In vrede zaaien…

Jakobus 3: 18
Broeders en zusters, u en jullie, gasten, samen gemeente van Christus,
Genade voor u en vrede, zo zijn we ook deze dienst weer begonnen. Vanmorgen speciaal over dat ‘vrede’, iets waar het de laatste tijd vaak over gaat. En dat twee kanten op:  het werken voor de vrede en het verstoren van die vrede.
Het was op 28 augustus honderd jaar geleden dat in den Haag het Vredespaleis werd geopend, een feit dat op die dag uitvoerig is gevoerd in bijzijn van hoge gasten zoals onze koning, de  secretaris-generaal van de VN, en allerlei andere belangrijke mensen uit heel de wereld. Dat  paleis werd geopend in 1913, vanuit het ideaal van een blijvende wereldvrede, en dat een jaar  voordat de Eerste Wereldoorlog heel dat ideaal in flarden schoot! In het Vredepaleis zetelen belangrijke internationale instellingen die als taak hebben conflicten tussen landen en groepen mensen op een rechtvaardige en geweldloze manier op te lossen. De belangrijkste daarvan is het Internationaal Gerechtshof – dat goede resultaten heeft geboekt. Later kwam in den Haag ook het Internationaal Strafhof dat tot taak heeft oorlogsmisdadigers en leiders die de  mensenrechten geschonden hebben, te berechten en straffen op te leggen. En vanuit hetzelfde ideaal van vrede zonder oorlog is na de 2e Wereldoorlog de Ver. Naties opgezet, met als belangrijkste orgaan de Veiligheidsraad – als scheidsrechter tussen landen.

Wrang is het wel dat tegelijkertijd in zoveel gebieden de vrede keihard en wreed verstoord wordt, dat nog altijd wapens ingezet worden en soms ook moeten worden om onrecht in te dammen en volkerenmoord te stoppen: voormalig Joegoslavië, Kosovo, irak, Lybië, Syrië… Het ideaal van een nieuwe wereldorde en wereldvrede, en van vreedzame oplossing van conflicten, lijkt verder weg dan ooit – wat moet je ermee: ‘(in) vrede zaaien’  zodat gerechtigheid opbloeit en vruchten oplevert voor die mensen die vrede stichten – een hopeloos bedrijf toch?

Zeg dan niet te gauw en te snel dat Jakobus het in die tekst heeft over vrede binnen de kerk. Dat zal in eerste instantie zo zijn, maar de praktijk leert dat christenen daar ook echt zo goed niet in zijn:  geduldig zaaien en vrede stichten;   of vindt u dat de kerk daar een proeftuin voor is, zodat de wereld veel van de kerk, van u en van mij, kan leren over in vrede leven met elkaar en  conflicten goed oplossen, en elkaar vergeven, en dan weer samen verder gaan….? Dan zou Jakobus een zwartkijker zijn in wat hij erover schrijft in vers 1: “waar komen al die strijd, al die conflicten bij u toch uit voort…u bent jaloers en moorddadig…u bekvecht en twist met elkaar..”
Dat is niet niks: wordt dat over medechristenen gezegd, over mensen die lid van de kerk zijn?  Als je dat zo leest, roept dat herkenning op? En wat doen wij daar dan vervolgens mee? Of – dat kan ook – wij zijn met elkaar verder gekomen dan deze eerste lezers. Hoe het ook zij, er  is nog veel te leren: van de bijbel, uit ervaring, van elkaar, en andere mensen. Waarbij het helemaal waar is wat onze Heer zei vlak voordat Hij stierf en later naar de hemel ging: “Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef Ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan”  (Joh. 14: 27). Er is voor vrede meer nodig dan vredesconferenties en een vredespaleis – er is bekering nodig. En Jezus zei ook dat oorlogen en oorlogsdreiging zullen blijven, zolang de nieuwe wereld er niet is. Het houdt ons klein en maakt ons bescheiden, tegelijk houdt het de verwachting levend van die nieuwe aarde waar gerechtigheid  woont (2 Pet. 3), waar recht en vrede elkaar kussen (Psalm 85).

Maar dat maakt de oproep juist des te sterker als mensen die de Heer willen volgen en steeds meer naar zijn beeld vernieuwd willen worden om – zoals in een spreuk waar ik zo meteen op terug zal komen – “woede te wieden en vrede te zaaien” – te beginnen in eigen hart en huis, en dan ook om ons heen: in je familie en op je werk, in de gemeente, en in de samenleving – en dan kan als het goed is die wereld van laag tot hoog nog veel leren van wie geloven, en er ook naar  doen – denk aan die beelden van Jezus in de bergrede over licht voor de wereld en zout van de  aarde zijn: “opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel” (Matt. 5: 13-16)

In vrede zaaien…
1. wat is daarvoor nodig?
2. hoe doe je dat dan?
3. wat levert het op?

1. wat is daarvoor nodig?
De spreuk die u ziet – behalve in het Nederlands ook in het Engels en het Papiamento – is te lezen op een wand bij het museum Kura Hulanda op Curacao – een museum met o.a. een indrukwekkende expositie over de geschiedenis van de slavernij op Curacao, en de rol van ons Nederlanders daarin. Bijzonder, juist daar die spreuk over in je geest “woede wieden en vrede zaaien”,  in die volgorde. Een andere spreuk vult dat aan -    “laat niet oud zeer je opnieuw knechten”. De slavernij is gelukkig afgeschaft, de oorlog is al lang voorbij, de scheiding ligt een tijd achter je… maar nog altijd trekt dat verleden diepe sporen en zit er nog veel oud zeer en onverwerkte pijn… Wie heeft geen last van oud zeer en wonden die nog altijd schrijnen en zomaar weer open gaan? Dat kun je laten voor wat het is, of je kunt de pijn koesteren, maar je kunt er ook gericht aan werken.

Die spreuk over ‘woede wieden en vrede zaaien’, bedoelt te zeggen dat vrede pas echt mogelijk wordt als je eerst de wortel van woede, wrok, onvrede, pijn, teleurstelling, durft aan te pakken. Dat geldt van donkere perioden uit je eigen verleden of dat van je voorouders – zoals slavernij, of een oorlogstrauma, een familiedrama, en noem het maar op – het geldt ook van binnen een kerk mis kan gaan in de onderlinge omgang en communicatie of juist een gebrek daaraan – en dan kunnen oude wonden zomaar openbarsten en leiden tot nieuwe frustratie of conficten.

Ook dat staat in de  bijbel, b.v. in Jeremia 4: 3: “Ontgin nieuw land en zaai niet tussen de  dorens”. Als je in een tuin wil zaaien of planten, is het slim eerst het soms hardnekkige onkruid aan te pakken. Anders overwoekert dat de jonge plantjes en wat bedoeld was als een siertuin, wordt een wildernis. Denk ook aan de gelijkenis van Jezus over zaad dat verstikt wordt door de distels van de
zorg om het dagelijks bestaan of juist de verleidingen van de rijkdom, en die andere gelijkenis over een vijand die onkruid zaait tussen het goede zaad van eetbaar graan – en daar moet je dan wat mee: goed en kwaad onderscheiden, het kwaad aanpakken niet bij de ander maar bij jezelf.
In Heb. 12: 15 staat: “Zorg ervoor … dat er geen giftige kiem opschiet die onrust veroorzaakt en met zijn bitterheid velen besmet”  – en dat zal altijd eerst schoffelen in mijn eigen tuintje worden, zoals die spreuk in dat museum gaat over de tuin van mijn eigen geest eerst.  En Jezus heeft gezegd:   “verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen”  (Matt. 7. 5). Jakobus begint dit hoofdstuk met de waarschuwing dat je niet allemaal ‘leraars’ moet willen zijn, en hij bedoelt daarmee dat als je een ander iets wil melden of leren – sterker: een ander de les wilt lezen – je dan extra verantwoordelijkheid op je neemt (“u weet dat ons leraren een strenger oordeel te wachten staat”: jij wist het toch zo goed te vertellen – aan anderen – maar jijzelf dan….), en je bedenken moet dat je al te vaak zelf ook struikelt, in woorden en daden. Waarna Jakobus dan vooral verder gaat over het spreken, vooral kwaad spreken en schelden. Kijk, en dan als het ware weer terug naar dat zo graag anderen iets willen voorhouden en leren: als je denkt dat je daarvoor de wijsheid in pacht hebt: laat dat dan maar zien door hoe je leeft en je opstelt en met anderen omgaat: “door een onberispelijk leven en wijze zachtmoedigheid”. Dat is een vorm van wat de tekst noemt: in vrede zaaien, wat gerechtigheid oplevert, waar je zelf van mag profiteren en anderen om je heen ook – zodat echte vrede het wint van de strijd.

Wil je vrede kunnen zaaien, in je eigen hart, en dan om je heen, dan moet eerst de woede weg. Daarmee is niet gezegd dat je nooit boos kan en mag zijn. Woede om onrecht dat jou of anderen is aangedaan, is begrijpelijk en heeft een functie. Maar dan moet er wel wat mee worden gedaan. De oorzaak van die woede moet worden opgespoord en benoemd. Schuld moet worden  erkend en waar nodig moet daarvoor vergeving worden gevraagd. Of als dat niet lukt komt het hopelijk zover dat wat gebeurd is een zodanige plek krijgt dat het niet meer het hele leven beheerst maar dat het mogelijk wordt het gewone leven weer op te pakken. Zo kan gewerkt worden aan het opruimen van de wortel waar het gif uit voort komt. Om zo de bodem van de tuin te saneren en ruimte te maken voor nieuwe aanplant. Om vrede te zaaien. In je eigen hart en om je heen.

2. hoe doe je dat dan?
Het is op het eerste gezicht een beetje lastig hoe het in onze tekstvers is geformuleerd. Er staat niet dat vrede gezaaid wordt, maar – letterlijk – de vrucht van de gerechtigheid wordt in vrede gezaaid – je zou het ook zo kunnen zeggen – zo staat dat in de vertaling-1951: “gerechtigheid is een vrucht die in vrede wordt gezaaid” – dus wat wordt gezaaid is gerechtigheid – wat nodig is om in vrede met elkaar te leven in deze wereld:  in je gezin, op je werk, in de gemeente, en als je verder kijkt geldt dat ook op wereldniveau – wat nodig is is dat scheefgegroeide verhoudingen worden rechtgebogen, dat onrecht en fraude, oneerlijkheid, kwaadsprekerij, weggedaan worden.

Ja en eerder en dieper is gerechtigheid dat het voor alles goed komt tussen God en ons mensen.
Dat de schuld die we samen tegenover God hebben wordt afbetaald en dat er verzoening komt. We geloven dat de Heer Christus onze gerechtigheid is voor God: Hij baande zo weer de weg tot God. En zoals het helemaal in het begin eerst mis ging tussen de mensen en God en als gevolg daarvan ook tussen de mensen onderling, zo leidt herstel van de band met God ook tot nieuwe verhoudingen onder de mensen: mensen die weer Gods kinderen zijn, gaan elkaar weer zien en aanvaarden als broers en zussen – dat is die hemelse wijsheid waar Jakobus het over heeft  – die wijsheid kun je niet op aarde halen of uit je zelf naar boven halen, die mag je vragen en zul je krijgen vanuit God zelf. Daar schrijft Jakobus al over in 1:5:  “Komt een van u wijsheid tekort (en wie niet?), vraag God erom en Hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven”. Want (1:17): “elke goede gave, elk volmaakt geschenk, komt van boven” – van God zelf dus. Wijsheid van boven die (vs 17) zuiver is, vredelievend, mild en meegaand, rijk aan ontferming.. en die alleen maar goede vruchten voortbrengt, zoals onpartijdig zijn, en oprecht, goed dus… Wie zich laat leiden door die wijsheid, wordt een bron van vrede en een echte vredestichter.

Dan mag je bij ‘zaaien’ gerust denken aan wat de bijbel er vaak onder verstaat: het Woord van God, de boodschap van Jezus, verder brengen, door die boodschap door te geven en voor te leven  – wie in vrede zaait – mijn taak elke zondag en door de week, dat waar de ouderlingen en diakenen elk met eigen toespitsing toe geroepen zijn, waar we weer mee gaan beginnen op catechisatie – rustig en met geduld, met aandacht en begrip voor wie we daarin tegenkomen, vanuit Gods liefde. Maar het is de taak van ons allemaal – Jakobus spreekt al zijn lezers aan, heel de gemeente – om in vrede en met wijsheid de boodschap van Gods gerechtigheid en zijn vrede uit te dragen, te zaaien – in de hoop op en met vertrouwen in de goede afloop: dat er vruchten tevoorschijn komen, dat levens erdoor veranderen, en dat we groei merken in geloof en liefde, bij onszelf en bij elkaar.

Hoe je dat doet? Het kan niet zonder vertrouwen in onze goede God, en niet zonder zijn woorden ons eigen te maken en met elkaar te overdenken en persoonlijk en samen bereid te zijn ons leven ernaar in te richten. Het kan ook niet zonder gebed, we hoorden al de belofte dat God wijsheid geeft,en ook al die andere geschenken van boven als vredelievendheid en mildheid, zuiverheid – als we erom blijven bidden. Maar het kan ook niet zonder openheid naar elkaar toe, niet  zonder opbouwende feedback  die liefdevol en met geduld wordt aangereikt en dan  vervolgens positief wordt opgepakt en verwerkt. Ja, en vergeet nooit dat zaaien altijd geduld vraagt – zoals de boer in dat verhaal van Jezus die zaad uitstrooit en dan gaat slapen en ‘s morgens weer opstaat, dag in dag uit, totdat de oogst rijp is. Je kan alleen maar zaaien, niet de plantjes ongeduldig uit de grond trekken, niet zelf voor de oogst zorgen – Paulus schrijft over planten en begieten, en over God die als enige kan zorgen voor de oogst. Jakobus schrijft in diezelfde trant, in 5: 7vv: “heb geduld, broeders en zusters, tot de Heer komt”. Hij gebruikt dan precies datzelfde voorbeeld als zijn broer en Heer Jezus deed: “denk aan de boer die geduldig blijft wachten, tot de regens van najaar en voorjaar zijn gevallen. Wees net zo geduldig en houd moed, want de Heer zal spoedig komen”. Hij voegt eraan toe dat we niet moeten klagen tegen elkaar – van dat het allemaal zo moeilijk is en zo lang duurt en dat het maar niet lukt met elkaar en als gemeente, in zo’n gevaarlijke wereld – maar dat we een voorbeeld moeten nemen aan het geduldige lijden van de profeten – en aan een man als Job: “u weet welke uitkomst de Heer gaf, de Heer is immers liefdevol en barmhartig” (5:10-11). En wij?

3. wat levert het op?
Zoals vaker in de bijbel gaat het ook hier over een houding, een manier van leven, die vruchtbaar is. Denk maar aan wat Paulus noemt de vruchten van de Geest, die samen een goed leven scheppen. Eerder in dit hoofdstuk herhaalt Jakobus in eigen woorden wat we leren van de Heer zelf, dat n.l. elke boom vruchten oplevert die bij die boom passen, en dat bij ieder eruit komt wat erin zit – aan de vruchten kun je boom leren kennen, en een goede boom levert toch geen slechte vrucht op? Daarom mag je verwachten dat wie in die Heer gelooft die goed is, rechtvaardig, en de vrede zelf, ook erop uit is oprecht te zijn en uit op echte vrede, en vooral een mens-uit-een-stuk te zijn, zodat woorden en daden niet in strijd zijn met elkaar maar in harmonie en in balans – heelheid, gaafheid. Let ook op dat laatste in de tekst: dat de vrucht geoogst wordt “door hen die vrede stichten”. Je moet zelf wel op die hemelse wijsheid aangesloten zijn, en open staan voor wat gezaaid wordt. Denk maar weer aan gelijkenis over zaad dat niet opkomt omdat het niet in goede aarde valt of wordt verstikt door onkruid en distels – wat hebben we het nodig dat de Geest ons hart bewerkt dat Hij het gesloten hart opent en het harde hart zacht maakt (zo staat het in de DL), en vrede geeft.

Eerder waarschuwde Jakobus dat “de woede van een mens niets voortbrengt dat in Gods ogen rechtvaardig is” – en dan bedoelt hij onterechte boosheid, of wrok die maar voortwoekert zonder
dat er aan gewerkt wordt om de oorzaak ervan op te sporen en aan te pakken en weg te doen. Zulke woede en wrok zijn destructief, maken jezelf en anderen kapot, verzieken verhoudingen
tussen mensen en op grotere schaal tussen volken – je hoeft maar aan langdurige conflicten als in het Midden-Oosten te denken waar elke vredespoging weer wordt gefrustreerd door wantrouwen en oud zeer – hoe vaak verscheurt het families en ook kerken – en aardse wijsheid alleen redt het niet. Gelukkig dat er een vredespaleis is dat er veel langer staat dan 100 jaar – Gods paleis dat eeuwig is. Waar echte wijsheid te halen is en blijvende vrede; waar ieder mens en elk volk Gods recht kan leren.

Geef ons die vrede, Heer,  bekeer ons felle hart,  en geef dat we echte vredestichters zijn!

amen

liturgie morgendienst zondag 8 september 2013
votum en groet
zingen:      Lied 75: 1,2,3
wet van de Heer
zingen:      Ps. 34: 5,6
gebed
Schriftlezing: Jak. 3
zingen:     Lied 285: 1,2
verkondiging: Jak. 3: 18
zingen:     Lied 285: 3,4
gebed
collecte
zingen:     Ps. 85: 3,4
zegen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>