Psalm 136: Voorgoed verbonden! God is goed – eeuwig duurt zijn trouw

Gemeente van Jezus Christus onze Heer,

    Zomaar een berichtje in het nieuws:  consumentenvertrouwen is toch weer gedaald. Hadden veel mensen er juist weer een beetje meer vertrouwen in dat de crisis aan het voorbijgaan is en dat de economie weer gaat aantrekken en de werkloosheid wel weer zal gaan dalen, komt er ineens die crisis in Ukraine tussen en die boycot van en vanuit Rusland, en dat vreselijke met dat vliegtuig en die onrust in het Midden-Oosten, enslaat de onzekerheid weer toe: wat komt er nog allemaal meer, en wat heeft dat voor gevolgen voor ons in het Westen en voor mijn zaak en mijn baan en mijn portemonnee. Terwijl er toch al zoveel onzeker is, en er zoveel verandert en je er geen grip op hebt. Ja en de leiders, de politiek, kun je die wel vertrouwen, die weten het blijkbaar ook niet.

Al langer is het een trefwoord voor hoe veel mensen erin staan en zich voelen: onzekerheid.

Ik denk dat het ook in de kerk niet vreemd is: onzekerheid over wat ons te wachten staat, wat je moet met zoveel dat verandert en zo anders gaat dat we gewend waren, en hoe je er dan ook in staat en welke kant het volgens jou op moet, we weten het niet meer zo zeker, en de tijd van de duidelijke lijnen en de overtuigde antwoorden op allerlei oude en nieuwe vragen, die lijkt voorbij te zijn – wat de een betreurt en waar de ander blij mee is, het is gewoon een ontwikkeling die in gang is gezet en niet te stoppen lijkt – waar loopt het op uit?

Wat daar ook allemaal verder over te zeggen is en wat je ermee kunt of misschien wel niet, wat er in elk geval uit te leren valt is – voor de zoveelste keer – dat vertrouwen op mensen, op wat wij zelf uitdenken en op poten zetten of hebben opgebouwd – of dat nou in je eigen leven is, of in de politiek of de economie, en ook in de kerk – dat dat vertrouwen beschaamt.

We weten het eigenlijk wel maar we vergeten het al te vaak, en dan wordt je door wat je overkomt en wat om je heen gebeurt zonder dat je er invloed op hebt, ineens weer achter, dat je maar een klein en ook nog kwetsbaar mensje bent, en dat we samen ook niet zoveel kunnen, en dat maakt hopelijk bescheiden en voorzichtig, maar niet wanhopig en verbitterd.

Want dan komt ineens die uitspraak van Paulus in mijn gedachten die roemde niet in zijn kracht maar in zijn zwakheid: want als ik zwak ben, ben ik juist sterk – sterk in mijn geloof. En dezelfde apostel heeft ook geschreven – en je hoort de verbazing doorklinken – dat ook al is een mens – zo vaak helaas – ontrouw, nalatig, zwabberig – God is trouw, vasthoudend, want – staat er bij – God kan niet zichzelf verloochenen, God die goed is, genadig, liefdevol.

Daarover mag het vanmorgen vooral gaan, vanuit die opvallende prachtige psalm 136.

Een psalm die een vaste plek had in de tempelliturgie van  Israël de eeuwen door, en vooral gezongen werd rond het grote bevrijdingsfeest van Gods volk: pesach, het feest van Pasen.

Het is een heel speciale psalm omdat het de enige psalm is met een refrein dat maar liefst 26 keer gezongen werd door het volk, steeds als antwoord op wat priesters en levieten hen voorzongen over wie God is en wat God allemaal gedaan had en nog steeds doet – en belooft te zullen blijven doen.

Juist dat refrein – heel kort – drie woorden maar in het Hebreeuws – ki ‘leolaam chasdo – komt veel vaker voor in de psalmen en in de tempelliturgie – we hebben ervan gelezen in 2 Kron. 7 en Ezra 3.

Het is als een rode draad door de geschiedenis van God met zijn wereld en zijn volk heen: want zijn goedertierenheid – dat is Gods liefde en trouw – is tot in eeuwigheid, houdt nooit op – zoals we vaak de dienst beginnen met dat onze God nooit loslaat wat Hij begon, in zijn wereld en met ons. Wat in een onzekere veranderende wereld vaste grond onder de voeten geeft, en ijkpunt kan zijn.

 Voorgoed verbonden!  God is goed – eeuwig duurt zijn trouw

1. als wie Hij is (1-3)

2. in zijn schepping (4-9)

3. aan zijn volk (10-24)

4. voor al wat leeft (25)

5. loof Hem die goed is en trouw (26; 1-3)

1. (voorgoed verbonden en trouw) als wie Hij is.

  Dat mensen onzeker zijn over hun situatie en over de toekomst, is niet van vandaag of gisteren. Het is ingebakken in wat mensen zijn: beperkt in hun mogelijkheden, kwetsbaar, sterfelijk. Ja en als gevolg van de zonde, de opstand tegen God, zijn mensen ook vaak bedreiging voor elkaar, is er misbruik van macht door regeerders, is er geweld en oorlog, en slaat de dood steeds weer toe.

Dat heeft ook dat volk waar deze psalm is ontstaan, ervaren, en het ging er vaak diep onderdoor. Denk maar aan die eeuwen onderdrukking in Egypte, de jaren in de woestijn, en ook de tijd erna toen ze een eigen land hadden maar zo vaak aangevallen en overvallen, tot in de ballingschap toe. En in onze tijd is het Midden-Oosten nog steeds een kruidvat, en worden niet alleen christenen maar ook andere volken en groepen bedreigd en houdt je je hart vast voor wat nog komen gaat..

In een andere psalm (11) klinkt de klacht: wat kan een rechtvaardige nog doen als de grond onder alles wegzinkt, als je van alle kanten bedreigd wordt, en de enige uitweg lijkt op de vlucht te slaan. Kijk, maar dan kijkt in die psalm 11 David naar boven en hij zoekt houvast bij de HEER die boven dat alles troont in de hemel en ziet wat op aarde gebeurt, en die op zijn tijd ingrijpt en recht zal doen. Daar mag een gelovige hoop uit putten en moed door verzamelen en kracht om vol te houden.

Psalm 136 begint ermee, met lof toe te brengen aan de allerhoogste God, de oppermachtige Heer. Ja en Hij die erboven staan en wat er ook gebeurt alles regeert en het niet uit de hand laat lopen, die oppermachtige Heer, is niet een sluwe dictator of een onvoorspelbare tiran, maar Hij is goed en te vertrouwen, en dus ook uit op wat goed is voor zijn schepping,  en voor zijn mensen.

Dat  hoor ik doorklinken in de namen, de eretitels waarmee deze psalm begint:  de ‘allerhoogste God en oppermachtige Heer’, Hij  is eerst en boven alles uit: HEER – in het Hebreeuws Jahwe – de God die zich aan mensen verbonden heeft, die een verbond heeft gesloten met Abraham en met zijn nakomelingen, en zegt: Ik ben die Ik vroeger was, trouw en loyaal, en Ik zal er ook in de toekomst voor je zijn; wat er ook verandert in de wereld en in jouw leven, op Mij kun je altijd overal rekenen.

Dat is eigenlijk het grootste wonder dat een lied waard is: de hoge grote God verbindt zich met kleine en ook nog beperkte en zondige en vaak tegendraadse mensen, en Hij is en blijft trouw, zelfs als wij het laten afweten: de geschiedenis van Israël en van de kerk en van ons leven zijn het levende bewijs.

En dan is het des te meer bemoedigend dat die trouwe God die zich aan ons verbindt, onze Vader is, de allerhoogste God en de oppermachtige Heer is, want Hij zet die macht in ten goede, voor u en jou en al die andere mensen van Hem – zodat niet het kwade maar het goede het laatste woord heeft. Want (zondag 9) “Hij kan het doen als een almachtig God en wil het doen als een trouwe Vader“. Loof Hem!

2. (verbonden met en trouw) in zijn schepping

Zesentwintig keer wordt wat over God gezongen wordt beaamd met dat ‘Eeuwig duurt zijn trouw’. Daarbij is wel een woordje weggelaten wat wel is meegenomen in de vorige vertaling en in de berijming die we gezongen hebben, en dat is het woordje ‘want’:  want zijn goedertierenheid, zijn trouw, duurt tot in eeuwigheid – die trouw komt uit in wat God doet en je van Hem merkt.

Waarbij dan eerst de schepping in beeld komt, en dan vooral de vastigheid die God als Schepper gegeven heeft aan dat kleine planeetje aarde met al die mensen en die dieren die daar leven.

Ja en nog altijd functioneert het prachtig en is er zee en land die niet zonder elkaar kunnen, en danken we ons leven en de structuren van dat leven op aarde aan de zon, de maan en de sterren. We weten inmiddels wel dat niet de aarde het middelpunt is van ons zonnestelsel maar in hoe God voor zijn schepping zorgt is wel de aarde het centrale punt, al in Genesis 1 waar over de schepping door God wordt verteld met als blikrichting onze aarde – het komt terug in de psalm: de zon overdag en de maan en de sterren ’s nachts, en ook de seizoenen die elkaar opvolgen.

Hier wordt niet het hele scheppingsverhaal verteld en bezongen, het gaat om Gods trouw als basis voor ons leven, en ook de wijsheid waarmee alles is gemaakt en nog altijd functioneert.

Ik las ergens over hoe nauw dat luistert dit voorbeeld: als de aarde maar iets dichter bij de zon zou staan zou alles en iedereen verbranden, en als de afstand wat groter was, zou alles bevriezen; als de aarde iets kleiner zou zijn zou de lucht te ijl zou om te leve, was de omvang iets groter, dan zou de atmosfeer verstikkend zijn – noem het toeval, wie gelooft ziet er Gods wijsheid en trouw in.

Het zou met ontelbaar veel voorbeelden aan te vullen zijn, van immens groot tot minuscuul klein. En de belofte staat als een huis: zolang de aarde bestaat, zal het doorgaan: zaaien en oogsten, koude en hitte, zomer en winter, dag en nacht, nooit komt daar een einde aan – tot de dag, weten we uit het vervolg, dat God zelf er een einde aan maakt, als Hij een nieuwe aarde scheppen zal.

Het geeft bij alle onzekerheid, bij alles wat verandert, bij zorgen die terecht zijn over klimaatverandering, over verwoesting en rampen, over ons eigen leven, houvast en rust en moed: want de God die alles heeft geschapen en in stand houdt, heeft zichzelf voorgoed verbonden aan deze aarde en de mensen en dieren daarop, eeuwig duurt zijn trouw – wat is Hij goed!

3. (verbonden met en trouw) aan zijn volk

  Psalm 136 is – net als al die andere psalmen – ontstaan in Israël en gezongen door Israël. Geen wonder dat daarom in bijzonder gezongen wordt over de trouw van de HEER, van Jahwe, voor dat volk dat afstamt van Abraham en eeuwenlang speciaal volk van Gods verbond mocht zijn. En weer – dat ligt ook in dat woord dat je kunt vertalen met goedertierenheid en ook met trouw- dat was niet omdat Israël zo’n groot of zo’n voortreffelijk volk was – het OT maakt duidelijk dat het precies andersom was: jullie zijn een van de kleinste volkjes -zei Mozes tegen hen- bovendien een slavenvolkje,  en dan ook nog heel koppig en vaak ondankbaar – ga de geschiedenis maar na die hier wordt aangestipt op de hoofdmomenten: uittocht uit Egypte, doortocht door het water, reis door de woestijn, binnengaan in het eigen land Kanaän – en daar ook nog eeuwen van elke keer weer ontrouw en dan weer redding – want – nee niet: dat hadden we toch ook wel verdiend, we hebben ons toch goed gedragen… Nee: want uw trouw duurt eeuwig. Bedenk weer dat wat Paulus later zal schrijven: al zijn wij ontrouw, Hij blijft trouw, want zichzelf verloochenen kan Hij niet – Hij istoch die Ik ben die Ik altijd al was, en die Ik er voor jullie zijn zoals Ik er was voor jullie voorouders.

En wij mogen vanwege een nieuw verbond van God met ons – dankzij het kruisoffer van Jezus – geloven dat die God van toen ook zo onze God wil zijn – voorgoed verbonden aan zijn volk, want eeuwig duurt zijn trouw:  het verbond met Abraham bevestigt Hij van kind tot kind, nog steeds.

Daar mag je doop en de doop van je kinderen – jouw doop – ons aan herinneren, juist als veel onzeker is en we ons zorgen kunnen maken over onszelf, over zoon of dochter, over de kerk,en over wat er in de wereld allemaal gebeurt: maar God is goed, eeuwig trouw, houd moed en houd vol!

Hopelijk is het ook een boodschap waar die bedreigde christenen en andere groepen in nood, in landen als Irak en Syrië wat mee kunnen, dat de God van Abraham – ook hun voorvader (Ibrahim)  en Israël – ten diepste een broedervolk en samen mensen in die ene schepping – ook hun God wil zijn, en dat je ook vandaag je mag beroepen op zijn trouw en Hem mag bidden om recht en vrede, als je daar ook in zijn stijl en in het voetspoor van Jezus voor wil gaan en aan wil werken, dat het gebeuren kan en gebeuren zal – zoals door alle eeuwen heen steeds weer is gebeurd – “die in onze rampspoed aan ons heeft gedacht” en “die ons ontrukte aan onze belagers” – Heer, ontferm u over hen en over ons; Heer, geef toch vrede;  en geef dat we de moed niet opgeven: want eeuwig duurt uw trouw, want u hebt toch uw mensen lief, en uw schepping;  Heer, laat het werk van uw handen niet los!

4. God is goed voor en trouw aan al wat leeft

 God die een verbond sloot met Abraham en ervoor koos een bijzondere band aan te gaan met dat ene volkje Israël, had altijd ook zijn hele wereld op het oog, al zijn mensen, en ook de  dieren.

Door heel het OT klinkt dat door, en als Israël dat vergat en zich liet voorstaan op eigen vermeende rechten en voorrechten, werden ze daaraan herinnerd en weer hardhandig op hun plek gezet.

Zoals – om één voorbeeld te noemen – in Amos 9: “Zijn jullie voor mij soms meer dan de Nubiërs, Israël? – spreekt de HEER. Ik heb jullie uit Egypte weggeleid, maar ook de Filistijnen uit Kreta en de Arameeërs uit Kir?. Dus geen reden om jezelf te beroemen, welom dankbaar te zijn – en ook om te beseffen dat adeldom verplicht en dat God – zoals we zongen – trouw is in zegen, én in vloek.

Andersom is ook waar, zoals in deze psalm en ook in andere psalmen: God zorgt voor al wat leeft. Paulus herinnert er later mensen in het heidense Lystra aan dat de levende God eeuwenlang al die volken hun eigen weg liet gaan maar toch hen heeft laten delen in zijn goedheid: “vanuit de hemel heeft Hij u regen geschonken en vruchtbare seizoenen, Hij heeft  u overvloedig te eten gegeven en u zodoende vreugde gebracht” (Hand. 14: 16-17). En dat doet God nog altijd, en dan maakt Hij geen onderscheid tussen moslims en christenen, tussen noord en zuid, tussen mensen die wel en mensen die niet volgens de bijbel in Hem geloven – ja en ook de dieren en de bomen en de planten krijgen wat ze nodig hebben – hoe vol is de bijbel ook daarvan:  dat God mensen en dieren redt (Psalm 67), dat Hij zorg heeft voor lastdieren en trekdieren (die op sabbat rust krijgen en niet afgebeuld morgen worden, dat staat zelfs in de tien geboden), dat Hij zorgt voor de mussen, en eten geeft aan jonge leeuwen en aan de vogels, dat Hij zelfs waar niets meer is toch weer leven geeft.

Wat ook voor ons een boodschap heeft als het over natuur en milieu gaat, over bescherming van planten en dieren, over walvisvangst en olifantenjacht – hebben wij ook hart voor wat God onze Vader aan zijn hart gaat, en wat doen we met die scheppingstaak van bewerken én bewaren?

Ja en wat ook te denken geeft is wat God tegen Jona zei toen die boos en teleurgesteld was toen de vernietiging van het heidense en vijandig Ninevé niet doorging: “zou Ik geen verdriet hebben om Ninevé, die grote stad, waar hondertwintigduizend mensen wonen die het verschil tussen links en rechts niet eens kennen en dan nog al die dieren?”  – doorgetrokken naar vandaag: zou God geen verdriet hebben, niet alleen over al die christenen die vervolgd en bedreigd worden, maar net zo goed over die mannen en vrouwen en kinderen in Gaza, en in Damascus en waar dan ook – en ook over al die dieren die mishandeld worden en afgemaakt en met uitsterven bedreigd?

Ja want God van zijn kant is trouw, zorgzaam, goed – Hij geeft brood aan al wat leeft – wat doen wij?

 5. loof Hem die goed is en trouw (26; 1-3)

 Het ging vanmorgen niet over een leerstuk of een stelletje leefregels – al kun je er wel veel van leren. Maar vanmorgen ging het over een lied – dat begint en eindigt met de oproep om de HEER te loven.

Daar is alle reden voor want onze God die zich voorgoed met ons verbonden heeft, is goed en trouw.

Dat refrein klinkt 26 keer – ik las: dat is in het joodse denken de getalswaarde van JHWH – HEER.

Naar ons toe kun je zeggen – ons alfabet heeft 26 letters – want onze God is trouw, van A tot Z.

Laten we maar even niet meer over Hem praten, laten we zingen:  voor Hem, van zijn trouw!

amen

 

liturgie morgendienst

votum en groet

zingen:                Ps. 100 (1-4)

wet van God

zingen:                Ps. 111: 4,5

gebed

Schriftlezing:     2 Kron. 7: 1-7  en Ezra 3: 10-13

zingen:               Ps. 136  (1a, 2a, 4v,  5m , 10v, 12m, 18v, 19m, 20a,21a;  R:a)

verkondiging:   Psalm 136  

zingen:               Gz. 160 (1,2)

gebed

collecte

zingen:               Lied 257=Gz. 108 GK

zegen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *