liturgie morgendienst zondag 9 juni 2013
(gezongen) votum en groet
zingen: Lied 14: 1,2,5
wet van de Heer (Deut 5)
zingen: Ps. 104: 8,10
bediening van de doop – formulier I
zingen na doop (staande): Gz. 141 (1,2,3)
dankgebed
Schriftlezing: Psalm 32
zingen: Ps. 32: 1,3
verkondiging: Psalm 32: 8
zingen: Ps. 121 (1-4)
gebed
collecte
zingen: Gz. 140 (1,2,3)
zegen
——————————————————————————————————————–
Beste Floris en Janneke, familie, gasten, samen gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Joëlle Irene Anna, die drie namen zijn samen de doopnaam van jullie dochter, net nog gehoord.
Maar eigenlijk hebben we die namen al eerder gehoord vanmorgen, helemaal aan het begin.
Toen mocht ik u en jullie groeten, namens God, met woorden ontleend aan de bijbel zelf:
“genade voor u en jou, en vrede, van God onze Vader, en van de Heer Jezus Christus”.
Laten dat nou precies de drie namen zijn van jullie dochter!
Want Anna betekent: genade – we kennen uit de bijbel ook enkele (H)anna’s – begenadigden.
En ik denk dat u wel weet dat Irene vrede betekent – genade met God geeft ook echte vrede.
Ja en Joëlle verwijst regelrecht naar God die haar en onze Vader is, door Jezus Christus. vc
Joëlle is de vrouwelijk variant van Joël, en dat betekent: de HEER, Jahwe, is onze God.
De God die de Schepper is, de God die nieuw leven geeft en dat beschermt, die Joëlle aan
jullie zorgen wil toevertrouwen, die God is de God van het verbond die trouw is en blijft
aan wat Hij is begonnen in jullie leven en ook in haar leven, de God die als een Vader voor
haar en voor jullie zal zorgen en die wat Hij vandaag belooft heeft, ook waar zal maken.
Prachtig dat zij het haar leven met zich mee mag dragen – in de namen die ze meekreeg –
genade ook voor jou -Anna – en vrede – Irene – van haar God en Vader de HEER – Joëlle.
Kijk, en vandaar uit gaat dat psalmvers dat jullie voor de kaart en de advertentie hebben
hebben uitgekozen, nog meer spreken en aanspreken – waar God aan het woord is, door
David sprekend ingevoerd en gelovig nagesproken en bezongen: “Ik geef inzicht en wijs de
weg die je moet gaan. Ik geef raad, op jou rust mijn oog” – dat zegt die God die zijn kind
David maar ook zijn kind Joëlle – en zijn kind….vul je eigen naam maar in – nooit uit het oog
verliest, en die als een zorgzame wijze vader zijn kinderen begeleidt en met raad en daad
ter zijde staat en helpt om zijn weg door het leven en door deze wereld te zoeken en te gaan.
Nou hebben we Psalm 32 samen gelezen en we hebben gemerkt dat het niet een psalm is
met alleen maar hoogtepunten en juichkreten – en de aanleiding was ook zo fraai niet.
Reden ook om in deze dienst niet alle verzen van deze psalm te zingen, want dan zing je
ook over erge zonden die eerst werden verzwegen en daarna toch opgebiecht, en over een paard door koppigheid gedreven en een muildier in zijn onverstand – wat een ezel was ik toch –
en over dat wie God verlaat smart op smart te vrezen heeft – moet dat nou allemaal in een doopdienst, we zijn toch vooral blij vanmorgen, het is toch feest?
Nou, het isook – en juist om waar we net de vinger bij gelegd hebben – feest in deze psalm.
Psalm 32 wordt meestal bij de boetepsalmen gerekend en dat is ook wel terecht, maar het is
ook en vooral een psalm die begint met een felicatie – gelukkig, gefeliciteerd met de vergeving
van je zonden, met je vrijspraak en je nieuwe leven – en uitloopt op lof en dank, met tot drie keer
toe een aansporing om met de dichter God te prijzen: verheug u in de HEER, juich, zing het uit!
Deze psalm is een danklied over genade – en vrede – van de God de HEER, liefdevol, trouw, goed.
Daarom is het ook niet bedreigend maar juist bemoedigend: “op jou rust Mijn oog”.
We gaan er met veel uitleggers van uit – net als jullie op de kaart – dat God dit zegt.
Dat David hier niet over zichzelf zingt, zo van: ik met mijn levenservaring zal je wel advies geven;
ik die wel weet inmiddels waar de valkuilen liggen, ik kan jou wel vertellen hoe het moet – nee,
daar was David wel achter, dat een mens met al zijn wijsheid en levenservaring – zelfs: een
man naar Gods hart, gelovig opgevoed en belijdenis gedaan, en al jaren voorganger, koning,
toch gigantisch de fout in kan gaan – koppig en eigenwijs als ook een gelovig mens kan zijn…!
Het ligt voor de hand dat deze psalm ontstaan is na Davids overspel met Batseba en de moord
op haar wettige echtgenoot Uria – een kwaad dat David eerst had weggestopt maar wat aan hem bleef knagen, totdat Gods profeet hem ermee confronteert waarop David schuld belijdt en dan vergeving krijgt en weer verder mag: welzalig hij wiens zonde is vergeven! genade, vrede!
In dat licht op die donkere periode in zijn leven is het geruststellend te weten dat er Een is die
je nooit uit het oog verliest, en dat niet om je constant in de gaten te houden om je op fouten te
betrappen, maar juist om over je te waken en je te behoeden voor vallen en voor verongelukken.
Dat komt heel dicht bij als je kinderen krijgt van de Heer om voor ze te zorgen en ze te helpen
op hun weg door dit leven, met heel veel kansen en mogelijkheden maar met ook veel gevaren.
Je weet hoe dat gaat als ze nog heel klein zijn, dat je ze geen moment uit het oog wil verliezen.
als ze op de commode liggen of in de box spelen, als ze gaan kruipen en je oppast voor wat ze
in de mond kunnen stoppen of in een onbewaakt ogenblik kunnen weggrissen, en al helemaal
als ze wat groter buiten gaan spelen – je voelt je verantwoordelijk en ziet allerlei gevaren en je
wilt je kind daarvoor beschermen – dat wordt natuurlijk anders als ze ouder worden en zeker als
ze eraan toe zijn het huis uit gaan en op kamers gaan – maar toch: je blijft ze volgen en met ze
meeleven – en als ze er open voor staan ze advies geven, ze soms waarschuwen, vanuit liefde.
Dat allemaal klinkt door in wat David de HEER tegen zichzelf hoort zeggen en wat hij aan wie
zijn lied later horen wil doorgeven en zelfs wil laten nazingen: nog veel meer dan je als vader
en moeder aan aandacht en zorg, begeleiding en bescherming, aan je kinderen wilt en kunt
besteden, mogen wij allemaal, met onze kinderen, zeker zijn van de zorg en de aandacht
van de HEER onze God en Vader: zoals een vader liefdevol zijn armen slaat om zijn kind (en
een moeder om haar zoon of dochter), omringt ons met erbarmen God onze Vader.
David had het ervaren – en hij was er ook achter wat er kan gebeuren als je probeert voor
die Vader weg te kruipen en zijn goede raad in de wind te slaan – hoe eigenwijs en dus dom
kun je zijn – en David wil het wel uitschreeuwen: doe dat toch niet, je zult wel wijzer wezen!
God komt ook naar ons toe, in een bijbel vol, en met zijn Geest, en in mensen om ons heen,
en als je nog klein of nog jong bent, via je ouders met hun geloof en wijsheid en ervaring, en
Hij biedt ons zijn hulp aan, zijn coaching: Ik geef inzicht en wijs je de goede begaanbare weg,
Ik ga met je mee om je vast te houden en op weg te helpen, en je erdoor heen te loodsen.
Je mag als ouders zoveel wijsheid die God in huis geeft en aan mensen geeft, van Hem vragen
en met zijn hulp vertalen naar je kinderen toe, om hen wegwijs te maken in het leven en ook
hen het leven met de Here voor te leven, en hen aan te reiken wat je zelf van Hem krijgt.
Ik wijs je ‘de weg’ die je moet gaan.
Dat kan zomaar verkeerd overkomen, zeker naar kinderen, naar jongeren toe.
Alsof ze alleen maar in de door hun ouders en de ouderen platgetreden paadjes mogen gaan.
Alsof je opvoeding erop gericht zou moeten zijn dat zoon of dochter precies wordt als jijzelf.
En, alsof de bijbel een soort tomtom is die op elk kruispunt in het leven zou zeggen: rechtsaf nu,
hier naar links, dit wel doen en dat mag echt niet, en vooral heel vaak: keer om, keer om.
Zo simpel is het natuurlijk niet, zo is de bijbel niet bedoeld, ook al is het waar dat de Heer ons wil terugroepen van wegen die doodlopen en je brengen waar je niet moet zijn, en daarom ons
en alle mensen oproept om te keren en ons leven op Hem en op onze naasten te richten: om
te breken met wat onszelf en anderen schade doet en ons ver van Huis brengt, ver van Thuis.
Maar dat lied heeft gelijk als het zingt over ‘samen bidden, samen zoeken naar het plan van
onze Heer’ – blijf dat doen als ouders – samen bidden en samen zoeken – leer het je kinderen en
help er erbij, bij dat bidden en dat zoeken – en zoek als dat nodig is, er hulp van anderen bij.
Pak ook aan wat in de bijbel aan wijsheid aangereikt wordt, in een boek als Spreuken b.v, maar
ook in het onderwijs van de Here Jezus, in de brieven van de apostelen, en nog veel meer.
En u bent het toch niet vergeten, wat net tegen ons als gemeente is gezegd: “weet u geroepen
deze ouders te steunen door uw voorbede en uw voorbeeld. Wees ook, wanneer dat nodig en
mogelijk is, daadwerkelijk bereid, eraan mee te helpen dat dit kind groeit in het geloof, de
genade en het kennen van onze Heer Jezus Christus”. Ook dat hoort bij dat ene lichaam zijn.
…En het kennen van onze Heer Jezus Christus” – zo mag je wat David van en namens zijn God doorgeeft wel nieuwtestamentisch doorvertalen – ” Ik wijs de weg die je moet gaan”, dat
wordt in de mond van Davids grote Zoon Jezus: “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven”.
We hebben erom gebeden voor Joëlle, maar ook voor u en jou, voor onszelf: Laat haar, en laat
hem, laat mij, en ons samen, volgens uw woord worden opgevoed en tot geestelijke groei
komen; laat haar en laat ons allemaal Jezus Christus volgen, met Hem zul je Thuis komen.
Gelukkig maar dat onze Heer met jullie en met ons mee wil gaan,
en dat Hij ons en onze kinderen geen moment uit het oog verliest .
Zoals ook de bemoediging van Psalm 121.
Die in de weergave van Hans Bouma zo eindigt – nadat eerst alle gevaren langs zijn gekomen:
“Maar je bent veilig.
Een God die je bewaart,
het grootste belang aan je hecht.
Ooit ging je op weg.
Een gelukkig begin.
Hoe gelukkig het einde.”
amen