Zondag 24 Heid. Cat. : Genade loont

liturgie middagdienst 10 maart 2013

 

(gezongen) votum en groet

zingen:      Ps. 127: 1,2

avondmaalsformulier V

zingen:      Ps. 84: 6

(dank)gebed

Schriftlezing: Matt. 19: 16 – 20: 16

zingen:      Lied 70: 1,4,5,6

verkondiging:  zondag 24  ‘Genade loont’

zingen:      Lied 364 (1,2,3)

gebed

collecte

zingen:      Ps. 16: 3,5

zegen

amen:        Lied 456: 3

———————————————————————————————-

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

 

Twee keer hebben we vandaar weer het avondmaal gevierd.

We kwamen niet om iets te brengen maar om alles te ontvangen, gratis en voor niets.

We hebben brood en wijn gekregen uit de handen van onze Verlosser en onze goede God.

Dat maakte zichtbaar en tastbaar dat Jezus zichzelf aan ons gaf en geeft: zijn offer voor ons.

Met dat formulier van vanmorgen hebben we onze kleinheid en afhankelijkheid erkend:

 “Als armen komen we bij de gulle  gever, als zieken bij de dokter die genezing schenkt, als schuldigen voor de rechter die vrijspraak geeft, als doden bij hem  die levend maakt. Wij hebben niets in onszelf maar alles in Christus.”    We mochten – om het met de apostel Paulus te zeggen in 2 Kor. 8: 9 – weer ervaren “de liefde die onze Heer Jezus Christus heeft gegeven: Hij was rijk, maar is omwille van u arm geworden, opdat u door zijn armoede rijk zoudt worden”.

 

Ja maar, en dan komen toch weer die tegenwerpingen: maar stelt wat wij doen dan niks voor,

en – zondag 32 – wij moeten toch goede werken doen, God vraagt toch onze toewijding, onze

gehoorzaamheid aan zijn geboden, waar blijft dan onze inbreng….en vorige week kwam toch nog

dat oude lied langs over dat wat is ‘gedaan voor Jezus, zijn waarde houdt en altijd blijft bestaan’?

Ja,  en – nog zo’n tegenwerping die zondag 24 naar boven haalt – God wil toch onze goede werken

belonen, daar is de bijbel vol van, en dat hebben we net nog de Heer horen zeggen tegen zijn

discipelen: wie hier heeft ingeleverd om zijn geloof, wordt straks dubbel en dwars gecompenseerd,

en mooier nog: dan krijg je het eeuwige leven – en anders: waar doe je het voor en als het allemaal

zo makkelijk gaat, krijg je luie christenen, slappe kerkgangers – zorgeloze  en goddeloze mensen…

Het is waar dat er een spanning lijkt te zitten tussen vraag en aanbod, tussen Gods genade en onze

menselijke verantwoordelijkheid, tussen dat je niks verdienen kunt bij God maar dat de Heer wel zegt dat Hij terugkomt om te oordelen en dat Hij dan iedereen zal belonen naar zijn daden (Opb.22:12)

Spanning ook in zondag 23: ik krijgt Gods genade als ik met een gelovig hart aanpak wat Christus voor me gedaan heeft – maar ook door dat geloof kan ik niks bij God verdienen – geloof is zelf ook niet een

prestatie van mezelf maar ik kan geloof alleen krijgen door de Heilige Geest die het in me werkt…..

 

Zondag 24 wijst ons de weg: als we moesten verdienen, kwamen we hopeloos tekort maar God is zo goed dat Hij toch wat wij als vrucht van het werk van Christus en ons geloof in Hem opleveren,  wil

belonen – daar past alleen maar dankbaarheid bij, waardoor ons leven anders wordt: beter, rijker.

Zeg maar: lege handen die we uitsteken om ze te laten vullen door de Here Christus, en die we daarna uitsteken om uit te delen aan de mensen om ons heen, en om te leven tot eer van God.

 

Genade loont

1.  als je durft verliezen

2.  levert dat veel op

3.  omdat God goed is

 

Genade loont:    1.  als je durft verliezen

 

  “Wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?”  – een serieuze vraag aan

Jezus van een sympathieke jongeman – in Marcus staat dat Jezus hem liefkreeg – die blijkbaar wel

door had dat volgens regels leven – wat hij zijn leven lang al probeerde te doen – hem niet bracht

waar hij wezen wilde – de spanning zit in de vraag: wat moet ik doen om eeuwig leven te krijgen.

Als je dan over het uiteindelijke antwoord van Jezus nadenkt, komt dat eigenlijk hierop neer:

dat eeuwige leven is voor jou, als je ervoor kiest de weg van Jezus te gaan en als je bereid bent

alles los te laten en achter te laten wat je daarbij hindert, als je je helemaal aan Hem toevertrouwt.

Dus niet: als je grote dingen tot stand brengt, of als je keurig netjes leeft, of je houdt aan een aantal regels die ooit bedacht zijn (denk aan de wetgeleerden in Jezus’ tijd of aan een gereformeerde zede).

Wat Jezus tegen die rijke jongeman als opdracht meegaf is ook niet een algemeen verbod op bezit

of de opdracht dat je alles wat je hebt moet weggeven en als bedelaar door het leven moet gaan,

maar het is de proef op de som: zit je met alle vezels vast aan wat je hier hebt opgebouwd of bij elkaar gespaard of aan rechten denkt verworven te hebben, of kun je dat allemaal opgeven en

durf je je klein te maken en met lege handen naar God te gaan, en je leven met alle plussen en

minnen, alle ups en downs, alle blijdschap en verdriet, in handen van je hemelse Vader te leggen.

Jezus zegt dat bij een andere gelegenheid zo: “ieder die zijn leven zal willen behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het behouden”. Die heeft eeuwig leven.

Neem als voorbeeld die eerste leerlingen, die zoals Petrus er  terecht aan herinnerde inderdaad

alles hadden achtergelaten – hun eigen bedrijf, hun gezin, een baan die flink geld opleverde, ook hun zekerheid, soms vriendschappen, familieleden die het niet pikten als je voor Jezus koos…..en dat met

een onzekere toekomst voor ogen en de nodige risico’s want Jezus had veel vijanden en het was als

je het menselijk bekijkt geen succesverhaal en het zou uiteindelijk uitlopen op zijn kruis en graf….

inderdaad: een smalle weg door een nauwe poort – weinigen vinden die en kiezen voor die weg.

 

Geen wonder dat die rijke jongeman teleurgesteld wegging omdat dit hem te veel gevraagd was,

en ook geen wonder dat de discipelen zich afvroegen:  “wie kan er dan nog gered worden?”.

Dat zeiden ze als reactie op de schokkende constering van hun leermeester naar aanleiding van

het afhaken van die jongeman dat het makkelijker is voor een kameel om door het oog van een naald te kruipen dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan – en het waarom ligt voor de

hand: die kameel is daarvoor veel te groot, en een mens heeft te veel spullen, geld, bezit, status en nog heel wat meer waar hij aan vast zit, en dat hij maar niet los kan laten, waar hij niet zonder kan.

En toen Jezus’  leerlingen  zich vertwijfeld afvroegen wie dan nog gered kon worden, stelde de Heer hen niet gerust maar gaf hen helemaal gelijk: dat is bij mensen ook onmogelijk, dat lukt niemand.

Een dikke streep dus onder die constatering van zondag 24 dat zelfs onze beste werken – zoals die

goede keus van Petrus en de anderen, zoals uw en jouw keus voor Jezus, zoals dat we er weer

zijn vanmorgen en vandaag avondmaal hebben gevierd, zoals je inzet op je werk en op school, zoals

die hulp aan de buurvrouw, die taken die je doet in de kerk, die hulp aan mensen die tekort komen…

dingen als het goed is zelfs gedaan uit liefde tot Jezus – maar zo vaak nog onder de maat of met een

bijbedoeling, en als het er echt op aan komt en we moeten inleveren, offeren, verliezen, wat is dat

dan moeilijk en wat zit er dan veel weerstand, wat zitten we elkaar en onszelf en God vaak in de weg.

 

En wat is het dan geweldig dat God het er niet bij heeft laten zitten en het er niet bij laat zitten.

Jezus laat zijn leerlingen en ons geen illusie over onze eigen mogelijkheden maar geeft hoog op over de mogelijkheden van God zijn vader: bij mensen is dat onmogelijk maar bij God is alles mogelijk.

Alles, zelfs dat onmogelijke dat een mens zich klein maakt voor God en zich kwetsbaar durft opstellen naar de ander-  kijk maar hoe kamelen toch door het oog van een naald kunnen: als ze heel klein

worden – Gods genade is zo groot dat een mens er klein van wordt en zichzelf aan zijn Heer durft

verliezen, dat Gods liefde zo je gaat vullen dat je gaat ervaren wat een lied verwoordt:  “Als Hij maar van mij is laat ik alles staan, wil ik enkel zijn waar hij is, volg ik Hem waar Hij zal gaan…waar Hij maar van mij is is mijn vaderland, zie hoe Hij alom nabij is met de gaven van zijn hand”. Genade loont!

 

Genade loontals je durft verliezen  2. levert dat veel op.

 

  “Maar hebben onze goede werken dan geen verdienste, God wil ze toch in dit en in het toekomstige

leven belonen” – daar heeft de catechismus echt een punt, dat staat echt vaak in de bijbel- Jezus zelf

heeft b.v. in de bergrede beloning in het vooruitzicht gesteld voor wie de weg van God willen gaan.

De zgn ‘zaligsprekingen’ zijn felicitaties voor wie het van Jezus verwachten en gaan voor Gods rijk:

voor nederigen is het rijk van de hemel, treurenden worden getroost, hongerigen worden gevoed,

en vervolgden om hun geloof hebben toekomst: “verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel” – ja en het heeft zin te bidden en te vasten, te geven aan de armen, op te komen tegen onrecht, je in te zetten om het evangelie door te geven en in de kerk actief te zijn –

de Heer zegt dat onze Vader in de hemel ons ervoor zal belonen – en net nog hebben we gelezen

dat die leerlingen van Jezus die alles hadden achtergelaten en Hem waren gevolgd, beloofd wordt

dat ze daarvoor dubbel en dwars worden gecompenseerd, en “deel krijgen aan het eeuwige leven“.

Helemaal waar dus dat lied: “alles wat gedaan is uit liefde tot Jezus, houdt zijn waarde en blijft voor

altijd bestaan“;  “God is niet zo onrechtvaardig dat Hij vergeet wat u hebt gedaan, hoeveel liefde u aan zijn naam hebt betoond door sinds jaar en dag steun te verlenen aan de gelovigen”  (Heb. 6: 10).

 

En wees dan maar blij met dat antwoord: “deze beloning wordt niet uit verdienste maar uit genade gegeven” – want dat betekent dat God niet een Werkgever is die een cao met ons afsluit en ons afrekent naar geleverde prestatie maar een liefhebbende Vader die zijn kind beloont uit liefde. dia7

God geeft ons niet het eeuwige leven omdat wij het er zo goed van afgebracht hebben maar God is als een vader, een moeder, die zoon of dochter een compliment geeft en op zijn tijd een cadeautje.

Ik las: “God beloont je leven dat je vanuit zijn genade leeft. Dat moedigt ons aan om goed te leven.

Dat helpt ons om offers te brengen waar dat nodig is. Ons leven is niet zinloos”. Denk maar weer aan dat begin van zondag 23: wat heb je eraan dat je gelooft? Dat ik in Christus voor God rechtvaardig ben en een erfgenaam van het eeuwige leven.  Geloven is niet voor niets, genade loont. VoorGoed.

 

Genade loont: als je durft verliezen, levert dat veel op,   3.  omdat God goed is.

 

Dat wordt nog eens onderstreept en uitgebeeld door dat verhaal over die werkers in de wijngaard.

Het sluit aan op die belofte aan Petrus en de anderen die alles hadden achtergelaten om Jezus door dik en dun te volgen en te steunen, en die zich afvroegen wat hun dat zou opleveren: waar kunnen wij naar uitzien – eigenlijk die vraag van zondag 23: wat hebben wij er aan dat we dat ervoor over hebben gehad – die belofte van een geweldige toekomst in het rijk van God, in het eeuwige leven.

Ja maar voor alle duidelijkheid wel met dat doordenkertje erbij dat vanmorgen ook al langs kwam:

“(maar) vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten” – wat wil dat dan zeggen?

Nou, dat maakt de Heer vervolgens duidelijk met een verhaal, uit het dagelijkse leven gegrepen.

Of liever, met een verhaal dat compleet de omgekeerde wereld is vergeleken met dat alledaagse

van loon naar prestatie, volgens geldende cao, en in lijn met  wat mensen eerlijk en normaal vinden:  je wordt per uur betaald, of per afgesproken klus, en fulltime betaalt beter dan part/time.  dia 9

In dat verhaal gaat het over een eigenaar van een wijngaard die op zoek is naar arbeidskrachten.

Werk op het land was toen en vaak ook nog tegenwoordig seizoenswerk: vooral in de oogst is er veel mankracht nodig – denk aan aspergesteken in Limburg, bollenpellen, en aan het koolseizoen bij ons.

Zo had die boer voor het plukken van de druiven heel veel extra mensen nodig, en daarom ging hij al vroeg naar de markt – in die tijd een soort arbeidsbureau – om werkkrachten voor die dag in te huren.

Hij vond een aantal werkwilligen en hij sprak met hen het toen normale dagloon af: 1 denarie

Drie uur later ging hij weer naar de markt en weer trok hij arbeiders aan: wil je bij me werken, jullie krijgen wat je toekomt. Zo ging het nog een paar keer vaker die dag: om 12 uur, 3 uur ’s middags.

Zelfs toen de man een uur voor het donker werd nog een keer kwam, hingen er nog een paar rond: “waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?” “omdat niemand ons in dienst wilde nemen”. Een smoes natuurlijk want waarom waren ze hier eerder die dag niet toen de boer op zoek was naar personeel? Ze waren liever lui dan moe, hadden misschien wel lekker in de zon gelegen.

Maar goed, gaan jullie ook nog maar naar mijn wijngaard, vele handen maken het werk lichter en je kunt in elk geval nog iets verdienen. Zo gezegd zo gedaan en ook die laatkomers gingen aan de slag.

 

Aan het eind van de dag kwam het uur van de afrekening, en wonderlijk genoeg werden de lui die het laatst aan het werk waren gegaan het eerst naar voren geroepen om hun loon in ontvangst te nemen, en tot verbazing van henzelf en hun collega’s kregen ze 1 denarie een compleet dagloon.Waar ze totaal geen recht op hadden, en totaal niet op gerekend hadden: en dat voor 1 uur werk!

Je snapt wel dat bij de anderen een zenuwachtige spanning begon te ontstaan. wat zouden wij krijgen, toch vast wel iets meer, tenslotte hebben wij een paar uur langer gewerkt – maar nee:

ook 1 denarie – OK, jammer, maar het zal wel, ook meer dan waar ik op had mogen rekenen…..

Totdat de mannen aan de beurt kwamen die er die morgen vroeg meteen al bij waren: nou, wij

zullen toch zeker wel meer krijgen dan die ene denarie, we hebben er de hele dag voor gewerkt!

Tot hun schrik en ergernis kregen ook zij die ene denarie en geen cent meer:   maar dat is niet

eerlijk, wij hebben de hele dag keihard gewerkt, in de brandende zon, wat staat daar tegenover?

Geen probleem die ene denarie maar waarom krijgen die luilakken die de hele dag niks hebben

uitgevoerd en vlak voor sluitingstijd toen de zon al bijna onder was en de hitte veel minder,  nog even zijn langs geweest, hetzelfde loon als wij…..dat is gewoon niet eerlijk – en gelijk hadden ze, toch?  dat zou jij toch ook niet pikken als je bij de supermarkt avond aan avond vakken hebt gevuld en dan is er eentje die alleen op zaterdagavond van 6 tot 8 werkt en die net zoveel verdient als jij..

of als op je werk een parttimer met hetzelfde loon naar huis gaat als u die zelfs vaak overwerkt?

En dan de reactie van de wijnboer: ik doe jou geen onrecht, jullie krijgen precies wat we vanmorgen hebben afgesproken, en wat ik aan die anderen wil geven, is mijn zaak, ik mag toch met mijn geld doen wat ik wil – of zijn jullie jaloers, kunnen jullie het niet hebben dat ik goed ben voor die anderen?

 

Nou, als je chef zo zou praten, zou je dat niet pikken, en je zou misschien wel naar de vakbond gaan. Terecht want zo werkt het niet natuurlijk, en in het vervolg ga je vast niet bij zo’n bedrijf werken.

Ja maar, je snapt het wel, deze wijnboer is niet zo maar iemand, Jezus bedoelt God zijn Vader – en die

geeft geen loon naar werken maar geeft uit genade, omdat Hij goed is, voor mensen die dat goede niet verdienen en op zijn hoogst hun best hebben gedaan om de Heer hun dankbaarheid te tonen.

Jezus zegt in Lucas 17 dat een baas toch niet zijn knechten hoeft te bedanken als ze hun plicht hebben gedaan: “Hetzelfde geldt voor jullie wanneer jullie alles gedaan hebben wat jullie is opgedragen, zeg dan: ‘ Wij zijn maar knechten, wij hebben enkel onze plicht gedaan'” – ja en als je dan beseft dat je daarin al elke dag tekort schiet – onze beste werken in dit leven onvolmaakt en zelfs met zonden bevlekt – des te geweldiger dat God zo goed is dat Hij wat we door zijn genade en vanuit de liefde die Hij in ons wil werken – zondag 24 zegt: vruchten van dankbaarheid vanuit de band die we in geloof met Christus hebben – hoe gebrekkig nog en met veel wildgroei en scheefgroei -beloont.

 

Nou, en dan past daar geen afgunst bij, dan gun je iedereen dat God goed is voor hem of voor haar.

Jezus laat die wijnboer zeggen: zet het misschien kwaad bloed, steekt het misschien – letterlijk. of is uw oog boos – omdat ik goed ben? goed voor wie zoveel later erbij kwam, goed voor wie jaren van zijn leven vergooid heeft (zoals die verloren zoon uit dat andere verhaal), goed voor wie aan het eind van haar leven alsnog tot geloof kwam : als je elke dag alleen maar van genade kan leven, zul je die

genade ook aan anderen gunnen en aan anderen uitdelen – je werkt met plezier en met volle inzet in de wijngaard van God!  Niet om iets te verdienen bij Hem, omdat Jezus dat voor je heeft verdiend!

amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *