Johannes 14: 18: ‘Wezenzondag’ (overdenking H.Avondmaal)

Overdenking avondmaal zondag 12 mei 2013

 

Joh. 14: 18:  Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug.

 

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

 

‘Wezenzondag’.

Dat is vandaag, en dat is best raar op een zondag dat het moederdag is.

Want een wees is iemand die geen vader en geen moeder (meer) heeft.

Je wordt er des te meer aan herinnerd op moederdag en op vaderdag.

En ik hoop dat als je nog wel een moeder en/of een vader hebt, dat je blij

met ze bent, en dat je dat ook laat merken, b.v. vandaag, met moederdag.

Want het kan ook anders en het is in veel gezinnen anders: doordat je al

vroeg vader of moeder – of allebei moest verliezen – of doordat ouders zijn

gescheiden, of doordat kinderen uit een ander land hier geadopteerd zijn

en nooit hun biologische ouders hebben ontmoet of zullen ontmoeten –

en als je echt wees bent, dan mis je veel – hoeveel er ook nog goed kan komen.

 

‘Wezenzondag’

Dat gaat niet over kinderen die geen ouders meer hebben, maar over leerlingen

die afscheid moesten nemen van hun leermeester, en nu zonder hem verder moeten.

Wezenzondag is de naam die de kerk is gaan geven aan de zondag tussen de hemelvaart van de Heer Jezus en het komen van de Heilige Geest als de andere Trooster.

Eigenlijk een vreemde naam – die haaks staat op wat de Heer juist van te voren had

beloofd, in dat vers dat we net lazen: “Ik laat jullie niet als wezen achter…..”

Jezus zegt dat kort voordat Hij zal worden gevangengenomen en zal sterven aan

het kruis, maar als Hij over weggaan praat, kijkt Hij al verder vooruit, want Hij

heeft het over teruggaan naar de Vader, en over de tijd dat Hij niet meer hier is.

Dat gaf zijn leerlingen vast wel het gevoel van verweesd-zijn – eerst al toen ze hun

Meester hadden begraven, en een aantal weken later weer toen ze Hem naar de

hemel hadden zien gaan – er staat dat ze maar naar de hemel bleven staren. ze

konden het nog niet geloven dat Hij echt weg was, en ze misten Hem gigantisch.

 

Ik denk dat dat gevoel ook ons niet vreemd is: dat God ver weg is en Jezus ook.

Dat je wel bidt maar komt het wel aan, en waarom verandert er dan niets, en je

kunt je zo verloren voelen met dat probleem, dat gemis, dat conflict, die ziekte.

Wat ook zomaar kan gebeuren is dat we Jezus zelf op afstand laten en ons storten

in van alles en nog wat aan activiteiten, en dat kunnen ook christelijke activiteiten

en kerkelijke dingen zijn – heel mooi maar zomaar gaat het een eigen leven leiden

of we zijn druk om wat ze zelf belangrijk vinden en hebben opgebouwd overeind

te houden – en het komt in de plaats van Jezus en het wordt zelfs een splijtzwam

binnen de kerk omdat wat de een geweldig vindt voor de ander zo nodig niet

hoeft of omdat waar de een aan wil vasthouden voor de ander achterhaald is –

en we groeien uit elkaar in plaats van naar elkaar toe en samen naar de Heer toe.

 

Jezus laat de belofte achter, voor de tijd dat Hij vertrekt naar zijn Vader in de hemel

dat Hij zijn leerlingen – ook ons vandaag – niet als wezen zal achterlaten – denk aan zijn afscheidswoord: “Ik ben met jullie alle dagen, tot aan de voleinding van deze wereld”.

Meteen erachter komt die andere belofte: “Ik kom bij jullie terug”.

De uitleggers verschillen van mening over wat Hij bedoelde en wanneer dat zal zijn:

* drie dagen later, met Pasen, als Jezus opstaat en levend zijn volgelingen ontmoet;

* met Pinksteren als de Heilige Geest komt en Jezus zo naar ons toe komt;

* bij de wederkomst als Hij voorgoed terugkomt om nooit meer weg te gaan.

Misschien hoeven we wel niet te kiezen, daar wordt het wel zo bemoedigend van:

nu al mogen we de nabijheid van onze Heer ervaren door zijn Geest en met zijn

woorden en tastbaar zelfs in brood en wijn – en we kijken uit naar zijn terugkomst.

 

Dan is er nog wel afstand en moeten we nog wel wachten en is er best een missen –

zoals wanneer je ouders op reis zijn en je de dagen aftelt – maar ze wel bereikbaar

zijn en je weet dat ze elke dag aan je denken – want je hoort bij elkaar en je houdt

van elkaar – en daar komt geen mens tussen en dat kan niks van je afpakken.

 

Wezenzondag heeft iets van dat voorlopige en pijnlijke: Jezus, kom maar gauw.

 

Avondmaal vieren overbrugt de afstand en heeft al iets van wat komt: “en wel zo,

dat wij, hoewel Christus in de hemel is en wij op aarde zijn, toch vlees van zijn vlees

en been van zijn gebeente zijn”“en de Geest, die hem bezielt, woont ook in ons

en verbindt ons aan Hem” “door diezelfde Geest verbindt Hij ons ook met elkaar”.

 

Dan kan ik me soms eenzaam voelen,maar ik ben nooit alleen – nooit wees.

 

amen

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *