Gemeente van onze Heer Jezus Christus, aanvaard en geliefd door Hem en om Hem,
dia 1
Ja, je bent warm…nog warmer…heet….heet!! Nee, nou wordt je koud…..nog kouder….steenkoud!! Wij deden vroeger dat spelletje wel eens, ik weet niet of jullie het ook wel eens doen. Ze hebben wat verstopt…b.v. een cadeautje…en jij moet zoeken. Hoe dichter je erbij bent hoe warmer, hoe verder weg hoe kouder.
Daar moest ik aan denken bij het doordenken van zondag 2. Het lijkt wel of je ineens ver weg bent bij de warme geborgenheid van zondag 1: ik ben het eigendom van Christus, Vader zorgt voor me, ik mag leven voor God. En hier ineens moeten we onze ‘ellende’ onder ogen zien. Valt dat zware woord ‘haten’: ‘ik ben erop uit God en mijn naaste te haten”. Ik?? ben ik dat? en is dat echt diezelfde ‘ik’ van zondag 1?je wordt er koud van!
Nogal eens krijgt de catechismus om wat in zondag 2 en ook 3 en 4 staat, de volle laag. Zo maak je sombere en zelfs depressieve mensen: je bent niks en je kunt niks en het wordt niks.. Waar blijft in zondag 2 Christus en zijn werk, is dan de kritiek. En…God is toch liefde?!
Kijk, maar daar slaat u precies de spijker mee op de kop: God is liefde…maar wij…?Natuurlijk kun je zondag 2 niet los zien en los lezen van zondag 1. Vraag en antwoord 2 leggen juist de link: je ervaart het pas echt als je enig houvast dat je niet van jezelf bent – èn niet van de duivel – maar het eigendom van Christus, als je beseft en ervaart hoe het is zonder God te leven en ver van Christus….
Denk maar aan dat spelletje waarmee ik begon: hoe verder van het cadeau des te kouder. In het echt is dat ook zo: in de zon is warmte maar als die zon achter de wolken zit wordt het kil. Denk aan een kampvuur of een open haard: hoe dichter bij het vuur hoe warmer. dia 2 Nou, zo ben je veilig en geborgen in de warmte van Gods liefdevolle zorg en nabijheid maar wordt het killer en onbehaaglijker hoe verder je van God weg dwaalt en weg leeft.
Zoals Adam en Eva tot hun schrik en schaamte merkten toen ze bij God wegliepen. De ellende als gevolg van hun zonde was ten diepste dat liefde omsloeg in haat en wantrouwen. De mens die voor zichzelf gaat leven, pantsert zichzelf tegen God en zijn naaste, en verstopt zich. Met als gevolg dat angst je hart en je leven binnenkruipt, en je rust voorgoed verstoort.
Iemand die er veel over heeft nagedacht, zegt over die angst die een mens teisteren kan: “ze maakt zoveel kapot..stelt vertrouwen en liefde op de proef en voedt achterdocht en haat”. We gaan erover zingen straks: “zoals een klauw, een ijzersterke tang, zo is de angst, ijskoud en ongenadig, een beest, een geest, een spookbeeld nachtenlang” – en als het zo blijft. levenslang.
Angst tegenover geborgenheid en vertrouwen, angst van alleen gelaten en verloren te zijn. De mens, staat ergens in de bijbel, gaat zijn leven lang gebukt onder angst voor de dood…en dan is die dood meer nog dan dat je een keer moet sterven, dat je van je wortels losgesneden bent..dat je volstrekt alleen op de wereld bent als het erop aan komt…dat is de ijzige kou van de dood.
En er is maar Eén die weer het vuur kan aansteken van echte liefde waar je weer warm van wordt.
dia 3
God is liefde…maar wij dan?
1. wat God van ons vraagt, kunnen wij niet meer geven: liefde!
2. wat God van ons vraagt, geeft Hij zelf aan ons: liefde!
dia 4 1. wat God van ons vraagt, kunnen wij niet geven: liefde!
De liefde is uit God. Hebben we net gelezen. En: God is liefde. Dat tintelde door natuurlijk in zondag 1: mijn enige unieke troost! Christus die zijn leven voor me over had – God die als een liefdevolle Vader voor me zorgt. Als dat geen liefde is! God die lief had die Hem niet meer lief wilden en konden hebben…
Draai dat nou eens om. Zoals Johannes dat ook doet en zondag 2 bedoelt. Als je niet leeft door en vanuit God, is de liefde ver te zoeken. Lees 1 Joh. 4: 8: wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde. Kun je ook weer andersom zeggen maar dan zeg je eigenlijk hetzelfde: als je God niet kent, als je van God weg leeft, kun je God en ook je naaste niet echt en blijvend liefhebben.
O nee, niet dat alle gevoel dan weg is uit een mens.Dat er geen sympathie meer zou zijn, en geen hulpvaardigheid en geen opoffering. Vaak geven mensen die niet naar de kerk gaan ons christenen een beschamend voorbeeld. Onze eigen belijdenis zegt trouwens ook dat ondanks de zondeval de mens mens gebleven is, met alles erop en erin: met een eigen wil, een vaak scherp verstand, met gevoelens en emoties…En God in zijn goedheid laat zijn schepping en zijn mensen niet vallen en zijn wereld niet kapot gaan zodat Hij goede gaven blijft geven aan zijn mensen.
Ja maar als je eerst intens mag genieten van de warmte van de zon – zoals deze zomer -en dan ineens trekt de hemel dicht en er steekt een koude wind op en de regen plenst neer -dan is dat wennen en je voelt aan den lijve het verschil – je huivert ervan. Even later zoek je een trui op en je doet je jas aan:ook aan herfstguurheid en winterkou kan een mens leren wennen…Maar vergeleken met die stralende zon en die heerlijke warmte – wat kil en wat grauw!
Daar liepen twee mensen door de tuin, tegen het vallen van de avond. Het was een heerlijke zonovergoten dag geweest en het beloofde een heerlijke avond te worden. En toch, het was vandaag allemaal heel anders. De vertrouwde tuin leek vol gevaren. De koelte van de avond die anders zo weldadig verfrissend was, deed ze nu ineens rillen. En de donkere schaduwen die begonnen te vallen, maakten hen angstig.Ineens keken ze naar elkaar, die twee, schichtig, en ze schrokken…gauw wat aantrekken. En dan….een geluid als van voetstappen…geritsel….gauw weg achter die struik. dia 5 stel je voor dat Hij hen zo ziet…..en dat Hij ons roept: vertel eens precies wat er is gebeurd…!
U begrijpt: die twee daar in de struiken zijn Adam en Eva…en die Hij is God hun Heer. Waar het me vooral om gaat vanmiddag is dat die heel sobere vertelling in de bijbel huiveringwekkend duidelijk maakt wat ik noemde: hoe verder weg van God, hoe killer het wordt….dit is het begin van steeds verder van huis.
Nou, en dat ligt niet aan God. God die ook nu niet komt met de donder van zijn oordeel – waar alle reden voor zou zijn geweest – maar in de zachte koelte van de zomeravondwind. God van zijn kant als altijd een en al liefde, met nu liefdesverdriet in zijn stem: mens, kind, waar ben je toch? Met tegenover zich twee bange mensen die niet meer kunnen liefhebben en daarom met het angstzweet over hun hele lijf en met knikkende knieën naar voren strompelen.. maar dan nog niet eerlijk schuld bekennen maar die schuld afschuiven op elkaar (ja, maar zij…) en de omstandigheden (die slang…kon ik het helpen)… en zelfs God zelf (die vrouw die U me hebt gegeven…had U er niet voor kunnen zorgen dat zij….). De kilte slaat je tegen van onwil en onmacht….schaamte, angst, wantrouwen, ik-gerichtheid, vechten voor eigen hachje, ophouden van eigen standje….
Als Johannes dat bevrijdende neerschrijft dat volmaakte liefde angst overwint, is de keerzijde van deze medaille donker en huiveringwekkend: angst wijst op gebrek aan liefde, angst staat ook het voelen en geven van liefde in de weg. Als je echt bang voor iemand bent, is dat omdat die ander bedreigend is, terecht of niet. Je bent bang dat hij of zij je kwaad zal doen, je in de grond boort, je af zal wijzen, je in de steek zal laten. Dat kan aan die ander liggen, dat kan ook voor een deel of helemaal aan je zelf liggen.
dia 6 Nou, in het geval van die twee daar in de tuin – en dus ook in ons geval – ligt de schuld helemaal bij hen en bij ons zelf , daar kan niemand om heen. Geconfronteerd met hun angst en schaamte hebben ze er niks op terug: wie heeft je verteld dat jullie naakt zijn, waarom schaam je je daar ineens voor…heb je van die boom gegeten, ben je ongehoorzaam geweest, en is daarom ineens dat gevoel van geborgenheid bij Mij en bij elkaar weg…?
Ja, toen het niet meer goed zat tussen God en ons, en tussen mens en mens, kroop de angst omhoog om nooit meer weg te gaan, kwam haat en wantrouwen alles verzieken. En het erge is dat het als het aan ons mensen ligt, nooit meer goed kan komen.
Het staat er zwart op wit als een keiharde werkelijkheid: als God niet ingrijpt wint de haat het voorgoed: wij zijn erop uit God en de naaste te haten. Want de mens die zelf de baas wil spelen, duldt geen baas boven zich en geen gelijke naast zich.
Wat een ellende….en hoe veel ellendigheid en rottigheid is daar elke dag het gevolg van! Je hoeft daar echt niet de krant voor te lezen en journaal voor te kijken. Begin maar dichtbij huis en kijk naar jezelf…bekijk jezelf maar in de spiegel van God! Om je naar te schrikken en je dood te schamen…. en vooral ermee naar Christus te vluchten: waar moet ik heen, naar U alleen!
dia 7 2. wat God van ons vraagt, geeft Hij zelf aan ons: liefde!
Als je heel veel van iemand houdt, is die ander nummer één voor jou. En dat laat je merken ook. Door in alles met hem of haar rekening te houden. Doordat je alles voor de ander over hebt. Dat mag ook best wat kosten: tijd, geld, aandacht, hulp. Je zoekt niet jezelf, eigen plezier en geluk eerst, maar vraagt je af wat hij of zij fijn vindt, wat goed is voor de ander, waar je je man, je vrouw, vader of moeder, mee helpen kunt.
Nou, de Heer vraagt van ons dat we Hem altijd en bij alles op de eerste plaats zetten. Johannes schrijft in zijn brief ook: God liefhebben, is zijn geboden doen. Gehoorzaam. Zonder reserve. Zonder gemopper. Graag zelfs…Jezus liet zien dat niets buiten die complete toewijding aan de Here valt: heb God lief met hart en ziel -met je verstand – met al je krachten.
In het paradijs kostte dat eerst geen moeite. Ging dat als vanzelf. God had de mens zo gemaakt dat hij dat kon doen – en wilde doen. En dat de mensen ook goed met elkaar omgingen. Het hoorde bij de mens: in alles gericht op God zijn Schepper, in alles op elkaar betrokken. En dat zonder remmingen en blokkades, zonder tegenzin of wanklank. Om heimwee naar te krijgen: naar dat al zo lang geleden verloren paradijs. En des te schrijnender te merken hoe ver we zijn weg gedwaald en afgezakt. Hoe vaak we met de rug naar God toe staan.En we elkaar het leven zuur en onmogelijk maken.Iemand schrijft: “God en mijn naaste liefhebben. Wie dat kan hoeft niet te schrikken wanneer hij in de spiegel van de wet kijkt. Hoe zien we eruit? Het antwoord is beschamend.” En excuses helpen echt niet!
Toch is dat gelukkig niet Gods laatste woord. Zondag 1 blijft voorop staan!Jezus Christus heeft voor al mijn zonden volkomen betaald en mij uit alle macht van de duivel verlost….en Hij maakt mij van harte bereid om weer te leven tot eer van God, als zijn kind.
Ja, want Jezus leert ons weer lief-hebben in plaats van haten. Zonder Hem komt er niks van ons terecht en blijven we nergens, want door de zonde gaat alles kapot gemaakt wat God zo mooi had gemaakt: zitten we als het ware in haat gevangen. dia 8
En dan moet u bij haat niet alleen en meteen denken aan vreselijke uitbarstingen van haat die tot vechten en oorlog kunnen leiden, zoals aan de gang in Syrië en in Irak,of tot levenslange niet op te lossen vetes, of op spot en haat tegen het geloof.
Dat kan er allemaal uit voortkomen, en onze wereld wordt verscheurd door haat en jaloezie, conflicten en oorlogen, burenruzies, arbeidsconflicten, problemen binnen kerken en tussen kerken…. Waar vaak een heleboel angst achter zit, onzekerheid, frustratie en beschadigd-zijn….
Maar als hier staat dat ik erop uit ben (geneigd ben, stond er vroeger) God en de naaste te haten, dan is dat haten ten diepste dat je eerst aan jezelf denkt en je eigen belangen voorop zet en dat dan pas die ander komt….of zelfs dat je aan de ander niet eens meer toe komt. Dat ik alleen mezelf begrijp en de hele wereld bekijk en beoordeel vanuit mezelf. Dat als wat God van me vraagt, me niet uitkomt of offers van me vraagt, ik dan God laat praten en ik gewoon mijn eigen zin doe en ga voor wat ik zie als eigenbelang. En dat als mensen om me heen me in de weg staan, ik ze niet zie staan of ze uitsluit, of ze aan de kant duw, over anderen heenwals, als ik wie anders is of raar in mijn ogen, probeer weg te pesten.
dia 9 Dat gaat terug op die eerste zonde: de mens die als God wilde zijn en zelf de baas wilde spelen. Met als vreselijk gevolg dat het stuk ging tussen God en ons, en ook de mensen elkaars concurrenten werden en soms zelfs beestachtig tegen elkaar te keer gaan, of elkaar gemeen behandelen, of elkaar bedriegen, elkaar niet aanvullen maar aanvallen. Is dat niet de giftige wortel van veel problemen en conflicten,van allerlei ellende: dat de mens gevangen zit in haat en afgunst en egoïsme, verslaafd aan de idee van eigen belang eerst en eigen volk eerst en eigen verlangens eerst, en dat ten koste van de ander en de samenleving? En God:wat heb ik te maken met God?
Dan staat ook die hulpvaardige buurman en die fijne collega maar ook jij en iki tegenover God zwaar in het rood. Wordt de ellende nooit echt gepeild en zeker nooit opgelost als God er buiten gehouden wordt, en we het wel zonder Jezus proberen goed te krijgen, als we los van elkaar leven, voor onszelf.
Gemeente, maar dat hoeft toch ook helemaal niet! Juist dat is het stralende evangelie dat Johannes wil doorgeven en dat ook een lichtkring trekt om dat wat in zondag 2 zo somber en uitzichtloos lijkt: “Liefde betekent niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en dat Hij zijn Zoon heeft gegeven als een verzoening voor onze zonden”
Kijk, en die liefde is zo sterk dat die onze angst kan overwinnen. dia 10 Het is door heel het evangelie de gouden draad: vrees niet, je hoeft niet bang te zijn. Johannes bemoedigt ons ermee: “volmaakte liefde laat alle angst verdwijnen”.
We hoeven niet meer weg te kruipen voor God, bang voor een wel verdiende straf, maar we mogen om Jezus’ wil zonder angst en beven God onder ogen komen: als we onze zonden belijden , wil God ons die zonden om Jezus’ wil vergeven.
We hoeven ook niet meer doodsbenauwd te zijn voor de definitieve beoordeling en eindafrekening. We kunnen die dag vol vertrouwen tegemoet zien, omdat we bij Jezus horen, als Gods kinderen.
Als je aangeraakt bent door de liefde die God heeft en aan je geeft, overwint die liefde de angst, groeit er vertrouwen en mag je je geborgen voelen bij onze Heer….ja, en ook bij elkaar.
De Heer vraagt van ons dat we Hem liefhebben en dan ook de naaste, ook elkaar. dia 11 Het staat er heel sterk: wie God liefheeft, moet ook zijn broeder, zijn medemens, liefhebben. Uit onszelf kunnen we dat niet meer. Overwinnen we niet echt en blijvend haat, afgunst, egoïsme. Maar God wil zijn liefde aan ons geven, en die liefde gaat ons beheersen. Zie vers 19: “wij leven in liefde omdat God ons eerst heeft liefgehad”. Je ziet dan ook de medemens niet meer als een bedreiging maar als je broer, je zus. Je leeft inderdaad niet meer voor jezelf maar voor de Heer en voor wie Hij naast je zet. dia 12
Want hoe dichter bij zijn liefdevuur, hoe behaaglijker je je samen voelt!
amen
liturgie middagdienst
votum en groet
zingen: Lied 301: 1,2,5
gebed
Schriftlezing: Gen. 3: 7-13 en 1 Joh. 4: 7-21
zingen: Ps. 90: 4,5,7
preek over zondag 2: God is liefde…maar wij dan?
zingen: Gz. 153 (1-4) – melodie Psalm 119 v
geloofsbelijdenis
zingen: Gz. 99: 3
gebed
collecte
slotzang: Lied 481: 1,2,4
zegen