Lucas 4: 14-30 : Jezus preekt voor eigen parochie …of toch niet?

liturgie morgendienst zondag 3 februari 2013

votum en groet

zingen:         Ps. 61: 3,4,5

wet van de HEER

zingen:         Ps. 61: 6

gebed

Schriftlezing:   Lucas 4: 14-30

zingen:         Lied 168: 1,4,5,6

verkondiging

zingen:         Gz. 169: 3,4,5

gebed

collecte

zingen:         Gz. 119: 1,3,5

zegen

—————————————————————————————————————-

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

 

Wie preekt er vanmorgen?

Nou, best apart: een student uit Kampen die  sinds kort mag rondpreken in de kerken.

Ja en dat niet alleen: we kennen die student allemaal want hij is er eentje van ons.

Die jongen is hier opgegroeid, heeft hier op school gezeten en op de jeugdvereniging.

Misschien herinneren sommigen nog van vroeger dat zoiets al eens gebeurd is…hier…

en misschien gebeurt het nog wel eens….hier.

Iedereen zit dan net wat meer op het puntje van zijn stoel: spannend, hoe zal hij het doen?

Je luistert extra welwillend of juist extra kritisch, in elk geval met net wat meer aandacht.

Ik denk:  zo ongeveer zal het zijn geweest toen Jezus voorging in die synagoge van Nazareth.

 

Voor hem bijzonder want wat had hij daar vaak gezeten: als jongen met zijn ouders, en later

als de timmerman van het dorp, samen met zijn broers in het gedeelte voor de mannen-  en

moeder Maria en de zussen zaten dan in de vrouwenafdeling – zo ging dat in die tijd en zo gaat het nog altijd bij de orthodoxe Joden –   in dat dorp waar ze al bijna dertig jaar gewoond hadden.

Dat dorp waar iedereen iedereen kende, en waar ze al heel wat gehoord hadden over wat hun

Joshua in andere plaatsen al had gedaan: hij schijnt geweldig te kunnen preken en hij doet ook

nog dingen die heel bijzonder zijn: zieken beter maken, zoals blinden en doven en verlamden.

Geen wonder dat de synagoge stampvol zit die morgen en dat het muisstil is als Jezus een

boekrol aanpakt en een gedeelte uit de bijbel voorleest en daarna daarover gaat preken.

Ja,  en het lijkt allemaal heel goed te gaan en ze vinden het allemaal fantastisch: wat een

prachtige preek is dat en dat voor die zoon van Jozef, voor die jongen uit ons eigen dorp!!

Het is dat het een kerkdienst is anders zou je spontaan opstaan en hard voor hem klappen….

 

Totdat….:  wat zegt hij nou…..maar dat is……hoe durft hij…..wat verbeeldt die Jezus zich….

Er zit in dat verhaal een kantelpunt, een moment dat de stemming omslaat de andere kant op, en

het loopt zelfs zo uit de hand dat ze Jezus vastpakken en meesleuren en Hem dood willen gooien.

Misschien dat je zeggen kunt dat het voorlezen uit de bijbel met de uitleg erbij in goede aarde viel, maar dat de toepassing aanvoelde als keihard op hun tenen staan en tegen hun schenen schoppen.

 

Dat zou zomaar ook vandaag aan de dag kunnen voorkomen,  b.v. dat een mooie heilshistorische preek, die uitloopt op de Here Jezus,  goed landt,  maar dat toespitsingen  op de man en vrouw af en over concrete zaken in het leven van ieder persoonlijk of de gemeente als geheel, of wat er mis kan gaan in de samenleving, op weerstand stuit en ergernis oproept: wat is dit, hier kan ik niks mee…..

 

Ja en als je het zo leest was de Heer er zelfs op uit om te shockeren en die felle reacties uit te lokken.

Zoals vaker het geval was want Hij was niet uit op applaus maar op geloof; Hij wilde ook in Nazareth

worden aanvaard, als maar niet de gevierde spreker of de knappe wonderdokter en ook niet als die

beroemde plaatsgenoot maar als inderdaad die beloofde die is gekomen om Gods goede nieuws te brengen, en dat  aan niet een select groepje of wie dachten recht op Hem en zijn hulp te hebben maar aan wie zich arm wisten en hulpeloos voelden – dat staat ook in die profetie van Jesaja 61-

(in de meeste handschriften – helaas niet in NBG-51 en NBV, wel in de Statenvertaling)  dat de Messias – gezalfd met de Geest – is gezonden  “om te genezen wie gebroken zijn van hart”.

 

Laten we nog wat scherper gaan luisteren naar Jezus en daarna kijken naar hoe het thuisfront reageert:      Jezus preekt voor eigen parochie…of toch niet?       

 

Jezus was terug in Galilea, de regio waar Nazareth lag en waar hij dus was opgegroeid en waar ook de meeste leerlingen vandaan kwamen – terug uit Judea waar Hij door Johannes was gedoopt en de Heilige Geest op Hem was neergedaald – en waar Hij in de woestijn de proef had doorstaan in de kracht van diezelfde Geest en met het wapen van Vaders woorden waar satan niet van terug had.

Je zou kunnen zeggen dat Jezus voor zijn examen was geslaagd en nu in Galilea rond mag preken.

Gods Geest werkt zelfs zo krachtig dat Jezus de prediking over Gods rijk en zijn redding onderstreept door te demonstreren dat Hij inderdaad de beloofde Redder is, en dat waar Gods rijk doorbreekt de tegenkrachten van zonde en ziekte en dood het moeten afleggen;  in Matt. 4: 16 staat dat Hij elke ziekte en elke kwaal genas en dat als gevolg van dat allemaal grote groepen mensen Hem, naliepen.

Je kunt je voorstellen dat de mensen diep onder de indruk zijn van deze nieuwe rabbi;  letterlijk staat er dat zijn ‘faam’,zijn reputatie, als een lopend vuurtje door Galilea gaat, en ook Nazareth bereikt.

 

Dan komt Jezus daar zelf ook weer, terug van weggeweest, en het wordt sabbat, en Hij gaat ‘volgens zijn gewoonte’  (wat anders is dan ‘uit gewoonte’)  naar de wekelijkse samenkomst in de synagoge.

Als volwassen man kon je gevraagd worden in de synagoge voor te lezen en uitleg te geven, en wie konden ze vandaag beter uitnodigen dan die rabbi van hier over wie zoveel mensen uit andere dorpen praatten en die steeds bekender en beroemder werd: geweldig dat U vandaag bij ons bent.

En Jezus nam graag de uitnodiging aan: wat is mooier dan ook hier het goede nieuws bekend maken dat het na heel veel eeuwen zover is dat werkelijkheid wordt waar profeten van verteld hadden en zoveel psalmen over gingen: de tijd van Gods genade is gekomen, hier staat Hij, de lang beloofde!

 

Heel bewust rolde Jezus daarom de boekrol af met de profetieën van Jesaja, tot bijna het einde,

die verzen uit hoofdstuk 61, die we net de Heer hoorden voorlezen, terwijl ze ademloos luisterden, en gespannen afwachten tot Hij ging zitten: zou Hij nog meer zeggen, zoals vaak de gewoonte was?

Er kwam inderdaad echt meer: wat Jesaja aankondigde is hier en nu werkelijkheid aan het worden!

Hij over wie Jesaja het heeft staat voor U: de Geest van de Heer rust op mij, want Hij heeft mij gezalfd (niet zo lang geleden, bij die doop door Johannes), en Ik kom ook aan jullie het goede nieuws brengen en wie gevangen zijn in schuld en zonde vrijlating brengen, en blinden weer open ogen, en mensen die onderdrukt zijn vrijheid teruggeven – de tijd van Gods genade is nu echt ingegaan!  Zo

ongeveer is dat bedoeld, wat raadselachtig klinkt: hier en nu wordt Gods sjaloom werkelijkheid!

 

Een uitlegger past het toe op wat hun in Nazareth ter ore was gekomen over de prediking van Jezus en over zijn wonderen:  wat jullie horen over Mij is wat in Jesaja 61 al is aangekondigd: blinden gaan zien,doven horen, lammen kunnen weer lopen, gebondenen worden bevrijd, en God vergeeft.

Nou, en dat verhaal slaat aan en valt goed:  woorden van genade, prachtig, die Jezus is onze man.

Waarbij ze inderdaad in hun achterhoofd hadden wat ze van de grote daden van hun Jezus hadden

gehoord, zoals b.v in het dorp waar Jezus sinds kort woonde: Kafarnaüm, waar Jezus mensen had

bevrijd van demonen, waar de sc hoonmoeder van Petrus van hevige koorts was afgeholpen, en

heel veel andere zieken genezen waren – en er waren meer van die verhalen over Jezus in omloop.

Dat wekt  bewondering maar ze konden het ook nog niet goed vatten: hoe bestaat het dat die zoon

van Jozef, hun dorpsgenoot, zo kan preken – zonder theologische studie zelfs – en blijkbaar ook kan beschikken over bovenmenselijke krachten – zou het dan echt….hij de beloofde…vol van Gods Geest?

 

Er hangt als Jezus zo aan het preken is een gespannen verwachting in die synagoge: wat zou het mooi zijn als Jezus ook hier bij ons…..er zijn hier ook mensen die al lang ziek zijn: blind..doof…en wie weet: mijn broer met zijn rugklachten…mijn oude vader met zijn staar…onze gehandicapte dochter…

En  Jezus die weet wat in mensen omgaat, weet en voelt wat velen denken zonder dat ze het zeggen:

ongetwijfeld zullen jullie tegen mij zeggen dat Ik wat ik in andere plaatsen heb gedaan, ook hier maar eens moet laten zien, tenslotte is dit het dorp waar je opgegroeid bent, je bent een van ons, toch…?

Nou en, denk je misschien, logisch toch, is dat zo erg, mogen ze dan niet trots zijn op hun Jozua….en

waarom mogen zij dan niet profiteren van de bewijzen van genade en redding die God door middel van Jezus wilde demonstreren door heel het land heen – voortrekken hoeft niet maar achterstellen?

 

Maar de Heer komt niet tegemoet aan de wensen waarvan hij weet dat ze breed leven in Nazareth.

Hij typeert dat met een kreet die teruggaat op een bekend spreekwoord in die tijd: Dokter, maak jezelf beter – en dan gaat het niet over Jezus zelf die ziek zou zijn maar over zijn mensen, zijn dorp.

Er zit een verkapt verwijt in dat Jezus zich druk maakte om al die dorpen en steden verder weg terwijl er dichtbij huis genoeg te redden en te genezen viel: waarom moeten wij eersten de laatsten zijn?

Kijk, maar daarmee kwam aan het licht dat hun verwondering en bewondering lang geen geloof was, en bovendien voortkwam uit een verkeerd verwachtingspatroon en een scheve kijk op wie Jezus is.

Ik las: “ze zijn gekomen in hun typische dorpshoogmoed, omdat een zoon uit hun midden het zo ver gebracht had“…en nu willen ze het ook wel zien, moeten die mooie woorden over redding van wie ziek zijn en gehandicapt, blind, doof, ook maar eens omgezet worden in daden: doe ook hier wat U in Kafarnaüm en in al die andere plaatsen hebt gedaan, dan komen wij als Nazareth ook eens positief in het nieuws – dan komen ze er in Jeruzalem achter dat uit Nazareth echt wel wat goeds kan komen!

 

Gemeente, maar dan geeft Jezus niet thuis: luister eens, een profeet is er niet om aangenaam te zijn in zijn vaderstad, om zijn eigen volk naar de ogen te kijken of naar de mond te praten, om te voldoen aan de verwachtingen van een hooggeëerd publiek – als een wonderdokter of een entertainer – nee,

de ervaring leert dat profeten juist extra dwarsgezeten of tegengesproken worden door eigen volk.

Want een echte profeet praat niet mensen naar de mond maar geeft door wat God te zeggen heeft.

Waarbij geldt wat een apostel schrijft:  “het oordeel begint bij Gods eigen mensen”  (1 Petrus 4: 17)

Wat die eigen mensen vaak zo’n profeet niet in dank afnamen, denk maar aan Elia en aan Elisa.

Ik kwam ook een treffende uitspraak van de Heer tegen aan het adres van zijn profeet Ezechiël

Wat jou aangaat, mensenkind: je volksgenoten praten allemaal over jou, bij de stadsmuur en bij de deuren van hun huizen zeggen ze tegen elkaar: “Kom, laten we gaan luisteren naar wat de HEER ons te zeggen heeft!” Ze komen in grote groepen naar je toe en nemen tegenover je plaats, ze luisteren naar je woorden maar handelen er niet naar. Ze hebben hun mond vol van de liefde, maar ze denken alleen aan hun eigen voordeel. En jij bent voor hen niet meer dan een zanger van liefdesliedjes, iemand met een mooie stem, iemand die goed kan spelen: ze horen wel wat je zegt, maar ze handelen er niet naar. ’” (Ez. 33: 30vv.)  Alsof je in die synagoge in Nazareth bent!  Bij een later bezoek aan Nazareth herhaalt de Heer het nog wat scherper zelfs: “Nergens wordt een profeet zo miskend als in zijn eigen stad, en in zijn eigen familie” – het verzwaarde het lijden van onze Heer, dat zelfs zijn eigen broers niet in Hem geloofden – we lezen het in Joh. 7: 5 – en het is zelfs een keer voorgekomen dat ze Hem wilden afvoeren omdat ze dachten dat Hij zijn verstand had verloren!

 

Het meest pijnlijke moment komt , als Jezus met zoveel woorden herinnert aan wat die vroegere profeten Elia en Elisa overkomen is:  Elia moest vluchten over de grens en God stuurde hem naar een weduwe in het heidense Sarepta om daar te overleven,  en niet naar een van de vele weduwen in IsraëL – nee,  want in Israël was droogte en honger als straf op hun afgoderij en negeren van de HEER. En Elisa werd geconfronteerd met veel ongeloof en verzet onder zijn eigen volk maar een Syrische generaal (Naäman) werd genezen van zijn huidziekte en kwam tot geloof in de God van Israël – terwijl

mensen in Israël zelf die aan soortgelijke kwalen leden niet naar Elisa toe gingen en ziek bleven.

Een uitlegger zegt erover: “Door zijn spreken toont Jezus aan hoe de weigering om de profetie te

aanvaarden er al zo vaak toe heeft geleid dat men ook de weldaden van God kwijt raakte” – en dan

heeft de goede verstaander aan zulke voorbeelden genoeg: Nazareth, dat kan ook jullie gebeuren!

 

Blijkbaar stak dat hun plaatselijke en nationale en religieuze trots want  bewondering sloeg om in woede: “ze sprongen op en dreven hem de stad uit, naar de rand van de berg waarop hun stad gebouwd was, om hem in de afgrond te storten”.Dit was te veel, hoe durfde hij, weg met hem!

Het zou zich veel vaker herhalen, tot het allerdiepste dieptepunt toen ze Hem die eerst nog als de

aanstaande Koning was binnengehaald, een smadelijke dood in joegen:  Kruisig Hem,  kruisig Hem!

 

Het is niet zo dat Jezus zijn eigen dorp onderwaardeert of achterstelt of de rug toekeert, wel dat Hij zijn familie en zijn vroegere buren en zijn oude klasgenoten en al die anderen wil wakker schudden: ook voor jullie komt het aan op geloof, net als voor dat Israël in de tijd van Elia en Elisa, en net als voor de mensen van Kafanaüm en in Jeruzalem en waar dan ook: geloof in de Redder en Koning die God gegeven heeft:  niet omdat je daar recht op hebt of bij Hem een streepje voor hebt als toch

familie of vriend, als toch gedoopt en lid van de ‘ware kerk’, of van de goeie club, maar UIT GENADE.

Maar wie niet van die genade wil leven, wordt rechts of links gepasseerd;  ook dat zei Jezus vaker:

Jullie zullen zeggen: “We hebben in uw bijzijn gegeten en gedronken en u hebt in onze straten onderricht gegeven.” Maar hij zal tegen jullie zeggen: “Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan? Weg met jullie, rechtsverkrachters!” Dan zullen jullie jammeren en knarsetanden wanneer je Abraham, Isaak en Jakob en al de profeten in het koninkrijk van God ziet, maar zelf buitengesloten wordt.Uit het oosten en het westen en uit het noorden en het zuiden zullen ze komen, en ze zullen aan tafel genodigd worden in het koninkrijk van God. En bedenk wel: er zijn laatsten die de eersten zullen zijn, en er zijn eersten die de laatsten zullen zijn.” Dat is niet om kwaad te worden maar je te bekeren!

 

Jezus preekte voor eigen parochie….of toch niet? – nee, die preek staat ook voor ons in de bijbel.

Wij hebben een bijbel vol evangelie: uitspraken van Jezus, woorden van profeten en apostelen..

We kunnen ze lezen en ze worden voorgelezen, we praten er samen over en er wordt over gepreekt.

En dan is de vraag wat we ermee doen en wat het ons doet,  of we alleen aanhoren of echt luisteren.

Anders gezegd: staan we open voor wat ons wordt aangereikt, voor de feedback van de Heer en van mensen om ons heen;  zijn we leerbaar, willen we wat niet goed is veranderen en het anders doen….

Als we dan tegenspraak of tegenwerking krijgen, worden we er misschien- of vaak – onrustig van- of

zelfs boos om- dat is niet erg: als we er maar wat mee doen, als we boos worden op onszelf en willen aanpakken,  wat niet spoort bij onszelf, niet spoort met hoe God het bedoeld heeft en het graag ziet,

boos over de zonde die ons in de weg zit en die nog zoveel stuk maakt in de kerk en in de wereld.

Daar was Jezus op uit en is Hij nog steeds op uit, om mensen op te schudden en wakker te schudden.

En als het goed is brengt dat ons in beweging, naar God toe, naar Jezus toe, en naar de ander toe.

 

Dit verhaal eindigt majesteitelijk en tegelijk als een waarschuwing die aan het denken wil zetten:

                                        “Jezus liep midden tussen hen door en vertrok“.

Zijne Majesteit de Messias is niet te stoppen, laat staan dat ze Hem voor zijn tijd kunnen doden – maar het is ook hoogste ernst: Ik ga nu weg hier, en Ik laat jullie achter met wat Ik gezegd heb…

 

Dat kan, als de boodschap van Jezus geen gehoor vindt maar afstuit op trots of op verzet – want

we kunnen Hem niet claimen en we hebben geen recht op zijn redding als beter dan wie ook maar.

Neem  die profetenwoorden maar mee, en geloof in Jezus die ze waar maakt: goed nieuws voor wie zich arm weet tegenover God, vrijlating voor wie schuldig staan, oog voor God en elkaar voor wie uit zichzelf verblind zijn, vrijheid voor wie gebonden zitten – nog altijd is het een tijd van veel genade!                                                                                                                                                       

                                                                             

                                                                               amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *