middagdienst zondag 9 december 2012
votum en groet
zingen: Gz. 91
gebed
Schriftlezing: Marcus 8: 27-38
zingen: Ps. 138: 4
Schriftlezing: 1 Pet. 2: 18-25 en 3: 8-9
zingen: Ps. 147: 1,4 – onder naspel kinderen naar de club
verkondiging: zondag 15
zingen: Lied 188 (1,2) – voorspel – kinderen terug in de kerk
gebed
collecte
slotzang: Lied 392 (1,3,4,5)
zegen
———————————————————————————————————————
Gemeente van Jezus de Christus, gekruisigd èn opgestaan, u en jullie,
‘Nu Christus voor ons geleden heeft, waarom moeten wij dan nog lijden?’.
Een uitlegger zegt terecht: “Dat is de vraag die wij nog vaker stellen
dan vraag en antwoord 42 van de Catechismus:
nu Christus voor ons gestorven is, waarom moeten wij dan nog sterven?”.
Je zou de vraag ook anders kunnen stellen:
Wat is er door dat lijden en dat kruis van Jezus
nou eigenlijk veranderd in de wereld?
Moet je niet nuchter constateren: bij zoveel dat wel degelijk is veranderd
en steeds sneller aan het veranderen is, is de wereld er niks beter op geworden?
Nog altijd voeren mensen oorlog,
worden elke dag nu hier en dan daar vreselijke misdaden gepleegd
en gruwelijke wreedheden begaan, tot op het voetbalveld toe…,
lijden mensen pijn door slopende ziekten of ernstige verwondingen,
breken relaties stuk door onmacht of onwil,
is er haat en nijd tussen mensen en groepen mensen
(helaas tot in de beste families,
en ook tussen gelovige mensen en in christelijke gezinnen),
en slaat vroeg of laat de dood onverbiddelijk en onherroepelijk toe.
Wat verandert het lijden van Christus aan dat en zoveel meer lijden?
Als we de bijbel lezen – zoals we gedaan hebben vanmiddag – lijkt het beeld er
zelfs nog somberder op te worden: achter Christus aan wordt het eerder moeilijker.
Jezus zei: “wie mij wil volgen, moet zichzelf vergeten,zijn kruis dragen en mijn weg gaan”.
Dat kan zelfs zover gaan dat je er je leven bij inschiet. Net zoals je Heer.
Petrus – die dat eerst ver van zich af schreeuwde: gebeurt niet, geen sprake van! –
schrijft jaren later – door zijn Heer, geleerd – aan mensen die juist door hun geloof lijden te verduren kregen: lijden is uw roeping… Christus zelf heeft voor u geleden en u daarmee een voorbeeld nagelaten. Volg dus zijn voetspoor.
Nou, en dan wordt wel degelijk alles anders. Nu al, en eens voorgoed!
Lijden als roeping
1. van Christus die voor ons geleden heeft
2. voor ons die nog moeten lijden achter Christus aan.
1. Lijden als roeping van Christus: Christus die voor ons geleden heeft.
Christus heeft heel de tijd van zijn leven op aarde (maar vooral aan het eind)…geleden.
Dat is kras gezegd in zondag 15. Begrijp het niet verkeerd.
Alsof Jezus altijd alleen maar pijn had en verdriet en narigheid.
Alsof er helemaal geen mooie dingen waren. Thuis in Nazaret.
Later toen Jezus met zijn leerlingen het land doortrok.
Jezus heeft ook plezier gehad thuis. Heeft gespeeld. Heeft gelachen.
Kon genieten van wat God zijn Vader mensen geeft.
Waardeerde een goede maaltijd en een lekker glas wijn.
Toch: heel zijn leven op aarde stond in het teken van zijn lijden.
Het beroemde schilderij van Holman Hunt geeft er op zijn manier uitbeelding aan:
het kruis dat al in de timmermanswerkplaats in Nazaret zijn schaduw voorop werpt..
De hamer en de spijkers die als het ware al klaar liggen……
Als zondag 15 zegt: heel zijn leven heeft Christus geleden….
dan is dat maar niet een constateren achteraf.
Het was het doel van zijn leven. Zijn roeping.
Een opdracht die Hij uit eigen vrije wil gehoorzaam heeft uitgevoerd.
Zo moeten we begrijpen wat Jezus van te voren vertelde aan zijn leerlingen:
de zoon van de mens – Gods zoon die zoon van Adam werd – moet veel lijden,
en verworpen worden, en gedood worden….en dan ook opstaan.
Dat is geen ‘het moet nou eenmaal’, er is geen ontkomen aan…..
Jezus had er best vandoor kunnen gaan, de grens over, ver weg….
Maar Hij wist van zijn roeping: Ik ben juist gekomen om Vaders wil te doen…
Wij hebben het vaak moeilijk met het lijden in de wereld.
We stellen ongeduldige en zelfs kritische vragen: waarom dit, waarom dat?
We kunnen wat we zelf soms moeten doormaken, niet plaatsen, niet accepteren.
En we zeggen misschien wel zuchtend of mokkend: waaraan heb ik dat verdiend?
Maar als het erop aan komt, houdt geen mens dat vol.
We moeten vaak lijden onder de gevolgen van eigen foute keuzes
of door wat mensen andere mensen aandoen – terwijl weer anderen wegkijken…
en terug tot het begin: op de bodem aller vragen ligt onze gezamenlijke zondeschuld.
Kijk, maar van die Ene alleen, van Christus, geldt het wel:
Hij heeft onschuldig geleden, hij is onschuldig veroordeeld en ter dood gebracht…
Als er Een zou zijn die het niet had verdiend te lijden en te sterven…was dat Jezus.
Hij heeft juist omdat Hij rekening hield met God, leed verdragen.
Hij kreeg slaag en erger, terwijl Hij alleen maar goed had gedaan.
Van Hem staat als een paal boven water: geen zonde gehad of gedaan….
De wereldlijke rechter stelde dan ook officieel vast:
hij is onschuldig, hij heeft niets gedaan waar de doodstraf op staat…
en alle beschuldigingen tegen hem bleef niet één overeind…..
ja, behalve die ene dan: Hij beweert dat Hij de Zoon van God is…
maar dat is geen misdaad maar juist hart van het evangelie:
God geeft een Middelaar, echt God èn echt mens, mens zonder zonde…
Jezus heeft – herinnert een ooggetuige als Petrus zich nog haarscherp –
zelfs zijn beulen en rechters alleen maar goed behandeld
en zelfs hun ergste kwaad niet met kwaad beantwoord:
Hij schold niet terug toen ze Hem uitscholden,
Hij uittte geen dreigementen toen ze Hem gemeen en hard behandelden…
Nee, Hij legde zijn zaak en zijn leven in handen van de hoogste Rechter: God
Ja, en Hij boog zich gewillig onder de uitspraak van die wel rechtvaardige Rechter
ook en juist toen die Hem veroordeelde tot de dood aan het kruis.
Antwoord 38 brengt het kort zo bij elkaar:
Christus is onschuldig onder de wereldlijke rechter veroordeeld.
Dat was onrechtvaardig. Gemeen. Een juridische moord.
Maar achter de onrechtvaardige rechter Pilatus stond de hoogste Rechter die strikt rechtvaardig vonnist -en die zijn eigen Zoon
veroordeelde en liet kruisigen met op zijn nek onze zonden!
Petrus legt er de nadruk op dat Jezus vrijwillig onze schuld op zich genomen heeft:
Hij heeft zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht…..
Gaat het u, jou, niet door merg en been?!
daarom die geselslagen, die doornenkroon, die spijkers, die spot, die pijn, die doodsnood!
Wat klaagt een mens in het leven, laten we maar jammeren en ons schamen over onze zonden:
ja, ik kost Hem die slagen, die smarten en die hoon,
ik doe dat kleed Hem dragen, dat riet, die doornenkroon…
Laten we vooral blij verwonderd en diep dankbaar onze Heiland bedanken voor zijn lijden:
o Lam van God, onschuldig, geslacht aan ‘t kruis der schande,
te allen tijde geduldig, bereid ten offerande, Gij hebt mijn schuld gedragen…
Gedragen….Petrus ,maakt het heel beeldend: op de kruispaal gehesen en vastgespijkerd.
Ergens anders staat: het handschrift van onze zonden,
de nota die we nooit konden afbetalen..
heeft Hij aan het kruis genageld…
en die nota zo afbetaald tegen de hoge prijs van zijn leven.
Hier klopt het hart van ons christelijk geloof:
– ik besef dat ik Gods toorn verdien:
mijn zonde maakt God zo boos dat zijn Zoon erom heeft gestraft aan het kruis!
– des te groter het wonder dat genade heet:
God vergeeft al mijn zonden om het lijden en sterven van zijn Zoon!
– en wat een ruimte en vrijheid schept dat ineens:
ik kan weer God gaan liefhebben en dienen uit dankbaarheid en die anderen om mij heen ook!
We beginnen zelfs werkelijk op onze Heer te lijken:
bereid Hem te volgen ten koste van onszelf….
om juist zo een hele wereld te winnen!
2. Lijden als roeping voor ons: ons die nog moeten lijden achter Christus aan.
‘Nu Christus voor ons geleden heeft, waarom moeten wij dan nog lijden?’
Die vraag van het begin staat nog overeind, komt des te meer op ons af.
Het lijkt of we geen stap verder zijn gekomen na dat eerste punt.
‘Wat is er door het lijden en dat kruis van Jezus nou eigenlijk veranderd in de wereld’,
vroegen we ons af in de inleiding – en je bent geneigd te zeggen: helemaal niets….
Gelukkig is dat toch niet waar. Juist het tegendeel.
Het is waar dat lijden en verdriet de wereld nog niet uit zijn.
Dat ook mensen die geloven dik in de problemen kunnen zitten.
Dat geloof geen medicijn tegen ziekte is en dat alle mensen moeten sterven.
Dat je zelfs door te geloven het extra voor je kiezen kunt krijgen.
Petrus heeft het daar juist in zijn brief over: lijden juist omdat je het goede doet…
dat is zuur en dat doet pijn: waar heb ik dat aan verdiend? is dat mijn straf?
Maar wat een enorme stap vooruit als je dan mag geloven: nee, gelukkig niet! geen straf!!
als je echt berouw hebt van je zonden
en je gelooft dat ze om Jezus wil zijn vergeven,
is de angel weg uit lijden dat je overkomt en is sterven niet meer je verdiende loon!
Er is wel degelijk iets grondig veranderd nu Jezus voor ons geleden heeft:
als je goed doet en dan toch of juist dan te lijden krijgt – sta je bij God in de gunst!
Dat klinkt natuurlijk heel raar.
Dat staat haaks op hoe wij het beleven:
als God van je houdt en je graag mag,
waarom laat Hij je dan pijn lijden en verdriet meemaken,
waarom blijven die problemen dan, en waarom ga je dood?
Op dat soort vragen bestaan geen afdoende antwoorden.
Wel is de bijbel er goudeerlijk over:
reken in het spoor van Jezus maar niet op een gemakkelijke vakantiereis
maar eerder op een survival waarbij het afzien geblazen is en inleveren.
Begin je eraan, dan weet je het van te voren en kun je nog annuleren:
als iemand achter Mij aan wil, moet hij zichzelf wegcijferen en zijn kruis opnemen.
Dat zegt allereerst alles over Jezus zelf die vooroploopt:
Een koning met boeien om, je kijkt tegen een bebloede rug aan…..
je bent niet in de sfeer van macht en praal maar van nederigheid en dienen…
en de vraag is of je je thuisvoelt in zo’n gezelschap……is dan nou mijn Koning?
Jezus zegt van te voren: Mij volgen is je kruis op je nemen
en jezelf verlooochenen en Mij als je Heiland belijden.
Je Heiland belijden: dat is er voor uitkomen dat je zo’n Heer hebt,
je niet schamen voor een Koning die knecht wilde zijn om jou te dienen,
en je er dan ook niet voor schamen elkaar en anderen te dienen,
jezelf willen wegcijferen omdat je Heer en je medemens het zwaarste weegt..
je laten uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is zonder terug te schelden,
als je slecht behandeld wordt, niet met gelijke munt terugbetalen,
niet altijd erop uit er zelf goed af te komen maar voorrang aan die ander….
Iedereen die denkt: dat doe ik wel even, dat lukt me wel…
houdt zichzelf voor de gek en raakt gefrustreerd: het wordt niks.
Maar iedereen die meteen zal zegt: dat gaat niet, dat lukt toch niet…
onderschat de geweldige kracht van het kruis van Jezus.
Die maar niet zegt: doe maar na, wat Ik je heb voorgedaan….
maar die zijn kracht ertegenaan zet: Ik ga voorop en trek je mee.
In vs. 24 van 1 Pet.2 staat dat we vrij worden van de zonden –
letterlijk: er komt afstand tussen ons en de zondemacht.
Je kunt losraken van je egoisme, je drift, je eigenwijsheid, je jaloersheid…
er komt werkelijk een genezingsproces op gang – het kruis maakt beter!
Nee, niet een beter leven een makkelijker leven betekent, eerder het omgekeerde.
Petrus zegt ook van u en mij iets merkwaardigs: lijden is je roeping.
Nee, niet dat je de ellende naar je toe hoeft te trekken.
Dat je zou moeten verlangen naar verdrietige dingen en grote problemen.
Het is en blijft lijden – niemand wil graag met een kruis op de nek lopen.
Zo lang de Heer nog niet terug is zal dat lijden er zijn.
Dan kun je blijven vragen naar het waarom – zonder het echte antwoord.
Veel belangrijker is: wat doe je met wat je moet meemaken, hoe ga je er mee om?
Kijk – zegt Petrus dan – neem een voorbeeld aan Jezus. Ga in zijn spoor.
Ik denk dat niet voor niets juist dan de herder met zijn schapen in beeld komt:
Jezus die zijn leven gaf voor zijn schapen en dwalende schapen tot kudde maakt.
Verdwaalde schapen – en zijn we dat niet allemaal –
worden door de goede herder opgezocht en teruggebracht in de warme stal.
Hij brengt ze samen – zingen we – heelt hun wonden.
Hoezeer nu nog hun harten, hun levens zijn geschonden.
Ja, laten we een voorbeeld nemen aan onze Heer en Herder….
ook en allereerst in hoe we omgaan met elkaar:
tot een zegen, om zo echt en voorgoed gezegend te zijn.
Laten we erom vragen, vanmiddag en steeds weer:
o Lam van God, onschuldig,
gefolterd en geslagen,
leer ons, als Gij geduldig
ons kruis U na te dragen
en help ons overwinnen.
Geef ons uw vrede, o Jezus!
amen