Gemeente van Christus, broers en zussen, u, jullie,
dia 1
“Er wordt tegenwoordig zo weinig over het verbond gepreekt”. Dat kun je zo af en toe horen en lezen van sommigen binnen onze kerken. En misschien zijn er in onze gemeente ook wel die dat denken en zeggen.
Dat klopt denk ik ook wel als het gaat om het gebruik van het woord ‘verbond’. Er is een tijd geweest dat het woord tot in thema’s en verdelingen van preken nogal eens langs kwam, zo van: ‘de God van het verbond’…en dan volgde iets dat God beloofde of deed – vanwege zijn verbond met Abraham en met ons.
De achtergrond is dat het in de Vrijmaking – waar onze kerken op teruggaan -ging over de kinderdoop en over de betrouwbaarheid van wat God al bij de doop beloofd heeft aan ons en aan onze kinderen – dat dat niet afhangt van onze beleving of ons doen en laten maar van God die zich aan ons verbindt.
Kijk, en als ik dat zo zeg – net iets anders maar inhoudelijk hetzelfde: God die zich aan ons verbindt – roept dat – hoop ik – weer herkenning op, want dáár gaat het wel vaak over, als we de Bijbel lezen, en in preken: God verbindt zich aan ons.
Dat mag je gerust verbond noemen, als dat maar niet een uitgesleten term is of een schema wordt dat je oplegt aan de Bijbel, terwijl het juist gaat om een levende relatie.
Daarom: al gebruiken we het woord verbond minder vaak dan vroeger, de zaak is als het goed is een levende werkelijkheid in ons leven: dat God een relatie met ons wil en met ons is aangegaan, in en door Christus en door het werk van de Heilige Geest.
En het vervolg is dat die verbondenheid met God ook mensen met elkaar verbindt.
Dat is de inzet van dat korte maar krachtige briefje van Johannes, ook voor ons.
dia 2
Leven in verbondenheid
1. via Christus verbonden met God
2. door Christus verbonden met elkaar
dia 3 1. Via Christus verbonden met God
Het is opvallend hoe vaak in die eerste paar verzen van dat korte briefje van Johannes het gaat over ‘verbonden zijn’ : het woord komt maar liefst vijf keer voor in die zeven verzen – als vertaling van het Griekse koinonia=gemeenschap.
Als je het goed leest is het als een ketting met een paar schakels die de lezers – de gelovigen van toen en nu verbindt met de schrijver Johannes en zijn collega’s en via hen aan Christus die zij persoonlijk hebben gekend en meegemaakt, en door in geloof aan Christus verbonden te worden ontstaat de verbinding met God zelf.
Maar het is misschien nog wel mooier en meer bijzonder aan de andere kant te beginnen, zoals Johannes zelf ook doet: bij Wie hij – net als in de eerste verzen van zijn evangelie – het Woord noemt, de eeuwige Zoon in wie God naar ons toe komt: “het Woord dat leven is”, in wie God onze wereld en ons kwetsbare, door de zonde en de gevolgen van de zonde aangetaste, bestaan is binnengekomen. Nog eens vs.2: “het eeuwige leven dat bij de Vader was en aan ons verschenen is”.
Kijk, en dan neemt Johannes ons mee terug naar de tijd dat hij en de anderen drie intensieve jaren als leerling zijn opgetrokken met Jezus, en hebben gehoord en gezien wat Jezus allemaal heeft gezegd en gedaan en ook heeft geleden, tot en met de arrestatie en veroordeling en kruisiging en begrafenis, toen de opstanding en de meerdere ontmoetingen met Hem als de levende Heer, en daarna zijn hemelvaart..
Daar vertellen de vier evangelieverhalen over, waaronder dat van Johannes zelf, vol persoonlijke ervaringen van wie erbij zijn geweest, als oor- en ooggetuigen. Niet bedoeld om voor zichzelf te houden en mee te nemen het graf in, maar om het aan anderen in eigen tijd en later eeuwen door te geven, met als doel – Joh.20:31- “opdat u (latere lezers) gelooft dat Jezus de messias is, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam” – zodat ook wie niet zelf kunnen zien, toch kunnen geloven.
En als ik dat dan zo lees, moet ik onwillekeurig denken aan wat Johannes vertelt over de ontmoetingen van de leerlingen met Jezus nadat Hij uit de dood terug was: “wat wij met eigen ogen gezien en aanschouwd hebben, wat onze handen hebben aangeraakt, dat verkondigen wij: het Woord dat leven is” – Jezus in levenden lijve.
Weet u nog wat we er net over gelezen hebben, over eerst de leerlingen zonder en daarna met Tomas? Eerst op de dag van de opstanding: “na deze woorden toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde”. En een week later tegen Tomas: “leg je vingers hier en kijk naar mijn handen en leg je hand in mijn zij; wees niet langer ongelovig, maar geloof“. dia 4 En zij keken en zij zagen en zij mochten hun Heer aanraken – en wij kijken en voelen met hen mee. Nog een keer in die brief: “Het leven is verschenen, wij hebben het – Hem- gezien, en getuigen ervan, we verkondigen u het eeuwige leven dat bij de Vader was en aan ons verschenen is. Wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen we ook aan u, opdat ook u met ons verbonden bent” – je voelt je al lezend en meekijkend en meevoelend steeds meer één met die ooggetuigen van lang geleden, en wat zij hebben opgeschreven gaat steeds meer voor je leven – je Heer gaat voor je leven.
Ja, en zo krijg je steeds meer een levend contact met Jezus en met God je Vader. Johannes zegt: verbonden zijn met ons is verbonden zijn met God en Christus. Je kunt ook zeggen: door geloof krijg je band aan Christus die je met God verbindt.
Kijk, maar dan dichterbij onszelf de vraag: hoe werkt dat dan, hoe ervaar ik dat? In elk geval niet door alleen maar – uit gewoonte of omdat je dat zo hoort te doen -elke dag een stukje uit de Bijbel te lezen en wat in de Bijbel staat, voor waar aan te nemen; door recht te zijn in de leer en in de paadjes te lopen die zijn uitgezet.
Daar is op zich niks mis mee en het kan helpen om structuur en houvast te hebben en niet te veel te hoeven nadenken, maar het blijft op een afstand en buitenkant. God blijft op een afstand en wat in de Bijbel staat is bekend maar raakt niet echt je hart en verandert niet je leven; je hebt van alles in je hoofd, maar wat die het je nou echt en wat voel je erbij; ervaar je dat God echt jouw God en Vader is of blijft God om eerlijk te zijn toch vreemd en ver, en is geloven vooral een je houden aan regels? En vind je het misschien moeilijk en spannend om open te praten over je eigen persoonlijke geloof?
Wat helpt is om als je al die verhalen in de Bijbel leest over wie er toen bij zijn geweest, te proberen in gedachten naast hen te staan en met hun oren te luisteren en hun ogen te kijken, en zo dicht mogelijk in de buurt te komen bij wie Jezus was en is, zodat je langzaam maar zeker steeds meer vertrouwd met Hem gaat worden.
Vergelijk het maar met wat kan gebeuren als een bepaald persoon van vroeger je intrigeert en je meer over hem of haar wil weten en je dan boeken over die persoon gaat lezen en je steeds meer een beeld erbij krijgt – en de afstand in tijd wegvalt.
Dus niet dat je trouw je Bijbel leest maar hoe je dat doet – en dan is ook belangrijk om er de tijd voor te nemen, en de rust, erover te mediteren, en erover te praten.
Waarbij ook het gebed een onmisbare plek heeft als concentratie op God en op Jezus, en gesprek met je Vader in de hemel, zodat je verbinding maakt en ook gaat merken dat die verbinding er is, dat er een tweerichtingsverkeer gaat ontstaan.
dia 5
Dan kan gaan gebeuren dat mensen niet zien maar toch geloven, en dan ook gaan zien! Het kan zelfs gebeuren dat mensen die niet van huis uit zijn opgegroeid met het christelijk geloof en die de verhalen uit de Bijbel niet als Woord van God opvatten, toch erdoor worden aangesproken en zelfs geraakt omdat ze zo menselijk zijn.
Deze week stond in de krant een verhaal over een theaterstuk over Genesis, en een van de acteurs vertelt dat er veel gesprekken zijn binnen de groep die het speelt over waar iedereen vandaan komt en wat het geloof voor je betekent: “De verhalen creëren verbondenheid, omdat iedereen zich eraan kan spiegelen”.En laat dan maar ruimte aan de Geest die waait waarheen Hij wil en doet wat Hij ermee wil.
In de catechismus staat de aansporing om de Heilige Geest in je te laten werken, en dat gebeurt als je je hart openstelt voor wat God door zijn Geest tegen je wil zeggen en in je en met je wil doen, dat je hart God toebehoort en dat we door de wereld gaan met open ogen en open oren om als Gods tekens te verstaan (Ld. 479).
En dan ontdek je zoveel vingerwijzigingen van God en aanrakingen door zijn liefde.
dia 6 2. Door Christus verbonden met elkaar
Als we door Christus verbonden zijn met God, de verbinding met Hem onderhouden, legt dat ook de verbinding met al die anderen dichtbij en ver weg die net als wij met God verbonden zijn; het staat mooi in de catechismus als het over de gemeenschap van de gelovigen gaat: “dat de gelovigen allen samen en ieder persoonlijk als leden gemeenschap hebben met de Here Christus” – en daarom ook bij elkaar horen. Zoals in dat Bijbelse beeld van het ene lichaam met al die verschillende ledematen waarvan de Heer zelf het hoofd is dat al die leden leven geeft en aanstuurt door zijn Geest.
Ja, en dat krijgt dan ook uitwerking in hoe die leden – wij dus – met elkaar omgaan. Johannes gebruikt in deze verzen het beeld van God als de grote Lichtbron, dia 7 de wereldwijde energiecentrale waardoor iedereen die met Hem in verbinding staat, ook licht krijgt en licht verspreidt – en zo niet, dan is die verbinding defect, verbroken.
Dat bedoelt Johannes als hij schrijft: als we zeggen dat we met God verbonden zijn terwijl we in werkelijkheid in het donker zitten, klopt niet wat we zeggen en liegen we. Denk maar aan de lampen en andere electrische apparaten in huis, die het alleen doen doordat ze stroom krijgen via allerlei draden vanuit de energiecentrale – maar als er zoals laatst een stroomstoring is, valt alles uit en zit je in het donker en in de kou – zo afhankelijk zijn we van de energie die vanuit die centrale geleverd wordt.
dia 8
Johannes noemt God het Licht bij uitstek, een en al licht, zonder ook maar een spoortje duisternis. Aan God ligt het niet als wij in het donker zitten; als dat wel gebeurt, ligt dat aan ons: wij hebben de stroom afgesneden, wij zijn niet aangesloten op de hemelse energiecentrale – en ons leven laat zien hoe het staat met ons hart.
Om een ander Bijbels beeld te gebruiken: aan de vruchten leer je de boom kennen.
Onze Heer waarschuwt dat geloven meer is dan Heer, Heer, roepen – of zingen – het is ook en vooral de wil van God onze Vader doen, en leven in de stijl van Gods rijk.
In deze beginverzen van zijn briefje – en trouwens ook in de rest van de brief – spitst Johannes dat toe op de omgang met elkaar: verbonden met God verbindt aan elkaar. Ik las: “geloven zonder verbinding te maken met andere mensen is een Bijbelse onmogelijkheid” . En ook dat echte verbinding en diepe verbondenheid meer is dan omgaan met wie dezelfde voorkeuren hebben en tot dezelfde leeftijdsgroep horen en net zo denken over een aantal zaken, b.v. over hoe verder met de CGK en met onze eigen kerk – terwijl we elkaar op een afstand houden als we er heel anders in staan. Johannes laat zien dat echte verbinding kan groeien als je – met alle verschillen die er kunnen en mogen zijn – samen door Christus en zijn evangelie verbonden bent met God: “alleen zo ontstaat ware verbinding: in Jezus en onze bewondering en aanbidding voor Hem” – je gaat met andere ogen naar elkaar kijken, je ziet ineens die ander staan om wie je anders misschien liever met een boog heen zou lopen, je probeert in gesprek te komen met hem of haar die heel andere keuzes maakt dan jijzelf, en je praat niet over wat die ander in jouw ogen fout doet maar je vraagt aan de persoon kwestie hoe het gaat met hem en waarom zij iets doet of juist niet…..en dat beschadigt de verbondenheid niet maar maakt die juist sterker – je wilt niet de ander beleren of beoordelen maar staat open voor wat je van de ander kunt leren.
Het is altijd verrijkend om echt in gesprek te gaan, van hart tot hart, en samen de mooie en de moeilijke dingen te delen – zoals Paulus erover schrijft: “wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft” (Romeinen 12: 15) dia 9
Het is mooi hoe Johannes het beeld doortrekt vanuit God die puur licht is, naar ons: “als we leven in het licht, zoals God in het licht is, dan zijn we als gelovigen met elkaar verbonden” – als je vol bent van Gods liefde, dan straalt dat uit naar anderen om je heen, en als je een gemeente bent van allemaal lichtdragers, dan komt er een onvoorstelbare energie los en kunnen we Gods licht ver buiten onszelf verspreiden.
Ja, en dan kan als God het geeft zijn licht zich verder verspreiden, werkt het naar anderen toe aanstekelijk en ontsteekt vuur nieuw vuur – worden ook anderen op hun beurt nieuwe lichtjes in hun eigen omgeving – steekt de vlam van Pasen steeds meer mensen aan en worden ook zij via ons en via het evangelie dat wij doorgeven en voorleven verbonden aan Christus als hun Heer en aan God als ook hun Vader.
dia 10
“Het licht van God herstelt de gemeenschap tussen mensen”. schrijft een uitlegger. Die gemeenschap die door de zonde verstoord was en nog zo vaak beschadigd raakt, maar die door Jezus wordt hersteld en weer mogelijk gemaakt – de Bijbel noemt dat meer dan eens ‘het nieuwe verbond in zijn bloed’ – Hij betaalde de prijs.
De tekstverzen eindigen ermee dat het bloed van Jezus reinigt van alle zonden. Daarom kun je altijd weer verder, met God, door Jezus, ook verder met elkaar. Wat er ook fout kan gaan of scheef kan lopen, er is een weg terug – naar Vader, naar je broer of zus in het geloof, naar die ander die ook van genade leeft.
Om te ervaren en te delen hoe God vergevend is en hoe zijn liefde levend is.
amen
dia 11
De vraag die jullie en mezelf meegeef : hoe komt het dat soms kortsluiting ontstaat in de verbinding met anderen waardoor afstand wordt ervaren, en wat is daaraan te doen?
liturgie morgendienst
votum en groet
zingen: Ps. 33: 1,2,8
wet van de HEER
zingen: Ps. 11: 1,2,3
gebed
Schriftlezing: Joh. 20: 19-31
zingen: NLB 637: 1a,2m,3v,4m – melodie gezang 95 GK
1. O vlam van Pasen, steek ons aan,
de Heer is waarlijk opgestaan!
De Zoon, voor wie het duister zwicht,
de Zoon is als de zon, zo licht!
2. De Vader laat niet in het graf
een kind dat zoveel vreugde gaf,
Hij tilt het uit de kille grond –
het loopt als vuur de wereld rond.
3. De oude nacht voorgoed gedood,
de toekomst kleurt de morgen rood;
ziehier hoe God vergevend is
en hoe zijn liefde levend is.
4. Ziehier het licht van lange duur,
ziehier de Zoon, de zon, het vuur;
o vlam van Pasen, steek ons aan –
de Heer is waarlijk opgestaan!
verkondiging: 1 Joh. 1: 1-7
zingen Gz. 155: 1,3,4,5
gebed
collecte
zingen: Gz. 92: 1,2,3
zegen