liturgie avonddienst zondag 21 april 2013 – met CGK
voorzang: Gz. 164 GK (=Opw. 126)
stil gebed
votum en groet
zingen: Ps. 139: 1,4,5 LB
gebed
Schriftlezing: Jona 1: 1- 2:2
zingen: Ps. 86: 1,2
Schriftlezing: Jona 3
zingen: Ps. 86: 3,7
verkondiging: Matt. 12: 38-41
zingen: Gz. 462: 1,3,4
gebed
collecte
geloofsbelijdenis Nicea
zingen: Gz. 257 LB (=GK 108)
zegen
amen: Gz. 456: 3 LB
—————————————————————————————————————————-
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes,
Iedere Nederlander van 14 jaar en daarboven moet overal een legitimatiebewijs bij zich hebben:
een paspoort of een rijbewijs of een ID-kaart – niet alleen als de politie je aanhoudt, maar ook als je uitgaat, als je als jongere alcohol wil kopen, als je wilt gaan stemmen, en in het openbaar vervoer..
en we snappen wel waar dat voor is: om te kunnen aantonen dat je bent wie je zegt te zijn……..
ook b.v. om fraude tegen te gaan met uitkeringen of bij de verkiezingen of als je de wet overtreedt.
Je kunt mensen niet maar op hun woorden geloven of op hun blauwe of hun bruine ogen…..
Het lijkt vaak ook zo te gaan met hoe mensen denken over God en praten over God: als er dan een
God is, moet Hij maar eens……en dan komen allerlei voorwaarden en verlangens en zelfs eisen: dan
moet God maar eens een eind maken aan al dat lijden, aan al die oorlogen, aan die ziekte van mij…
En zo is er nog heel wat meer op te noemen, met als rode draad dat God zich maar moet bewijzen.
Ja want de bijbel mag dan wel vol staan met grote daden die God gedaan zou hebben en er is ook
heel wat indrukwekkends te zien in de wereld om ons heen, maar wat bewijst dat nou en waarom
merk ik dan niks van God en waarom laat God al die ellende toe, en waarom….God, waar bent U?
Bijna tweeduizend jaar geleden liep Jezus op deze aarde rond en Hij deed heel bijzondere dingen:
mensen te eten geven van weinig, mensen genezen van ziekten en kwalen, kwade geesten wegjagen.
Toch lazen we dat lang niet iedereen zich liet overtuigen, en het waren niet de eersten de besten.
Vlak voor onze tekst gingen juist bijbelgeleerden en mensen uit de meest rechtzinnige vleugel van de kerk van toen frontaal in de aanval: die Jezus geeft zich uit voor iemand die door God gestuurd is en zelfs de beloofde messias zou zijn, maar in werkelijkheid zijn het trucjes die wijzen op zwarte magie:
die Jezus komt niet van God maar hij is een handlanger van duistere machten, een uit de satanskerk.
Kijk, en als Jezus dan nog eens wijst op wat Hij allemaal doet, laten ze zich nog niet overtuigen maar
zeggen ze wat we net gelezen hebben: wij willen een teken van U zien, laat uw legitimatiebewijs
maar eens zien als bewijs dat U echt bent voor wie zich uitgeeft: de door God gestuurde messias.
Die vraag kreeg Jezus wel vaker, en dan zeiden ze er zelfs bij: we willen een teken uit de hemel, een
regelrecht bewijs van God zelf dat die Jezus uit Nazareth echt van God komt en namens God spreekt.
We gaan luisteren naar de reactie van Jezus op die vraag – die afwijzend lijkt maar ver-wijzend is
Meer dan Jona…
1. is Jezus – door God zelf gelegitimeerd
2. is Jezus – het teken van Gods genade
3. is Jezus – het appèl om je tot God te bekeren
1. Meer dan Jona…is Jezus – door God zelf gelegitimeerd
Op het eerste horen klinkt het best respectvol: “Meester, we zouden graag een teken van u zien”.
Maar Jezus doorziet hen en weet als geen ander wat achter die beleefde vraag zit: verzet tegen zijn
persoon en tegen zijn boodschap, en de weigering om Hem te aanvaarden als gestuurd door God.
Vandaar die harde typering van waar deze vragers voor staan: “een verdorven en slechte generatie“.
Letterlijk staat er ‘overspelig’ – er zit trouwbreuk achter, de relatie met God op het spel zetten uit
eigen belang, in plaats van Jezus erkennen en geloven als de al lang beloofde messias van God.
Vandaar ook dat ze wat Jezus allemaal zei en deed in een kwaad daglicht stelden als occult gedoe.
En Jezus uitdagen om zijn ID kaart maar eens te laten zien: laat maar zien dat God achter je staat!
Het is een steeds terugkerend refrein, de ex-Farizeeër Paulus zegt later: “Joden verlangen tekenen”.
Het ging door tot aan het kruis: kom van het kruis af als u Gods zoon bent, dan zullen wij geloven!
Alsof er niet elke dag overtuigende tekenen waren; in het vorige hoofdstuk is verteld over de twijfel van Johannes de Doper: “Bent u degene die komen zou of moeten we een ander verwachten?” en dan verwijst Jezus naar wat Hij elke dag liet zien: “Zeg tegen Johannes wat jullie horen en zien: blinden kunnen weer zien en verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden gereinigd en doven kunnen weer horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. Gelukkig is degene die aan mij geen aanstoot neemt.’” (Matteüs 11: 4-6).
Precies dat zat achter die vraag van wetgeleerden en Farizeeërs: ze ergerden zich dood aan Jezus,
en daarom wilden ze Hem dood hebben – lees 11:14: “ze besloten Hem uit de weg te ruimen”.
Kijk, en dat verklaart de afwijzende reactie van de Heiland: zo’n teken zul je niet krijgen, een of
ander regelrecht signaal uit de hemel waardoor God overduidelijk laat zien dat ik zijn Zoon ben.
Alsof God niet in Jezus en door wat Jezus doet elke dag overtuigende bewijzen geeft van zijn liefde.
Weer een schokkend voorbeeld dat niet als vanzelf zien mensen tot geloof brengt – als je kijkt met
scheve ogen of met een verkeerde bril op – als niet in jezelf een knop is omgezet , door Gods Geest!
Wat Paulus schrijft: niemand die door de Geest wordt geleid zegt: vervloekt is Jezus – en niemand
kan zeggen: Jezus is Heer! dan door de Heilige Geest – hoe nodig is bekering, een nieuw hart!
Hoor dat erin als de Heer zegt: jullie zullen geen ander teken krijgen dan dat van Jona de profeet.
Jona, ja die kennen ze wel, dat was die profeet tegen wil en dank, die eerst wegliep bij God vandaan en bij zijn opdracht vandaan en die toen hardhandig als het ware door de dood heen teruggestuurd
werd: Jona, zo kom je van Mij niet af en kom je er niet onderuit, en in Nineve komen ze ook niet van Mij af -en daar lag hij op dat strand, en ging toch de goede kant op, en preekte hij in Ninevé – en
was hij met wat hij had meegemaakt en door dat hij nog leefde en daar kon rondlopen, een levend
teken – opgeslokt door de zee maar weer als door een wonder opgepikt en aan land gezet – een
levend bewijs van die psalm: “al vloog ik heen voor uw gelaat op vleugels van de dageraad tot aan
het uiterste der zee, uw hand ging daar zelfs met mij mee, uw rechterhand zou mij bereiken….”
ik las: “God spaarde hem op wonderlijke wijze en zo bleef Jona als profeet beschikbaar”. God dank!
Zeg maar: die wonderlijke redding uit zee en via dat zeemonster was Jona’s ID als echt profeet!
Als ze hem vroegen wat Hij kwam doen in die vreemde stad van dat vijandelijke land, kon hij ze
vertellen over dat hij eerst niet wilde en dat toen die storm kwam en ze hem over boord gegooid
hadden maar dat toen dat grote zeedier kwam en hij drie dagen later op het strand gedumpt werd..
Ja en dat was allemaal omdat ik jullie in Ninevé moest waarschuwen voor het oordeel van mijn God!
Ja maar, zult u zeggen, maar dat kon hij toch niet bewijzen, dat moesten ze op zijn woord geloven?
Daar hebt u dan helemaal gelijk in, het bleef een kwestie van geloof, en ze geloofden hem in Ninevé!
Eeuwen later komt Jezus, en Hij spreekt zijn eigen volk aan, en weer wordt geloof gevraagd, in de
woorden die Jezus spreekt en in de wonderen die Hij doet om die woorden kracht bij te zetten…..
En als Hij dan herinnert aan Jona, zegt Hij erbij, tot hun beschaming en om hen wakker te schudden:
en meer dan Jona staat hier voor jullie, met daarbij: maar wat doen jullie, hoe reageren jullie..op Mij?
Meer dan Jona….ja dat kun je wel zeggen van Jezus: anders dan Jona, vooral ook: gehoorzamer.
Jona liep de andere kant op dan de kant die God hem opstuurde omdat hij anders wilde dan God –
Jezus liet horen en zien dat Hij niet kwam om zijn eigen zin te doen maar de wil van zijn Vader – en
dat zelfs als dat hem kwam te staan op verzet en haat en zelfs toen dat uitliep op de kruisdood….
ja en ook erger dan Jona was wat Jezus moest doormaken: niet bijna verdronken maar echt dood
aan het kruis – en niet maar drie dagen en nachtgen in zo’n benauwd zeedier maar ‘in het binnenste van de aarde’ : in het graf, in het rijk van de dood – voorgoed uitgeteld, dachten ze allemaal – de vrienden rouwden en kropen in hun schulp en de vijanden dachten: eindelijk zijn we van Hem af.
Maar al van te voren kondigde de Heer aan hoe ze zich dan zouden vergissen want nog meer dan
lang geleden die mensen van Ninevé niet van Jona af waren en van zijn boetepreken, en ze dus niet
van de God van hemel en aarde af waren, des te meer kan niemand om Jezus en om zijn boodschap
heen – en dat zal Jeruzalem en Juda en Galilea merken en dat zal de hele wereld merken, als God na
die drie dagen en nachten zijn Zoon opwekt uit de dood en mensen met zijn evangelie de wereld in gaan – Pasen is het grote gelijk van Jezus – Pasen is dan toch het teken uit de hemel dat Jezus echt
wel is de beloofde messias en de grote Koning – zoals Petrus zijn volk daarmee confronteert met Pinksteren: “Laat het hele volk van Israël er zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en messias is aangesteld”. Paulus schrijft: door de opstanding uit de doden is Jezus bewezen Gods zoon te zijn in kracht. En geen mens en volk ter wereld kan nooit meer om deze Heer heen!
Ook dan – en tot vandaag toe – blijft dat uiteindelijk een kwestie van geloof: in Jezus die gekruisigd
is en opgestaan, en die leeft – lees maar die vele verslagen en kijk maar mee met de ooggetuigen –
tot het definitieve gelijk zal blijken op de dag dat Hij terugkomt om de balans op te maken – Jezus
wijst er waarschuwend naar vooruit: pas op dat dan die mensen uit Ninevé niet u veroordelen
zullen, omdat zij wel geloofden wat Jona maar jullie van van Jezus hebben afgemaakt – en dat is
bedoeld om ter harte genomen te worden, door Gods volk toen, maar ook door Nederland en
de wereld vandaag – en zeker voor u en door jou en door mij: wat doen wij met Jezus’ woorden?
2. Meer dan Jona…is Jezus het teken van Gods genade
Het is wonderlijk gelopen met Jona: weggelopen bij God vandaan en ingehaald door storm en
golven – en Jona besefteen kwam er tegen die heidense zeelui eerlijk voor uit: “dit is mijn schuld”.
Bijzonder dat hij zijn leven ervoor over had om die mannen te redden van de storm waardoor het schip met man en muis dreigde te vergaan: “gooi me in zee, dan zal de zee jullie met rust laten!”.
Daar zie je ondanks alles toch al iets in van Jezus die zijn leven opofferde tot redding van velen.
Meteen is er dan weer dat ‘meer dan Jona’ is Jezus, want Jona werd getroffen als gevolg van zijn
eigen schuld, en Jezus gaf zijn leven voor onze schuld – Hij die nooit zonde gedaan heeft – om ons
kwamen de golven van Gods boosheid over Hem heen, om ons is Hij door de dood heen gegaan.
Maar toch, in wat Jona deed werd al iets zichtbaar van Gods liefde voor mensen – en toen de storm ging liggen en God als het ware het offer van Jona aanvaard had, gingen die mannen tot de HEER bidden als de God die zee en land gemaakt had, en ze brachten offers en deden de HEER geloften.
Ja, en als Jona later toch in Ninevé arriveert en de mensen gaat vertellen over zijn God die hen zou
straffen als ze niet zouden breken met hun verkeerde daden, is hij met het verhaal van zijn eigen zonde en zijn wonderlijke redding een levend teken van Gods geduld en Gods genade: mensen, met de HEER is niet te spotten maar Hij is niet op jullie ondergang uit maar op jullie bekering en leven!
Gemeente, en nog veel meer dan Jona is Jezus het levende teken van Gods liefde en genade.
Van te voren kondigde Hij het zelf aan: “zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven” – en dat was om die ongehoorzame Jona te redden en ook u en mij die al te vaak van God weglopen en liever op onszelf afgaan en vanuit onszelf denken en leven dan gericht op God en om
onze medemensen te dienen – of herken je totaal niets van jezelf in Jona die zo zijn eigen kijk op de
wereld had en voor wie de hemd nader was dan de rok – eigen volk eerst en wat moet ik met die
mensen die ons alleen maar schade willen doen – Jezus is op Gods tijd voor zulke mensen – goddeloos in zichzelf en liefdeloos maar al te vaak – gestorven; en is op de derde dag opgestaan uit de dood!
Wat anders was dat en wie anders is Hij – veel meer dan Jona en veel meer dan wij ooit kunnen zijn –
het ultieme en overtuigende teken dat God zijn wereld zo liefheeft dat Hij zijn allerliefste Zoon Jezus
gegeven heeft – tot in de dood, en aan ons – opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar
eeuwig leven zou krijgen – God stuurde hem om de wereld niet te veroordelen maar te redden!
Nog altijd staat dat teken leesbaar en zichtbaar midden in de wereld – Jezus redt! – is dat de kern van het evangelie en van de boodschap van de kerk: laat u met God verzoenen, geloof en je bent gered!
3. Meer dan Jona… is Jezus – het appèl om je tot God te bekeren
Eigenlijk was dat de directe aanleiding tot dat aangekondigde teken van Jona: dat de leiders van Gods eigen volk zich eerst van de oproep tot boete en bekering van Johannes de Doper hadden afgemaakt en dat ze ook de woorden en de wonderen van Jezus weigerden te aanvaarden – in het vorige hoofdstuk stelde de Heer dat aan de kaak: jullie hebben Johannes de Doper weggezet als een
zwartkijker en Mij als een losbol, een vriend van tollenaars en zondaars, en als daar geen verandering
in komt, zullen jullie in de eindbeoordeling door God je voor dat ongeloof en dat verzet moeten verantwoorden – vlak voor onze tekst gaat het daar weer over: op grond van jullie woorden zullen
jullie worden vrijgesproken of veroordeeld – en dan gaat het om wat ze gezegd hadden over Jezus.
Met het oog daarop worden de kerkmensen van Jezus’ tijd vergeleken met de heidenen van Ninevé
en als het niet verandert valt die vergelijking in het voordeel uit van Ninevé: “op de dag van het
oordeel zullen de Ninevieten opstaan met deze generatie en haar veroordelen, want zij hadden zich
bekeerd na de prediking van Jona, en hier ziet u iemand die meer is dan Jona”. Die Iemand is Jezus.
Kijk, en dan stopt het, het vervolg moeten de hoorders zelf invullen, dat hangt van hun reactie af.
Lang geleden was God niet uit op de ondergang van Ninevé, u weet: helaas tot verdriet van Jona.
Jona wist goed wie God was: “u bent een God die genadig si en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid” (4:2) – en dat kan Jona niet rijmen want in Ninevé verdienden ze toch dat ze van de kaart zouden worden geveegd, daar hadden ze het toch naar gemaakt – als vijanden van Gods volk?
Jona moest leren – door schade en schande, denk aan die wonderboom – waar het verhaal op uit- loopt: “zou Ik geen verdriet hebben om Ninevé, die grote stad” , met al die mensen en die dieren?
En zo is God nog steeds: Hij heeft ook verdriet om Langedijk en Heerhugowaard, om Nederland en
Europa, waar zoveel mensen niet weten wat goed en kwaad is, en vooral: Gods liefde niet kennen.
Maar in die wereld, ook in die moderne samenleving van 2013, staat dat teken van Jona nog altijd
overeind, klinkt de boodschap van Gods liefde in en door Jezus die gekruisigd is en is opgestaan.
Die liefde gaat zover dat Jezus zelfs voor zijn vijanden heeft gebeden en ons leert zelfs onze vijanden lief te hebben – en te delen in zijn verdriet over zoveel haat, geweld, agressie, armoe, eenzaamheid.
Zolang Jezus nog niet terug is, klinkt zijn oproep wereldwijd laat u met uw God verzoenen.
Die oproep komt naar u en jou toe, en die oproep mogen we laten doorklinken naar anderen toe.
Niet als gelijkhebberig of betweterig maar vanuit de liefde van God voor zijn wereld, zijn mensen.
En dan is het aan iedereen die ermee wordt geconfronteerd, wat hij of zij ermee doet, allereerst
zelf en in eigen leven – het mag wel een les zijn ook voor ons dat Jezus die mensen van Ninevé tot voorbeeld stelt aan zijn eigen volk, aan de kerk van toen – het zou wat zijn als straks je buurman of je collega die nooit naar de kerk gaat je zou veroordelen – dat houdt ons wakker en houdt ons in beweging, naar God toe, en naar die anderen toe, en naar de eindstreep toe!
amen