Beste mensen, zusters en broeders, en jullie jongeren, gemeente van Christus,
dia 1
Hebt u hem wel ziet zitten, de afgelopen week, in die boom in het park: Zacheüs?
Of nee, niet in die boom, maar achter die kassa of die computer, of in je klaslokaal? Of: heb je hem – of haar – zien lopen: in het winkelcentrum, op het station, op straat? Je kende hem niet, had haar nooit gezien,en misschien zie je hem of haar niet weer.
Vergeet maar die naam Zacheüs want ik ken niemand in Nederland met die naam, en u vast ook niet – maar toch: overal om ons heen kun je Zacheüssen ontmoeten.
Een vreemd begin misschien van deze preek, daarom wat meer uitleg daarvan.
Ik heb deze intro ontleend aan een boek dat ik de afgelopen tijd heb gelezen.
Het heet ‘Geduld met God’, geschreven door de Tsjechische katholieke theoloog Tomas Halik, met als ondertitel ‘Twijfel als brug tussen geloven en niet-geloven’.
dia 2 Halik was in de communistische tijd in het geheim priester, in een soort ondergrondse kerk ,zo geheim dat zelfs zijn eigen moeder het niet mocht weten.
Na de val van het communisme ging hij werken in een soort studentenkerk in
Praag, en werd hij ook vertrouweling en adviseur van president Vaclav Havel.
Nu geldt Tsjechië nog meer dan Nederland als een sterk geseculariseerd – en
zelfs atheïstisch land: maar weinig mensen gaan nog naar een kerk, ook al
staan er heel veel prachtige kerkgebouwen en wordt Praag zelfs de stad van
de honderd torens genoemd – maar veel kerk zitten leeg of staan leeg – en veel
mensen hebben weinig of niets met het instituut kerk en ook niet veel met God.
Wat de kerken voor de vraag stelt hoe deze mensen te benaderen – een vraag
die minstens zo sterk speelt in Nederland en zeker ook inHeerhugowaard – het is mooi dat elke zondag meer dan honderd mensen naar de samenkomsten komen
en dat er daarbuiten steeds nieuwe contacten zijn, maar wat is dat op de bijna 54.000 mensen die op dit moment in Heerhugowaard wonen – waar vast veel mensen bij zijn die weinig of niets van God weten en met God hebben, die sterk
afwijzend zijn als er iets van een kerk naar hen toe komt – of die misschien best
belangstelling hebben in zingevingsvragen of zelfs op zoek zijn, nieuwsgierig zijn
naar wat in Reflector gebeurt, dia 3 maar bang zijn zich te binden en er niet aan toe zijn zich aan te sluiten en daarom op een afstand toekijken – wat hebben we hen te bieden en hoe reageren we als dat gesprek niet leidt tot diepgaander contact, als die man belooft eens langs te komen op zondag maar toch niet komt, als zij een keer er is bij een activiteit maar daar blijft het bij – zijn we dan hevig teleurgesteld want we willen zo graag dat hij zich bekeert, dat zij gaat geloven, dat de gemeente groeit?
En als er wel een dieper contact ontstaat, zijn we dan echt geïnteresseerd in wat
die ander te melden heeft, in haar levensverhaal, in zijn levensovertuiging – of
zijn we er vooral op uit om ons verhaal – het verhaal van Jezus, de Bijbelse boodschap – kwijt te kunnen, in de hoop dat die ander tot geloof komt en zich
bij ons aansluit – we willen toch graag dat er groei is, in HartvoorHeerhugowaard,
in onze kerk hier in Broek – in elk geval: dat mensen een keus maken, voor God…
dia 4 beseffen we wel hoeveel drempels mensen dan moeten nemen?
In dat boek probeert Tomas Halik lessen te trekken uit de ontmoeting van de Heer
met Zacheüs, en hij wijst zijn landgenoten erop “dat alle bomen om hen heen vol Zacheüssen zaten – mensen die zich niet wilden of konden mengen in de menigte van oude of splinternieuwe gelovigen, maar die niet onverschillig of vijandig waren.
Die Zacheüssen waren zoekend en nieuwsgierig, maar wilden tegelijk ook afstand en
overzicht houden. Dat vreemde mengsel van nieuwsgierigheid en verwachting,
interesse en schuchterheid, en soms ook van schuldgevoel en ‘ongepastheid,
hield hen verscholen in de bladeren van de vijgenboom” – en even verder: “De enige die in staat is om Zacheüs aan te spreken is iemand voor wie mensen die zich tussen de takken van een vijgenboom verbergen niet raar en niet vreemd zijn, iemand die niet op hen neerkijkt maar om hen geeft, iemand die kan ingaan op wat zich afspeelt
in hoofden en harten. einde citaten – Die iemand is natuurlijk Jezus, in tegenstelling
tot de afkeurende blikken en de woorden vol afkeer van de mopperaars eromheen.
En de vraag is voor ons vandaag hoe wij erin staan: net als Jezus die Zacheüs zag zitten tussen de bladeren en hem bij zijn naam riep en bij hem wilde aanschuiven,
of als die omstanders die Zacheüs als ongelovig en hopeloos hadden afgeschreven.
Dat wilde ik aankaarten met die vragen waarmee ik begon: “Hebt u hem wel ziet zitten, de afgelopen week, in die boom in het park: Zacheüs? Of nee, niet in die boom, maar achter die kassa of die computer, of in je klaslokaal? Of: heb je hem – of haar – zien lopen: in het winkelcentrum, op het station, op straat?” Ken je ze ook
die niet zichzelf durven zijn, die een masker dragen…dia 5 Ja, en wat dan?
Laten we wat beter kijken naar de echte Zacheüs die Jezus ontmoette in Jericho.
Zacheüs woonde in de grensstad Jericho, en hij was een rijke hoofdtollenaar.
Je zou vandaag zeggen: hoofd van de belastingdienst en baas van de douane.
Maar meer nog dan belastinginspecteurs en douaneambtenaren in onze tijd waren
tollenaars toen in Israël bepaald niet populair, ze werden zelfs gehaat als de pest.
Want tollenaars moesten belasting innen voor de bezetter, waren een soort NSB’ers.
Daar kwam nog bij dat ze als ze kans kregen veel meer vroegen dan waar ze recht op hadden en dus hun zakken vulde over de ruggen van hun volks-en kerkgenoten.
Als van Zacheüs wordt verteld dat hij rijk was, zit daar een smerig luchtje aan:
Hij was niet eerlijk aan veel van zijn geld gekomen en hij leefde een luxe leventje
ten koste van zijn machteloze slachtoffers, zoals hij zelf na zijn bekering eerlijk toe dat hij heel veel mensen veel te veel geld heeft afgeperst. Weet u trouwens wat die naam Zacheüs betekent? De Zuivere, de Eerlijke.. Je krijgt er een vieze smaak van in de mond: de man deed zijn naam bepaald geen eer aan.
Er staat ook van Zacheüs dat hij klein van stuk was, misschien hing hij daarom de grote meneer uit, was dat een soort van wraak: ik zal ze wel eens krijgen allemaal.
Hij had al vanaf dat hij kind was tegen anderen moeten opkijken, nu konden ze niet om hem heen….goed te bedenken dat achter elke gedrag ook een verhaal zit.
Je ziet het voor je: zo’n dik klein mannetje met een grote sigaar, die met zijn pen de mensen kon maken en breken, en met zijn geld kon doen wat hij wilde, en daarom ook zogenaamde vrienden had om feest mee te vieren en samen mee te eten – maar als hij de deur uitging werd hij door veel mensen met de nek werd aangekeken
en straal genegeerd, en nergens voelde hij zich echt welkom: die hoort er niet bij.
Buiten zijn werk om was hij ineens niet meer die grote meneer maar gewoon een klein eenzaam mannetje, maar ja, daar was hij aan gewend en hij had een riant inkomen en een mooi groot huis…ook al telde hij in de ogen van veel mensen niet mee, iedereen hield terdege rekening met hem. Tomas Halik noemt Zacheüs een ‘randfiguur’ – inderdaad: verloren, zoekgeraakt…en tegelijk ook toch wel op zoek..
Ja, want we zien dat kleine mannetje de straat op gaan, want er is wat te doen in de stad. Het gerucht zal ook hem bereikt hebben: Jezus uit Nazareth,die beroemde rabbi, is bij ons in de stad. Door zijn open ramen hoort hij de optocht achter Jezus aan steeds dichterbij komen en hoe dan ook wordt zijn nieuwsgierigheid geprikkeld: ik wil die Jezus ook wel eens zien, laat ik maar gaan kijken. Meer staat er niet: “hij wilde Jezus zien, om te weten te komen wat voor iemand het was”. Hij trekt de deur achter zich dicht en gaat de straat op, met de optocht van die Jezus mee…
Maar ja, hoe gaat dat als er iets te doen is en de hele stad is uitgelopen, en dan kom jij nog eens…Rijen dik staan de mensen al langs de kant en als jij dat kind bent of wat klein uitgevallen als Zacheüs: irritant om altijd tegen de ruggen van al die grote en veel langere mensen aan te kijken: ik zie niks.. dia 6
Er zijn ook vandaag veel mensen – misschien kent u ze wel of bent u er zelf zo een.
Die het gevoel hebben altijd op te moeten kijken en op te moeten boksen tegen wie meer kan en meer te vertellen heeft en meer in de picture zijn: die anderen zijn veel slimmer of veel vlotter dan jij, zien er beter uit, krijgen meer voor elkaar.
