Lucas 1: 26-38: Liefdevol aangeraakt – Maria aanvaardt Gods plan (2e adventszondag)

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, de zoon van Maria, en Gods zoon.
dia 1
Hoe hoog hebben wij eigenlijk Maria, hoe belangrijk is zij voor ons?
Als protestanten, en zeker gereformeerden, houden we denk ik de nodige afstand.
Want om Maria hangt altijd meteen een zweem van wat we ‘rooms’ noemen:
Maria-verering, bidden tot Maria als ‘de moeder Gods’, kaarsjes voor haar branden.
In de rooms-katholieke traditie neemt Maria een centrale plaats in, zo zelfs dat om haar heen leerstellingen zijn aanvaard, zoals (in 1854) dat zij zonder zonde geboren zou zijn (de ‘onbevlekte ontvangenis’ van Maria) en (1950) dat Maria niet gestorven is maar net als haar zoon Jezus ten hemel zou zijn gevaren (Maria-hemelvaart).
En Maria zou daarna meerdere keren aan mensen verschenen zijn, b.v in Lourdes.
dia 2
Van heel andere kant wordt Maria ook op een voetstuk gezet, maar niet als heilige
maar – de term is niet van mij – meer als ‘helleveeg’ – een fiere vrouw die door het
strijdbare feminisme en door bevrijdingsbewegingen als voorvechtster gezien wordt. Zong zij niet dat heersers van hun tronen worden gestoten en dat gewone mensen eervolle posities krijgen, dat armen overladen worden met goederen en rijken met lege handen worden weggestuurd? Wat een revolutionaire taal! Die Maria durfde!

Uit reactie zou je zomaar Maria uit het oog kunnen verliezen en haar kleiner maken
dan God haar heeft gemaakt – getuige wat Gabriël namens God tegen haar gezegd
heeft en hoe even later Elisabet reageerde op de eervolle taak die ze mocht krijgen.
Hoor Gabriël – die volgens de meeste en meest betrouwbare handschriften zelfs meer gezegd heeft dan doorkomt in moderne vertalingen, namelijk: “Wees gegroet,
jij begenadigde, de Heer is met je; gezegend ben jij onder de vrouwen” – en later
beaamt Elisabet dat: “de meeste gezegende ben jij van alle vrouwen!” en: “wie ben
ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt?”. Maria is echt heel belangrijk!
En dat niet om wie zij van huis uit was – integendeel, ze noemt zich zelfs ‘slavin’ –
zeker niet omdat zij zonder zonde of tekorten zou zijn, en zelf bron van genade.
De engel zei niet wat gemeengoed is geworden in de Latijnse vertaling van zijn
groet – ‘ave Maria, gratia plena= gegroet Maria, vol van genade’ , maar anders: gegroet Maria, je bent begenadigd, God heeft jou zijn gunst geschonken – en
Maria is verbaasd en diep onder de indruk: God heeft omgezien naar mij in mijn nederige positie, wie ben ik dat mij dit overkomt, mijn ziel maakt groot de Heer!
Maria is het zoveelste voorbeeld dat God kiest voor wie uit zichzelf gezien nooit in aanmerking zou komen, dat God kiest voor wie zwak is en onaanzienlijk, en arm.
Zodat God zelf de eer krijgt voor zijn genade waardoor Hij gewone mensen kiest
tot eervolle taken in zijn plan – ook Maria wordt door God zelf liefdevol aangeraakt.

dia 3 Liefdevol aangeraakt – Maria aanvaardt Gods plan
1. begenadigd
2. verwonderd
3. dienstbaar

dia 4 1. Maria wordt begenadigd.

Voor de tweede keer in het vervolgverhaal dat Lucas vertelt, komen we de
hemelbode Gabriël tegen, om een goed-nieuws-gesprek te hebben op aarde.
Als je goed leest zitten er meteen al in het eerste vers al veel verrassingen
en ook veel verschillen met het gesprek van een half jaar eerder met Zacharias.
Toen stuurde God zijn engel naar zijn huis op aarde, de tempel in Jeruzalem.
Nu moest Gabriël uit Gods hoge hemel naar een wel heel onverwacht plekje
op aarde: naar de stad – zeg maar: het stadje – Nazaret, in….ja echt….Galilea.
Dat is letterlijk een verschil van dag en nacht: uit hoge hemel daalde hij neer.
Want Galilea was echt bijna over de rand van het land en de kerk van toen.
Ze noemden het in Judea en Jeruzalem vaak het ‘Galilea van de heidenen’.
En in dat achterland, dat donkere Noord-Israël dan ook nog – ja echt: Nazaret….
Een plek waarvan ze zeiden: kan uit Nazaret iets goeds komen….niet dus.
En dan: bij een jong meisje- misschien rond 15 jaar,de leeftijd waarop veel meisjes in die tijd in Israël trouwden- niet in een groot deftig huis maar misschien nog wel
gewoon in het huis van haar ouders – je ging pas uit huis in die tijd als je trouwde.
Daar moest die belangrijke engel heen voor – zeg maar – een keukentafelgesprek
met dat gewone meisje uit dat achterafdorpje, die verloofd was met de zoon van de plaatselijke timmerman, die hoopte op een gezin samen en meehelpen in de zaak.

Wij hebben vaak het beeld van een engel als een lichtgevende gestalte,met vleugels,
en soms roept de Bijbel dat beeld zelf op, denk aan de engel die aan de herders
verscheen in de kerstnacht – maar hier staat alleen dat Gabriël Maria opzocht.
En dat ze niet het meest schrikt van wat ze ziet maar van wat ze hoort: die groet.
Dat een voor haar onbekend persoon – misschien wel als was hij een man die ze
nooit eerder ontmoet had – haar naam kent en noemt en zulke bijzondere dingen
tegen haar zegt over genade die God haar bewijst en dat ze voor God bijzonder is.

Het staat er twee keer: je bent begenadigd, God heeft je zijn gunst geschonken.
Daar zit al in dat Maria haar belangrijke plek in Gods werk niet verdiend maar
gekregen heeft, en dat ze dat zelf heel goed beseft heeft: uw gedienstige dienares.
Misschien denkt u: maar het was toch ook vanwege de lijn met het huis van David?
Zoals er niet voor niets bij staat: ze was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David – en over het kind dat Maria zou krijgen, zegt Gabriël:
“Hij zal groot zijn” en :”God, de Heer, zal hem de troon van zijn vader David geven”.
Ja, maar dat zet nog eens extra een uitroepteken achter dat kernwoord: genade.
Want wat was dat vroeger zo beroemde en machtige koningshuis van David ver
weggezakt: wie royals hadden moeten zijn in het paleis in Jeruzalem, waren nu
bouwvakkers in het onbenullige Nazaret en op hun troon zat Herodes de Edomiet.
En als straks de beloofde zoon wordt geboren is dat niet eens in de directe lijn van
afstamming via Jozef terug tot op David maar buiten Jozef om door Gods bijzondere
wonderlijke ingrijpen, zoals Zacharias er van zal zingen: “een reddende kracht heeft God voor ons opgewekt uit het huis van David”-niet Davids familie brengt de messias in de wereld maar God geeft aan David en Israël en de wereld de beloofde redder.
Dat meteen de naam wordt opgegeven spreekt boekdelen:jouw kind zal Jezus heten. Wie anders dan de vader gaf toen de naam – dus: God zelf is de Vader van Jezus!
De engel zegt het erbij: Hij wordt zoon van de Allerhoogste genoemd, zoon van God.
En Elisabet pakt het straks op, door God geleerd: jij bent de moeder van mijn Heer!

Voor Maria was dat een hele eer – en die eer moeten wij haar maar blijven geven –
we hebben er net nog over gezongen: “om wat God heeft gedaan zal elk geslacht
voortaan alom mij zalig spreken” – feliciteren is dat, dankbaar en met veel respect.
Ja, want ook voor ons had het grote gevolgen: als ik dit wonder vatten wil, dan wordt mijn geest van eerbied stil, aanbidt het maar doorgrondt het niet, dat zo de liefde van
God geschiedt” – dat God ook u en jou en mij wil aanraken en vullen met zijn liefde!
dia 5 2. Maria reageert verwonderd.

Reken maar dat het een schok is geweest voor dat nog jonge meisje Maria:
jij zult een zoon krijgen, en niet zomaar een zoon: de lang beloofde zoon van
David, en nog sterker en wonderlijker: jouw zoon zal de zoon van God zelf zijn.
Dan staat inderdaad je verstand stil en wordt je helemaal door elkaar geschud.
Lucas laat dat verder voor wat het is en vertelt meteen door hoe Maria reageerde,
maar ik denk dat er wel even tijd tussen zat om een en ander te verwerken.
Het blijft bijzonder hoe anders Maria reageerde, als je het vergelijkt met eerder
Zacharias, terwijl wat zij te horen krijgt minstens zo verrassend en wonderlijk is.
Ook anders dan heel lang geleden Sara reageerde op het bericht dat ze op haar
leeftijd nog een zoon zou krijgen en zij bij zichzelf lachte dat kan natuurlijk niet.
Maria lachte het ongelofelijk nieuws niet weg en ze zei niet tegen Gods engel:
maar dat kan toch niet, en hoe weet ik nou dat het waar is, en dat bestaat niet…
Nee, anders: “hoe zal dat gebeuren?” – geen ongeloof maar wel verwondering.
Want ze was nog niet getrouwd met Jozef, en blijkbaar begreep Maria dat het
om een zwangerschap ging buiten Jozef om, maar hoe wordt dat dan mogelijk?

In dat ‘verwonderd’ dat ik boven dit tweede punt zet, zit het woord ‘wonder’, en
dat is bewust gedaan natuurlijk, want wat Maria gaat meemaken, is een wonder.
Waarover de engel mooie dingen zegt die wonderlijk en bijzonder blijven en die
allesbehalve een voor mensen afdoende verklaring zijn. over de werking van de Heilige Geest die over haar zal komen en de kracht van God die als een schaduw
met haar mee zal gaan en haar zal beschermen en zal waarmaken wat we over Gods scheppende mogelijkheden zingen: “Hij hoeft maar te spreken, Hij geeft maar een teken, wat Hij wil ontstaat” (Psalm 33)- zoals trouwens elk nieuw leven een wonder van God is – hoor een andere psalm: “Vernuftig ben ik gecreëerd, door U met aandacht geboetseerd, ik prijs U, Heer, omdat ik weet hoe wonderbaarlijk u dat deed. Heer, mijn verstand is niet bij macht iets te verstaan van uw gedachten” (Psalm 139).
Ja, en misschien nog wel een groter wonder is dat zondige mensen een nieuw begin krijgen als toch weer kind van God, lees Joh.1: 12-13: “Wie…. in zijn naam – die van Jezus – geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden.
Zij zijn niet op natuurlijke wijze geborebn, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil
van een man, maar uit God”. Wat meteen de weg wijst naar wat achter die heel bijzondere geboorte van Gods zoon als Maria’s zoon verborgen ligt: niet een onderschatting laat staat verachting van het huwelijk en de gemeenschap van
een man met een vrouw maar wel dat de redding niet van ons mensen komen kan maar alleen van Boven af: het Woord – dat God is en was – is mens geworden.
Die daarom straks koning wordt en het zal blijven – sterker dan zonde en dood.

Geen wonder dat Maria verwonderd vraagt hoe dat toch mogelijk zal worden.
Haar gelovig doorvragen is een wonder op zich: de Heilige Geest is al aan het werk.
En God geeft dan ongevraagd nog een extra steuntje in de rug: weet je wel dat jouw familielid – verre nicht of oudtante, wie zal het zeggen – ook zwanger is en een zoon zal krijgen – ze is al in haar zesde maand – nog een bewijs hoe waar is wat lang geleden Sara al te horen kreeg en mocht ervaren: dat voor God niets onmogelijk is.
Dat is al reden genoeg om Maria in ere te houden en een voorbeeld aan haar te nemen, hoor Elisabet:”gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan” – gelukkig zijn wij als wij onze God vertrouwen op zijn woord.
Dan mogen wij het Maria nazingen: God heeft oog gehad voor ons – ook voor mij!
dia 6 3. Maria wil dienstbaar zijn.

Dat Maria erg schrok van dat onverwachte bezoek en die schokkende boodschap,
is niet zo gek – dat ze niet in ongeloof dat vreemde verhaal van zich af laat glijden of er boos en afwijzend op reageert, is heel bijzonder – denk je eens in dat zoiets tegen jou gezegd zou worden…of tegen u….hoe zouden wij reageren en er mee omgaan?
Maria verzet zich niet in ongeloof of afwijzing, ze zegt ook niet: dat doe ik wel even.
Nee, ze stelt zich bescheiden op en is bereid om te doen wat God met haar wil: “De Heer wil ik dienen. Laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd”. ‘Uw wil geschiede’.
In de katholieke traditie wordt dat uitgelegd alsof Maria haar fiat, haar toestemming geeft, maar als je leest wat er letterlijk staat is het veel meer overgave: tot uw dienst!

Dat is ook heel bijzonder omdat Maria niet weet wat haar allemaal te wachten staat.
Iemand schrijft dat ze alle reden had “voor paniek, verwarring, verzet, ongeloof, angst”. “Stel je voor: zij zwanger. Hoe kon ze daarmee bij Jozef aankomen? En wat zouden de mensen zeggen? En hoe zouden ze in de kerk reageren?”. We weten uit Matt. 1 dat de eerste reactie van Jozef was dat Maria vreemd was gegaan en een kind verwachtte van een ander en dat hij daarom de relatie maar moest verbreken.
En in zo’n dorp waar ze alles van elkaar wisten,zijn vast allerlei praatjes rondgegaan.
Toch stelt Maria zich open voor de genade van God en de taak die God voor haar had: “Zie, de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord”. Het is goed!

Eigenlijk is dat de sterkste motivatie om ook als gereformeerd mens Maria in ere
te houden als voorbeeld voor ons: hét voorbeeld van overgave en dienstbaarheid.
Natuurlijk was Maria uniek en krijgt niemand een voorrecht en een opdracht zoals zij.
Maar dankzij de zoon van Maria, die zoon van God is, Jezus, zijn ook u en jij en ik
begenadigde mensen aan wie God zijn liefde kwijt wil en die door Hem liefdevol zijn en worden aangeraakt, en ook mensen die dienstbaar mogen zijn aan de Heer en aan mensen om ons heen, ieder met eigen gaven, en ieder op zijn of haar plekje.
Om niet op onszelf te staan en alleen voor onszelf te gaan maar om wat we zingen
handen en voeten te geven in de dingen van elke dag: neem mijn leven, laat het
Heer, toegewijd zijn aan uw eer: in woord en daad, met onze tijd, met ons geld.

Om ook als het soms heel zwaar wordt en moeilijk kan zijn, ons aan Gods leiding
toe te vertrouwen en Maria na te zeggen: ik wil U dienen, laat gebeuren wat U wilt.
Wat veel kan kosten – aan geduld, inzet, lijden misschien, maar met hulp van God
en ook met elkaar uiteindelijk veel oplevert:een zinvol leven,een betere samenleving,
waarin niet ieders eigen ego in gevecht is met dat van anderen maar we leren open
te staan voor die ander en liefde te ontvangen – van God en mensen- en door te geven – zoals in dat zegenlied van afgelopen zondag: “Met een hart vol vrede, zijn
wij zegenend nabij. Van uw liefde delend,waarin wij zelf tot bron van zegen zijn”.

Ik denk aan het slot van de brief aan de Hebreeën waar een gebed staat:
“Moge de God van de vrede….u toerusten met al het goede, zodat u zijn wil
kunt doen. Moge Hij in ons datgene tot stand brengen wat Hem welgevallig is,
door Jezus Christus, aan wie de eer toekomt, tot in alle eeuwigheid.
amen”.

liturgie morgendienst zondag 6 december 2015
votum en groet
zingen: Ps. 80. 1,8 ‘O herder, die uw volk wilt leiden’
wet van de HEER
zingen: Ps. 80: 10 ‘Doe ons uw kracht ten leven blijken’
gebed
Schriftlezing. Lucas 1: 26-38
zingen: Gz. 47: 1,2,3 ‘Mijn ziel verheft Gods eer’

kinderen naar de kinderbijbelclub

verkondiging

zingen: NLB 464: 1a,2a,3m,4v,10a – melodie Gz. 81
1. Een engel spreekt een priester aan.
Wil hij het goede nieuws verstaan?
Omdat hij niet geloven kan
wordt hij een sprakeloze man.
2. Soms staat de hemel op een kier:
een bode van de Heer komt hier,
verrast ons met een blij bericht,
en zet de aarde in het licht!
3. Een engel spreekt een meisje aan,
hij groet haar, noemt haar bij haar naam:
God kiest jou als zijn liefste uit,
voor Hem ben jij de ware bruid!
4. De hemel spreekt, Maria hoort,
zij geeft zich over aan dat woord.
Daarom zal zij de moeder zijn
van Gods geheim, een kindje klein!
10. De hemel zingt de aarde voor.
En samen vormen wij het koor
dat God alleen de glorie zingt
omdat zijn licht de nacht bedwingt.

kinderen terug in de kerk

gebed
collecte
zingen: Lied 132: 1,2,3 ‘Er is een roos ontloken’
zegen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *