Handelingen 2: 17 en 18 Kom, Geest van God! (1e Pinksterdag – morgendienst)

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
dia 1
Het is weer feest in de kerk, Pinksterfeest.
Maar wat is dat eigenlijk voor feest, wat vieren we nou vandaag
Dat is niet zo eenvoudig, voor jullie en voor ons niet, en al helemaal niet om
uit te leggen aan mensen die niet met de Bijbel en het geloof vertrouwd zijn.
Pinksteren is denk ik het lastigste en meest ongrijpbare van de kerkelijke feestdagen.
Kerst spreekt veel mensen nog wel aan een kind in een kribbe, geboren in een stal.
En dat ooit een zekere Jezus onschuldig is gestraft en gedood, roept de nodige
emotie en ook herkenning op, wat je merkt als de Passion van alles losmaakt.
Maar dat die Jezus korte tijd later weer uit het graf kwam en naar de hemel ging,
dat wordt echt lastig> wat kun je als mens van 2016 je daar bij voorstellen….
Om over Pinksteren maar helemaal te zwijgen: de Heilige Geest werd uitgestort…
wat is dat nou weer, wat voor Geest is dat en hoe merk je dat dan…vaag allemaal.
Ja, en waarom wordt dat elk jaar gevierd, waarom is dat belangrijk na 2000 jaar?

Eerst nog even een basale vraag wat is nou het nieuwe van dat Pinksterfeest.
Niet het feest zelf, dat bestond al veel langer, dat hebben we net gelezen:
“Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak, waren ze allen bij elkaar”.
Die ‘allen’ zijn de volgelingen van Jezus die biddend op de Heilige Geest wachtten.
Maar zij waren ook bij elkaar in Jeruzalem, rond de tempel, met heel veel anderen
uit stad en ommeland en allerlei andere landen, voor het Joodse Pinksterfeest.
Het was het feest van de tarweoogst, maar de Joden vierden ook Gods verbond met eerst Noach en later Abraham, en dat God aan Mozes de wet had gegeven. dia 2
Juist toen veel mensen dat feest kwamen vieren, gaf God zijn Heilige Geest.

Maar ja, was dat dan nieuw en bijzonder, de Heilige Geest was er toch altijd al?
De Heilige Geest die God zelf is en die er al was bij de schepping en die zorgde
voor steeds nieuw leven en die mensen gaven gaf om hun taak te kunnen doen.
Daar is ook het OT al vol van, denk aan Mozes en die zeventig leiders, denk aan
David en aan Salomo, aan profeten en anderen met bijzondere taken van God.
En hoe zouden mensen in God kunnen geloven, zonder dat de Geest in hen werkte?
Dus: de Heilige Geest was er altijd al, en Pinksteren bestond al, wat is het nieuwe?

Nou, het allerbelangrijkste nieuwe kunnen we afleiden uit een uitspraak van Jezus.
Hij zei nog voor zijn sterven en opstanding en daarna de hemelvaart dat als Hij er niet meer was er een plaatsvervanger zou komen, niet Petrus of een paus of dominees, maar niemand minder dan de Geest van de Vader en Jezus de Zoon.
Vandaar dat Petrus in zijn toespraak de link naar Jezus uitdrukkelijk legt:”Nu is Jezus in de hemel. Hij zit aan de rechterhand van God. Hij heeft de heilige Geest gekregen, zoals God beloofd had. En Jezus heeft die heilige Geest aan ons gegeven. Dat hebben jullie zelf kunnen zien en horen” (Handelingen 2: 33 – BGT). Zien en horen:
geluid als een storm, vuurvlammetjes op de hoofden, en vooral: de volgelingen van
Jezus die frank en vrij, vol vuur, de grote daden van God door Jezus uitbazuizenden,
verstaanbaar voor al die mensen van dichtbij en ver weg, in ieders eigen taal: want de Geest spreekt alle talen en doorbreekt alle grenzen en doet ons elkaar verstaan.
Het grote nieuwe van Pinksteren is dat de Geest de Geest is van Jezus, dat Hij de
Geest uitdeelt en dat die Geest geloof werkt in Jezus en zijn liefde uitgiet in harten
van mensen, hen goede woorden ingeeft en ook hun leven anders en nieuw maakt.
Iemand schrijft: onder het Oude Testament houdt God zijn adem nog in, maar als
Jezus komt en zijn overwinning behaalt op zonde en dood, dan barst het los: een geluid als van een geweldige storm, en vuur dat verwamt, en ook schoonbrandt.
dia 3
Ja, en ook en vooral: dat de Heilige Geest vanaf nu gegeven wordt aan allerlei heel verschillende mensen, en dat er geen onderscheid meer is en geen beperkingen zijn.
In vers 4 staat dat allen vervuld werden met de Heilige Geest, al die mensen die om de Geest gebeden hadden, en daar waren de elf discipelen bij maar ook andere volgelingen van Jezus, daar waren mannen bij en vrouwen, jongeren en ouderen,
vrije mensen maar ook slaven, mensen die wel en die niet gestudeerd hadden…..
En als na de toespraak van Petrus veel aanwezige feestgangers vragen hoe ze kunnen goedmaken wat ze met Jezus hadden gedaan, roept Petrus hen op om te breken met hun zonden en een nieuw leven te beginnen, door geloof in Jezus, en
zegt hij erbij dat ook aan hen de Heilige Geest gegeven zal worden, “want voor u geldt deze belofte en voor uw kinderen, en voor allen die ver weg zijn, en die de
Heer, onze God, tot zich zal roepen”. De Geest doorbreekt echt alle grenzen!

Nou, en daarmee gebeurt waar Mozes eeuwen eerder al naar verlangd had:
“Legde de HEER zijn Geest maar op heel het volk. Profeteerde iedereen maar!”.
Dat was op een moeilijk moment voor Mozes, midden onder de zoveelste uitbarsting van ontevredenheid en geklaag bij het volk in de woestijn: waren we maar in Egypte,
daar hadden we tenminste volop vlees en verse groenten, en niet alleen maar elke dag datzelfde manna – wat Mozes ertoe bracht op zijn beurt zich te beklagen bij God:
ik kan het niet alleen aan, als het zo moet, laat me dan maar liever hier doodgaan!
Waarop God hem tegemoet kwam door zeventig mannen als medewerkers aan te stellen en ook hen te vervullen met zijn Heilige Geest zodat ze samen met Mozes
leiding konden geven aan het volk – zoiets als vandaag ouderlingen en diakenen.
dia 4 En als dan twee van hen niet aanwezig zijn in de samenkomst maar thuis zijn gebleven, in hun eigen tent, en daar toch onder invloed van de Heilige Geest gaan profeteren, en Jozua daar kritiek op heeft – laat ze daarmee ophouden, Mozes, zij horen hier te zijn, in de kerk zouden wij zeggen -dan wil Mozes daar niets van weten:
“Ben je bang dat ik het erg vindt wat er gebeurt? Helemaal niet! Ik zou wel willen dat de Heer aan het hele volk zijn geest gaf. En dat alle Israëlieten gingen spreken als
profeten!”. Liever dan al dat ongeestelijk geklaag en gemopper, dacht Mozes vast.
Wat zou het geweldig zijn als veel meer mensen zouden praten en doen en later vanuit liefde en dankbaarheid, vriendelijk en bescheiden, vol van Gods Geest.
Dan zou het er zoveel anders uitzien in de kerk, en ook in de wereld erom heen.
Jesaja gebruikt er het beeld voor van een uitgedroogde bodem waar weer regen op valt zodat allerlei zaden ontkiemen en het dorre weer groen wordt, en bloemen gaan bloeien zodat heel de natuur bijkleurt en opleeft – zo belooft God geestelijke opbloei:
“Ik zal water uitgieten op dorstige grond,waterstromen over het droge land, Ik zal mijn Geest uitgieten over je nazaten en mijn zegen over je telgen. Zij zullen ontkiemen tussen het gras, uitbotten als wilgen langs het water”. De Geest geeft nieuw leven.
Die andere profeet – Joël – mocht diezelfde belofte nog wat concreter doorgeven:
“Daarna zal ik aan alle mensen mijn geest geven. Aan mannen en vrouwen, aan oude en jonge mensen, en zelfs aan slaven en slavinnen. Aan alle mensen zal ik mijn Geest geven. Dan zullen ze dromen krijgen en als profeten spreken” (Joël 3:1-2)
Heel trefzeker haalt Petrus precies die profetie aan als vervuld op die Pinksterdag in Jeruzalem: “vandaag gebeurt er iets waarover de profeet Joël al gesproken heeft”.
Dat waarover die mensen op dat tempelplein vooral ondersteboven waren: wij horen die lui uit Galilea frank en vrij en enthousiast vertellen over de grote dingen die God doet – en dat ook nog verstaanbaar in de taal van ons moederland – hoe kunnen ze en hoe durven ze…mensen die geen theologie gestudeerd hebben en ook geen talenstudie hebben gedaan…en die een paar dagen geleden nog onzichtbaar en onvindbaar waren …en nu staan ze er, en vertellen ze over Jezus en gaan ze helemaal uit hun dak en is al hun angst verdwenen – hoe kan dat en wat is dat…?
Ik las: “dat is het nieuwe van Pinksteren: die ongekende hevige werking zonder dat God zich hoeft in te houden: alle gelovigen worden vanaf nu bijzondere ambtsdragers, toegerust om te getuigen (Gods grote daden) en te dienen (de opbouw van de kerk door de afzonderlijke Geestesgaven)”.
Zoals Jezus had beloofd: “wanneer de Heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen” (Handelingen 1: 8)

Dat is natuurlijk in eerste instantie werkelijkheid geworden voor die mannen en die vrouwen toen, daar rond te tempel, en daarna, in de zgn apostolische tijd; lees maar
door in het boek Handelingen en ook in de brieven van de apostelen. Maar niet voor niets geeft Petrus die profetie van Joël iets anders door dan wat er in oorspronkelijk staat. dia 5 : het ‘daarna’ van Joël wordt: ‘aan het einde van de tijden’, en dat is in de Bijbel de laatste fase van de geschiedenis tot aan de wederkomst, en dus de tijd waarin wij ook leven, en waarin steeds weer mensen vol van de Geest zijn en ze voor hun geloof en hun Heer uitkomen en anderen daarmee bemoedigen en de weg wijzen, en waar ze nodig ook zichzelf en elkaar en anderen bij de les houden.

Er is nogal wat te doen geweest en nog te doen over wat dat profeteren inhoudt.
Gereformeerden benadrukken meestal dat nu de Bijbel af is en daarin alles staat
wat we nodig hebben om te geloven en God te dienen, en wat we voor de toekomst mogen verwachten, profeteren is dat je doorgeeft en uitlegt wat in de Bijbel staat,
wat natuurlijk vooral in kerkdiensten gebeurt door bijbellezing en preek en liederen.
En als iemand komt met eigen ervaringen of wat wat hij gedroomd heeft, of als je dingen leest van mensen die beweren een boodschap van God gekregen te hebben, dan zijn we daar beducht voor en kritisch over, en kunnen we er niet veel mee.
Daarom is de Bijbel de toetssteen en moet je wat je als mens ervaart en denkt als boodschap of leiding van God te krijgen, altijd kritisch beoordelen en daarbij ook open moet staan voor de feedback van anderen, en vooral van de Bijbel.
Dat zegt de Bijbel trouwens zelf: toets alles en behoudt het goede, en ook: als iemand een profetie heeft, moeten anderen die beoordelen, en nog zo eentje:
de geesten van de profeten zijn aan de profeten onderworpen, dus blijft kritisch
en laat je niet zomaar meeslepen door je eigen ingevingen of die van anderen.
Paulus hamert erop dat wie profeteert uit moet zijn op de opbouw van anderen
en dat er ook altijd anderen moeten zijn om uitleg te geven en het gezegde te
beoordelen: zo voorkom je dat mensen zichzelf een profetenmantel omhangen
en geen tegenspraak dulden, wat kan leiden tot de vorming van enge sectes.
Maatstaf voor echtheid van een profetie is ook of die uitkomt, of een misser blijkt.

Toch staat in diezelfde Bijbel dat als je op je geloof wordt aangevallen en je dat moeilijk vindt, de Geest de woorden zal geven die op dat moment goed zijn.
Profeteren kun je niet beperken tot de preken in de kerk of tot evangelisatie.
Onze eigen catechismus zegt dat elke gelovige priester is en koning en profeet.
En dan is profeet dat we de naam van de Heer belijden, en dat is maar niet wat
Bijbelteksten of vrome waarheden doorgeven maar dat is op allerlei gebied en in allerlei situaties laten horen en merken waar je voor staat en in wie je gelooft.
God geeft sturing door de Bijbel maar zijn Geest kan ons ook door middel van
bepaalde ervaringen of gebeurtenissen leiden, of via mensen, en ook soms door een droom of een andere aanwijzing zodat je zeker weet dat het niet toevallig is maar dat God je iets wil duidelijk maken, je ergens voor wil waarschuwen of op wil attenderen.
Het kan ook door een bijbeltekst die ineens tot je gaat spreken, een preek die precies
gaat over een probleem waar jij net mee zit, een lied dat net is wat jij nu nodig hebt.
Daarvoor openstaan hoort ook bij wat we zelf belijden, zoals in de catechismus: dat
we de Heer door zijn Geest in ons laten werken, en de Geest zelfs in ons kan wonen.
dia 6
Ja, en dat is niet beperkt tot sommigen, tot speciale ambtsdragers,of supergelovigen.
Petrus geeft die belofte door die al bij Joël stond: de Geest komt over mannen en vrouwen, ouderen en jongeren, mensen met geld en status, en wie achteraan komen
in de maatschappij – want de Geest doorbreekt de grenzen door mensen gemaakt.
Ik denk dat het ook wat te zeggen voor de discussie die aan de gang is en af en toe op het scherpst van de snede gevoerd wordt over de plaats en taken van mannen en vrouwen in de kerk – mag een vrouw ouderling zijn of dominee of toch niet – en als we daar niet uit zijn of we er als kerk niet aan toe zijn,wat kan dan in elk geval wel en wat betekent het dat hier en ook op andere plaatsen duidelijk staat over elke christen als
profeet/profetes – en dat Paulus schrijft dat verschillen voor Christus niet tellen “Omdat jullie in Jezus Christus geloven, vormen jullie een eenheid: Joden en niet-Joden, slaven en vrije mensen, mannen en vrouwen. Verschillen zijn niet belangrijk meer” (Galaten 3: 28, BGT). Hoe geven we daar in de gemeente inhoud aan?
Ja, en als we allemaal de Geest ontvangen hebben en gaven gekregen hebben
om te luisteren en te spreken, te dienen, te helpen, te bemoedigen, te troosten,
wat kunnen we meer doen voor elkaar als het invullen van het ouderling-zijn en diaken zijn lastiger lukt – en we dan lezen in een andere brief, van Petrus, wat hij niet tegen speciale ambtsdragers zegt maar tegen iedereen in de gemeente: “Jullie moeten elkaar helpen. God zal ervoor zorgen dat jullie dat kunnen. Want Hij heeft aan ieder van jullie een bijzondere kracht gegeven, die je goed moet gebruiken.
Als je spreekt, spreek dan woorden van God. En als je mensen helpt, doe dat dan vanuit de kracht die God je geeft. Zo krijgt God op allerlei manieren eer. Want dankzij Jezus Christus kunnen jullie doen wat God wil” (1 Petrus 4: 10-11, BGT)
Dan kan er zoveel loskomen aan blijdschap, geloof, liefde – zoals met Pinksteren!
Het helpt om er vaak om te bidden, en om open te staan voor wat de Geest wil doen.

Een gebed om af te sluiten: dia 7

Een nieuwe bezieling, een Geest die levend maakt,
de aarde een nieuwe glans geeft:
Kom, Geest van God!

Een wind die ons wekt, op onze benen zet
en voortbeweegt:
Kom, Geest van God!

Een vuur dat ons aansteekt, verwarmt
en vooruit brandt.
Kom, Geest van God!

amen

liturgie 1e Pinksterdag zondag 15 mei 2016
votum en groet
zingen: Ps. 68: 1,3,7 NLB
gebed
Schriftlezingen
1e – Numeri 11: 24-30
zingen: Ps. 139: 3,4
2e – Jesaja 44: 1-5
zingen: Lied 39: 1,2,3
3e – Handelingen 2: 1-11
zingen: Lied 39: 4,5,6,9
verkondiging: Hand. 2: 17-18
zingen: Opwekking 766 ‘Als de hemel openbreekt’
gebed
wet van de Heer
zingen: Opw. 389 ‘Create in me a clean heart’

Create in me a clean heart, o God
and renew a right spirit within me. 2x
Cast me not away
from thy presence, o Lord
and take not thy Holy Spirit from me.
Restore unto me the joy of thy salvation
and renew a right spirit within me

(Nederlandse vertaling; zie Psalm 51 vs 12- 14)

Schep mij een rein hart, o God!
en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest.
Schep mij een rein hart, o God!
en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest.

Verwerp mij niet van Uw aangezicht,
en neem Uw Heiligen Geest niet van mij.
Geef mij weder de vreugde Uws heils;
en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest.

collecte
zingen: Opwekking 723 Kom, volk van de verrezen Heer!
zegen
amen: Opwekking 710 Zegen mij

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *