Johannes 4: 13-14: Leven uit de Bron

Gemeente van Christus, zusters, broeders,
dia 1
De kraan is geduldig.
Zei mijn moeder vroeger als wij klaagden over dorst en om limonade vroegen.
Dat had natuurlijk te maken met niet veel geld, zeker niet voor luxe als frisdrank.
Tegenwoordig komen we er steeds meer achter dat water ook veel gezonder is
dan al die cola en andere frisdranken en sapjes met vooral veel te veel suiker.
Gezondheidssites wijzen erop dat een mens vooral genoeg water moet drinken.
En dan is ook dat een luxe in Nederland dat de kraan geduldig is: er komt op elk
moment van de dag genoeg water uit en dan ook nog schoon, helder drinkwater.
In veel landen is dat wel anders: drink niet uit de kraan en zeker niet als die kraan
ergens aan de weg staat, drinkwater kun je beter in flessen kopen in de winkel…
Dat is zelfs heel normaal als je vakantie viert in Spanje, Italië, en in Oost-Europa.

Verder weg, b.v. in veel landen in Afrika en Azië, is tekort aan schoon drinkwater
de voornaamste oorzaak van allerlei nare ziekten als cholera, dysenterie en tyfus.
Jaarlijks sterven er in ontwikkelingslanden 1,5 miljoen kinderen onder de vijf jaar
door ziektes als gevolg van vuil water. Dat is één kind per 20 seconden. Vreselijk!
Ik las: “Elke dag voldoende water uit de kraan, het is voor ons vanzelfsprekend. Dat water van levensbelang is, niet alleen voor mensen, maar ook voor alle dieren en planten, daar denken we dus nauwelijks over na. Maar de vraag naar water wereldwijd is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit komt onder andere door bevolkingsgroei, veranderende consumptiepatronen en economische groei. Water wordt daardoor steeds schaarser……
Er is wel genoeg zoet water op onze planeet. Het is alleen heel ongelijk verdeeld”. dia 2
Dat vraagt bewust omgaan met onze waterreserves, en hulp aan landen waar
gebrek aan schoon water en dus hygiëne een groot probleem vormt; het maakt
ons er ook van bewust hoe belangrijk water is, dat water letterlijk leven betekent
als dat water schoon is en zonder ziektekiemen, anders kan het dodelijk zijn…

Met dat in ons achterhoofd komt dichterbij wat we Jezus hoorden zeggen in dat
gesprek met die Samaritaanse vrouw daar bij die put, op het heetst van de dag.
Als Jezus die vrouw om water vraagt en als zij haar verbazing uit over die vraag
want Joden en Samaritanen zijn als water en vuur en een Jood zal zeker geen water drinken uit een beker van iemand uit Samaria want die geldt als onrein en dan wordt je zelf ook onrein – keert Jezus het om: als je wist wie Ik was zou je Mij water vragen.
Waarop de vrouw er helemaal niks meer van begrijpt: hoe kunt U nou zonder emmer
water uit die put naar boven halen, uit die put die ooit nog is gegraven door Jakob, onze gemeenschappelijke voorvader: beter water is er niet dan levend water uit die bron van leven die zich al eeuwen bewezen heeft, of bent U meer dan vader Jakob?
dia 3
Waarmee ze de spijker op de kop slaat: hier is Hij die meer is dan vader Jakob en
daarom Degene die water in de aanbieding heeft dat gezonder is en beter voor de
dorst dan water uit de put hoe goed ook, of water uit de kraan hoe betrouwbaar ook: “Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen, maar wie het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen” – dit water geeft meer: eeuwig leven zelfs.
Omdat Hij die het geeft het leven zelf is en leven met Hem gezond en levend maakt.
Zoals die vrouw even later merkt als haar zo verziekte leven tegen het licht wordt gehouden en Jezus haar niet afwijst maar voor haar de weg naar nieuw leven is, en ook voor anderen die Hem leren kennen, en erkennen als de redder van de wereld.
Jezus die werkelijk meer dan Jakob is, in eigen persoon de vervulling van de psalm:
“bij U is de bron van het leven” – die U is God zelf: “hoe kostbaar is uw liefde, God”.

Ja, en denk nou niet: snap ik, dat was heel nodig voor die vrouw dat Jezus eens even flink zout in haar wonden wrijft: ga je man eens roepen – maar ik ben niet eens
getrouwd – nee, klopt, je hebt al heel wat relaties achter de rug – en de man met wie je nou samenwoont is niet je man – in een paar woorden een hele bak ellende dus
en alle reden voor Jezus om haar aan te spreken en haar op te roepen tot bekering –
en we zingen in gedachten – en dat mag – Jezus neemt de zondaars aan – als een
schaapje is verdwaald zal de goede herder komen, die het vindt en die het haalt…

Helemaal waar, en prachtig ook, en geweldig dat Samaritanen worden opgezocht
en dat daar buiten Israël kerkplanting begint door Jezus de redder van de wereld..
Maar dan lezen we verder en zien we Jezus midden in de tempel, midden tussen
kerkmensen en tijdens een kerkdienst en we horen hem daar zeggen dat wie dorst
heeft naar Hem moet komen om te drinken en zo zijn dorst te lessen en dat als je
wilt drinken uit de Bron van levend water je ook zelf een bron wordt voor anderen.
Met als keerzijde dat als je aan Hem voorbijloopt en denkt het zelf wel te redden
of wel genoeg voorraad te hebben om te overleven, je droog komt te staan en je zal gaan verwelken en verdorren en je zeker niet anderen iets te bieden zult hebben.

Dat doen denken aan die scherpe woorden die God in de tijd van Jeremia via zijn
profeet meegaf aan wie toen de tempel plat liepen en dachten het prima voor elkaar
te hebben maar in de praktijk van elke dag niet in alles op God vertrouwden maar
hun zekerheden ergens anders zochten, b.v. door bondgenoten te zoeken bij wat toen de machtige landen waren en bij materiële welvaart, zoals Jeremia het zegt
in 2:17 en 18: “Je hebt de HEER, je God, verlaten, toen Hij je leidde op je weg.
Nu dan, waarom ga je naar Egypte, wil je water drinken uit de Nijl? Waarom ga je
naar Assyrië, wil je water drinken uit de Eufraat?”- zo gezond is dat water echt niet.
De geschiedenis heeft geleerd dat Juda is vermalen tussen die twee concurrenten.
Een dwaasheid, zegt de HEER via Jeremia, die nergens anders vertoond wordt:
dat het ene volk zijn goden inruilt voor die van het andere volk – en als je daar
nou beter van wordt maar dit ruilen wordt huilen: “mijn volk heeft zijn eer verruild
voor iets dat geen hulp bieden kan” – daar komt alleen ellende van, let maar op!
dia 4
Hoe dwaas het volk van God doet, wordt dan duidelijk gemaakt met het contrast
tussen een natuurlijke bron met helder fris water en van die stenen bakken om het
regenwater op te vangen die gebarsten zijn zodat het water er meteen uitloopt –
en dus is dat de dood in de pot – en zelfs al zou zo’n bak wel water vasthouden
dan wordt dat stilstaande water een bron van insecten en ziektekiemen en is dat water net geschikt om de tuin te sproeien maar zeker niet om ervan te drinken.
Waar de boodschap in zit dat al die alternatieven voor God de Schepper vroeg of
laat op een teleurstelling uitlopen: ze beloven veel maar er blijft weinig van over,
en als er even wat positiefs lijkt te gebeuren is dat maar voor even, en er zit vaak
ook een keerzijde aan van een oplossing die nieuwe problemen doet ontstaan –
denk maar aan issues uit onze tijd zoals altijd en overal bereikbaar zijn en een
netwerk van contacten via sociale media – maar je privacy dan en wat als ze met
wat jij allemaal gepost hebt kwaad willen, en neem die gezamenlijke munt waar
veel van werd verwacht en die ons ook veel heeft gebracht maar ons nu ook veel gaat kosten, denk aan Griekenland – en heeft ingrijpen om dictators te stoppen niet
voor nog veel groter chaos gezorgd, en zijn al die open grenzen wel zo’n goed idee?

Maar laten we dichter bij huis blijven en bij wat we doen en hoe we het doen als gemeente, want ook daar kan heel wat fris en gezond water weglekken of slaan we wat we van God krijgen op in afgesloten bakken zodat het stilstaand water wordt, en het zonder dat we het bedoelen of door hebben, de dood in de pot=de kerk, wordt.
Zoals God in de tijd van Jeremia niet klaagt dat ze in Jeruzalem niet meer naar de tempel gaan maar dat ze zich aan die gewoonte keurig houden en ook denken dat
ze God daarmee tevreden stellen, terwijl hun leven van elke dag daarmee vloekt.
En Jezus veegt de vloer aan met de zogenaamde vroomheid van de leiders van Israël in zijn tijd die de mensen met eindeloze series regels op de huid zaten en
de traditie hoog hadden maar tegelijk neerkeken op het gewone volk en alles deden voor eigen status en gewin, en dan zegt Jezus dat beslist of je doet wat God wil.
Wat meer is dan vergaderen en plannen maken en actief bezig zijn, want ook dan
kun je te horen krijgen dat je wel veel hebt gedaan maar dat Jezus zich er niet in herkent en er niks mee te maken wil hebben omdat het echte leven eruit is en
de liefde eraan ontbreekt – denk aan Paulus als hij schrijft dat zonder de liefde
wat je allemaal zegt of doet geen blijvende waarde heeft voor God, en voor de
ander en voor jezelf: “had ik de liefde niet, het zou mij – ons – niets baten”.
dia 5
En dus moeten wij altijd weer terug naar de Bron, van wat we geloven, van wat
we hopen, en vooral: van de liefde – naar Hem dus die de Liefde is en het Leven.
Met opzet staat in het thema dat woordje Bron met een hoofdletter: leven uit de
Bron is meer dan en gaat dieper dan putten uit de traditie van de kerk, of zelfs dan dat we ons willen houden aan de Bijbel – al heeft dat allemaal een plek en zijn het hulpmiddelen om dichter te komen en te blijven bij Wie de Bron is: Jezus, en God.
Psalm 36 zingt over God die zelf de bron van het leven is, en Jezus heeft het tegen die vrouw uit Samaria over levend water dat Hij haar – en ons ook – geven wil.
En dat levende water – lees Joh. 7 – is de Heilige Geest die je krijgt als je door
geloof aan Jezus verbonden bent, als je op die hemelse Bron bent aangesloten.
Wat vervolgens gaat niet via het hoofd en via redeneringen en wat te snappen is
maar via het hart dat vol wordt van de liefde waarmee God ons aanraakt en die
God aan ons en via ons aan anderen kwijt wil: de vrucht die groeit door de Geest.
dia 6
Ja maar, hoe gaat dat nou, wat is nou dat drinken, dat leven, uit de Bron, en hoe werkt dat nou concreet, voor je eigen geloofsleven, en voor samen als gemeente?
Het is natuurlijk waar dat dan bijbellezen belangrijk is, en bidden, en kerk -zijn.
Maar toch blijft het vaak bij woorden en afstandelijk, en verandert er zo weinig.
En herkennen we onszelf en ook elkaar vaak in dat levenslied: “Ik ben uitgeput
van binnen, aangeslagen, opgebrand” – ik heb het ook wel eens door wat in de
kerk gebeurt en we elkaar aandoen, door mensen die je kunnen leegzuigen en die een bodemloze put zijn van nooit genoeg aandacht en altijd net verkeerd wat je doet, door negativiteit en niet openstaan voor feedback en alleen willen ontvangen.
Wat ten diepste vastzit op een tekort aan liefde, een niet echt uit genade leven, en
dan ook niet in staat zijn de ander echt liefde te geven, en ruimte, en aanvaarding.
Waar je hele gesprekken en preken over houden kan, zonder dat het anders wordt.
Ik las de denk ik terechte opmerking dat wij in het Westen nogal rationeel zijn ingesteld en daarom ook rationeel omgaan met God, dat we vooral veel denken
over God en praten over God, maar niet geleerd hebben om te drinken uit God.
Terwijl als je dorst hebt je niet een hele beschouwing gaat houden over water
als H2O en over alle eigenschappen ervan, maar je maar één ding wil: drinken!

Als de bijbel het diepste verlangen van de mens vergelijkt met hevige dorst, denk
ik dat dat diepste verlangen er een is naar liefde, naar aanvaarding, en erkenning.
Zoals die vrouw met al die mannen schreeuwde om echte liefde, om wie zij was.
Zoals achter veel stoerheid en agressiviteit in onze tijd een hunkeren naar liefde.
Zoals achter veel kritiek en negativiteit een verlangen zit om er echt te mogen zijn.
Daar slaat ook op wat Johannes in zijn brief schrijft dat in iemand die leeft vanuit angst de liefde nog geen werkelijkheid geworden is – angst verkrampt en verzuurt –
maar dat volmaakte liefde geen ruimte meer geeft aan angst – liefde ontspant en
liefde schept ruimte, geeft de ander een plek in je hart en leven,en geeft je rust.

Paulus schrijft in Rom. 5: 5 over hoop die niet teleurstelt: “omdat Gods liefde
in ons hart is uitgestort door de Heilige Geest, die ons gegeven is”. dia 7
Iemand schrijft: “Als je bij Christus je dorst laat lessen,
betekent dit dat je volstroomt met Gods liefde. En dat doet de Geest’.

Jezus nodigt ons uit, spoort ons aan, om naar Hem toe komen als je dorst hebt.
Met andere woorden staat in de catechismus hetzelfde: de Geest in je laten werken.
Zeker, daar hoort bijbellezen bij, en bidden, en naar de kerk komen, samen zingen.
Maar dan wel om verbinding te zoeken met God je Vader, en met Jezus, en elkaar.
Door de woorden van Jezus je eigen te maken, en zijn leven te leven, door je hart
open te zetten zodat Gods liefde kan binnenstromen en Jezus in je kan gaan wonen.
Door steeds meer je te verbazen over Gods liefde, voor mensen zoals wij nog zijn.
Dat is het werk van de Geest maar zoals gezegd: geef die Geest dan ook de ruimte.

Ja en dan gebeurt er nog een wonder: dan mag ik en mag jij zelf een bron worden
van levend water, een bron van liefde naar anderen toe, binnen de kerk en erbuiten.
Jezus zegt het tegen die vrouw en weer in de tempel: het water dat Ik geef zal een
bron worden van water dat eeuwig leven geeft – zelfs: “rivieren van levend water
zullen stromen uit het hart van wie in Mij gelooft” – via u en jou en mij mag Gods
liefde gaat stromen naar anderen – wie uit Gods liefde leven gaan zelf liefde geven.
dia 8
Zou het geen prachtige naam zijn voor dit kerkgebouw: de Bron?
Maar er zijn meer mooie namen natuurlijk, zoals ‘Het Anker’….
Over dat Bijbels houvast volgende zondag.

amen

liturgie morgendienst

votum en groet
zingen: Ps. 42: 1,5
wet van God
zingen: NLB 911: 1,2,3 – melodie Gezang 170 GK

1.Rots, waaruit het leven welt,
berg mij voor het wreed geweld;
laat het water met het bloed,
dat Gij stort in overvloed,
als een bron van Sion zijn,
die ontspringt in de woestijn.

2. Niet de arbeid, die ik lijd,
niet mijn ijver en mjn strijd,
niet mijn have en mijn goed
komt uw wensen tegemoet;
ook mijn tranen en verdriet
zijn voor niets, redt Gij mij niet.

3 Ja, Gij zijt het die mij redt,
van uw eigen strenge wet,
van mijn eigen dwaze schuld
die Gij delgt in uw geduld;
God, die al mijn kwaad verdroeg,
Uw genade is genoeg.

gebed
Schriftlezing: Jeremia 2: 1-19
zingen: Ps. 36: 1,2
Schriftlezing: Joh. 4: 1-19 en 7: 37-39
zingen: Ps. 36: 3
verkondiging: Joh. 4: 13-14: Leven uit de Bron
zingen: Lied 481: 1,3,4
gebed
collecte
zingen: ZG 301: 1,4,5 – mel. Psalm 24

1. Mijn hart wacht stil op U, o Heer,
uw komst verwacht ik, meer en meer,
uw liefde houdt mijn ziel gevangen.
Naar U gaat al mijn vreugde uit,
ik wacht op U, wacht als een bruid,
reikhalzend hunkert mijn verlangen.

4. Ik roep, ik smeek vol ongeduld:
O Geest, als Gij mijn leven vult,
o overvloed, o milde regen,
dan wordt mijn hart verrassend rein,
dan drink ik fris uit uw fontein:
water des levens, zuiver zegen!

5. Met heel mijn hart verwacht ik, Heer,
uw komst, de grote ommekeer;
hoe vrolijk zal ik U ontvangen!
Gij die mijn allerliefste zijt,
kom, Gij die lijf en ziel bevrijdt,
vervul mijn allerdiepst verlangen!

zegen
amen: Gz. 144: 7

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *