Liturgie 1e kerstdag 25 december 2012
beginlied : Lied 138
votum (gezongen) en groet
zingen: Ps. 98: 1,2
gebed
zingen: Gz. 86
vs 1 koor , 2 allen, 3 koor, 4 allen / refrein allen
Schriftlezing: Lucas 1: 26-33
zingen: Gz. 47: 1,3,6
Schriftlezing: Lucas 2: 1-7
zingen: Gz. 82: 1,3
Schriftlezing: Lucas 2: 8-14
zingen: Gz. 84: 1-4
verkondiging : Lucas 2: 4-7 en 2: 11
zingen: Gz. 81: 1,5,6,8
gebed
collecte
zingen Gz. 50 (Ere zij God)
zegen
amen: Gz. 85: 4
————————————————————————————————————–
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Weet u wie dit jaar de Nobelprijs voor de vrede heeft gekregen…?
Ik denk dat het u niet is ontgaan: de prijs ging dit jaar naar de Europese Unie die volgens
het comité dat de prijs elk jaar uitreikt ervoor heeft gezorgd dat er al heel lang vrede is
tussen de Europese landen, en democratie waar vroeger dictaturen waren……..
Wel vaker is deze prijs naar een organisatie gegaan: De Verenigde Naties, Artsen zonder Grenzen, Unicef – vaker kreeg een belangrijke strijder voor vrede en mensenrechten deze
belangrijke prijs: Martin Luther King, Nelson Mandela, Aung San Suu Kyi, Desmond Tutu…
Soms is er onenigheid over want was het voor Obama niet te vroeg en is de Europese
Unie niet meer een verdediger van de belangen van rijke landen, met hulp van wapens?
Stel je nou eens voor dat er in de tijd dat de Here Jezus geboren werd, ook al zo’n soort
prijs was geweest, wie zou dan voor die belangrijke eer in aanmerking zijn gekomen?
Laat ik een voorstel doen: Jezus natuurlijk, want hij is toch de vredekoning, en toen hij geboren werd hebben de engelen gezongen – gaan wij straks doen – over ‘vrede op aarde’.
Dat is allemaal waar natuurlijk, maar toen Jezus in Bethlehem geboren werd lag de wereld
daar niet wakker van – met uitzondering even van die oude dictator Herodes – en toen Jezus
volwassen was en aan de weg timmerde, vond zijn eigen volk hem eerder een onruststoker dan een vredestichter – voor hem geen eer maar verachting, en geen prijs maar een kruis.
Wat ik wel zeker weet, dat is dat die prijs eerder was gegaan naar de keizer over wie we net weer hebben gelezen: Augustus, de Verhevene, geroemd en geprezen als de Brenger
van vrede op aarde -of de prijs zou gegaan zijn naar de organisatie die door hem was
opgebouwd: het Romeinse Rijk dat zorgde voor orde, rust, en vrede in grote delen van de
toen bekende wereld, met ook goede verbindingen en wereldwijde handel en grote welvaart.
Maar ook toen zou veel kritiek zijn losgekomen, op toekenning van zo’n prijs aan deze man
en aan dat rijk, want het was wel een gewapende vrede en het eigenbelang van Rome gaf de doorslag en de keizer duldde geen tegenspraak, ook niet van dat koppige volkje van de Joden, en als de keizer iets wilde was het wet, zoals bij die inschrijving, vooral bedoeld om nog beter en efficiënter en met hogere opbrengsten de onderworpen volken financieel te kunnen uitkleden,en grip te krijgen en te houden op alle inwoners van dat immense rijk.
En de sterke arm van de keizer reikte ver, tot in dat onooglijke kleine Nazareth waar een timmerman en zijn vrouw-in-verwachting op reis moesten naar de plaats waar de familie
lang geleden had gewoond en vandaan kwam en misschien nog wel verre familie woonde:
Bethlehem – een reis van enkele honderden kilometers, lopend of misschien op een ezeltje…
Het verdiende allemaal niet de schoonheidsprijs, gezien vanuit de eeuwenoude historie van
het vrije en trotse volk Israël dat nog altijd droomde van die gouden eeuw met roemruchte
koningen als David en Salomo – en dat de belofte had die door profeten levend gehouden en ingekleurd was van weer een gouden eeuw met weer iemand uit Davids huis op de troon –
in een tijd dat er geen eigen koning was in Israël – die zich koning van Juda noemde was in werkelijkheid een nazaat van Ezau en niet meer dan zetbaas van de grote Baas in Rome –
en iedereen moest doen wat goed was in de ogen van die keizer en van zijn stadhouders.
Zoals met die inschrijving weer schrijnend duidelijk was: “iedereen ging om zich te laten
inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam” – een massale volksverhuizing op bevel van de bezetter – en nog altijd was de troon van David leeg – of onrechtmatig bezet.
Ja en dat duurde al best lang en hoe lang moest dat nog duren: “waar blijft het overlang
beloofde land van God, zal ooit een dag bestaan dat alle tyrannie eens zal geleden zijn..
uw schapen zijn in nood, uw naam wordt niets geacht…men breekt uw volk als brood, men heeft ons opgejaagd…zie ze gaan, dagen en dagen onderweg, en dan..geen plek…de nacht is als een graf, ontij heerst in het rond. Kom van de hemel af, o ster van Gods verbond…!
Ja maar, heb je wel goed gehoord wat net is voorgelezen, heb je wel door hoe het er staat?
Lucas 2 zou heel goed zo kunnen beginnen – lees maar mee – “In de tijd dat keizer Augustus een decreet afkondigde dat alle inwoners zich moesten laten inschrijven…..ging iedereen op
weg en ging ook een zekere Jozef naar Bethlehem, met zijn vrouw die in verwachting was”.
Dan wordt wat allemaal in die eerste twee hoofdstukken van Lucas, gelinkt aan wat door de
grote keizer in Rome was uitgedacht en op zijn bevel wereldwijd werd uitgevoerd…..weer een bewijs van hoe machtig een mens kan zijn en wat één man in beweging kan brengen.
Maar het staat er precies andersom – en hoe ontdekkend voor zeker de eerste voor wie dit boek geschreven is, uitgerekend een hoge piet in het machtsapparaat van het Imperium Romanum: de hooggeachte Theofilus die we in 1: 5 tegenkomen – lees nog eens met me mee: “in die tijd – en dat is de tijd waarover is verteld dat de boodschapper van het hof in de hemel – de hoogedele Gabriël – werd uitgestuurd met Gods wereldnieuws dat Hij nu echt in aantocht was, de beloofde Koning, die de lege plek zou gaan innemen: “God, de Heer, zal
hem de troon van zijn Vader David geven, en aan zijn koningschap zal geen einde komen” –
in die tijd – door God bepaald – kwam Augustus met zijn decreet en ging ook Jozef op reis.
Ik las: “Rome’s wil is wet, maar daarboven uit gaat Gods wil…..Het onderdrukkende plan
van de Verhevene dient Gods vreugdeplan” – zoals in de nacht van de geboorte van koning Jezus wordt afgekondigd: “goed nieuws dat het hele volk met vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias (=gezalfde koning), de Heer”.
Het is als in die tijd van de Rechters die zo hopeloos en uitzichtloos leek – geen koning in
Israël en ieder die maar deed wat in eigen ogen goed was – terwijl in werkelijkheid achter de schermen God al lang bezig was met de voorbereiding van het komen van zijn koning – en dat ook nog via wat een omweg en zelfs een doodlopende weg leek: dat gezin dat vertrok
en mislukte, twee weduwen zonder toekomst – maar God die zo juist zijn plan doorzette…
Dus niet in Rome of welk machtscentrum op aarde ook – niet in Washington of New York, niet in Brussel of in den Haag, vallen de uiteindelijke beslissingen maar in het paleis in de hemel, en bij de uitvoering van die plannen worden machthebbers ingeschakeld en hele volksstammen in beweging gebracht – ik denk aan de wijsheid van de Spreuken: “de gedachten van de koning (..keizer..) zijn als waterstromen in de macht van de HEER, Hij leidt ze waarheen Hij maar wil” (Spr. 21:1) – en hoe ontnuchterend is die psalm altijd maar weer met het oog op wat koningen en volken proberen: de HEER in de hemel lacht en spot met
hen, en laat heel de wereld weten: Ik heb zelf alllang mijn koning gezalfd – en die koning
krijgt alle volken in zijn bezit – wees verstandig en gewaarschuwd, leiders van de aarde:
“onderwerp u, toon de HEER uw ontzag, breng Hem hulde, en bewijs eer aan zijn zoon!”
Als dat nou eens de kerstboodschap zou zijn voor wie regeren – en voor al die volken –
dan zou echt een nieuwe tijd beginnen – volgens niet de Maya-kalender Gods kalender.
Ja maar als je dan weer gewoon leest wat er staat – dan moet je er wel geloof voor hebben want wie waren dat eigenlijk: die Jozef….die Maria….nou, helemaal geen mensen met een
indrukwekkend staat van dienst, geen mensen met geld of status of invloed – integendeel.
Hoor Maria over zichzelf: uw minste dienares – de lage staat van uw dienstmaagd….niet
meer dan een jong meisje uit een klein dorp, verloofd met de plaatselijke timmerman….
En ja, van Jozef wordt verteld dat hij van David afstamde – in rechte lijn zelfs (lees Matt.1)- maar als je dan beseft dat de man die recht op de troon had zijn brood moest verdienen als dorpstimmerman in een ver afgelegen gehucht – kan uit Nazareth iets goeds komen? – is dat eerder tekenend voor het verval van oude glorie dan een hoopvol teken voor nieuwe glorie.
Een uitlegger schrijft over ‘een prins in overall’, en: “de koninklijke luister van Davids huis is bedolven onder de spaanders en splinters waartussen Jezus Jozefsen in Nazareth opgroeit”.
Tegen die achtergrond moet je die twee zien gaan – ik las: “Koningskinderen op pad voor de keizer. Een verstoorde verlovingstijd, een verstoord begin van hun huwelijk en nu ook nog op reis op bevel van Augustus. Davidszoon, koningszoon Jozef een loopjongen voor de keizer”.
En als ze dan in die oude stad van David aankomen, is er geen herkenning en erkenning, gaan niet zoals je zou verwachten van een kroonprins en zijn vrouw alle deuren voor hen open maar gaan die deuren de een na de ander voor hun neus dicht: geen plaats,we zijn vol, probeer maar een deurtje verder -tot eindelijk iemand zegt: jullie kunnen wel in de schuur….
Weer – als in die donkere tijd van de Rechters en in het schijnbaar mislukte avontuur van zomaar een gezin uit Bethlehem lijkt de weg van God naar de troon een omweg en een weg die compleet doodgelopen lijkt – dan kan die Maria wel prachtige dingen zeggen en zingen over heersers die van hun troon gestoten worden en geringen die in aanzien komen – maar daar moet je wel veel geloof voor hebben – om niet te zeggen dat je wel heel naïef moet
zijn want hoe kunnen nou twee gewone, zelfs arme mensen, onbekend en zonder invloed,
en straks hun kind dat onder armoedige omstandigheden op de wereld komt, het verschil maken: een rijk dat al die machtige rijken te sterk is, een rijk van echte en blijvende vrede?
Het thema vandaag is niet dat een lege troon wordt bezet maar een lege voederbak wordt
gevuld -en dat slaat natuurlijk op dat nederige begin van de beloofde koning,als wordt verteld van de geboorte van dat beloofde kind als de oudste zoon van Maria – en – volgens de wet – ook van Jozef – en zo troonopvolger in de lijn van David: “ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak” -zijn wieg was een kribbe, zingt een oud kerstlied.
Ja en dat begin zegt veel over het vervolg en de afloop, want: zijn troon werd een kruis.
We hebben er van gezongen vanmorgen dat daar in die voerbak dat rijk begint, dat rijk waarin de vrede het wint van oorlog en van pijn – hoe bijzonder en naar de mens gesproken ongerijmd ook, zo werkt God: daar ligt Hij in een stal die koning in Jeruzalem voor eeuwig wezen zal – en hoe dreigend ook de vijanden: zij worden verslagen, hun rijk zal vergaan.
Kijk, en zo werkt dat bij onze God altijd – later staat in de bijbel: “wat in de ogen van de
wereld dwaas is, heeft God uitgekozen om het wijze te beschamen, wat in de ogen van de wereld zwak is, heeft God uitgekozen om wat sterk is te beschamen, wat in de ogen van de wereld onbeduidend is en wordt veracht, wat niets is, heeft God uitgekozen om wat wél iets is teniet te doen. Zo kan geen mens zich tegenover God op iets beroemen” (1 Kor. 1: 27-29).
Denk maar terug aan die twee weduwen Noömi en Ruth, aan dat herdersjochie David, aan
dat ingewikkelde kind in die voerbak, aan die uitgetelde man aan het kruis – en denk aan
wie jezelf bent en voorstelt, aan de kerk in Nederland steeds meer aan de marge – en laat
je daardoor niet ontmoedigen maar ontdek de plek die God voor u en jou en ons samen in
gedachten heeft – weer Paulus aan het adres van de christenen toen in Korinte en ook later:
“niet veel die naar menselijke maatstaf wijs waren, niet veel die machtig waren, niet veel die van voorname afkomst waren” – ja en toch en juist zulke mensen: door God uitgekozen en een plek gekregen om te getuigen van wat je mag geloven en van Wie je (Ver)losser wil zijn.
Ik kan niet beter eindigen dan met wat de laatste zinnen zijn in het stukje begeleiding vanuit Vertel het maar – met het oog op vandaag als afsluiting van het project Brood in Bethlehem:
“Met Kerst vieren we dat God veel meer geeft dan brood alleen. De Heer geeft ons Jezus in een voederbak. Zo laat Hij zien wat nog belangrijker is dan eten en een thuis. Eigenlijk moet ik zeggen: wie nog belangrijker is dan brood en een familie en een thuis” – ik zeg erbij: en nog belangrijker dan geld en macht, status, veel spullen en veel vrienden via facebook….en noem maar op – niet waardeloos of slecht allemaal, je mag ervan genieten zelfs als je er goed mee omgaat en er goed mee doet voor anderen, je mag ook van feestdagen en een paar weekjes vakantie genieten, van lekker eten en van licht en van gezelligheid – maar – weer even dat verhaaltje van Vertel het maar: Wie belangrijker is dan dat alles is Jezus.
“Hij maakt ons leven goed en blij. Wie in Jezus gelooft, krijgt van God meer dan genoeg
van Gods goedheid en liefde”. Ik voeg eraan toe: genoeg om die genade en die liefde die God in en door Jezus en via ons ook aan al die andere mensen om ons heen gunt, met hen te delen – zoals Boaz gul wilde delen wat God hem gaf, en Obed echt knecht wilde zijn, en
David als een herder was voor zijn volk, en vooral: als Jezus die zelfs zijn leven prijsgaf.
Tot slot – en nu echt – de laatste regels van dat stukje van Vertel het maar: “Een kindje in een voederbak, in Bethlehem, bij arme mensen….en toch….de Redder, degene die wij nodig hebben om feest te vieren en gelukkig te zijn. Vandaag en morgen en altijd.”
amen