Er zijn er ook die bewust afstand bewaren want als ze die lui van de kerk een vinger geeft pakken ze je helemaal in en moet je meteen denken en geloven en doen als zij…moet je meteen met alles meedoen en kun je niet op zondag wat je gewend bent.
en dat voelt beklemmend zeker als je slechte ervaringen hebt met geloof en kerk,
misschien vanuit de jeugd, vanuit de opvoeding, of omdat je vrijheid je te lief is…..
Lastig als je klein bent en die anderen zeker voor jou echt geen stap opzij gaan….
Maar wie niet groot is, moet slim zijn, en zo vlug als zijn korte beentjes hem kunnen dragen, rent Zacheüs langs de mensen heen tot voor de stoet met Jezus in het midden, en even later ziet hij een vijgenboom langs de kant van de weg, zo’n boom met z’n knoestige takken tot vlak bij de grond zodat hij er makkelijk in kan klimmen en net wat hoger komt dan de hoofden van al die langere mensen… Bovendien heeft een vijgenboom heel veel bladeren zodat hij alles kan zien zonder gezien te worden. Die boom is voor Zacheüs een mooi uitzichtpunt maar ook een veilige verstopplek, een stukje privé. Ik moest denken aan de eerste mensen, Adam en Eva, toen ze uit schaamte zich voor God verstopten in het struikgewas maar door God geroepen werden: waar zitten jullie? kom eens vlug tevoorschijn! Dat is Gods zoekende liefde!
dia 7
Ja en precies dat gebeurde toen Jezus bij die boom was gekomen waarin Zacheüs zich had verstopt. Tot schrik van al die mensen en het meest van Zacheüs zelf liep Jezus niet snel door maar bleef hij staan, en keek hij naar boven, en riep zijn naam: Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet ik bij jou logeren – dat moet: alsof Jezus juist daarvoor gekomen was. Nou, dat is ook zo, daarvoor was Jezus niet maar naar Jericho gekomen, daarvoor is Hij naar onze wereld gekomen, om wat verloren was (vs.10), zo iemand als Zacheüs, maar u ook en jou, en mij, te zoeken en te redden – daarvoor ging Jezus ook zijn laatste reis maken naar Jeruzalem, om daargevangen genomen te worden en te sterven aan het kruis: om mensen een nieuw leven te geven, en dat niet pas na dit leven, maar nu al, stapje voor stapje,
zoals die Zacheüs veranderde als een blad aan de boom – hij werd een ander mens.
dia 8
Het is een intrigerende opmerking van Tomas Halik dat nergens staat dat Zacheüs
een discipel van Jezus werd, zoals we weten van zijn ex-college Levi – Matteüs.
Of hij later lid geworden is van de christelijke kerk – misschien wel- misschien niet.
Hij besloot wel een ander leven te gaan leiden, en zijn gezin profiteerde mee – er staat dat ‘dit huis’ redding werd geschonken – veel benadeelden en arme mensen profiteerden ook van de omkeer in Zacheüs leven – stromen van veel zegen dus!
dia 9
Lees er vooral niet overheen dat Jezus Zacheüs bij zijn naam kent en noemt.
Dat betekent dat deze tollenaar bij Jezus in tel is en naam mag hebben, iemand is.
Anders dan voor die keurige burgers van Jericho die Zacheüs afgeschreven hadden,
anders dan zoals in onze tijd veel mensen een nummer zijn of de zoveelste loser.
verslaafd aan dit of dat, of een van de vele kerkverlaters, of weer zo’n gelukzoeker.
Het is een les voor ons – een van de vele lessen uit het leven en werken van de Heer: pas als je iemand wil leren kennen, als iemand een naam heeft en een gezicht
krijgt, en als je dus echt belang stelt in hem of haar, in zijn verhaal, in haar vragen,
in hun twijfels of frustraties, en als je echt om die ander geeft, krijg je contact en
komt er echt gesprek, en kun je die ander die op je weg komt, ook echt aanspreken.
Jezus zei: Zacheüs, vandaag moet ik in jouw huis verblijven, wil ik jouw leven binnenkomen – en dan gebeurt er wat, dat is begin van de verandering, want als
Jezus je leven binnenkomt, komt Gods liefde binnen en dat doet altijd wat met een mens; vertrouw daar maar op, en bid God erom, en laat het dan maar aan Hem over.
Zacheüs was in die boom geklommen om Jezus beter te kunnen zien, maar toen Jezus hem zag zitten en Hem uit die boom plukte, veranderde hij op slag als een blad aan de boom, er staat dat hij meteen naar beneden kwam en Jezus vol vreugde bij zich thuis ontving: welkom, Heer. Blijkbaar voelde hij zich aangeraakt en geaccepteerd door die liefdevolle stem en ogen van Jezus. Was dat echt een openbaring: eindelijk iemand die mij wil kennen, ondanks wie en wat ik ben.
Het was het begin van hoe dan ook een ander leven – want je mag bij Jezus komen
zoals je bent maar Hij houdt zoveel van je dat Hij je niet laat blijven zoals je bent.
Er staat dat hij was gaan staan: hij stond op tot een echt en een nieuw leven.
Het zal best een moeilijke tocht geweest zijn voor Zacheüs, om als een klein mannetje geld terug te brengen en zijn excuses aan te bieden, maar hij deed het graag want eindelijk wist hij wat liefde betekent, en kon hij ook weer liefde geven.
Ja en voortaan kon hij zijn naam met ere dragen: Zacheüs=de Eerlijke, de Zuivere.
Werd voor hem de felicitatie van Jezus in de bergrede waar: “gelukkig wie zuiver
van hart zijn, want zij zullen God zien”.
dia 10
Gemeente, er komen prachtige berichten uit Heerhugowaard, er gebeurt veel moois.
mensen die de liefde van God door Jezus leren kennen en die liefde delen met elkaar, levens die veranderen, mensen die voor het eerst of weer gaan geloven…
veel reden om God te danken en veel reden om voor dat werk te blijven bidden.
Als we maar niet al die Zacheüssen om ons heen over het hoofd zien of ze door
ons ongeduld, onze stelligheid, onze drang om mensen te winnen, juist afstoten.
Tomas Halik gaat zelfs zover dat hij vindt dat de kerk zich van haar zekerheden
moet ontdoen om al die onzekeren en twijfelaars en zoekers echt te bereiken, want niet wij hebben de waarheid in pacht maar Jezus is de Weg, de Waarheid, het Leven.
Jezus die oog had en hart voor randfiguren als tollenaars, zondaars, verloren zonen
en dochters, omdat ze allemaal kinderen van Abraham waren en mensen van God.
Kijken wij ook zo om ons heen, naar al die heel verschillende mensen, door de ogen
van God en met een hart als van Jezus, gaan we open hen tegemoet, in vertrouwen dat wie God zoekt zal vinden omdat God al lang naar hem op zoek was? dia 11
Alrik zegt vaak over mensen die op het spoor van God komen en interesse tonen voor het evangelie dat voordat wij in beeld komen, God al lang met hen bezig was.
Dat kan ons rust geven – het is niet ons werk, ook niet dat van Alrik, van Jan Pieter,
van mensen om hen heen, het is Jezus zelf die zoekt wie verloren, zijn, (op) zoek.
Want de genade heeft het eerste en het laatste woord, en de liefde overwint.
amen
dia 12
liturgie gebedsdienst HartvoorHeerhugowaard – zondag 21 februari 2016
welkom
zingen: Gz. 481: 1,2 LvdK
we worden stil voor God
zingen: Ps. 149: 1,3 LvdK
gebed
Schriftlezing: Genesis 3: 1-9
zingen: NLB 944: 1-4 (melodie psalm 132) ‘O Heer, verberg U niet voor mij’
Schriftlezing: Lucas 19: 1-10
zingen: ELB 431 / NLB 186 ‘Er is geen plaats, er is geen plaats’
verkondiging ‘Oog voor wie (op) zoek zijn’
zingen: Gz. 297: 1,2 LvdK ‘Toch overwint eens de genade’
info over Hart voor Heerhugowaard (Caspar van Egmond)
gebed
collecte
geloofsbelijdenis zingen (melodie: Gezang 297 Liedboek)
1 .’k Geloof in God -Hij is de Vader,
almachtig Koning op zijn troon,
Schepper van hemel en van aarde
– en in zijn eengeboren Zoon,
die ik als mijn Verlosser eer,
in Jezus Christus, onze Heer,
2. die, van de heilge Geest ontvangen,
als mens geboren uit een maagd,
onder Pilatus heeft geleden,
voor onze schuld werd aangeklaagd,
stierf aan het kruis, lag in het graf,
diep in de dood daalde Hij af.
3. ’k Geloof dat Hij ten derde dage
is opgestaan vanuit de dood,
en naar de hemel opgevaren,
zit aan de rechterhand van God,
vanwaar Hij met bazuingeschal
eenmaal ten oordeel komen zal.
4. Ook wordt de Geest door mij beleden,
’kgeloof één kerk die God ons geeft,
ware gemeenschap van de heilgen,
dat God mijn zonden steeds vergeeft,
mijn lichaam van de dood bevrijdt
en dat ik leef in eeuwigheid.
(berijming: Casper Koolsbergen)
zegen
amen: NLB 425 ‘Vervuld van uw zegen’