Jesaja 11: 1-10 : Vrede op aarde (2e adventszondag)

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

‘Hoogmoed komt voor de val’. Een bekend Nederlands spreekwoord dat zoals meer spreekwoorden, aan de bijbel ontleend is.  Het staat in Spr. 16: 18: “Hooghartigheid gaat vooraf aan ellende, hoogmoed komt voor de val”.

Eigenlijk begint alle ellende met hoogmoed, met boven eigen macht grijpen, en naar macht grijpen die je niet toekomt en die je niet aan kunt, denk aan de oerzonde uit het verloren paradijs dat de mens zich liet wijsmaken als God te kunnen zijn en zijn eigen koninkrijk op aarde te kunnen bouwen, met alle gevolgen ervan; en wat is er geworden van die toren tot in de hemel wat Babel werd, dat is verwarring, uiteengaan…want eendracht maakt macht leidt vroeg of laat tot ik ben meer dan jij.

Bijzonder hoe het in eigen ogen heel gewone meisje Maria hoog opgeeft van Gods plan met haar leven: “Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares…grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan…Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen, heersers stoot Hij van hun troon, en wie gering is geeft Hij aanzien” ; dat is onze God ten voeten uit!

Nou, neem dat mee in je achterhoofd als we teruggaan in de tijd, de tijd van Jesaja en onze tekst. Zoals we vorige week al zagen was het een dramatisch slechte tijd voor die twee kleine staatjes waarin het eens zo eervolle Israël van David en Salomo uiteen was gevallen: het noordelijke rijk met Samaria als hoofdstad was al in handen van de grootmacht Assyrië gevallen en ook Juda onder koning Achaz had harde klappen gekregen: een aantal grenssteden waren al veroverd en in het begin van de regering van Achaz’ zoon Hizkia waren de legers van Assyrië tot vlak voor de poorten van Jeruzalem gekomen.

Lees maar Jes. 10. 32: “vandaag nog houden ze halt bij Nob – en Nob was een voorstadje van Jeruzalem. Nog een paar kilometer en dan zijn ze er : “ze ballen de vuist tegen de Sion, tegen de heuvel van Jeruzalem” .  Later in Jesaja (hoofdstuk 36) wordt daar  meer over verteld: over de grote mond van de Assyrische generaal Sanherib die voor de muur van Jeruzalem de mensen in de stad kon beschreeuwen en hen uitdaagde om niet op de HEER te vertrouwen maar zich aan Assyrië over te geven: “Laat Hizkia u geen valse hoop geven met zijn bewering dat de HEER u zal redden. Hebben de goden van andere volken hun land dan gered uit de handen van de koning van Assyrië?….. Als geen enkele god in staat is gebleken zijn land uit mijn handen te redden, hoe zou dan de HEER Jeruzalem kunnen redden?”.

 Het was de dwaasheid van de bijl die een grote mond heeft tegen de houthakker of de zaag die op eigen houtje acteert, tegen de timmerman in, een stok die wie hem vasthoudt wil optillen…

Dat is ze duur komen te staan: “God, de HEER van de hemelse machten, houwt met geweld hun takken af, de hoogste bomen worden omgehakt, de statigste bomen komen ten val, met een bijl kapt hij de struiken weg”. Ze blijven nergens en zijn vergeten, al die woudreuzen, of ze nou Assyrië heten, of Babel, het wereldrijk Rome, of later Nazi-Duitsland, of de Sovjet-Unie—-weg!

Elke keer weer komt die hoogmoed voor de val, omdat God het niet neemt als mensen – hoe machtig ze ook denken te zijn en hoeveel te voor elkaar hebben gekregen – als mensen Hem zou uitdagen. Terwijl de HEER maar niet de god is van die twee kleine landjes, of van een groep christenen, maar de Koning van heel de wereld die alle dingen regeert en van wie wij zingen dat de HEER de plannen van de volken kan laten mislukken maar dat zijn plan doorgaat, en eeuwigheidswaarde heeft.

Dat heeft ook zo’n machtsblok als Assyrië aan den lijve ondervonden toen het zijn eigen plan trok. Eerst konden ze ver komen en hebben we Israël van de kaart geveegd en Juda bedreigd – en dat niet op eigen initiatief maar, zonder dat te beseffen en te erkennen, als strafinstrument van de HEER om zijn eigen volk een les te leren – als gesel en als stok om dat hoogmoedige volk te slaan.

Met daarachter zoals altijd Gods bedoeling om niet mensen de dood en de vernieling in te jagen maar om ze tot inkeer te brengen en te werken aan een nieuw begin, zoals die andere profeet namens de HEER schreef aan ballingen in het verre Babel: “Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk, ik zal je een hoopvolle toekomst geven” (Jeremia 29). Gods trouw is altijd sterker dan onze ontrouw.

Dat moet u erin horen als de HEER het heeft over ‘de stronk van Isai’: het huis van David was als een boom die omgehakt en kaalgeplukt was- en van wie weggevoerd waren en nog zouden worden zou niet meer dan een rest terugkomen – en ook al bleef Jeruzalem op het nippertje gespaard en was er nog steeds een afstammeling van David koning, wat voor toekomst hadden ze nog met elkaar – in dat provinciestadje Jeruzalem met een koning die niks voorstelde in de grote wereld: een omgehakte boom tussen allemaal hoge woudreuzen: Assyrië, later Babel, dan Perzië.. En wat heb je in 2014 in te brengen als christenen, in een wereld waarin het draait om macht en geld, status, invloed op massamedia en sociale media, en brutalen de hele wereld willen winnen?

Het lijkt ontmoedigend en hopeloos als van een ooit zo fiere groeizame boom een stomp overblijft. Het laatste vers van Jesaja 6 kondigt het al aan als de waarschuwing klinkt dat in Israël eerst en in Juda en Jeruzalem daarna steden en huizen verlaten zullen zijn en er geen mens meer wonen zal: “zoals een eik of een terebint wordt geveld voor een vuur, er blijft slechts een stronk over” (6:13) .

Maar let op,dan staat er geen punt maar een komma, en daarachter: “het zaad in die stronk is heilig”. Dat is wel heel verrassend, en hoopvol want zaad is toch nog nieuw leven, toch weer toekomst. Het mag een kleine rest zijn die overblijft, meer niet, maar door Gods trouw  komt er een doorstart. Dat is te danken aan de genade en de trouw van God, voor zijn volk Israël en het huis van David.

Die worden wel teruggesnoeid tot op de wortel – en dan valt de naam Isai, dat is: terug naar Start. Naar dat onooglijke begin toen Samuël een herderjoch dat niet meetelde tot koning zalfde. En de nieuwe start wordt een timmermanswerkplaats in het verachte Nazaret en een jong meisje dat nog niet getrouwd was en geen status had, ze zong er zelf van: “Ik geef alle eer aan God, Hij is mijn redder, Hij koos mij uit, een heel gewoon meisje….God heeft zijn kracht laten zien” (Luc. 1: 46 e.v.).

Het is de kracht van nieuw leven uit wat dood en hopeloos leek:  “zoals uit een oude, omgehakte boom een kleine, nieuwe tak kan groeien, zo komt uit de oude familie van David een nieuwe koning”.

  Ja, en wat voor een koning! Heel anders dan Achaz zich gedroeg, groter dan zijn zoon Hizkia, en ook meer dan voorvader David. Wat van David gezegd kon worden – dat de Geest van de HEER hem bezielde en richting gaf, zo zal dat nog veel uitbundiger en blijvender gelden van de hier beloofde nieuwe koning: “de Geest van de HEER zal op Hem rusten” – later schrijft Johannes over Jezus: “God schenkt de Geest in overvloed”. Iemand schrijft. “wat in het klein, met veel gebrek, bij David aanwezig was, dat heeft deze Zoon van David in het groot en volmaakt”. Deze koning is echt gezalfde, met de Heilige Geest – echt Messias.

Hij doet maar niet alleen goede dingen, in Gods ogen, en voor de mensen, Hij is goed, eerlijk, trouw. Is er als het ware in gekleed:  Hij draagt gerechtigheid en trouw als een gordel, als een riem die zijn kleren bij elkaar houdt en af maakt, en die zijn koninklijke uitstraling bepaalt, typeert wie hij is.

 Niks van hoogmoed dus, geen machtsmisbruik, geen zucht naar status en rijkdom, maar dienst. Denk weer aan Jezus: Ik ben niet gekomen om gediend te worden, maar om u, jou, te dienen. En zijn leerlingen op hun nummer zette toen die zich druk maakten om hun positie: “Jullie weten hoe het gaat in de de wereld. Koningen heersen over hun volk. En mensen met macht spelen de baas over anderen. Maar zo mag het bij jullie niet gaan. Als je de belangrijkste wil zijn, moet je de anderen dienen. Als je de voornaamste wil zijn, moet de anderen dienen zoals een slaaf doet” (Matt.20: 25-27) Wat Jezus voordeed door als een slaaf de voeten van zijn leerlingen te wassen: “Ik ben jullie Heer en meester, en toch heb ik jullie voeten gewassen…Dat moeten jullie ook voor elkaar doen”  (Joh. 13)

Als je zo Jezus hebt leren kennen, Hem hebt horen spreken en Hem bezig hebt gezien, krijgt wat Jesaja vanuit de verte zag een gezicht, en handen en voeten – het gezicht van Jezus, en zijn handen en voeten – en hoe waar is het geworden in zijn leven: “een scheut van zijn wortels komt tot bloei”.

Wat je bij David in de knop ziet, maar wat later in de knop gebroken lijkt, komt tot bloei in Jezus – en:  krijgt vertakkingen en nieuwe uitlopers als mensen aan deze Jezus verbonden zijn en als zijn Geest in u en jou gaat wonen, en er een gemeente komt van nu al burgers van Gods nieuwe wereld.

Kijk, en daarom moeten we profetieën als die van Jesaja niet meteen doordromen tot de jongste dag. Die neiging hebben we gauw, zeker als het gaat over vrede op aarde, waarover Jesaja het hier heeft en waarover eeuwen later de engelen zongen in de nacht dat Jezus werd geboren – en als Jesaja een paradijse wereld schildert van een wolf vreedzaam – met een d – naast een lammetje, en kalf en een leeuw die samen lopen te grazen in de wei, en een baby zomaar onbeschermd bij een slang;  een wereld waarin niemand kwaad doet en onheil sticht, waarin geen aanslagen meer worden gepleegd en geen mens meer een ander mens neersteekt, een wereld waarin alle mensen de HEER kennen en eren als hun God, waar de vrede niet meer verstoord wordt en waar niemand meer onrecht pleegt.

Dan zeggen we en ervaren we dat wat we ook proberen, zoiets hier en nu een illusie is, en we zeggen ook dat mensen geen nieuwe wereld  kunnen maken, en dat alleen God dat  kan doen en zal doen. Het is allemaal helemaal waar, en de bijbel wil ons met dat uitzicht hoop geven en bemoedigen.

   Ja maar, wat God ook wil is ons opschudden en ons aansporen om nu al, in onze eigen tijd en ieder op eigen plek, en met eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheid, burger van zijn rijk te zijn. Veel van wat Jesaja en andere profeten beschrijven en aankondigen, slaat op wat in onze wereld gebeurt en mogelijk wordt – er staat ook in deze hoofdstukken vaak bij: ‘dan’, en ‘op die dag’ – b.v. dat ballingen terugkomen, en dat verwoeste steden weer opgebouwd worden – het is gebeurd!

Ja, en Jezus heeft al laten zien hoe het rijk van zijn Vader eruit ziet, en dat als je Hem volgt, er al een nieuwe wereld voor je opengaat en dat God mensen kan en wil veranderen – het zijn ook beelden uit deze wereld over eerlijke rechtspraak en afstoppen van kwaad en uit zijn op vrede. Iemand merkt op:  “Als we die vrede helemaal naar de nieuwe wereld verleggen, dan maken we het onszelf uiteindelijk alleen maar gemakkelijk…Maar Christus brengt het koninkrijk van God vandaag”.

Kijk, en dan worden die mooie dingen die worden gezegd van hoe die nieuwe grote koning zal zijn en hoe hij optreedt, niet alleen maar mooie toekomstdromen, maar zetten ze ons aan het werk. Want als we echt koning Jezus willen volgen en op Hem willen lijken, verandert dat onze houding en onze manier van doen en laten en praten, zeker in de kerk als toch de plek waar de burgers van het nieuwe rijk bij elkaar komen en worden geïnstrueerd, en waar de Geest van God wil wonen.

En als dan van die koning mooie dingen worden als dat hij niet oordeelt – laat staan veroordeelt – op grond van uiterlijke schijn, op het eerste gezicht;  dat hij  niet afgaat op geruchten, dat  hij opkomt voor de zwakken en arme mensen goed behandelt, en dat hij altijd eerlijk is en trouw, op vrede uit is, dan heeft dat als het goed is een goede invloed op ons, dan zal dat de kerk en van daar uit de wereld, veranderen; dan gaat daar een invloed ten goede van uit – zoals het evangelie van Jezus en van zijn apostelen er vol van zijn – en het echt waar kan worden nu al: vrede op aarde, vrede in onze dagen.

Het is waar, dan is er nog veel krom en slecht en donker – kunnen wij geen paradijs terugbrengen. Maar uit die afgehakte boom – ten dode opgeschreven vanwege zonde en onwil en onmacht – is wel degelijk nieuw leven tevoorschijn gekomen, zoals dat mosterdzaadje in die gelijkenis van Jezus uitgroeide tot een geweldige struik waarin vogels van allerlei pluimage hun nest kunnen bouwen.

 Het beeld van Jezus die uit allerlei volken en met heel verschillende mensen zijn volk verzamelt. Jesaja tekent datzelfde met een ander beeld: die telg van Isai, die grote zoon van David, die het verzamelpunt wordt voor alle volken, en onder de vlag van zijn rijk heel de wereld bijeenbrengt – wat nog steeds aan de gang is sinds met Pinksteren het evangelie wereldwijd ging en de kerk wereldkerk werd – op weg naar die ontelbare menigte van alle volken en talen en culturen…..

Ja, en dat sprookjesachtige dan van een soort nieuw paradijs waar niet de leeuw de koe opeet maar ze samen stro eten, waar een kind speelt met een slang, en nergens meer gevaar loert? Ik denk: beelden voor een wereld waarin het goed is te leven, met elkaar, en samen met God.

Wat het precies zegt over de nieuwe aarde, en of er daar ook dieren zijn, wie zal het zeggen? Helemaal letterlijk doortrekken naar dan is lastig – want dan zouden op de nieuwe aarde ook baby’s geboren worden en spelende kinderen – en moeten dieren ook eten – waar komt het stro vandaan?

Ik denk dat het vooral beelden zijn voor een wereld zonder kwaad of gevaar, terreur, oorlog, dood. Waar mensen niet meer als wolven zijn voor elkaar, en we elkaar echt in liefde dienen en steunen.

Zou het dan niet mooi zijn – en een opdracht voor wie Gods Geest gekregen hebben – als we nu al daar iets van zouden laten zien – aan de Heer – en aan elkaar – en aan de wereld om ons heen?

In Galaten 5 spoort de apostel zijn lezers van toen en nu om elkaar te dienen in liefde – met de waarschuwing erbij:  maar als u elkaar bijt en opvreet, pas op dat u niet door elkaar verslonden wordt”, of:   blijf niet als wilde dieren met elkaar vechten, dat wordt uiteindelijk jullie dood!. Het tegendeel van dat mooie beeld van dieren en mensen die vreedzaam met elkaar omgaan.

  Vrede op aarde – door de profeet aangekondigd, door de engelen afgekondigd, die vrede is Jezus. Daarom is het advgentsevangelie dat er  vrede op aarde is, nu al – als je verbonden weet met Jezus en gedreven door zijn Geest – en op Gods tijd eens en voor altijd.

                                                                             amen

 

 

liturgie morgendienst 2e adventszondag

votum en groet

zingen:       Ps. 33: 1,4

Gods leefregels Leviticus 19

zingen:       Ps. 33: 2,8

gebe

Schriftlezing:  Jesaja 10: 5-34

zingen:        Ps. 75: 1,3,4,6

Schriftlezing:  Jesaja 11: 1-10

zingen:       Lied 132 (1,2,3)

verkondiging over Jesaja 11: 1-10    In blijde verwachting:  Vrede op aarde

zingen:       Gezang 47: 1v, 2v,3a, 4m,5m,6a

gebed

collecte

zingen:       Ps. 72: 1,4

zegen

amen:         Ps. 72: 10

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *