Gemeente van onze Heer Jezus Christus, woonplek van de Geest van onze Heer,
dia 1 ‘Gods taal is mondiaal’.
Dat thema heb ik ontleend aan een gedicht over Pinksteren van Ati van Gent. Het staat in de bundel ‘Schriftgedichten’, een bundel nieuwe gedichten bij alle zondagen van het kerkelijk jaar en andere hoogtijdagen die we in de kerk vieren. Het gedicht waarin staat dat Gods taal mondiaal is, kunt u lezen op de handout. ‘Mondiaal’, een woord dat in onze tijd vaak langskomt, betekent: wereldwijd.
De dichteres geeft in haar gedicht stem aan de verwondering van de eerste christenen daar in Jeruzalem die de kracht van Gods Geest beleefden: dia 2 Zijn adem als onblusbaar vuur – zoals Hij eens aan Mozes toonde – dat tongen losmaakt, talen aaneensmeedt en oren ontstopt.”- je weet niet wat je hoort en ziet!
“De mensen die daar praten, komen allemaal uit Galilea. Hoe kan het dat we ze allemaal horen spreken in onze eigen taal?”, was de reactie van wie erbij waren. Maar de sprekers en spreeksters zelf wisten ook niet wat ze overkwam: “We verstomden, dromden bijeen. lachten vol ongeloof: Gods taal is mondiaal”. Ja, want praten in een taal die je nooit hebt geleerd en ook nog verstaanbaar voor wie met die taal opgegroeid en vertrouwd is, dat is toch wel een wonder! En zoals zoveel wonderen is ook dit veelbetekenend: Gods taal is mondiaal, en zijn boodschap gaat vanaf nu wereldwijd: tot de verste uithoeken van de aarde.
Zullen ze het zich toen al helemaal gerealiseerd hebben, zoals in dat gedicht: “Wij, geroepenen uit alle hoeken van de aarde, vreemde eerstelingen van een nieuwe bakermat” (‘) – ik denk nog niet toen, zeker nog niet in volle omvang…
Maar in het licht van later en met de kennis van nu: dat is nou echt Pinksteren! Pinksteren, dat is vanouds het feest van de eerstelingen van de nieuwe oogst. Bijzonder dat juist op dat feest de eerstelingen van de oogst van het werk van Jezus binnengehaald worden, en dat – zoals Jezus zegt – de akker de wereld is. Pinksteren is vooral ook het begin van de kerk die wereldwijd is en steeds meer blijkt te zijn, en multicultureel ook, verbonden als we zijn met die grote menigte onderweg ‘uit alle landen en volken, van elke stam en taal’, huidskleur, karakter.
dia 1 Gods taal is mondiaal
Dat is zeker de nieuwe inzet van God als vrucht van het werk van Jezus, en het startmoment is die geweldige uitstroom van hemelse Geesteskracht – met het oog op de opdracht die de Heer aan zijn leerlingen al had meegegeven: “Jullie moeten naar alle volken gaan, zodat iedereen mijn leerling kan worden”. Het komt terug in het eerste hoofdstuk van het boek Handelingen: “Jullie zullen kracht krijgen van de heilige Geest. En dan moeten jullie overal in Jeruzalem over mij vertellen. En in heel Judea en Samaria, en overal op aarde” – letterlijk staat er: en tot het uiterste van de aarde – tot in de verste uithoeken zeg maar.
Handelingen vertelt van dat steeds verder uitwaaierende evangelisatiewerk wat in Jeruzalem begint en via Judea en Samaria verder gaat, tot in Rome toe en vandaar uit steeds verder ging, ook naar de landen waar wij wonen, en het gaat tot op vandaag verder en zeker met de moderne media zijn er geen grenzen meer en kan het evangelie zelfs komen waar geen zendeling binnen kan en het hebben van een bijbel strafbaar is en tot in gevangenissen en strafkampen toe want er zijn geen grenzen aan Jezus’ macht en zijn liefde.
En ook taalgrenzen zijn geen barrières want de Geest spreekt alle talen, en de Bijbel wordt in steeds maar meer talen en dialecten vertaald en ook als mensen elkaar niet met woorden verstaan overbrugt de taal van de liefde hindernissen van taalverschillen en cultuurverschillen. Denk maar aan wat Paulus schrijft aan christenen in het verre Griekstalige Kolosse, van huis uit heidenen maar nu mensen die bij Jezus zijn gaan horen zodat hun manier van leven totaal veranderd is en allerlei verschillen geen rol meer spelen: “Dan is er geen sprake meer van Grieken of Joden, besnedenen of onbesnedenen, barbaren , Skythen (volken die zich niet hadden aangepast aan de Griekse of Romeinse beschaving en daarom in de ogen van die Grieken en Romeinen als achterlijk en onderontwikkeld werden beschouwd, en werden veracht), slaven of vrijen (eeuwenlang de ingewortelde klassentegenstelling), maar dan – als je tot geloof gekomen bent – is Christus alles in allen “ (Kol.3:11) En diezelfde apostel schrijft over het vervallen van de eeuwenoude scheiding tussen Joden en de andere volken dankzij het verzoenende offer van Christus: “Hij is onze vrede, Hij die door zijn dood de twee werelden één heeft gemaakt, de muur van vijandschap ertussen heeft afgebroken”…..”dankzij Hem hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader”…..” (Efeziërs 2: 14 e.v.)
Nou, en dat komt aan het licht en aan het woord op die Pinksterdag, als met heilig Geestesvuur bezielde volgelingen van Jezus ineens hoorbaar voor al die mensen uit al die landen vertellen over de grote daden die God gedaan heeft en aan het doen is en nog zal doen in en door zijn zoon Jezus die Heer werd. Een dubbel wonder zogezegd: een spreekwonder en ook een hoorwonder. Lastig om dat precies te reconstrueren maar het effect is waar het om gaat: “wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden”.
Dat valt niet te snappen als je op de sprekers let: van die lui uit Galilea met nauwelijks een schoolopleiding en zeker geen taalcursus achter de rug en nooit het eigen land uit geweest: en toch horen we allemaal onze eigen taal!
dia 3
Het geheim erachter is al onthuld: “zoals hun door de Geest werd ingegeven” (2:4). Precies dat zit ook in dat mooie beeld van die vlammetjes “die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten en allen werden vervuld van de Heilige Geest” – en als we verder lezen blijkt dat zonder onderscheid van man of vrouw, leeftijd, status; met een beroep op die oude profetie van Joël waar God zegt dat zijn Geest wordt uitgegoten over allerlei mensen:zonen en dochters, jongeren en oudere mensen, ook over dienaars en dienaressen (er staat naar de situatie van toen: slaven en slavinnen),de Geest doorbreekt al die grenzen die door mensen zijn gemaakt en die vaak zo lastig te overbruggen zijn, en zomaar tot splijtzwam worden.
De vorm van die vlammetjes is veelzeggend: ze leken op tongen – “tongen als van vuur” (NBG). Veelzeggend omdat meteen ook dat werk van de Geest eruit springt: de tongen losmaken en die volgelingen van Jezus vrijmoedig maken en welsprekend om de grote daden van God uit te bazuinen, vooral natuurlijk wat God had gedaan en wil gaan doen door Jezus, de gekruisigde en levende Heer.
Allereerst is al heel bijzonder dat ze dat durfden, dat ze zo uit hun comfortzone durfden komen en dat Petrus, die nog niet zo lang geleden in alle toonaarden ontkende dat hij ook bij Jezus hoorde,nu frank en vrij en zonder een blad voor de mond te nemen, van zijn Heer stond te getuigen – en die mensen op dat plein confronteerde met wat ze gedaan hadden door Gods Zoon te laten kruisigen – dat getuigt niet maar van moed – die moed heb je niet van jezelf als mens – maar dat is Gods Geest. Zoals de Heer beloofd had: “..wat je moet zeggen zal je op dat moment worden ingegeven. Jullie zijn het (..) niet zelf die dan spreken, het is de Geest van jullie Vader die in jullie spreekt” (Matt.10: 19-20)
Ja en dan ook nog zo dat al die mensen uit al die landen hun eigen taal hoorden uit de mond van een stel ongeletterde lui uit dat in de ogen van veel Joden achterlijke Galilea waar ze niet eens fatsoenlijk aramees konden spreken, laat staan de taal van dit of dat vreemde volk: hoe kan dat nou, wat is dit? Het is voor de samengestroomde menigte het meest verbazingwekkende en schokkende: “ze raakten geheel in verwarring,omdat ieder de apostelen en andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken” – ze kwamen er niet uit: “wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden”.
Je denkt als vanzelf terug aan hoe het was misgegaan in de communicatie – bij de bouw van die toren in Babel -dia 4 toen God het streven naar een eenheid die macht maakt – voor jezelf – verijdeld had door te zorgen dat de bouwers elkaar niet meer verstonden en begrepen – zodat allerlei misverstanden tot ruzie leidden en ze dan toch maar ieder hun eigen weg gingen wereldwijd – Gods plan ging toch door!
dia 5
Het is toch wel heel bijzonder wat je met taal allemaal kan, hoeveel klanken de menselijke stem kan voortbrengen en hoeveel talen en dialecten er zijn – zelfs in een klein land als Nederland – en dat er talen zijn waar je met je westerse oren niets bekends in herkennen kunt – ook best heel lastig, voor de communicatie tussen mensen en volken, en veel werk om een taal te leren, en om belangrijke geschriften en boeken – zoals de bijbel – te vertalen zodat iedereen het kan lezen en kan begrijpen.Waar nog allerlei andere verschillen van cultuur en karakter bij komen die onderling begrip lastig kunnen maken – tot in de kerk toe waar we ook als allemaal Nederlanders toch langs elkaar heen kunnen praten, maar moeilijk kunnen luisteren en inleven in de ander, en het soms wel eens lijkt of je een andere taal spreekt – er is best veel voor nodig – Gods Geest vooral – om elkaar te leren verstaan en aanvoelen.
Kijk, daar is het de Heer om begonnen, dat is het wonder van die eerste Pinksterdag en daarna: de Geest die alle talen spreekt – en het evangelie naar alle mensen wil toebrengen – die Geest doet ons elkaar verstaan – en Hij kan de grenzen doorbreken die wij mensen ervaren en waardoor we elkaar op afstand houden.
Daar in Jeruzalem konden al die mensen de volgelingen van Jezus horen spreken in hun eigen taal. Niet eens nodig voor hen omdat ze als meest Joden wel Hebreeuws of Aramees verstonden, en Grieks – de wereldtaal toen – maar wel als signaal dat het evangelie de wereld in moest gaan en zou gaan, bedoeld ook voor al die niet-Joden in de landen waar deze mensen woonden of hadden gewoond – er staat letterlijk iets als: ‘de taal die hen eigen was’, ‘de taal waarbinnen wij geboren zijn’ ,die ze vroeger in hun geboorteland op straat hadden gehoord en op school geleerd – meteen maakt de Geest duidelijk dat het evangelie ook voor de mensen ver weg bestemd was.
Ja, en voor ons ook, en voor de mensen in Benin met voor ons onverstaanbare talen……ja en ook om een brug te slaan tussen zoveel heel verschillende mensen, maar met die ene God en Vader en volgelingen van die ene Heer, verbonden met en aan elkaar door die ene Geest, om samen die ene kerk te gaan vormen, wereldwijd.
Dan blijft er taalverschil, blijft het nodig op school Engels te leren of Frans, of misschien Chinees – en als je de zending in zou gaan de taal van de mensen in het land waar je gaat werken. En de bijbelgenootschappen hebben nog veel werk te doen en ze verdienen onze steun – ja, enmeningsverschillen en cultuurverschillen en communicatiestoringen en misverstanden zijn de wereld nog niet uit – helaas.
dia 6
Maar toch, als de Geest van Jezus ons vult, en de liefde ons drijft, is de weg open -naar de Vader en naar elkaar – en dan herken je elkaar over verschillen van taal en cultuur heen – wat je zomaar kan ervaren als je in het buitenland medechristenen ontmoet en je soms een paar woorden genoeg hebt, en je thuis kunt voelen in een kerkdienst ondanks dat je veel niet oppikt en de muziek anders is en de vormgeving.
In Nederland zelf zou trouwens meer kunnen op het punt van contacten tussen de traditioneel Nederlandse kerken en de vele immigrantenkerken die zijn ontstaan – om elkaar te bemoedigen en van elkaar te leren, en meer samen dingen te doen.
Het versterkt het besef dat de kerk groter is dan wat wij zien en meemaken in de eigen omgeving, en maakt bescheiden – en het is tegelijk en vooral bemoedigend.
B.v. als we wel eens somberen over teruglopend kerkbezoek in de westerse wereld en we dan horen over spectaculaire groei in China en landen in Afrika en Z-Amerika. Dan doet het goed te lezen in het blad van de Verre Naasten, of een TV programma te zien over wat God bezig is te doen in andere delen van de wereld, over groei en over geloofsmoed tegen de verdrukking in, over deuren die ineens toch open gaan.
En als je zelf de taal leert spreken van Jezus, de taal van de liefde, en van willen dienen en open willen staan voor die andere met vaak een heel ander taal – een heel ander levensverhaal – merk je soms zomaar dat er verbinding ontstaat en dat je – soms zelfs zonder woorden – elkaar gaan begrijpen, aanvoelen, respecteren.
Dan slaat dat gedicht ook op ons en mogen we datzelfde als toen gaan ervaren: Zijn (Gods) adem als onblusbaar vuur, dat tongen losmaakt, talen – en dus mensen – aaneensmeedt en oren (mijn oren, mijn hart) ontstopt. We verstommen, drommen bijeen, lachen vol ongeloof: Gods taal is mondiaal”.
En we gaan er al iets van zien en ervaren waar het heengaat en op uitloopt – wat Johannes al lang van te voren mocht zien dia 7: “Hierna zag ik dit: een onafzienbare menigte, die niet te tellen was, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. In het wit gekleed en met palmtakken in hun hand stonden ze voor de troon en voor het lam. dia 8 Luid riepen ze: ‘De redding komt van onze God die op de troon zit en van het lam!’ Alle engelen stonden om de troon en de oudsten en de vier wezens heen. Ze bogen zich diep neer voor de troon en aanbaden God met de woorden: ‘Amen! Lof, majesteit en wijsheid, dank en eer en macht en kracht komen onze God toe, tot in eeuwigheid. Amen.’
liturgie 1e Pinksterdag
votum en groet
zingen: Lied 477: 1,2
wet van de HEER
zingen: Gz. 131: 3,4,5
gebed
Schriftlezing: Genesis 1: 1-5
zingen: Lied 1: 1-4
Schriftlezing: Genesis 11: 1-9
zingen: Ps. 28: 3,4
Schriftlezing: Hand. 2: 1-21
zingen: NLB 969: 1-4
verkondiging: Hand. 2: 4 en 11b
zingen: Gz. 167: 1,2,3
gebed
collec te
zingen: Ps. 87: 1-4 Levensliederen
1. Op Sion ligt al sinds een ver verleden
de stad van God, de vesting van de HEER.
Alleen al van de poorten houdt hij meer
dan van de pracht en praal van Jakobs steden.
2. ‘Rahab heb ik nooit uit het oog verloren,
ook Filistea, Tyrus, Babylon en Nubië,
elk volk onder de zon is hier
in Sion, stad van God, geboren.’
3. De hele wereld zal van Sion horen:
‘De Allerhoogste houdt haar zelf in stand.’
De HEER schrijft bij elk volk met eigen hand:
‘Dit volk is ooit in deze stad geboren.’
4. ‘Hier in de stad van God is het begonnen’,
zo zingen alle volken in refrein
al dansend van geluk, van groot tot klein:
‘In jou, mijn stad, ontspringen al mijn bronnen.’
zegen
amen: NLB 670: 7 (melodie Gz. 103 GK)
Lof zij de Vader, lof de Heer
die uit de dood is opgestaan,
de Trooster zij ook lof en eer
en heerlijkheid van nu voortaan.