Zondag 10 Heid. Cat. : Voor wie gelooft komen alle dingen uit Gods vaderhand

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

dia 1

Kunnen we nog wel geloven in die God van zondag 10?

Voor veel mensen – ook veel christenen – is dat niet eens een vraag meer.  Ze zeggen glashard dat dat echt niet meer gaat. Je kunt het zelf niet meer opbrengen en je kunt er al helemaal niet mee aankomen bij wie verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt of nog elke dag zoveel te verstouwen krijgen. Was wat hier beleden wordt vroeger voor veel mensen hun enige troost in het lijden en bij het sterven, nu roept wat hier staat verzet op en vervreemding, zelfs weerzin en haat.

Laten we maar eerlijk zijn:wat hier staat máákt het ons niet makkelijk. We herkennen de vragen en de twijfels over Gods leiding en menselijk lijden maar al te goed. Of niet soms? Met name die zin uit antw.27 dat niet alleen goede en mooie dingen -als wat groeit en bloeit, vruchtbaarheid, welvaart, eten en drinken, gezondheid – van Vader in de hemel komen, maar dat dat ook geldt van de andere kant van de medaille:mislukte oogsten door langdurige droogte of overstromingen, hongersnood, ziek­ten en handicaps, armoede en wat voor ellende nog meer. Denk ook maar aan die honderden verdronken vluchtelingen op de Middellandse Zee.

En ook in zondag 9 staat iets moeilijks: elk kwaad dat Hij mij in dit moeitevol leven toedeelt. Moeilijk hoor! Is God dan niet eerder een ontaarde vader dan een trouwe vader? Een vader zoals er helaas te veel op aarde rondlopen: die hun kinderen naar willekeur slaan en sarren, mishandelen en misbruiken? Is die God waar de catechismus ons in wil laten geloven, niet eerder een wrede boosaardige God dan een God die liefde is? Of – zeggen sommigen – een God die het ook niet in de hand heeft en dus niet zo machtig is als de Bijbel en onze belijdenis ons doen geloven?

Hoe moet ik wat hier staat rijmen met wat Jezus zegt: “als u dan – hoewel u slecht bent – toch goede gaven weet te geven aan uw kinderen,hoeveel te meer zal uw Vader in de hemel het goede geven aan hen die hen daarom bidden”. Het goede. Maar als dat goede niet komt waar ik zo vaak om heb gebeden? En als er wel dat kwaad is? Tegenslag als een refrein? Als wij ’s mor­gens al moe en terneergeslagen zijn? Het is razend moeilijk wat voor ons zo heel tegen­strijdig is, met elkaar te rijmen. Te geloven dat het toch goed komt. Te blijven zeggen: mijn God,mijn Va­der.

dia 2

Voor wie gelooft komen alle dingen uit Gods vaderhand

1. Vader heeft alles in zijn hand;

2. en wij vallen niet uit de hand van Vader;

3. als we maar – samen – lopen aan Vaders hand.

 

dia 3  1. Vader heeft alles in zijn hand.

Er is veel kwaad in de wereld. Klein kwaad. Groot kwaad. Er is kwaad dat mensen elkaar aandoen. Er is ook kwaad dat gewoon gebeurt. Waar de mens niet de hand in heeft. Aardbevingen en vulkaanuitbarstingen. Overstromingen.Razende stormen. Ziek­tes.  Ze overkomen ons.Hoewel..Slecht gebouwde huizen storten eerder in dan huizen die op aardbevingen berekend zijn. Krot­tenwijken worden zomaar omvergeblazen. Dammen en dijken kunnen het water tegenhouden. Een gezonde leefwijze kan ziekten voorko­men.Goede medische zorg en verpleging kan leed beperken en pijn verlich­ten. Terwijl verwaarlozing en vereen­zaming, egoisme en wanbe­leid het leed dat er toch al is, onnoemelijk kunnen verzwaren. En de drama’s met vluchtelingen menselijke oorzaken hebben: onderdrukking, mensensmokkel, onmacht en onwil om oorlogen te stoppen en welvaart eerlijk te verdelen….

Dat er veel kwaad is in de wereld, hoef ik u niet te vertel­len. U leest net zo goed kranten. De meesten kijken elke dag t.v. En we kunnen allemaal wel meepraten over moeiten en zorg. Maar voor we gaan praten over wat God daarmee te maken heeft  en vragen opwerpen als waarom God dit en dat allemaal toelaat, moeten we beginnen bij onszelf. Bij wat mensen elkaar aandoen. Bij onze gezamenlijke zonde.

dia 4

We kennen allemaal de geschiedenis van Jozef. Achteraf is hem duidelijk geworden dat God een schitterend plan met hem had en dat daarin ook die vreselijke dingen paste die mensen hem aan-gedaan hadden: zijn broers die hem als slaaf hadden verkocht, de vrouw van Potifar die hem wilde verleiden en toen dat niet lukte hem vals beschuldigde, Potifar die z’n vrouw geloofde en Jozef in de gevangenis stopte, de schenker van de koning die Jozef vergat…Ieder speelde z’n eigen rol en droeg z’n eigen verantwoordelijkheid. Geen wonder dat die broers van Jozef hem knepen! Jozef heeft het ze goed laten voelen en wrijft het ze nog eens onder de neus: jullie hebt me naar Egypte verkocht. Nog eens in Gen.50: jullie hadden slech­te bedoelingen met mij.    Dan kun je niet je verschuilen achter God die het zo heeft gewild. Zo van: het lag toch vast. We belijden dat God de mens niet behandelt als een stok en een blok. Elk mens is verant­woorde­lijk voor z’n daden. Misdaden moeten worden be­straft, wanbeleid aan de kaak gesteld, ziekten waar het kan voorkomen en bestreden, kwaad waar dat maar mogelijk is,uitgebannen en het goede bevorderd.

terug naar dia 3

Er is veel kwaad, veel zorg en strijd. Maar voordat we God daarvoor ter verantwoording roepen, moeten we beginnen bij onszelf. “Wat klaagt een mens in zolang hij nog leeft”, lees ik in het boek Klaag­liederen, “Laat hij klagen over zijn zonden“. Dan erken ik dat ik niet beter heb verdiend. Dat we als mensheid niet anders verdienen. We zijn tegen God in opstand gekomen en we zouden het voortaan zelf wel redden. We konden zelf wel uitma­ken wat goed en wat kwaad voor ons is. Nou,God laat ons voelen wat ervan komt als de mens zelf de dienst wil uitmaken. Hij maakt ons steeds weer klein en laat ons merken hoe afhankelijk en kwetsbaar we zijn: een mens die van het ene moment op het andere ziek kan worden of werkloos,die gehandicapt kan raken, die het niet redt in zijn huwelijk of met z’n kinderen, die vastloopt hoe hij ook z’n best doet, die vaak geen raad weet. Alle reden m’n hoofd te buigen en naar God te vluchten: Here,help me toch! Te erkennen dat ik er zelf ook niet uitkom en dat we het samen ook niet redden. Het van Vader te verwachten.

Ja, van Vader! Zondag 10 werkt zondag 9 verder uit. En daar stond voorop dat God dankzij Christus mijn God en mijn Vader is. Nou, en als je dat mag weten, ga je anders aankijken tegen moeilijke en verdrietige dingen die je kunnen overkomen. Dan gaan we met de NGB zeggen dat het juist “een onuitsprekelijke troost is dat niets ons bij toeval gebeuren kan,maar dat alles ons alleen overkomt door de beschikking van onze goeder­tieren hemelse Vader.” (art.13)

Daarmee zijn niet alle waarom-vragen opgelost. Ze worden er vaak juist moeilijker en schrijnender door. Wat zal Jozef het moeilijk hebben gehad en geworsteld hebben met God!  En Paulus toen hij in levensgevaar was en de dood in de ogen keek! En Jezus aan het kruis: waarom, mijn God, waarom verlaat u Mij? En vul maar uw eigen vragen en twijfels en klachten in. Maar toch: geloof maar dat het Vader niet uit de hand loopt.Sterker nog: dat Hij alles in de hand heeft, en dat zelfs wat kwaad is en wij als kwaad ervaren, uit zijn vaderhand naar ons toekomt.     Daarmee is niet bedoeld dat God naar willekeur rampen en ziekten rondstrooit en uitdeelt. Zo doet een echte vader niet. Laat staan deze Vader die vol­maakt goed is en een en al liefde voor ons die zijn kinde­ren mogen zijn. We belijden dan ook dat God niet de bewerker van de zonde is, en dus ook niet de schuld is van zoveel kwaad.   Tegelijk is de bijbel er vol van dat Vader regeert. Dat er in deze wereld en in ons leven niets gebeurt zonder dat Hij het wil. Gelukkig maar! Waarom de dingen gaan zoals ze gaan,en God het kwaad toelaat, daar hebben we vaak geen idee van en geen verklaring voor. Soms ga je er achteraf iets van zien, zoals Jozef. Maar veel vaker kom je er nooit achter. Blijft het een raadsel waarom dit zo moest en mij dat overkomen is. Maar als je Jezus hebt leren kennen en door Hem God als je Vader hebt leren kennen en belijden, dan heb je in de wirwar van het leven toch houvast. Je zegt, je schreeuwt het mis­schien bij tijden uit: mijn God,mijn God,waarom? Vader! help me toch!

dia 5     2. Wij vallen niet uit de hand van Vader.

Er is veel kwaad in de wereld. Ook gelovige mensen krijgen ermee te maken. Soms lijkt het zelfs of het wie in God geloven extra moeilijk wordt gemaakt. Er is lijden dat een mens juist treft omdat hij gelooft en de Here wil dienen. Zoals Paulus en veel andere christenen, die vervolgd werden door wie van de bijbelse boodschap niets moesten hebben. Je kunt het ook extra moeilijk hebben omdat je geen water in de wijn van Gods gebo­den wil doen.Omdat je je anders opstelt dan mensen om je heen.

O nee, makkelijk is dat niet. Het kan heel veel pijn kosten. Als je van Vader houdt en gelooft dat Vader van jou houdt, dan is het extra hard en zuur als er dingen met je gebeuren die helemaal niet passen in wat je van je Vader ver­wacht. Hoe kan het dan dat je al op jonge leeftijd ongenees­lijk ziek wordt? Dat je zoveel pijn moet lijden? Dat je je kindje weer moest afstaan? Dat je huwelijk op de klippen loopt? Dat je zo graag werken wil, maar het niet meer kan omdat je gezondheid het niet toelaat of omdat je maar geen baan krijgt? Dat je ver­waar­loosd bent als kind of misbruikt, en dat je leven voorgoed is verwoest? Soms zelfs door mensen die vooraan stonden in de kerk….!

Als je dan te horen krijgt dat God je Vader is en dat Hij alle dingen doet meewerken ten goede, dan lijkt dat ver van je eigen werkelijkheid. Een schrale troost die het zelfs nog  moeilijker maakt. Want hoe kan wat jou is overkomen, en wat jij dag in dag uit meemaakt, nou ooit goed zijn of tot iets goeds leiden? Of moet ik maar berusten en me bij de feiten neerleggen, omdat het ‘wel ergens goed voor zal zijn’?

Ja, maar toch zegt Paulus dat uit volle overtuiging: “wij weten dat voor wie God liefhebben alles bijdraagt aan het goede”. Hoe weet Paulus dat zo zeker? Uit de feiten? Uit ervaring? Nou, dat ook. Hij heeft aan den lijve ondervonden hoe God uit iets heel slechts iets heel goeds maken kan. Denk maar aan die geweldige ommekeer op de weg naar Damascus die voor hem de weg naar Jezus werd. Hij ging met slechte bedoelingen: de volgelingen van Jezus gevangennemen en doden. Maar de Heer had een heel ander plan met hem: “Ik heb hem uitgekozen om mijn naam uit te dragen onder alle volken en heersers, en onder de Israëlie­ten”. Ik denk ook aan wat Jozef achteraf ontdekken mocht: God heeft mij voor jullie uitgestuurd om jullie leven te redden.Om een groot volk in leven te houden. Ja zelfs: niet jullie hebben mij hier­heen gestuurd maar God. Daarom was Jozef in Egypte. Had hij ook in de gevangenis gezeten. Totdat zijn dromen uitkwa­men.

dia 6

Nog eens Paulus: wij weten dat God alle dingen doet meewer­ken ten goede. Dat laat de Here een mens soms al in dit leven merken. Vaak pas achteraf. Misschien na heel veel jaren pas.  Als je terugkijkt op je leven en je een lijn gaat zien. Als je na een heel moeiljke periode tot je eigen verrassing ontdekt dat je bij alle verdriet en pijn mooie dingen mocht ervaren: je hebt echte vrienden gekregen, je bent in je huwelijk nog meer naar elkaar toegegroeid, je hebt geleerd van je fouten, je geloof heeft meer diepgang gekregen, je bent op bepaalde punten ten goede veranderd, je leven is erdoor verrijkt.

Maar lang niet altijd gaat dat zo. Kun je de zin inzien van wat je overkomen is. Kun je wat positiefs halen uit wat kapot ging en nooit meer terugkomt. Is wat gebeurde alleen: kwáád, gemis, pijn – en vul niet in voor een ander waar dat goed voor zou kunnen zijn – waar je altijd heel voorzichtig mee moet zijn: invullen voor anderen. Als Paulus toch zegt dat we weten dat God alle dingen ten goede doet meewerken voor wie Hem liefhebben, dan haalt hij die zekerheid dan ook niet uit gebeurtenissen en ervaringen. Nee, dan ligt die zekerheid in God zelf. Dat gaat dat terug op dat wat God zich al lang van te voren heeft voorgenomen: wie door God zijn uitgekozen, zullen tot hun bestemming komen. Als God je heeft uitgekozen, wie kan je dan nog aanklagen en zo de keus van de Here ongedaan maken? Niemand toch? God laat je niet halverwege vallen. Je bent in zijn hand en dus veilig. Het is als een juichkreet: als God vóór ons is, wie kan dan nog tegen ons zijn? Vader is toch sterker dan al dat kwaad?

terug naar dia 5

God vóór ons? God staat naast me en staat aan mijn kant? Maar hoe houd je dat vol als alles daartegen pleit? Als God veel meer ver weg lijkt te zijn, of zelfs je tegenstander?  Paulus weet er van en steekt het niet onder stoelen of banken: leed, ellende, vervolging, honger, armoe, de dood. We weten van hem dat hij er zelf zijn portie van heeft mee gekregen. En dat ondanks al zijn bidden dat lastige probleem dat hem dwars zat – die doorn in z’n vlees – gebleven was. God zei: ‘nee’.  Maar dan gaat Paulus met ons naar die ene plaats waar alle kwaad samengepakt werd en neergekomen is op dat ene hoofd, van Gods eigen lieve Zoon die werd gestraft voor ons kwaad.

Daar, op Golgotha, liet God zijn Zoon uit zijn hand vallen in de onpeilbare diepten van de dood en de hel. Hij werd als een schaap naar de slachtbank gevoerd, en geslacht tot een offer voor onze zonde. Zodat u en jij en ik nooit meer uit Gods hand zouden vallen. Paulus zegt: daarom en daarom alleen weten we vast en zeker dat God vóór ons is en nu ook alles zal inzetten en zal doen meewerken om ons leven en geluk te geven. Nog veel meer dan bij Jozef geldt het hier: het grote kwaad dat mensen Hem aandeden – ja, dat zijn eigen Vader Hem deed overkomen -heeft iets onvoorstelbaar goeds tot stand ge­bracht: om voor God een groot aantal mensen te redden, voor eeuwig.

Maak het niet anders en mooier dan het is:  er is nog veel kwaad in deze wereld. Veel meer en veel erger nog dan wij ons ook maar kunnen indenken. Ook Gods kinderen krijgen er hun deel van mee, en soms is dat heel veel en heel zwaar. Er zijn groepen zoals IS die christenen de oorlog hebben verklaard en er zijn al heel veel slachtoffers gevallen, en als God het niet verhoedt, is het eind niet in zicht.

Paulus wist ook van lijden mee te praten, en hij vertelt ervan: we kregen zoveel meer te dragen dan we konden, zelfs zo dat we aan ons leven wanhoopten, zo diep gingen we eronder door. En toch, dat ene stond vast: de liefde van God om Jezus’wil. Als je in Jezus gelooft, mag je weten en zul je het ervaren: niets en niemand kan ons uit de hand van de Here wegrukken,niets kan ons scheiden van God die ons in Christus liefheeft. De God van Zondag 10 is de Vader van onze Heer Jezus Chris­tus,en daarom is en blijft Hij mijn God en mijn Vader! Daarom komt het goed!

dia 7       3. Als we maar – samen . aan Vaders hand lopen.

  Paulus zegt in 2 Kor.1 iets opmerkelijks. Hij en zijn medewerkers hadden een zware tijd achter de rug. Ze waren langs de rand van de afgrond gegaan en hadden de dood in de ogen geke­ken. Het was zó zwaar geweest dat Paulus zegt: meer dan we áán konden.Ze waren naar de mens gesproken onder de last bezwe­ken. Totdat God ingreep en ze uit doodsgevaar had gered. God dank!

Terugkijkend was het toch een leerzame ervaring geweest. Paulus kan het uit eigen ondervinding bevestigen: God heeft ook dit ten goede laten meewerken. Niet alleen omdat het uitein­delijk toch goed gekomen was, maar vooral dat de Heer  ze nog weer eens hun afhankelijkheid van Hem had laten voelen: “juist dat liet ons beseffen dat we niet op onszelf moeten vertrouwen maar alleen op de God die de doden opwekt, die ons heeft gered en ons opnieuw zal redden uit eenzelfde doodsgevaar “. Paulus heeft het daar vaker over, zoals in zijn ontboezeming verderop in deze brief, over die doorn in zijn vlees,die engel van de satan die hem kwelde. “Om te verhinderen dat ik mezelf zou verheffen”, zegt hij er dan bij. En ook Gods antwoord op zijn bidden om van dat pro­bleem verlost te worden, gaat in die richting: “Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid. (2 Kor. 12:9)

dia 8

Paulus vertelt dat om ons ermee te dienen en te bemoedigen.Hij schrijft: om u de troost en de kracht te geven voor al uw moeilijkheden. Zo mag dat gaan als je samen gelooft en samen onderweg bent. Als je samen aan Vaders hand loopt.Het kan ook in de gemeente. Hoe de een verdriet verwerkt en op het lijden reageert, kan voor anderen leerzaam zijn en bemoedigend. Ook dat kan het goede zijn dat God uit kwaad tevoorschijn laat Dat je samen naar God toegroeit, en naar elkaar.

Dan kan wat verlies lijkt, winst opleveren. Met Paulus mogen we zeggen en vertrouwen: Op Hem – dat is God onze Vader – hebben we onze hoop gesteld: Hij zal ons steeds weer redden.  En – zeggen we tegen elkaar – ook u kunt daarbij helpen door voor ons te bidden. Dan zullen velen God danken voor ons, voor de uitkomst die Hij ons gegeven heeft.  Eind goed, al goed!

                                                        amen

 

liturgie middagdienst

 votum en groet

zingen:             Ps.  93: 1,2,3 Levensliederen

1. De HEER regeert, gehuld in majesteit,

gekleed in almacht en hoogwaardigheid.

De wereld raakt beslist niet uit haar baan:

uw troon zal net als U altijd bestaan.

 

2. De oceanen bulderen, o HEER!

Ze daveren, de golven storten neer.

Maar boven storm op zee en waterkracht

heerst God de HEER met grote overmacht.

 

3. Wat U bedenkt is ongeëvenaard.

Wat U besluit is ons vertrouwen waard.

Uw niet te overtreffen heiligheid

versiert uw huis, HEER, tot in eeuwigheid.

 

gebed

Schriftlezing:  Gen. 45:  3-8

zingen:              Ps. 105: 8

Schriftlezing:    Rom. 8: 28-39

zingen:              Ps. 63: 3

Schriftlezing:    2 Kor. 1: 3-11

zingen:              Ps. 142: 4,6

  verkondiging:  zondag 10

zingen:              Ps. 145: 4,5

geloofsbelijdenis

zingen:           Gz. 109: 4  (Ria Borkent)

 

Aanbid de Vader in het Woord.

Aanbid de Zoon, aan ’t kruis vermoord.

Aanbid de Geest uit beiden.

Van Gods genade zo nabij,

zijn liefde en betrouwbaarheid,

zal niets ons kunnen scheiden.

 gebed

collecte

zingen:            Ps 68: 7 LvdK

zegen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *