Johannes 12: 24: Een tuin bloeit rond het open graf (inleiding veertigdagen-project)

 

Gemeente van Christus,

dia 1

‘Een tuin bloeit rond het open graf’.

Dat is het thema, niet alleen van deze dienst, maar van heel de veertigdagentijd.

Jullie hebben allemaal het leesrooster voor de weken tot en met Pasen ontvangen, om er thuis mee aan de slag te gaan, persoonlijk en als gezin, van dag tot dag. Ook de kinderen kunnen meedoen, op hun manier, twee keer in de bijbelclub maar ook thuis, met de 40-dagen-kalender die vandaag uitgereikt wordt en heel bijzonder is, met veel te leren en te bewonderen in de wereld van maan, sterren,en planeten. Zoals aangekondigd is iedereen welkom woensdagavond voor een kort avondgebed. Tenslotte: de bedoeling is gespreksavonden in de wijken te organiseren, op 8 maart,de zondag waarop we samen avondmaal vieren, met als thema: ‘Werken en bidden’

‘Een tuin bloeit rond het open graf’. Een regel die ontleend is aan het lied waarmee we begonnen vanmorgen, Gz. 479. Een lied waarin we zongen over de machtig mooie wereld die God geschapen heeft: “Aan U behoort, o Heer der heren, de aarde met haar wel en wee…..” en dan vooral: “Gij roept het jonge leven wakker, een tuin bloeit rond het open graf. Er ruisen halmen op de akker, waar zich het zaad verloren gaf”.

Het doet denken aan de lente, als na de winter waarin weinig tot niets groeit, overal weer gras gaat groeien, de in de herfst geplante bollen uitlopen tot veelkleurigheid;en aan de zomer als het ingezaaide land koren oplevert en allerlei andere gewassen.

dia 2

Ja maar, er is meer en het gaat dieper want wie denkt bij die tuin die bloeit rond het open graf niet aan de Paasmorgen. Aan Jezus die zijn graf leeg achterliet omdat Hij de dood had overwonnen en was opgestaan, en ons doet delen in zijn overwinning. Daarom mogen wij door geloof ervaren dat het leven zelfs door de dood heen bloeit, en uitkijken naar de dag dat ook onze graven eens opengaan en we zullen opleven. Want “nu gaan de bloemen nog dood, nu moet je soms nog huilen, nu blijf je steeds iets missen – maar dan is er geen dorst meer of verdriet, daar is gelukkig leven en het eindigt niet”, nooit meer – en dat is omdat voor ons de allerprachtigste bloem die ooit op aarde gebloeid heeft – Gods eigen lieve Zoon Jezus – is doodgegaan en in een graf weggeborgen in die tuin van Johannes van Arimatea-  en Hij juist zo als overwinnaar over zonde en dood en graf opstond: Hij is hier niet, Hij leeft, voorgoed.

‘Een tuin bloeit rond het open graf’. Als je met dat leesrooster aan de gang gaat, zul je merken wat een mooie Bijbelse lijn je op het spoor komt: vanuit de tuin waar alles begon en het ook al gauw mis ging zodat God onze voorouders wegstuurde een wereld in met dorens en met distels, en via de verwoestende zondvloed en later de woestijn naar het land dat overvloeide van melk en honing, en dan weer via de woestijn waar Jezus werd verzocht en de olijvenboomgaard Gethsemané, naar die tuin met dat open graf, en het einddoel: Gods nieuwe wereld die nog uitbundiger zal bloeien dan eens in die tuin van Eden.

Zoals in dat leesrooster de zin steeds terugkomt: “De weg naar Pasen begint in een tuin”, en daar loopt Gods weg ook op uit: “De opstanding van Jezus was een wonder van het formaat van de schepping. Opnieuw breekt het licht door. En rond het open graf komt een nieuwe schepping tot bloei” – kijk in het leesrooster van Paaszondag.

dia 3

Kijk, en voor die nieuwe schepping, en voor het nieuwe leven dat God ons geeft, was nodig dat Jezus Gods Zoon als een graankorrel, een zaadje, begraven werd in de aarde, zoals door Hem aangekondigd als regel van de natuur maar vooral van Gods genade: “Een graankorrel die in de aarde gezaaid wordt, moet sterven. Zolang hij niet sterft, gebeurt er niets. Maar als hij sterft, levert hij veel nieuwe korrels op”.

Wat de Heer zegt begrijpen we vast wel: uit één zo’ n graankorrel komt een nieuwe plant, en als het daar goed mee gaat, komen aan die nieuwe plant een heleboel aren met heel veel korrels. Je kunt er dan meel van malen, en er brood of wat anders van bakken, maar je kunt die korrels ook het volgende jaar in de grond stoppen en dan komen er veel meer nieuwe planten en dan weer en dan weer…….gigantisch wat een hoeveelheid koren en meel je na 5 of 10 of 20 jaar hebt….net zo gaat het met veel van die bollen die groeien hier in de Kop van Noord-Holland en die als ze uitgegroeid zijn worden verkocht, niet alleen in Nederland maar ook in heel veel andere landen…

Maar dan is wel nodig dat je die korrels, dat zaad, die bollen, in de grond stopt of ze uitzaait. Voor het oog verdwijnen die bollen of die zaadkorrels dan in de aarde, en gaan ze dood. dia 4 Maar in werkelijkheid is dat juist volop leven, komt juist zo er een steeds grotere oogst. Terwijl als je die bollen in de doos laat zitten en er niets mee doet, er misschien nog wel een groen scheutje uit komt, maar zeker geen bloem of nieuwe graankorrels – als er niks gebeurt verliest dat zaad zijn kiemkracht en die bol wordt slap en droogt uit, en wordt waardeloos: gooi maar weg, heb je niks meer aan.

Met dat in het achterhoofd gaan we beter begrijpen wat Jezus zegt over zichzelf en over ons. Wat Hemzelf betreft, de aanleiding voor dat gelijkenisje over zaaien en oogsten is dat enkele Grieken aangaven dat ze Jezus wel zouden willen ontmoeten, Via eerst Filippus en Andreas dia 5  (die alle twee een Griekse naam hadden en dus wel goed Grieks verstaan en gesproken zullen hebben) hadden ze een gesprek aangevraagd: wij zouden graag jullie leermeester Jezus ontmoeten, zou dat kunnen?Zij weer naar Jezus: Heer, er zijn Griekse mensen voor U.Wilt U wel met hen praten?

Hoe het verder is gegaan, of en hoe dat gesprek is geweest, het wordt er niet bij verteld. Wat blijkbaar belangrijker is, is wat de Heer erover zegt: “de tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven”,endan gaat gebeuren waar de Joodse leiders zo bang voor waren. Die zeiden tegen elkaar:  de hele wereld loopt achter Hem aan. Daar zien we er iets van als die Grieken interesse tonen in Jezus. Grieks sprekende mensen die God al kenden en in de tempel Hem kwamen dienen, en er blijkbaar ook bij waren geweest toen Jezus de stad in kwam op zijn ezeltje en door veel mensen werd toegejuicht als de koning van God: wie is die Jezus toch?

Ja maar, gaat Jezus meteen verder, die troon en die wereldwijde erkenning en die majesteit, komen alleen op de manier waarop het gaat met graankorrels die een grote oogst opleveren. Daarvoor is nodig dat Ik eerst door dood en graf heen ga. Stel dat Jezus gegaan zou zijn voor eigen winst: koning worden over een klein volk toen en daar, en dat ene volk weer op de kaart zetten en regeren vanuit Jeruzalem. Dan had de rest van de wereld er niks aan gehad, en zouden jullie en ik  nooit zijn gaan geloven….vooral: dan was het nooit goed gekomen tussen God en de mensen, en kwam er geen nieuwe wereld; dan was Gods koninkrijk een ministaatje geworden.

Zoals mensen die op eigen belang uit zijn en daarvoor desnoods over lijken gaan, misschien even succes hebben en een tijdje oppermachtig zijn, zoals toen de keizer en nu allerlei dictators……of van die kleine baasjes en patsers waar de wereld vol van is…..maar als het erop aan komt zijn ze eenzaam, weinig geliefd, en als hun tijd om is en hun rol uitgespeeld, treurt niemand nog om hen.

Laten ook wij  onszelf afvragen of we wat willen betekenen voor anderen of dat we eigenlijk op en voor onszelf leven. Of we gaan voor ons eigen koninkrijkje of voor het overeind houden van onze eigenkerk of onze eigen tradities of idealen, of dat we verder om ons heen kijken en verder vooruit kijken: waar wil God heen met zijn wereld en wat is de plek die ik daarin kan hebben, wat kunnen we betekenen voor onze medemensen en de samenleving? Met als focus dat koninkrijk van God niet maar ver in de toekomst maar overal waar mensen in hun leven al iets laten zien van Gods liefde en Jezus’ dienstbaarheid . Lees maar door na ons tekstvers: “Wie mij dient moet Mij volgen” – en neem dat maar letterlijk: volgen op die moeilijke weg van lijden en doodgaan: “als je bereid bent je leven(tje) op aarde op te geven, op te offeren, los te laten, win je een eeuwig leven.

Jezus, onze Heer, ging zover dat Hij zijn leven overhad en opofferde voor mensen die hun leven hadden verspeeld: zijn dood lijkt zijn einde maar blijkt op Pasen het begin van een grote oogst. Een uitlegger zegt het zo: “de vruchtbaarheid van zijn dood zal leiden tot een spectaculaire vermeerdering van zijn aanhangers”, en: “uit het kruishout zal de wereldkerk opbloeien”. Zelf zegt de Heer erover dat Hij “niet is gekomen om gediend te worden maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen”  – aan zijn dood danken wij en vele anderen het Leven.

Kijk, en zo gaat het gebeuren, langs die onaantrekkelijke en ongeloofwaardige weg van lijden en dood, volgens de wet van graankorrel: een graankorrel die niet in de aarde valt en niet sterft, blijft die ene graankorrel – eenzaam, onvruchtbaar, in zichzelf gekeerd, en dus zonder groei – maar door te sterven komt er juist heel veel vrucht.

dia 6   

En blijf dan niet steken in dat mooie dat Jezus voor je zonden is gestorven – hét Zaad moest sterven- maar durf door te lezen en je aangesproken te weten: “wie zijn leven” – zijn misschien wel geslaagde en boeiende en relaxte of zijn moeizame en bedreigde leven hier en nu – “liefheeft en wil vasthouden, zal het verliezen” – je leefde voor jezelf en je sterft voor jezelf en je eindigt met lege handen, vruchteloos.

Maar als je jezelf aan Jezus durft verliezen, als je durft loslaten en jezelf over durft geven, win je. Je leefde niet voor niets en je sterft niet voor niets, want  je leven was een leven met Christus en je sterven zal geen verlies zijn maar winst opleveren.

Ja, en als de Bijbel het dan heeft over sterven, is dat meer en dieper dan doodgaan. Dan zou pas dat nieuwe leven komen na dit leven, en volmaakt en volgroeid op de nieuwe aarde, zoals in dat lied over stil maar en wacht maar, tot alles nieuw wordt. Dat is wel de glorieuze eindfase maar gelukkig begint dat nieuwe al eerder, nu al. En moet dus ook dat proces van sterven al eerder beginnen, nu al, in dit leven al. Ik denk aan de catechismus waar in zondag 33 over bekering gezegd wordt dat je die zou kunnen vergelijken met wat in de natuur gebeurt – denk weer aan dat zaad – namelijk “het afsterven van de oude mens en het opstaan van de nieuwe mens”.

Wat geen bedenksel van de catechismus is maar een teruggrijpen op Bijbelse beelden, zoals bij Paulus, vooral in Kolossenzen 3: laat wat aards in u is afsterven. Omdat, schrijft hij er kort voor: een christen met Christus gestorven is en opgestaan. En in 2 Kor. 5 schrijft Paulus dat wie één is met Christus, een nieuwe schepping is

Een van de volgende zondag komt dat terug, en gaan we dan wat breder uitwerken. Nu is genoeg mee te nemen dat zoals elk mens lichamelijk vanaf zijn geboorte tot aan zijn overlijden een proces doormaakt van afsterven van cellen en het aanmaken van nieuwe cellen. Iemand schrijft er dit over: “Het lichaam is constant bezig met celvernieuwing, de snelheid is afhankelijk van het type cel. We kunnen dus stellen dat net zoals de cyclus van groei en leven voortduurt, worden ook de cellen van ons lichaam voortdurend vernieuwd. Als dat niet zou gebeuren, zouden we niet blijven leven. Als het leven zichzelf niet constant vernieuwt, houdt het op te bestaan. En dat is een belangrijk punt. Ofwel het leven vernieuwt zichzelf, of het sterft af. Dat geldt zowel fysiek als geestelijk”. Tot zover het citaat. Er kan nog een andere uitspraak van Paulus aan worden toegevoegd, juist over dat geestelijke vernieuwingsproces. “ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijke bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd” (2 Kor. 4: 16) – en dus worden de vruchten daarvan niet pas op de nieuwe aarde geplukt, maar nu al: wie met Christus leeft, is een nieuwe schepping!

 dia 7    – zoals met die krokos in die bloembol en pop waaruit vlinder komt

 Tegelijk komt daarin ook een opdracht mee om wat slecht is ook te laten afsterven. Denk maar weer aan je tuin waar straks weer van alles gaat groeien en bloeien, maar waar ook heel wat werk in kan gaan zitten om dode takken af te zagen, onkruid te wieden, bomen en planten bij te snoeien en wat uitgebloeid is af te knippen om zo juist de groei en de bloei op gang te houden: door te sterven komt er nieuwe vrucht.

Zo gaat dat ook met verbonden zijn aan Christus – denk aan wat Hij zelf zegt over zichzelf als de echte wijnstok – nu zoals de Bijbel in Gewone Taal het weergeeft: “Ik ben de stam van Gods druivenplant, en jullie zijn de takken. God zelf is de tuinman. Hij haalt de takken weg waar niets aan groeit. En de takken waaraan druiven groeien, maakt Hij kort. Want dan komen er in het volgende jaar nog meer druiven aan” (Johannes 15: 1-2).  Ook dat snoeien en dat krenten is een stukje sterven: God houdt ons kort en maakt ons klein, door moeilijke dingen die een mens kunnen overkomen, door ons te confronteren met onze kwetsbaarheid, doordat we onze beperktheid ervaren en vaak onszelf tegenkomen, en ons te laten ervaren dat we er juist sterker uitkomen als we ons niet groter en flinker voordoen dan we zijn, als we hulp van anderen accepteren, en als we ons bij God geborgen weten en veiligheid en steun en hulp van mensen om ons heen mogen ervaren, als we niet onszelf ten koste van alles overeind willen houden maar onszelf durven loslaten. Dat kan lastig zijn of pijnlijk, maar het geeft ook rust, ruimte, en nieuwe energie.

Zolang Jezus niet terug is en alles nieuw geworden is, geldt voor elk mens de wet van de graankorrel. Blijft gelden dat alle mensen – vroeg of laat, oud en soms al jong – nog moeten sterven. Worden graven geruimd en nieuwe graven gedolven, moeten we elkaar op Gods tijd loslaten, na een lang of soms heel kort leven samen op aarde. Maar verbonden  aan Jezus mag dat sterven – hoe smartelijk en smadelijk ook -dat wat stof is weer tot stof vergaat, en hoe hard is dat afscheid – toch winst zijn, winst die nooit verloren gaat, als “God eens op zijn morgen volbrengt wat werd beloofd”.

Begraven heet zelfs  een zaaien op de dodenakker (het woord zegt het al), waarvan Paulus schrijft in 1 Kor. 15: 43: “wat onaanzienlijk en zwak is als het wordt gezaaid, wordt met schittering en kracht opgewekt” , en dat omdat Christus als eerste van al die mensen die zijn gestorven en nog moeten sterven, al is opgewekt: “Overwinnaar zal Hij zijn,over zonde, dood en pijn.Heel het rijk der duisternis, weet wie Jezus Christus is: Hij is de hoogste Heer” –  de veertigdagentijd loopt uit op Pasen!

dia 8

De moeite waard om er mee bezig te zijn, op allerlei manieren, en vooral: samen!

amen

 

liturgie morgendienst zondag 15 februari 2015

votum en groet

zingen:   Lied 479: 1-4

Gods leefregels

zingen:    Ps. 85: 3,4

gebed

Schriftlezing:  Genesis 2: 4-17 en 3: 22-24

zingen:   Ps. 107: 11,12

Schriftlezing:  Johannes 12: 17-26

zingen:   NLB 982 (1,2,3): In de bloembol is de krokus

 verkondiging:  Johannes 12: 24

zingen:   Gz. 66: 1,2,5 

gebed

collecte – Psalmen voor nu 121

zingen:   Gz. 149

zegen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *