Gemeente van Christus,
dia 1
Bijbellezen doe je samen….maar is dat wel zo, waarom moet dat zo nodig?
Is niet de Bijbel aan u en jou persoonlijk gegeven, om er zelf uit te lezen en
om er dan ook naar te leven – moeten we daar niet vooral tijd in steken?
En waarom zou je naar een vereniging of een bijbelstudieclub gaan, gaat
daar niet vooral veel tijd zitten in geredeneer en ook in veel gehakketak,
zodat je er eerder achteruitgaat in je geloof en je blijdschap dan dat je groeit?
Ja, en het kan toch zijn dat jij niet iemand bent om mee te doen in een groep?
Moet je dan je schuldig voelen, en wat moet je zeggen als je erover vragen: waarom ga jij niet naar vereniging, dat heb je toch nodig…en: wij hebben jou ook nodig…(?)
We komen er straks op terug, op dit soort vragen en soms ook aanvaringen.
Maar eerst over dat persoonlijke bijbellezen en de plek daarvan in ons leven.
Het staat als een paal boven water dat het daarmee begint, en dat als je daar
voor jezelf geen werk van maakt, bijbellezen en samen erover praten niet tot
zijn recht komt en weinig zal opleveren, weinig meer dan het bekende ‘ik vind’
of het napraten van een schetsschrijver of van: hij of zij die het wel zal weten.
We kennen allemaal wel de klacht over gebrek aan voorstudie, maar als die
voorstudie blijft hangen in de schets of het bijbelhoofdstuk, is het nog half werk.
En ook als heel veel weetjes en feitjes over tafel gaan, help je ook elkaar niet
echt verder, en…zul je zelf ook niet groeien in geloof en liefde tot God en elkaar.
Daarom is niet alleen belangrijk dat we thuis, samen en persoonlijk, in de Bijbel
lezen, aan tafel of voor het slapen gaan, of in een stille tijd, ieder op eigen manier,
maar ook en vooral hoe we dat doen: hoe we tegen de Bijbel aankijken en met
wat we lezen omgaan; of we het ons eigen maken, verwerken; en wat het met
ons doet wat we hebben gelezen, of niet: of het ons raakt en ons ook verandert.
dia 2
In onze tekst zegt Paulus veel meer dan ‘lees je bijbel, bid elke dag’ – want dat is
belangrijk maar vooral als een middel om te groeien; om waar het echt om gaat:
“Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen” : door ze je eigen te maken,
zodat ze je hart vullen en je leven stempelen, je houding bepalen, je praat anders
maken; zoals Paulus ergens anders schrijft: niet mijn ik maar Christus woont in mij.
Als Paulus het heeft over ‘de woorden van Christus’ heeft hij het natuurlijk niet over de Bijbel zoals wij die hebben, want de woorden van Christus waren nog niet op die manier opgeschreven maar ze werden doorgegeven door apostelen en evangelisten.
Dus gaat het niet om letterlijke woorden of teksten maar om het grote verhaal van
het leven en het werken,het lijden en de opstanding,en ook het voorbeeld van Jezus.
De uitlegger heeft gelijk als hij schrijft dat het niet gaat om het aannemen van een serie waarheden of het aanhangen van bepaalde principes, maar dat het om Jezus zelf gaat, zoals Calvijn het Woord het kleed noemde waarin Christus tot ons komt.
Wij kennen de woorden van Christus vanuit de Bijbel maar het blijft erom gaan dat we Christus zelf als onze Redder en Heer steeds meer leren kennen en liefkrijgen,
en dat Hij ons leven en onze gezinnen en de gemeente vult met genade en liefde.
Dan lees je anders in de Bijbel en ga je anders om met de Bijbel, en ook met elkaar.
In Efeziërs 3 bidt Paulus erom en leert hij ons met hem mee te bidden: “Gods macht
is groot. Daarom bid ik dat God jullie diep van binnen kracht wil geven door zijn Geest. Ik bid dat Hij jullie geloof zo sterk maakt dat Christus altijd in jullie aanwezig is. En ik bid dat God door de liefde van Christus de kerk sterk wil maken en wil laten groeien. Ik bid dat Hij jullie en alle andere christenen wil leren hoe groot en diep die
liefde is. ….Ja, ik bid dat God zelf volledig in jullie aanwezig wil zijn” (Ef. 3, BGT).
Kijk, van het een komt het ander: als wij mensen zijn in wie God door Christus echt
en steeds meer woont en werkt, als we steeds meer de woorden van Jezus en de manier van kijken en leven en omgaan met mensen ons eigen maken die Jezus ons heeft voorgehouden en voorgeleefd, en als we met die ogen en vanuit een hart vol
van Gods liefde de Bijbel en met elkaar met de Bijbel bezig zijn, b.v. op vereniging
of club of in gesprekken met elkaar over de preek en over ons gezamenlijk geloof,
dan komt er vast en zeker wel groei: in geloofsvertrouwen, in liefde, in geduld met
elkaar en bereidheid om de minste te zijn en om elkaar fouten en zonde te vergeven.
Allemaal aspecten van het leven met elkaar waar Paulus het in zijn brief, ook in deze
aan de kerkleden van Kolosse, over heeft, als vruchten van de Geest van onze Heer.
We hebben het net weer gelezen, over hoe je eruit gaat zien als Christus in je woont
en omdat God ons liefheeft: mensen die van harte meeleven met elkaar en anderen,
die vriendelijk zijn en geduldig, die niet alleen aan zichzelf denken, maar elkaar accepteren en elkaars fouten willen vergeven – die vormen als het ware de kleding, de bedrijfskleding of het uniform waaraan een christen herkenbaar is, en dan is de liefde de band die dat allemaal samenbindt, zoals een riem kleren bij elkaar houdt.
dia 3
Kijk, en dan is de stap niet groot meer naar het samen lezen van de Bijbel – b.v. op
de bijbelstudievereniging – en naar het samen kerk zijn en samen christenen zijn.
Dan zit je niet op vereniging om alleen maar een hoofdstuk uit te pluizen om precies
na de spitten hoe dit zit en wat dat woord betekent, of wat er nou lang geleden precies gebeurd is, en al helemaal niet om elkaar met een bijbeltekst om de oren te slaan of net zo lang te redeneren tot iedereen het met jouw visie of uitleg eens is. Nee, het gaat erom samen te zoeken naar wat God ons vandaag, in onze tijd en met onze zorgen en problemen en in onze snel veranderende wereld, wil zeggen, om zo samen te groeien: samen zoeken en samen bidden, en samen leven tot Gods eer.
En dan weten twee meer dan een en kun je veel leren van elkaar en vooral – want daar gaat het uiteindelijk om – gaat Christus steeds meer wonen in ons allemaal.
Met alle variatie van hoe precies, het mooie van samen is juist dat er zoveel verhalen zijn als er mensen zijn, en dat je ervaringen en emoties kunt en durft delen.
Paulus trekt in deze verzen de lijn daarom ook door van ieder voor zich naar samen.
Je kunt die aansporing om de woorden van Christus in je te laten wonen, zelfs ook
iets anders vertalen, zodat het samen in beeld komt: “laat de woorden van Christus
rijkelijk onder u wonen. midden tussen jullie in: in de kerk, en ook op vereniging. Een
uitlegger zegt erover: “Het gaat er niet alleen om dat Christus het over mij persoonlijk te zeggen heeft maar evenzeer om zijn heerschappij over de gemeente, over de onderlinge verhoudingen. Ook in het reilen en zeilen binnen de kerk, in onze manier van omgaan met elkaar heeft het Woord van Christus bepalend te zijn”.
Ik denk dat we het daar allemaal wel over eens zijn: dat het in de kerk om God gaat,
en om wat Christus ons leert en van ons vraagt, en dat we daar aan gebonden zijn.
Toch gaat het juist op dat punt vaak zomaar mis, en doen we elkaar erg tekort.
Ik zei in het begin van de preek dat een verenigingsavond kan vastlopen in het ik vind’ van de een tegenover het ‘maar ik vind’ van de ander, en daar blijft het dan bij.
Maar het kan ook fout gaan als wordt gezegd: het gaat niet om wat ik vind of wat jij denkt maar om wat God zegt en van ons vraagt, en danin de volgende zin blijkt dat wat God volgens ons bedoelt of wil, heel precies klopt met wat wij zelf ervan vinden.
En we die ander die er anders in staat of een andere mening heeft, wegzetten als
in strijd met de Bijbel of als niet goed gereformeerd of erger- als een dwaallicht.
Alsof de een de waarheid in pacht heeft en ieder ander dat wel moet beamen.
Terwijl de Bijbel zelf ons in alle toonaarden aanspoort om de ander en zijn gevoel
en mening belangrijker te vinden dan mezelf, en ons oproept bescheiden te zijn.
Zoals diezelfde Paulus: “nu is mijn kennen nog beperkt, pas straks ken ik volledig”
Dat staat in dat hoofdstuk over de onderlinge liefde zonder wie alles waardeloos is.
Paulus die ook van zichzelf zegt dat hij er lang nog niet is, en schrijft dat als we niet
over alles gelijk denken, God het wel duidelijk zal maken: heb dus geduld met elkaar.
dia 4
In ons tekstvers staat niet voor niets het woordje elkaar – zet er maar een dikke streep onder: “onderricht en vermaan elkaar” – dat is dus twee kanten op: leren van elkaar: willen luisteren naar elkaar, leren van elkaar, durven waarschuwen maar je
dan ook willen laten waarschuwen en corrigeren, open staan voor de inbreng en
de ervaringen en de meningen en de gevoelens van de ander, en daar wat mee
willen doen- waarbij ik ruimte geef aan wie anders denkt en doet dan ik zelf denk
en doe, en echt interesse hebben in hoe die ander in het geloof staat of uit dat
bijbelgedeelte haalt, in wat hij heeft meegemaakt of wat zij erbij voelt of denkt.
Er is mij gevraagd vooraf wat de balans is tussen de persoonlijke verhalen van
mensen en wat in de Bijbel staat – daar zijn denk ik geen regels voor te geven,
in alle gevallen geldt wat Paulus ook meer dan eens zegt: alles is goed, maar
niet is alles is opbouwend: voor die ander, voor de onderlinge gemeenschap.
Als iemand altijd met zijn of haar eigen verhalen komt, zonder zich af te vragen
of de anderen er wat mee kunnen, dan is het storend, maar als je laat merken
wat het geloof voor jou betekent en wat God in jouw leven gedaan heeft, kan
dat voor anderen bemoedigen zijn of een les – en dan komt wat in de Bijbel
staat ineens heel dichtbij en wordt het levensecht, ook voor mensen van nu.
En bedenk maar dat de Bijbel zelf vol staat met ervaringen van mensen als wij.
Bijbel lezen doe je samen, maar hoe dan? – dat is het thema van deze preek.
We hebben over dat samen al heel wat gezegd en ook over het hoe daarvan.
Neem vooral ook mee het komende seizoen in wat erbij staat in dit tekstvers:
“onderricht en vermaan elkaar..in alle wijsheid” – niet eigenwijs maar tactvol.
En met wat al staat in vers 14. “laat in uw hart de vrede van Christus heersen”.
Dan kun je veel aan elkaar hebben en van elkaar leren, dan zit je niet elkaar in de weg maar ga je samen op weg, dan val je niet elkaar aan maar vul je elkaar aan.
En denk dan bij dat ‘met wijsheid’ ook maar aan de Bijbel zelf, waarin zoveel wijsheid
ligt, aan de woorden van God en van Jezus die ons – het staat met zoveel woorden
in de Bijbel – ons wijs willen maken tot onze redding, om ons leven beter te maken.
En die daarom gegeven zijn om ons en elkaar verder te helpen en te verrijken, en
niet om elkaar te veroordelen of de put in te praten of van elkaar te verwijderen.
Het is goed om maar vaak om wijsheid te bidden: om inzicht in Gods bedoelingen
en om geduld met elkaar en luisteren naar elkaar, en om openheid naar elkaar.
Ja en dan is het de toon die de muziek maakt: wat zeg je wel en wat niet, op welke
toon en vanuit welke instelling en met welk doel- en vergeet niet de lichaamstaal.
De toon maakt de muziek, ik denk dat Paulus niet voor niets als in één adem komt
te spreken over psalmen en andere liederen waartoe de Geest van God inspireert.
Je kan dat lezen als een aansporing om samen te zingen, in de kerk en ook als je
samen op een bijbelstudievereniging zit: zing maar samen een psalm of een lied
als afsluiting – en als je samen begint met een lied, wordt het een andere avond.
Dit vers is ook vaak gebruikt in de discussie over wat je in de kerk mag zingen:
niet alleen psalmen maar ook zgn ‘vrije liederen’ – wel eens een vermoeiende
discussie want wat bedoelt Paulus met psalmen en gaat het over kerkdiensten…
Ik wou vooral een streep zetten onder dat ‘zing met heel uw hart’ – wat je wel of
niet zingt, als het goed is komt het uit een hart vol van dank en van liefde – en is
dat de toon die de muziek maakt: dan praat je anders en geloof je anders en ga