Romeinen 1: 4-5: Jezus is de allerhoogste Heer (1) (Pasen – morgendienst)

liturgie morgendienst 1e Paasdag 31 maart 2013

voorzang:   Gz. 95 (1-4)

votum –  uitgesproken deze keer

– en groet – amen uitgesproken

zingen:       Ps. 118: 6,8,9

wet

zingen:       Ps. 118: 10

gebed

Schriftlezing:  Matt. 27: 62- 28: 15

zingen (met koor):  Gz. 97

Schriftlezing: Rom. 1: 1-7

zingen:       Gz. 167: 3

verkondiging: Romeinen 1: 4-5

zingen:       Opwekking 354

gebed

collecte

zingen:      Gz. 99 (Opwekking 213)

zegen

amen:        Opwekking 602

———————————————————————————————————————–  

Gemeente van Jezus Christus, die is opgestaan, en die de hoogste Heer geworden is,

 

Hij had er misschien wel bij gestaan, op dat plein voor het paleis van de stadhouder.

Dan zou hij vast hebben meegeschreeuwd: “Weg met Hem, aan het kruis met Hem!”

En toen de stadhouder vroeg of hij dan hun koning moest kruisigen, weer: “Aan het

kruis met Hem, wij willen hem niet, wij hebben geen andere koning dan de keizer!”

Toen daarna Romeinse soldaten hem in opdracht van de stadhouder en in naam van

de keizer van Rome afvoerden en op Golgotha aan het kruis spijkerden, vond hij dat

prima: die Jezus had de doodstraf verdiend, want hij durfde zich Gods Zoon noemen.

Weer later, wat een schrik: volgelingen van die dode leider die een misleider was,

en die overal rondtoeterden dat hun leermeester was opgestaan uit de dood en dat

ze Hem naar de hemel hadden zien gaan, en duizenden in Jeruzalem geloofden het

ook nog en ze vormden een nieuwe gemeenschap: de Weg van Jezus, christenen…

hij had er alles voor over om die beweging te stoppen, als het moest met geweld.

 

Het is zo’n 25 jaar later. In de stad waar het paleis van de keizer staat, Rome, wordt

een brief bezorgd bij mensen die zich volgelingen van de Weg van Jezus  noemen, of:

gemeente van Christus, met als afzender: “Paulus, dienaar van Christus Jezus, geroepen

tot apostel”…..”opdat ik omwille van hem (die Jezus)  aan alle volken gehoorzaamheid

en geloof zou verkondigen – ook aan u, die geroepen bent door Jezus Christus”.

 

Is dat diezelfde man die Jezus naar het kruis had geschreeuwd als een misleider van het

volk, diezelfde die liever de keizer had als heer dan die Jezus, diezelfde die overal te vuur

en te zwaard de christenen bestreden had als een gevaar voor het volk van zijn God?

We weten hoe dat zo was gekomen, hoe die Saulus/Paulus op zijn beurt gearresteerd

was, door Jezus zelf, en tot bekering was gekomen, en de wereld in was gestuurd om

overal rond te bazuinen dat die Jezus van het kruis echt was opgestaan en dat Hij nu

Heer van de wereld was, machtiger dan welke stadhouder of koning of keizer ook:

voor dat evangelie schaam ik me niet“, ook in Rome niet, voor dat evangelie wil ik

me als het moet zelfs verantwoorden tegenover de keizer, die zijn macht ook alleen

maar heeft van Bovenaf, als – Rom. 13 – in dienst van God, en van Jezus als dé Heer!

Pasen:  Jezus is de allerhoogste Heer!

1.  sterker dan de dood

2.  kijk naar zijn gemeente

3.  vertel het wereldwijd

 

1. Jezus is de allerhoogste Heer:  sterker dan de dood.

 

We zijn even eerder begonnen te lezen: over druk gedoe op de ‘stille’ zaterdag.

Gedoe van zenuwachtige leiders van Israël die bang waren dat ze nog niet af

waren van die dode Jezus: stel je voor dat zijn leerlingen zijn lijk weghalen uit het

graf en dan overal gaan vertellen dat hun leermeester is opgestaan uit de dood,

zoals hij voor zijn dood had gezegd, dan zouden we pas echt een probleem hebben.

Dus zorgen ze ervoor dat het graf wordt verzegeld en ook nog bewaking krijgt.

Dan moet je wel erg bang zijn als je een dode nog denkt te moeten bewaken!

 

Kijk, maar ook dat is wonderlijk gestuurd van bovenaf, ook dat moest zo gaan.

Er staat in de Heidelbergse Catechismus een uiterst korte maar o zo veelzeggende

vraag en antwoord over de begrafenis van Jezus: “Waarom is Christus begraven?

Om daardoor aan te tonen dat Hij echt gestorven was” –  en denk dan maar aan dat

geheel van een graf met een dikke steen ervoor en gewapende soldaten als bewaking,

en leerlingen die nergens waren en vrouwen in rouw en alleen nog voor de laatste eer.

Na dat gedoe van nachtelijk beraad en naar Pîlatus toe en dan die soldaten wordt het echt

een doodstille zaterdag: we dachten dat Hij onze redder zou zijn maar  helaas…..

O nacht zo lang, gij langste aller nachten, is God vergeten wat Hij heeft beloofd – zijn wij

verbannen, weg uit zijn gedachten, het allerlaatste volkje hoop gedoofd?”Hoe slaapt Gij nu,

die men zo ruw aan het kruishout heeft gehangen,starre rotsen houden U, rots des heils gevangen”.

 

Is dat graf niet einde van alle idealen en alle dromen, van en over een Jezus die de mensheid

redden zou, envan elk mens die na een lang of een kort, een mooi of een moeilijk leven,

eindigtwaar niemand wezen wil: onder de grond – naar dat rauwe nuchtere woord

van die oude Prediker: “een mens is niet beter af dan een dier….want alles gaat

naar dezelfde plaats, alles is uit stof ontstaan en alles keert terug tot stof”.

Helemaar waar die psalm: “wie op de aarde zal de bittere dood niet proeven, en welke

sterveling ontkomt er aan de groeve”…..niemand, ook en zelfs Jezus niet…toch?

 

Nou, als dat zo zou zijn, dan zou die vrijdag van dat kruis geen goede vrijdag zijn

en dan zou iedereen die stille zaterdag al lang vergeten zijn – dan zouden wij hier

niet zijn om samen feest te vieren – en dan zouden dat evangelie van Matteüs  en

die brief van Paulus ook nooit geschreven zijn – zoals diezelfde Paulus in een andere

brief schrijft: “als Christus niet is opgewekt, is onze verkondiging zonder inhoud

en uw geloof zinloos” – stel dat het gelukt was Jezus vast te houden achter die

verzegelde steen en er misschien alleen een monument over was voor een goed

mens, een mislukte wereldverbeteraar – wij zouden hier niet zijn vanmorgen –

en het graf zou het eind van alles zijn – en de dood was voor altijd onomkeerbaar.

 

Des te overtuigender en indrukwekkender dat wereldschokkende ‘in alle vroegte’

na die stille zaterdag: de aarde die begon te beven, Gods engel die het zegel

stukbreekt, de steen die van zijn plaats geschoven wordt, bewakers die zich

bijna letterlijk doodschrikken en in paniek wegrennen, het graf dat leeg blijkt.

Alles wijst erop dat hij die gekruisigd was en daar begraven lag, niet door de dood en ook

niet door een steen met een zegel eraan, en door soldaten tegengehouden kon worden:

“geen graf hield Davids Zoon omkneld”  –  “want Hij is God, bekleed met macht”.

Precies dat is de stevige inzet van de apostel Paulus jaren later als hij aan

gelovigen in het verre en trotse Rome een brief schrijft en als kern van die

brief en van het christelijk geloof alle schijnwerpers op Jezus richt als maar

niet een goed mens of een joodse vernieuwer of een bevlogen vrijheidsstrijder

(die een mooie boodschap heeft nagelaten maar helaas het niet gered heeft

tegen  massaal joods verzet en de massieve macht van het ijzersterke Rome)

maar als werkelijk en overtuigend bewezen de Zoon van de God van hemel

en aarde – hoor maar – zo staat het er letterlijk: “door de opstanding uit de dood

krachtig bewezen Gods Zoon te zijn” – die als mens afstamde van David (vers 3).

 

Wat een gigantische ommekeer na wat die vrijdag voor vriend en vijand leek te

zijn bewezen: toch niet Gods zoon, niet de redder van de wereld;  die anderen

heeft gered – voor even – kon zichzelf niet eens redden; de dood onomkeerbaar.

Maar juist zo en dan toch: “Hij steeg uit het graf door eigen kracht, want Hij is

toch, echt, God, bekleed met macht” – ja, en: in eer hersteld door God zijn

Vader – Paulus nog eens, in een andere brief: “Hij heeft zich vernederd en werd

gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. Daarom (!) heeft God hem

hoog verheven en hem de naam geschonken die alle naam te boven gaat”. (Fil.2)

Ja, dan ben je echt de allerhoogste Heer, als je zelfs de dood overwinnen kunt.

En wie bij die Heer horen, zijn inderdaad – Paulus verderop in deze brief-

meer dan overwinnaars – echte wereldkampioenen – want je Heer is Jezus,

Overwinnaar over zonde, dood en pijn.    De allerhoogste Heer!

 

2.  Pasen:  Jezus is de allerhoogste Heer:  kijk naar zijn gemeente!

 

Daar was die vrijdag en die zaterdag bitter weinig van te zijn: zijn gemeente.

Er waren nog wat getrouwen over, maar die waren of weggerend of stonden

op een afstand toe te kijken, of ze zaten veilig achter slot en grendel, bang

en teleurgesteld, in verwarring: de herder geslagen, de schapen verstrooid.

Het moet tot haar eer worden gezegd: de enigen die die stille zaterdag en

die zondag in alle vroegte bij het graf te vinden waren, waren die vrouwen.

Zelfs dat er misschien bewakers waren en een zware steen die ze nooit op

eigen kracht konden wegschuiven, het hield hen niet tegen: we willen onze

Heer de laatste eer bewijzen, we willen nog een keer zijn waar Hij is…

 

Maar – gelukkig maar – ze kwamen in alle vroegte te laat: Hij is al weer weg!

Gods engel herinnert hen fijntjes aan wat hun Heer had gezegd en wat ze dus

hadden kunnen weten: “Hij is niet hier, Hij is opgestaan, zoals Hij gezegd heeft”.

Ze mochten ook nog de plek bekijken waar het lichaam van Jezus op de goede

vrijdag was neergelegd en die nu verlaten was – en ga het nu maar vertellen

aan de leerlingen – wat ze meteen deden – “ontzet én opgetogen”, staat erbij,

dus best nog wel in verwarring maar vooral blij en in geloof!  geweldig toch?

Daarna werden de discipelen op de hoogte gebracht: “de Heer is opgestaan

uit de dood, Hij gaat voor jullie uit naar Galilea, daar zullen jullie Hem zien!”

Het zal nog wel wat voeten in de aarde hebben voordat ze het grote nieuws

echt geloven – tot op het laatste was er aarzeling en twijfel – maar vanaf dat

moment gaat de grote Herder verstrooide schapen in verwarring bij elkaar

brengen en er steeds weer nieuwe loslopende schapen bij brengen – wordt de

kerk van het nieuwe verbond groter en groter, en vanuit Jeruzalem wereldwijd.

Daar kon ook het tegenverhaal van de joodse leiders niets aan veranderen:

die Jezus is niet opgestaan maar ze hebben zijn lichaam ergens herbegraven.

Een verhaal dat in een of andere vorm af en toe weer opduikt – zoals toen

beweerd werd dat in 1980 het graf van Jezus ontdekt zou zijn in  een buitenwijk

van Jeruzalem   – een bericht dat even snel weer werd ontzenuwd als zonder

enig bewijs (de gevonden  inscripties hebben namen die in die tijd algemeen waren –

en bovendien is er heel veel kans op latere vervalsingen) –  terwijl de Heer heeft

gezorgd voor heel veel ooggetuigen van het lege graf en van de levende Heer, en

zelfs de felle tegenstander Paulus de meest overtuigde boodschapper werd van

Jezus als gestorven voor onze zonden, en opgewekt om ons te verzoenen met God.

 

Kijk en dat brengt ons terug bij Paulus’ brief aan de kerk van Rome, 25 jaar later.

Alleen al dat die brief kon worden geschreven is een sprekend bewijs van de macht van

Jezus als de allerhoogste Heer, en van de kracht van zijn evangelie – zelfs in de hoofdstad

van dat machtige Romeinse wereldrijk was al een gemeente van de levende Heer ontstaan!

Ook daar waren mensen die niet de keizer als de hoogste Heer en als een godenzoon vereerden

maar Jezus volgden en Hem eerden als de Zoon van God en de allerhoogste Heer – en de eeuwen daarna is het doorgegaan en het gaat nog altijd door – het evangelie blijkt Gods reddende kracht

voor die vele miljoenen die zijn gaan geloven en die Jezus erkennen als hun Heer en Redder.

 

In ons tekstvers zit het wat verstopt, maar als je heel precies lees heeft Paulus het

over Jezus als zoon van David en vooral als Zoon van God – met als ijzersterk bewijs

zijn opstanding uit de dood – en dat via de Geest van de heiliging– denk alvast maar door

van Pasen naar Pinksteren toe – de Heilige Geest die werd uitgestort en die mensen tot geloof

in Jezus brengt en ervan overtuigt dat Hij werkelijk de allerhoogste Heer is.

Een uitlegger:“De Geest van de heiliging waait sinds Jezus’ verrijzenis energiek door de wereld.

Het is de Geest die meekomt met het evangelie van Jezus Christus. Daardoor wordt deze Jezus aangewezen als de Zoon van God. Daardoor wordt hij voor vele mensen ‘onze Heer’“.

En: “Dat deze Jezus, opgestaan uit de dood, werkelijk de actuele machthebber op aarde is, blijkt

uit zijn onderdanen in de hele wereld”.  U en ik, levende bewijzen van de levende Heer.

Zeg maar: wij zouden er niet zijn vanmorgen, wij zouden geen christen zijn, geen gemeente,

als niet Jezus was opgestaan uit de dood, en als niet de Geest van Hem ook ons had aangeraakt,

als we niet de bijbel hadden gehad met die evangelieverhalen en die brieven –  want – Paulus weer: “niemand kan ooit zeggen: ‘Jezus is Heer’, behalve door toedoen van de Heilige Geest” (1 Kor. 12:3).

We zingen het straks:   “’t is uw Geest die mij doet zeggen:  Jezus Christus is de Heer!”

 

3.  Pasen:  Jezus is de allerhoogste Heer:  vertel het wereldwijd!

 

  Eerst worden de vrouwen op pad gestuurd: ga nu snel naar de leerlingen van Jezus!

Op hun beurt krijgen die leerlingen van hun Heer de opdracht mee: ga op pad, ga de

wereld in, en maak alle volken tot mijn leerlingen – tot burgers van Gods nieuwe rijk.

Het is de opdracht die het levenswerk zou worden van Paulus en van veel anderen.

Vanmiddag daarover nog wat meer, als we Matteüs 28 uitlezen met elkaar, vers 16-20.

Paulus geeft aan dat het zijn opdracht is: alle volken oproepen tot gehoorzaamheid en geloof.

“En dat geldt ook u”, zegt hij erbij – en betrek dat ook maar op ons vandaag, op u en op jou.

Paasfeest vieren is maar niet wat oude verhalen navertellen en mooie oude liederen zingen.

Paasfeest vieren is vooral: eer geven aan je Heer die voor jou stierf en nu voor jou leeft, en

die erkend wil worden als de allerhoogste Heer, als de Heer van ons huis, van uw en jouw leven,

en van zijn gemeente ook in BoL- en die ons zijn grote nieuws meegeeft om het door te geven

en het voor te leven – dat de Heer is opgestaan en dat daarom de dood niet meer onomkeerbaar is: nu gaan wij niet verloren en hoef jij niet verloren te gaan want God heeft ons opgericht en God wil ook u en jou en mij oprichten, hoe diep het misschien gaat:  geloof alleen en je bent gered!

Hoog tijd om te zingen: Lof zij de Heer, Hem komt toe alle eer, Hij is ’t Lam dat regeert tot in eeuwigheid.  Jezus Christus, Hij is de allerhoogste Heer.   Glorie aan God!

amen                                                         

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *