 1
zingen: NLB 912: 1-6
gebed
collecte
zingen: Gz. 144: 1,3,4,6
zegen
amen: Gz. 144: 7
————————————————————————————————–

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *