Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Het thema voor deze vierde adventszondag is: ‘goed nieuws’.
De boodschapper die aan het woord is in Jesaja 61 zegt dat hij door de HEER gezalfd is, bezield door Gods Geest, en gestuurd “om aan armen het goede nieuws te brengen”. Dan gaat het over bevrijding, bestraffen van onrecht, wederopbouw, een nieuw begin.
En dan denken wij in deze weken voor kerst natuurlijk meteen door tot op de geboorte van het kind Jezus, door een boodschapper van God zo bekendgemaakt: “Ik kom julliegoed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer.” (Luc.2: 10-11) Het vervolg kennen we ook: dat Jezus gestorven is voor onze zonden, en is opgestaan.
En Jezus zelf gaf de opdracht mee om met dat goede nieuws de wereld in te gaan: “Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend” (Marc.16:15) Een opdracht die nog altijd geldig is, voor de kerk van nu, en dus voor u en jou en mij. Met de vraag hoe we dat dan doen, of dat nog wel werkt, en hoe je mensen ermee bereikt.
Deze week las ik een artikel met als kop ‘Verlegenheid met ‘het goede nieuws‘ ‘.Het ging over een onderzoek onder leden van christelijke studentenverenigingen, met als centrale vraag: “wat betekent het goede nieuws van de opstanding van Jezus Christus voor niet-christelijke buren en studiegenoten?”… Een lastige vraag, zoals blijkt uit de conclusies van de onderzoekers: “christelijke studenten nauwelijks aangeven wat het evangelie voor het hier en nu betekent – zeker niet op een manier die bij niet-gelovige leeftijdgenoten overkomt. En dat geldt vast voor meer christenen” – er is ook vaak veel uitleg nodig, en dus ook veel geduld.
Heel wat christelijke studenten gaven in dat onderzoek aan dat de christelijke boodschap voor hun niet-christelijke omgeving ‘onlogisch, onbegrijpelijk en niet strokend met de werkelijkheid is”. Dat werkt twee kanten op: leerstellige verhalen over zonde, genade, verlossing, komen totaal niet over; en persoonlijke en emotionele verhalen als dat het evangelie troost geeft en steun kan makkelijk worden afgedaan als: fijn voor jou dat jij dat hebt, maar dat is niks voor mij.
Het draait om de centrale vraag: wat is er ‘goed nieuws’ aan het evangelie voor het hier en nu? Juist de teksten die we gelezen hebben kunnen ons op weg helpen, omdat ze dat goede nieuwsconcreet maken voor de wereld waarin de eerste hoorders leefden, en dat is ook onze wereld.Ik maak me geen illusie dat we afgeronde antwoorden vinden, maar misschien wel een aanzet.
Goed nieuws
1. Geest-krachtig
2. bevrijdend
3. vertroostend
1. Goed nieuws dat Geest-krachtig blijkt
De brenger van het goede nieuws zet meteen hoog in: “de Geest van de Heer rust op mij, de Heer heeft mij gezalfd” – dat is: officieel met een taak belast en erop uit gestuurd met als opdracht “om aan armen het goede nieuws te brengen, om aan verslagen harten=mensen hoop te bieden”.
Dat is hoe dan ook meteen de pretentie dat zijn goede nieuws mensen raakt in hun eigen situatie: mensen in de knel zitten die er kapot van zijn: met gebroken harten en levens, gevangen, wanhopig. Meteen al: geen waarheden en wijsheden uit een boekje, ook niet alleen: mijn gevoel, mijn emotie. Het goede nieuws is dat er echt wat gaat veranderen, dat God ingrijpt, dat er nieuwe tijden komen.
Straks nog wel meer daarover, maar nu eerst die hoge inzet: de Geest van de Heer rust op mij….wie kan dat zeggen; wie is hier aan het woord en wat zegt dat voor dat goede nieuws dat hij wil brengen?
Ik denk dat de profeet het allereerst betrekt op zichzelf: wat ik te melden heb komt niet bij mezelf vandaan, is ook niet het napraten van wat oude teksten maar is in opdracht van de Heer zelf – zoals dat als belofte voor volgelingen van Jezus ook naar ons toe komt: “Maak je geen zorgen over wat je moet zeggen en hoe je het moet zeggen. Want op dat moment zal God je de juiste woorden geven. Want je spreekt dan niet zelf, maar de Geest van jullie Vader spreekt dan door jullie mond” . (Matt. 10)
Daar is dat met het oog op kritieke situaties zoals vervolging of gevangenschap, maar in het licht van de bijbel als geheel slaat het op zoveel omstandigheden waar het erop aan komt. Geest-kracht maakt het echt, geeft je woorden en gesprekken overtuigingskracht: het is niet aan jou om die ander te overtuigen, laat staan gelijk te krijgen: vertel het maar en laat het maar gebeuren.
Vooral: als je door de Geest gedreven wordt, als Gods liefde doorklinkt in wat je zegt en merkbaar voelbaar is in je houding, in wat je doet en laat, raakt dat mensen en is dat nooit voor niets geweest. Zoals Paulus schrijft: “wat ons drijft is de liefde van Christus” en: “wij zijn gezanten van Christus”.
Daarmee buigen we de Bijbelse lijn terug naar onze tekst, waar die profeet met wat hij over zijn opdracht en zijn drijfveer zegt, al door de woorden die hij kiest, boven zichzelf uit grijpt. Hij verwijst naar Iemand meer dan een profeet, die gezalfd is om te kunnen waarmaken wat hij zegt. Gezalfde=messias, dat gaat over een koningsfiguur, en steeds meer over de beloofde Redder-Koning. Die nog meer dan David was gezalfd en vervuld met Gods Geest, om te kunnen ingrijpen en redden.
Eeuwen later pakt Jezus die oude boekrol van Jesaja met uitgerekend dit profetische vergezicht en hij maakt het met één zin actueel en concreet: “wat ik jullie net voorgelezen heb, is vandaag werkelijkheid geworden” – en dan is vandaag niet: op dit moment, maar: heden, in jullie tijd; wat die profeet lang geleden aankondigde, maken jullie vandaag mee; in wat jullie van Mij horen en zien. Dan de verbazing: maar dit is toch de zoon van Jozef, dit is toch onze timmerman, hoe kan dat dan?
Nou, precies, die is het, en dat kan omdat Hij – denk aan zijn doop in de Jordaan – vol is van de Geest van God zijn Vader, omdat Hij de Christus=gezalfde is, sprekend en werkend en genezend zijn Vader.
Wie twijfelt aan Hem en zijn goede nieuws, lees mee en kijk mee, zoals Hij een keer tegen leerlingen van zijn voorloper en wegwijzer Johannes zei toen die er niet uit kwam met wat hij van Jezus hoorde: bent u het nou wel of toch niet – “vertel hem alles wat je hier hoort en ziet: Blinde mensen kunnen zien. Mensen die niet konden lopen lopen rond. Mensen met een huidziekte worden beter. Dove mensen kunnen horen. Doden mensen leven weer. En: arme mensen horen het goede nieuws”. Luister dus maar, lees maar die verhalen, vertel ze maar door, en laat zien wat het met je doet.
Ja want een echte christen is wie van deze Christus is, door zijn Geest bezield, en die lijkt op Hem.Je mag het dankzij Jezus de Christus op jezelf betrekken en het zelf ervaren: de Geest rust op mij.Dan wordt wat Jesaja beloofde en Jezus liet horen en zien niet alleen toekomstmuziek maar wordthet nu al werkelijkheid, in ons leven en midden in deze wereld – heden, zei Jezus, dichtbij is het rijk. Ik las: “In Christus, in de verbondenheid met Hem, ontvangen we ook in dit leven al daadwerkelijke bevrijding, vergeving, genezing, troost, blijdschap”. En dat is goed nieuws ook voor onze wereld.Goed nieuws dat zelf vol Geestkracht blijkt en dat alle weerstanden bij mij en anderen te sterk is.
Verlegenheid met dat goede nieuws overwin je vooral doordat dat goede nieuws doorleefd gaat worden in je eigen leven en je dat met anderen durft delen – vertel het maar en laat het maar zien!
2. Goed nieuws dat bevrijdend werkt
Het goede nieuws waar die boodschapper namens God mee naar de mens mag en moet gaan is maar niet informatie of een bepaald leerstuk maar nieuws dat deuren opent en levens verandert: “Hij heeft mij gestuurd om aan arme mensen het goede nieuws te brengen. En om aan mensen die lijden weer hoop te geven. Hij heeft me gestuurd in tegen gevangenen te zeggen: “Jullie zijn vrij! Hij heeft me gestuurd om aan de mensen te vertellen: ‘Er komt een jaar waarin de Heer jullie vergeeft. Er komt een tijd dat God jullie vijanden zal straffen” . Prachtig nieuws in donkere tijden.
Dat slaat natuurlijk allereerst op de situatie van de mensen die toen dat gezegd werd, het einde van de ballingschap dichtbij zagen komen; ze heten hier ‘Sions treurenden’ : die hun bevrijding mogen gaan vieren en die aan de wederopbouw van hun stad en hun land mogen gaan beginnen.
Maar als we doorlezen in de bijbel en we komen in Lucas 4 tegen wat onze Heer Jezus zegt over dat goede nieuws, dan gaan we zien dat wat in Jesaja 61 aangekondigd wordt, veel verder reikt en veel dieper gaat dan wat inderdaad is gebeurd met die mensen in Juda en Jeruzalem en in Babel.
Tegelijk is dat wel een geweldige opsteker en als het ware Gods handtekening onder die profetie, want het bleken geen loze beloften en meer dan mooie woorden, maar de Heer houdt van daden. Daar is het komen van de beloofde gezalfde – inderdaad: Jezus die ze kenden als de zoon van Jozef- het doorslaggevende bewijs voor: wat ik net heb voorgelezen, wordt nu werkelijkheid, door Mij!
En dan staat er letterlijk: het is in jullie oren in vervulling gegaan – en dat is niet door die preek die Jezus aan het houden is maar door alles wat ze al over zijn optreden hadden gehoord, zoals in vs 14: “het nieuws over Hem verspreidde zich in de hele streek” en in vs. 23: “alles waarvan wij gehoord hebben dat het in Kafarnaüm gebeurd was” – lees ook maar Matt. 4: 23: “Hij vertelde het goede nieuws over Gods nieuwe wereld. En hij maakte alle mensen beter die ziek waren of pijn hadden”. Precies waar die profetie over ging: goed nieuws vertellen maar ook laten zien dat het werkt. Zoals de gevangene die bericht krijgt dat hij vrijgelaten wordt en dan deur ook open ziet gaan.
Ja maar, hoe werkt dat dan voor ons vandaag, wat is die bevrijding, en – die vraag waar we mee begonnen vanmorgen – wat betekent dat goede nieuws voor mensen van hier en nu? Voor mensen b.v. die vandaag gevangen zitten of ziek zijn of achtergesteld en uitgebuit worden. Voor zoveel christenen ook die dat goede nieuws kennen en daar hoop en troost uit halen maar die juist in de cel belanden of in een werkkamp, die toch hun huwelijk zagen stranden, die een geliefde verloren aan die vreselijke ziekte, die kinderloos bleven, die al jaren depressief zijn… Of – de andere kant op – voor mensen die zich niet herkennen in die doelgroep van dat goede nieuws, omdat ze zich niet arm voelen maar juist welgesteld en voldaan, die genieten van hun vrijheid en zich niet willen binden aan welke leer of organisatie dan ook, laat staan aan een kerk.
Iemand maakt de opmerking: “als je denkt dat je je leven helemaal op orde hebt, alles in de hand hebt en de problemen die er nog zijn ook zelf wel aan kunt, dan zal dit goede nieuws niet landen”. Maar dan moeten we dan maar eerst als vraag stellen aan onszelf: landt het goede nieuws wel echt bij ons, of blijft het bij een hoofdstuk uit de leer van de kerk waar we natuurlijk aan vasthouden en voor staan: Jezus is de zoon van God die mens werd en die voor onze zonden is gestorven, of een mooi verhaal van lang geleden waar we misschien straks nog wel wat mee kunnen, als het gaat spannen, als het toch uit de hand loopt, en voor als we dood gaan, terwijl het hier en nu mooie teksten zijn voor advent en kerst, die erbij horen in de donkere dagen voor kerst en in diensten met bekende liederen maar die niet echt ons leven raken en veranderen, en ons niet echt blij maken.
Als dat zo is, zitten wij met ons leventje keurig onder dak en onder de lichtjes van de kerstboom de boodschap die ons wil bereiken in de weg, en blijven we gevangen in die verlegenheid hoe we ooit dat goede nieuws kunnen delen met die mensen om ons heen die zich niet kunnen voorstellen wat die Jezus in de voerbak en aan het kruis en in de hemel ooit voor hen zou kunnen betekenen.
Dus nog eens: wat betekent dat goede nieuws voor ons en al die andere mensen in 2014 en 2015? Voor je daar aan toekomt – om dat concreet te krijgen voor jezelf – en voor die ander met wie je in contact komt en in gesprek raakt – zul je echt jezelf moeten kennen en ook de tijd, en die ander. En als we dan daar het licht vanuit zo’n tekst als Jesaja 61 laten vallen, over lijden en gevangen zijn, over verslagenheid en gebrokenheid, over treurenden en geketenden, dan is er veel herkenning.
Je kunt denken aan kapotte gezinnen (met misschien veel geld en luxe maar ook veel scheefgroei en pijn en verdriet), aan mooie huizen met daarbinnen eenzaamheid, ruzies, geweld, en zonden. En wat is er ook veel verslaving: aan geld, aan alcohol, aan drugs, aan porno, aan weet ik niet wat. Ja maar je kunt ook denken aan mensen die vast zitten aan oud zeer, of aan gedachten en patronen, waar ze niet van los komen en die in onzekere tijden tenminste nog houvast en richting geven.
Het antwoord op al die narigheid waar je aan vast kunt zitten en in vast kunt lopen, en elkaar in vast kunt draaien, is Gods genade – in de tekst heet dat het uitroepen van Gods genadejaar. Dat is veel meer dan alleen dat Jezus gestorven is voor onze zonden, het is dat Hij wie zich aan Hem toevertrouwt, en durft loslaten, durft verliezen, ruimte ervaart en elkaar die ruimte gunt. Het doet denken aan het jubeljaar dat in het oude Israël elke vijftig jaar gevierd moest worden en waarin slaven vrij kwamen en schulden afbetaald werden en wat verloren was, terugkwam.
Nou, het geweldige is dat het komen van Jezus en zijn leven en werken – zijn betaling van alonze schulden en zijn bevrijding uit de zuigkracht van zonde en dood – het genadejaar vooral Gods mensen en zijn wereld, zijn schepping, inluidde waar nooit meer een eind aan komt.
Weet u: dat moet je niet alleen maar zeggen tegen jezelf en elkaar – of tegen die eigentijdse mensen om je heen, met wie je studeert of sport, met wie je in de clinch ligt of die je niet ligt – je mag het vooral laten zien, het beleven, als bevrijd mens, zonder krampachtigheid en angst. En als dat vragen oproept, kun je soms zomaar dat goede nieuws kwijt, en je geloof delen.
Hoor Petrus in zijn brief: “Eer Christus met heel je hart. Vertel iedereen dat Hij je Heer is, en dat je op Hem vertrouwt. Geef altijd antwoord als iemand je daar iets over vraagt. Maar antwoord wel vriendelijk en met respect. Dan weet je zeker dat je doet wat God wil”. (1 Petrus 3: 15-16) Jezus bemoedigt ons: als je durft verliezen, jezelf, durft loslaten, zul je mijn wereld winnen.
3. Goed nieuws dat vertroostend is
Dat pikten ze meteen op in die synagoge – die kerk – van Nazaret; er staat dat ze zich verwonderden “over de genaderijke woorden die uit zijn – uit Jezus’ mond vloeiden” – het duurde niet lang helaas, even later barstte de kritiek los en schopten ze Jezus eruit omdat zijn preek te confronterend was – maar het is wel waar het God om gaat en wat Jezus wil doen met mensen, ook met u en met jou.
Vorige week ging het er ook al over: troost mijn volk, zegt uw God – de kern van dat goede nieuws. De door de Heer met de Geest gezalfde zegt: “de Heer heeft me gestuurd om mensen die verdriet hebben, te troosten. Hij me gestuurd om mensen weer vreugde te geven. Om tegen hen – en ons – te zeggen: ‘Jullie moeten geen rouwklederen dragen, maar feestkleren. Jullie moeten niet bedroefd op de grond zitten, maar dansen en vrolijk zijn”. Ik haal ook nu weer even de BGT aan, heldere taal!
Ik zou het zo willen zeggen vanmorgen: als je van genade hebt leren leven, als je je bevrijd weet, kom je los van krampachtigheid, van allerlei vormen van negatief denken en praten en gedrag, en kun je zelfs in de put van je problemen en bij de puinhopen van je leven blij zijn met je Heer. Kun je rijk zijn met zijn genade en liefde, en ook opgewekt en respectvol en liefdevol omgaan met elkaar en met mensen in je omgeving – en dat is een wereld van verschil, en dat gaan ook die mensen om je heen die zich niet zomaar of helemaal niet laten overtuigen door argumenten en discussies, merken en stemt ze tot nadenken op zijn minst en als God het geeft misschien wel tot echt gesprek. In elk geval – en dat is echt vaak het mooie gevolg – slaat de sfeer om, en groeit er iets moois uit.
In de wereld zoals die nu nog is, zijn het misschien kleine plantjes tussen het onkruid, of lichtpuntjes in nog veel donker, maar het zijn de voorboden van een nieuwe lente en een eeuwigdurende zomer.
Zoals dit hoofdstuk eindigt: “Want zoals de aarde haar gewassen voortbrengt, zoals een tuin het gezaaide laat ontkiemen – en in het voorjaar straks weer de sneeuwklokjes en de krokussen gaan bloeien – zo laat God, de HEER, gerechtigheid ontkiemen en glorie voor het oog van alle volken”. Hoezo verlegen met het goede nieuws?
Nog een vraag om mee te nemen de week door: welk aspect van het geloof zou je het liefst willen delen met buitenstaanders, en hoe zou je dat het best kunnen doen?
amen
liturgie morgendienst 4e adventszondag
votum en groet
zingen: Ps. 24: 1,4,5
Gods leefregels Deut. 5
zingen: Ps. 24: 2,3
gebed
Schriftlezing: Jesaja 61 en Lucas 4: 14-22
zingen: Lied 121 (1-4)
verkondiging: Jesaja 61: 1-3
zingen: Gz. 169: 1,3,4,5
gebed
collecte
zingen: Ps. 22: 9,10 Levensliederen
zegen
amen: Ps. 22: 11 Levensliederen