Samen zoeken naar het plan van onze Heer

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
In het eerste vers van de brief waaruit we een paar stukjes gelezen hebben gaat het er al over. Ik bedoel: over een-zijn en eensgezindheid: “aan alle heiligen in Filippi die een zijn in Christus Jezus” Lees vooral heel goed hoe het er staat: die gelovigen in Filippi waren ‘een in Christus Jezus’. Wat zeker niet betekende dat ze het over alles eens waren, dat er in die kerk geen verschillen waren.

Het is eerder andersom: dat Paulus meteen dit accent zet is veelbetekenend: dat was blijkbaar nodig, net als blijkt uit andere brieven van de apostelen waarin opgeroepen wordt tot eensgezindheid. Ik las: ” de neuzen stonden in de eerste gemeentes niet bij voorbaat allemaal dezelfde kant op.” Daar doet de apostel ook niet moeilijk of dramatisch over, ook in deze Brief aan Filippi niet. Het wordt als gegeven geaccepteerd: zo gaat dat, en wat telt is hoe je daar mee om gaat, samen.

En dan is de opdracht niet om krampachtig net zo lang te praten en te bakkeleien tot je over

dit of dat gelijk gaat denken en in allerlei kwesties precies hetzelfde gaat handelen, maar of je

met alle verschillen dezelfde richting op gaat – in die zin toch wel: alle neuzen dezelfde kant op,

en wel: gericht op het doel dat de Heer heeft en waar naar toe Hij met de zijnen op weg is….

of je vanuit de liefde tot God en tot elkaar samen op weg wilt gaan en op weg wilt blijven, met

als startpunt en basis en drijfveer de eenheid die er is doordat je samen bij die ene Heer hoort.

Zo b.v. als twee vrouwen die blijkbaar op gespannen voet met elkaar stonden, de aansporing mee krijgen:   “Euodia en Syntuche, ik dring er bij u op aan eensgezind te zijn, want u bent één met

 de Heer” - en als in 3: 15 en 16 geduld wordt gevraagd in kwesties waar ze niet uit zijn met elkaar:  “dan zal God het u wel duidelijk maken, laten we op de ingeslagen weg voortgaan”.

En dan gaat ook dat andere meer duidelijk worden waar we nog op terug komen zo meteen

dat ze door inzicht en fijngevoeligheid er achter moeten zien te komen wat echt belangrijk is.

 

Het zijn leerzame lijnen die in deze en andere brieven van de apostelen worden getrokken.

Met twee kernmomenten: allereerst dat alles wordt benaderd vanuit de Heer Jezus Christus

en is gericht op Hem en op zijn grote plan van redding en van nieuw leven – en met als tweede

dat er in allerlei concrete en daarvan afgeleide verschilpunten en discussiepunten ruimte is.

Zoals een uitlegger opmerkt: “wat opvalt is dat deze concentratie op de Heer Paulus binnen en

buiten de gemeente een opvallende soepelheid geeft, zowel in zijn aanpak van de dingen als

in zijn omgang met mensen”; en: “bij alle controverses gaat de apostel dezelfde weg door

ten diepste de Heer te zoeken” -  zou het niet bevrijdend zijn daarop ook eens meer toe te

passen wat Paulus meer dan eens schrijft: volg mijn voorbeeld, zoals ik dat doe met Christus?

 Samen zoeken naar het plan van onze Heer – dat vraagt

1. onderscheidingsvermogen  (1: 9-10a)

2. bescheidenheid (2: 3-5)

3. doelgerichtheid (3: 15-16)

 

1. onderscheidingsvermogen

 

Filippenzen 1: 9-10a: “En ik bid dat uw liefde blijft groeien door inzicht en fijnzinnigheid, zodat u kunt onderscheiden waar het op aankomt”.

 

Paulus had een bijzondere plek in zijn hart voor de christelijke kerk van Filippi.

Filippi was de eerste kerk die hij had mogen stichten in Europa.

We kennen de eerste gemeenteleden zelfs nog steeds: Lydia, de ondernemende zakenvrouw die

in stoffen handelde met wie bij haar hoorden, de gevangenisdirecteur met zijn gezin…en daar

was het niet bij gebleven, we lezen over de gelovigen in Filippi met hun opzieners en diakenen.

En zoals bijna in elke brief begint Paulus ook de brief aan deze gemeente blij en positief: ik dank

mijn God altijd wanneer ik aan u denk, want vanaf de eerste dag hebt u bijgedragen aan de

verspreiding van het evangelie, en ik weet zeker dat God zal voltooien wat Hij bij u is begonnen.

Leerzaam dat begin van deze en andere brieven: God danken voor zijn werk en voor zijn kerk.

 

Goed ons af te vragen hoe wij daar in staan, ook als we wel eens zorgen hebben of kritiek: doen

wij dat ook, staat dat bij ons centraal en voorop: Heer, ik dank u dat er ook bij ons een kerk van u is en dat ik er bij mag horen….en, Heer, ik ben er zeker van dat U niet loslaat wat U begonnen bent..?

Dan kijken we vast en zeker anders naar de gemeente en staan we er anders in dan als we vooral

letten op wat we missen – wie we missen – en op wat in onze ogen anders zou moeten, en beter.

Paulus heeft het daar in zijn brieven zeker ook over, maar altijd vanuit zijn dank voor zoveel zegen.

 

Ja en dan is bijna altijd het tweede bij Paulus dat hij bidt om groei en versterking van het goede.

Er is van diekerk in Filippi heel veel goeds te zeggen, veel om er de Heer voor te danken. maar er

is ook nog best heel wat te wensen en heel wat om voor te bidden, want ze zijn er nog lang niet.

Zoals Paulus trouwens ook over zichzelf schrijft:  “niet dat ik al zover ben en mijn doel bereikt heb”

Hoor zo wat we lazen in 1: 9vv.: “ik bid dat uw liefde…” – die er is, anders was de gemeente er nooit

gekomen of allang weer in elkaar gezakt, als je let op die mensen met hun verschillen in karakter

en afkomst, maatschappelijke positie, en uiteenlopende denkbeelden – “ik bid dat uw liefde blijft groeien“- er is al veel goeds en moois maar stilstand is achteruitgang, en groeien is bloeien….

 

Kijk en als het dan over die onderlinge liefde gaat, als gerichtheid op de ander en dienstbaar zijn,

wordt dat concreet gemaakt als samen er achter proberen te komen wat echt belangrijk is.

Het hoort tot de nieuwe omgang van God met mensen dat er niet voor elk concreet geval een

speciaal gebod of verbod is maar dat je als kinderen van God en ook als gemeente samen je als het goed is dat steeds afvraagt en daarnaar op zoek bent , door gesprek met elkaar en door gebed.

In Ef. 5: 17 staat ook zoiets: “wees niet onverstandig, maar probeer te begrijpen wat de Heer wil”.

Dat red je niet door hier en daar een bijbeltekst te pakken en die kort door de bocht toe te passen.

Het vraagt een eerbiedig en geduldig omgaan met de bijbel, en zeker ook een liefdevol omgaan met

elkaar, een open staan voor het verhaal van die ander, en vooral goed luisteren naar God en elkaar.

 

Wat helaas vaak bij ons allemaal zomaar mis gaat, doordat we denken dat we wel weten hoe het zit en hoe het zou moeten – vooral voor die ander – zonder elkaar echt te begrijpen en te respecteren.

Terwijl de bijbel zelf ons daar op wijst – zoals in Spreuken meer dan eens – heb je deze spreuk al eens gehoord: “een dwaas is niet geïnteresseerd in inzicht, hij wil alleen zijn eigen mening kwijt”(Spr. 18: 2); en wat bekender, de wijsheid van Jacobus : “ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden” (Jac. 1:19).  Als we dat eens deden!

 

Dan gaan in dat gebed van Paulus twee dingen samen: inzicht en fijnzinnigheid, fijngevoeligheid.

Inzicht is er achter komen wat goed is, in Gods ogen, en dus goed voor onszelf en voor anderen.

Maar daar komt als het goed is fijngevoeligheid bij: dat je invoelingsvermogen ontwikkelt, a.h.w.

een antenne ontwikkelt, voelsprieten, waardoor je gaat aanvoelen wat goed is en wat niet – door

je omgang met de Here God , zoals een kind met zijn Vader, maar ook door om te gaan met de

mensen om je heen, door zijn of haar verhaal serieus te nemen en er achter te komen hoe die ander in elkaar zit, wat hij nodig heeft, waar zijn gevoelig voor is, en wat in bepaalde situaties het beste is.

Ja en dat niet ieder op zichzelf – zo van: ik ga maar af op mijn eigen gevoel, ik doe wat mij het beste

lijkt – maar vooral ook samen, want twee weten meer dan, en wat misschien voor mijzelf goed werkt

is voor een ander schadelijk of helpt hem of haar totaal niet – en liefde zoekt toch het goede voor de

ander – lees 1 Kor. 13. over liefde die geduldig is, niet zelfgenoegzaam, niet grof, niet egoïstisch…….

dus niet ik zelf ben de maat van alle dingen, mijn inzicht, mijn gevoel, maar liefde zoekt naar samen.

 

Ja en als het dan gaat om onderscheiden waar het op aan komt, waar het echt om draait – helpt dat

ook om dingen in proportie te zien, bijzaken niet tot hoofdzaken te maken,en elkaar ruimte te geven.

Als je deze brief zo leest, kom je er al gauw achter waar het echt om gaat volgens de apostel, en dat is de band aan Christus die ons aan elkaar verbindt, zo b.v. in 3: 7 en 8  als Paulus herinnert aan zijn verleden als preciese wetsgetrouwe Farizeeër en dan over wat hij vroeger superbelangrijk vond nu schrijft: “alles beschouw ik als verlies. Het kennen van Christus Jezus, onze Heer, overtreft immers

alles…Ik wilde Christus winnen en één met Hem zijn” – daar komt het op aan, en vergeleken daarmee

is veel waar wij ons druk over kunnen maken – in ons eigen leven, in de wereld, en ook in de kerk -

ondergeschikt, niet iets waar ons geloof mee staat of valt, punten om over te praten maar niet om

elkaar op vast te pinnen of om te veroordelen – en daar moet je samen open en respectvol over

doorpraten, bij een open bijbel, en met dat gebed van Paulus: geef dat wij in liefde groeien, dat

we er samen meer inzicht in krijgen en vooral fijngevoeligheid, samen uit op wat het goede is.

 

2. bescheidenheid

 

Filippenzen  2: 3-5 “Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander. Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had”.

 

Eigenlijk vloeit dat als vanzelf voort uit dat eerste: liefde is gericht zijn op de ander en op zijn

of haar belang, voordeel, groei, zodat je die ander respecteert en serieus neemt, en ruimte geeft.

Dat kan alleen als je weet van je eigen beperkingen, je eigen schuld tegenover God en mensen,

als je beseft dat je eigen inzicht te kort kan schieten, dat je zomaar blinde vlekken kunt hebben,

en dat elk mens – jij dus ook, en ik – het elke dag moeten hebben van Gods genade en vergeving.

 

Toch vond Paulus het blijkbaar nodig, zijn lezers – ons dus ook – er speciaal op te wijzen, want

ook in de kerk van Filippi ging het niet vanzelf, had je sterke ego’s, waren mensen die zichzelf

graag hoorden en anderen die zich niet gehoord en te kort gedaan voelden – kortom: een kerk

van gewone mensen, met sterke punten en valkuilen, en vooral met zondige beperkte mensen.

Herkenbaar dus – of niet soms – voor die gewone zondige mensen die we zelf zijn, en samen zijn.

 

Dus ook voor ons is het goed en nodig dat de spiegel ons wordt voorgehouden en dat we daarin vaak kijken – en u weet dat als je in de spiegel kijkt je niet die ander zit maar dat je jezelf tegenkomt.

Weer Jacobus die dat beeld gebruikt en op ieder persoonlijk toepast : “wie de boodschap hoort maar er niets mee doet, is net als iemand die het gezicht waarmee hij is geboren in de spiegel bekijkt: hij ziet zichzelf, maar zodra hij wegloopt is hij vergeten hoe hij eruitzag. Wie zich daarentegen spiegelt in de volmaakte wet die vrijheid brengt, en dat blijft doen, niet als iemand die hoort en vergeet, maar als iemand die ernaar handelt – hem valt geluk ten deel, juist om wat hij doet”.

Kijk dus regelmatig in die spiegel, kijk eerlijk naar jezelf, naar hoe je kijkt naar anderen, en hoe

die ander naar u of jou zou kijken, en of je echt oog probeert te hebben, en oor, vooral  hart,

voor waar die ander zit, voor wat zijn of haar belang zou kunnen zijn: ben ik dienend of toch -

vaak goed bedoeld en zonder het zelf door te hebben of te willen – dominant, dwingend, te

gauw veroordelend;  vraag ik me af waar de ander behoefte aan heeft, en vraag ik dat ook,

of denk ik wel te weten wat de ander nodig heeft, en leg ik anderen op wat ik zelf belangrijk vind, en dat misschien wel met de claim dat God dat vraagt van ons allemaal, en dat het dus zo hoort of moet.

 

Het is best lastig en het vraagt best veel van ons: “acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker

dan uzelf” – dat is meer dan toch maar af en toe een stapje terug doen, of wat aardiger doen – dat

is niet minder dan een innerlijke houding, een mentaliteit – die je niet van jezelf hebt en niet een

kwestie is van wat voor karakter je hebt – maar die niets minder vraagt dan bekering, vernieuwing.

En hoeveel dat kan kosten maakt het voorbeeld duidelijk waaraan Paulus zichzelf en ons spiegelt:

laat onder u – misschien beter: in udie gezindheid heersen die Christus Jezus had” – nou, en als er een is voor wie dat alles gekost heeft, dan wel Christus die Heer is van alles maar die kwam om te

dienen en die daarvoor alles heeft opgeofferd tot zelfs zijn leven – Hem volgen is bereid zijn ook

jezelf te verloochenen, je kruis op je te nemen, en steeds meer op Hem te lijken – aller dienaar.

 

 Nee, dat is niet alles maar over je kant laten gaan of een houding van: ik doe nergens moeilijk

over, ze bekijken het maar, of maar toegeven ook als je zeker weet en voelt dat iets niet klopt -

als tegendeel van altijd de confrontatie zoeken en tot de laatste meter vechten voor eigen gelijk.

Als je zo je opstelt in de gemeente krijg je groepen los van elkaar en tegenover elkaar terwijl de

Heer – hier via Paulus – oproept eensgezind te zijn – samen de schouders eronder, samen op weg

gaan en op weg blijven, en groeien in meer inzicht, fijngevoeligheid, en dienst aan Hem en elkaar.

 

Paulus zegt ook niet dat mijn belang niet telt maar – lees goed – heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen maar ook die van de ander – als we dat doen, werken we niet los van elkaar of tegen

elkaar is maar komt er samenwerking tot stand – teamwork en daar worden we allemaal beter en sterker van, denk maar aan teamsporten als voetbal of wielrennen -ook geloven is teamsport.

Dat is wat Paulus in vers 2 bedoelt: “maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn,

één in liefde, één in streven, één van geest”  - wat niet betekent het over alles eens zijn of tot

exact dezelfde keuzes moeten komen, maar het is met alle verschillen die er kunnen en mogen zijn

samen dat ene team vormen, gericht op hetzelfde doel, onder die ene Coach die ons laat winnen!

 

3. doelgerichtheid 

 

Filippenzen 3: 15-16    Hierop moeten wij ons allen als volmaakte mensen richten. Mocht u er op enig punt anders over denken, dan zal God het u wel duidelijk maken.  In ieder geval, laten we op de ingeslagen weg voortgaan.

 

 Of het nu een voetbalteam is of een wielerploeg, als het goed is ga je samen voor de winst.

In zo’n team zijn verschillende karakters, verschillende vaardigheid, en ieder heeft een eigen plek

en taak op het voetbalveld, en een eigen rol in die wielerploeg, maar samenwerking is essentieel.

Nou, zo is het ook als het gaat om het volgen van Christus, en om wat God bedoelt met de kerk.

Waar we allemaal verschillend zijn, dingen verschillend aanvoelen, anders denken en handelen,

en ook ieder eigen gaven en mogelijkheden hebben, maar aan elkaar gegeven en samen op weg.

 

Paulus vertelt eerlijk hoe hij er zelf in staat en wat hem beweegt – letterlijk: wat hem in beweging zet en op de been houdt, hem in de wedstrijd  houdt, hoe lastig vaak ook: de hemelse prijs die God

in het vooruitzicht stelt, en dat gunt hij alle gelovigen: hierop moeten wij ons allen – samen- richten.

Als volmaakte mensen, staat er bij, en dat betekent hier zoiets als: mensen die je als volwassenen

erop kunt aanspreken, die al heel wat hebben meegekregen en al best stevig in het geloof staan.

 

En dan doet Paulus niet vreselijk moeilijk en paniekerig over versc hillen en onderlinge discussies die er nog zijn, en die onderweg tot de laatste dag zullen blijven: “mocht u op enig punt anders denken, dan zal God het u wel duidelijk maken” – weet u nog, van dat inzicht, die fijngevoeligheid, en die

bescheidenheid? – dan komt ook dat wel goed:  als we maar op de ingeslagen weg blijven, achter

Jezus aan, tot de dag dat alles helder wordt, en we Hem mogen begroeten.    Samen.

amen

Liturgie morgendienst zondag 7 juli 2013
votum en groet
zingen:      Ps. 131 (1,2,3)
wet van de HEER
zingen:      Ps. 119: 40,60
gebed
Schriftlezingen:
Filipp. 1: 3-11 ; 2: 1-8;  3: 13-16
zingen:      Gz. 167 (1,2,3)
verkondiging:
Filipp. 1: 9-10a; 2: 3-5; 3: 15-16
zingen:      Lied 327 (1,2,3)
gebed
collecte
zingen:      Ps. 150 (1,2)
zegen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>