Liturgie morgendienst zondag 1 januari 2023
Welkom door presentator
Belijdenis van afhankelijkheid en vertrouwen
Groet
Zingen: Psalm 36: 2 DNP ‘Uw liefde raakt het hemelblauw’
Gods leefregels uit Hebreeën 13: 1-8
Zingen: Opwekking 123 ‘Groot is uw trouw, o Heer’
Gebed
Bijbellezing: Klaagliederen 3: 17-41 en 3: 54-58
Zingen: Ps. 103: 1,3,6,7 ‘Lof aan de HEER voor al zijn zegeningen’.
Overdenking over met name Klaaglied 3: 22-24 ´Vol Vertrouwen Verder’
Zingen: Gz. 163: 1,2,3 GK ‘Dit huis, een herberg onderweg’
Gemeentegebed door presentator
Kinderlied: Hemelhoog 675 “God heeft een plan”
Collecte
Inleiding op de viering van het avondmaal.
Zingen: NLB 386 : 1,2,3 ‘Vier met alles wat in je is´
Viering van het avondmaal
Dankgebed
Slotlied NLB 413: 1,2,3 ‘Grote God, wij loven U’
Zegen
Overdenking over met name Klaaglied 3: 22-24 ‘Vol Vertrouwen Verder’
De HEER bewijst zijn liefde: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen einde. Elke morgen schenkt Hij nieuwe weldaden. – Veelvuldig blijkt uw trouw! Ik besef: mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op Hem gevestigd.
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, broers en zussen, u en jullie,
Wij zijn nog in leven!
Dat kunnen wij zeggen vanmorgen, op deze eerste dag van 2023. Misschien stonden we er niet bij stil tijdens de jaarwisseling of juist wel: het was een mooi jaar of juist een heel moeilijk jaar maar wij zijn er nog.
Ja, maar met de nadruk op wij herinnert het ons eraan dat hij of zij er niet meer bij is, omdat er een eind kwam aan het leven van hem of haar, omdat we in 2022 of al langer geleden bij een graf stonden en we wie we niet kunnen missen, juist nu zo missen….misschien voor de zoveelste keer missen. Juist met kerst en oud en nieuw komt gemis vaak extra hard binnen. Wij zijn nog in leven…maar misschien was er heel wat moeilijks het afgelopen jaar zodat je erbij zucht: hè hè we hebben het overleefd. Stel dat je er nog wel bent maar je boordevol verdriet zit om wat je hebt meegemaakt het afgelopen jaar of omdat je niet weet hoe het moet volgend jaar met te hoge kosten en te lage inkomsten of andere problemen en de toekomst alleen maar een zwart gat lijkt. Zoals veel mensen dat meemaken. Dan kun je denken aan verwoestingen en verliezen in een oorlog of na een ramp of door persoonlijk leed als verlies van een kind of een partner…of, wat ook zwaar kan zijn: het lukt ons bijna niet om het hoofd boven water te houden, ik loop vast met alles wat van me wordt gevraagd en wat ik allemaal moet. Dan is belangrijk dat er geklaagd en gehuild kan worden en dat er dan ook echt geluisterd wordt, zonder dat mensen meteen met allerlei redeneringen komen en oplossingen en de omgeving goed bedoeld te snel probeert te troosten.
En vaak komt er dan na een tijd van rouwen en klagen toch ook weer een nieuw begin. Heel bijzonder dat mensen die er diep doorheen zijn gegaan toch weer verder kunnen. Dat mensen in onze dorpen na het rampjaar van 1672 dat het afgelopen jaar uitgebreid is herdacht er weer samen de schouders onder gezet hebben en hun verwoeste dorpen en afgebrande huizen hebben opgebouwd, dat vrouwen na een miskraam kracht vonden voor een nieuwe zwangerschap en daarna een gezond kind mochten krijgen, dat mensen na een misdrijf de dader hebben kunnen vergeven en zo toch weer verder konden leven, dat er na een zware tijd toch weer oplossingen komen, of financiële steun. Je zit bij de puinhopen, en je klaagt en huilt, en toch is er daarna weer toekomst.
Nou, daarmee zijn we precies bij wat de achtergrond is van deze verzen uit Klaagliederen. Liederen die geboren zijn op de puinhopen van een verwoeste stad: Jeruzalem. De dichter zat bij de puinhopen van die stad en klaagde zijn nood over zoveel slachtoffers die waren omgekomen of weggevoerd, en over al die verwoesting van niet alleen maar die stad maar ook van de tempel, het huis van God. En dat was voor die mensen toen in en rond Jeruzalem niet maar een noodlot dat hen overkwam en waar ze niets aan konden doen maar het was het gevolg van jaren en eeuwen ontrouw en onrecht, het overkwam hen als verdiende straf van God. De man die dit heeft ervaren en opgeschreven, heeft het ook zo beleefd en verwoord. Dit hoofdstuk begint ermee: “Ik ben de mens die te lijden heeft onder de stok van zijn (Gods) toorn”. En in vs. 39 zegt de dichter: “Wat klaagt een mens zolang hij nog leeft? Laat hij klagen over zijn zonde!”. En meteen er achteraan: “Laten we ons leven onderzoeken en doorvorsen, laten we terugkeren naar de HEER, laten we met onze handen ook onze harten opheffen tot God in de hemel.”
Let op dat ‘wij’. De man gaat niet met de vingers wijzen naar anderen, zoekt niet naar zondebokken maar sluit zichzelf er nadrukkelijk bij in. Het is een gezamenlijke schuld en een gezamenlijke verantwoordelijkheid, een moeilijke tijd waar ze als volk samen doorheen moesten, met God.
Dat is een les die wij ook ter harte kunnen nemen als mensen van 2022-2023, als we letten op wat er allemaal aan de hand is en mis was en is in Nederland en in de wereld, en als we nadenken over onze plek daarin en waar het beter had gekund of toch ondanks goede bedoelingen mis ging.
Kijk, dan krijgt het pas echt diepgang: ¨wij zijn nog in leven”; niet omdat wij dan toch maar geluk hebben gehad en al helemaal niet omdat wij wel beter zijn dan wie ook maar omdat het Gods liefde is: “de Heer bewijst zijn liefde, zijn ontferming kent geen einde”. Denk zo maar terug aan wat God allemaal heeft gegeven en gedaan in het afgelopen jaar, zoals we ervan zongen: ’Onthoud hoe goed God voor je is geweest’. ‘Lof aan de Heer voor al zijn zegeningen’.
Alle reden om God ervoor te bedanken en ook reden genoeg om de moed erin te houden en hoopvol een nieuw jaar tegemoet te zien. Zoals die dichter op de puinhopen van stad en tempel en van zijn eigen leven zichzelf aanpakte en moed insprak: “Telkens als ik mijn lot overdenk, ben ik diep terneergeslagen”. Daar had hij alle reden toe als hij om zich heen keek en al die ellende zag. Maar nee, hij bleef er niet in steken maar pakte zichzelf aan: “toch geef ik de moed niet op, want hieraan houd ik mij vast”. En dan komt dat over God die ondanks alles wat mensen aan slechte dingen doen toch zijn liefde blijft bewijzen, al maar door: wij zijn nog in leven, wat een wonder van Gods liefde en genade! Wat elk mens en dus ook jou en mij past is vooral bescheidenheid, besef van te kort schieten en falen, van je zwakheid, van mijn blinde vlekken. En dus: alle reden tot verwondering en dankbaarheid over zoveel geduld en liefde en trouw van God. In dat licht is elk nieuw jaar en elke nieuwe dag een feest van genade: Vader dank u wel! Wat bent U goed voor mij!
Nou, en daarom kunnen we ook met goede moed een nieuw jaar in gaan, in het vertrouwen dat onze God en Vader zal blijven zorgen, zoals die dichter lang geleden uitzegde: “Elke morgen schenkt Hij nieuwe weldaden – Veelvuldig blijkt uw trouw”. Jezus zegt daarom ook tegen ons in zijn Bergrede: “Maak je geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf.” En een paar verzen eerder als wordt opgenoemd waar mensen zich zorgen over kunnen maken: “Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben.”
Als je op Gods zorg vertrouwt, sta je anders in het leven dan zovelen die met angst en beven aan een nieuw jaar beginnen of die juist denken met allerlei plannen en idealen het wel te zullen maken, of het verwachten of van mensen met macht en geld. Wat steeds tot teleurstelling lijdt.
De Israëliet die in dit stukje Bijbel aan het woord is, laat ons in zijn hart kijken en geeft ook ons mee waar hij zijn moed en hoop vandaan haalt, wat hem overeind houdt: “Ik besef: mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op Hem gevestigd”. Het leek allemaal hopeloos, einde verhaal, en dat kan de ervaring zijn van mensen in nood, zoals deze dichter, hoor maar: “Het water sloot zich boven mijn hoofd, ik dacht: ik ben verloren”. Een ervaring van heel veel mensen die verschrikkelijke dingen meemaken in hun persoonlijk leven, hun gezin, in een onveilig land..
Maar wat dan? Het er maar bij laten zitten? Het hoofd laten hangen en maar afwachten? Nee, hoor maar: “Uit de diepte van de put roep ik uw naam, HEER” (vs.55). Niet wanhopen maar volhouden, blijven bidden, blijven roepen, ook je nood uitschreeuwen, klagen zoals deze dichter, en dan vertrouwen en mogen ervaren dat hoe dan ook, en misschien later dan je had gehoopt en anders dan je had gedacht God wel degelijk geluisterd heeft en er voor je is en voor je wil zorgen, dat er toch uitzicht is. Zoals later Jezus ons ertoe uitnodigt en aanspoort: “Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden open gedaan”. Zoals God ook na jaren toch weer zijn volk gered heeft en die stad Jeruzalem weer liet opbouwen en ballingen heeft teruggebracht. En God ook de Zoon, de Redder, die Hij had beloofd, Jezus, heeft laten komen, zoals we weer met elkaar hebben gevierd op het kerstfeest. We begonnen ook vanmorgen de kerkdienst mee: Gods trouw duurt eeuwig, Hij laat niet los waaraan Hij is begonnen.
Ja, en wat is er veel ellende door wat mensen God en elkaar aandoen, ook dat komt langs in deze verzen, en is ook actueel: “Dat men overal op aarde gevangenen vertrapt, dat men iemands rechten schendt onder de ogen van de Allerhoogste, dat men een mens een eerlijk vonnis onthoudt – zou de Heer het niet zien? “ Zo kan het lijken maar geloof maar en houd maar vast dat de Heer het wel degelijk ziet en dat Hij op zijn tijd en manier recht zal doen…zoals in het verleden al zo vaak gebleken is.
Daar mogen we God ook om bidden en tegelijk moeten we ieder op eigen plek en met eigen mogelijkheden proberen te leven naar wat de Heer bedoelt met ons en zijn wereld, zijn schepping. Ik denk aan die bekende verzen uit Micha 6: “Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de Heer van je wil: ‘niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten, en nederig de weg te gaan van je God”. Recht doen, betrouwbaar zijn en nederig zijn, dat is zeker in onze tijd waarin mensen zich groot en sterk maken en dat vaak ten koste van anderen en ook tot nadeel van zichzelf, een heel belangrijke houding. Dat je niet jezelf beter vindt dan de ander en niet denkt het altijd beter te weten en eigen gelijk of belang probeert binnen te halen maar dat je uit bent op gesprek en verbinding en dat je, zoals koning Willem-Alexander het zo treffend zei in zijn kerstboodschap, de ander het ‘voordeel van de twijfel’ gunt, dat ieder probeert het verhaal en de mening van de ander serieus te nemen en we samen op zoek gaan naar oplossingen, niet als elkaars tegenstanders maar als samen onderweg naar de toekomst, als allemaal mensen die van God een leven krijgen en een plek op Gods aarde, met de taak elkaar die plek ook te gunnen en elkaar te steunen, te zorgen voor mensen die het moeilijk hebben, goed om te gaan met energie, verspilling tegengaan en zuinig zijn op lucht en water, planten en dieren.
Ik denk ook aan de jongeren. We lazen over een juk dragen in je jeugd.
Dat kan van alles zijn: stress door studie of werk, door wat allemaal van je wordt verwacht en je van jezelf verwacht, doordat woonruimte vinden lastig is of een relatie niet loopt. En dan staat erbij dat het goed is zo´n juk te dragen, niet leuk maar wel leerzaam…want jong geleerd is hopelijk oud gedaan: leren omgaan met tegenslag en stress.. en daar ook van te leren hoe het niet moet: niet jezelf en anderen met van die hoge latten opzadelen, niet altijd jezelf met anderen vergelijken, nee durven zeggen.
Je hebt er wel geduld voor nodig, en geloof en hoop. Wij allemaal trouwens hebben dat nodig. Daar mogen we God om vragen. En we mogen ook elkaar steunen. Heb oog en oor, en hart voor elkaar, laten we om onze jongeren heen staan en steun en help ook elkaar als jongeren. Ja, en verlies de moed maar niet, en neem uit dit stukje Bijbel mee dat er echt wat te hopen is “Goed is het geduldig te hopen op de Heer die redding brengt” ….zo groot is zijn liefde.
Dan mogen wij doorlezen in de Bijbel en doordenken tot op Jezus onze
Heer die al dat lijden van deze dichter en zijn tijdgenoten en ook van de wereld in onze tijd, op zich genomen heeft en nog veel meer en dieper dat die Klaaglieddichter kon uitroepen en heeft ervaren (lees de eerste verzen van Klaaglied 3):“Ik ben de mens die te lijden heeft onder de stok van Gods toorn. Hij leidt mij en voert mij – in een lichtloos duister. …Al schreeuw ik en roep ik om hulp, Hij wil mijn gebed niet horen”.
Jezus heeft het uitgeschreeuwd: “Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?”. Totdat het na uren donker licht werd als teken dat God het offer aanvaard had – het is volbracht – en dat dankzij dat offer van Jezus God jou en mij – en zoveel anderen, en deze wereld als zijn maaksel- nooit loslaat. En Jezus heeft het ook over een juk maar dan moedgevend: “Kom allen bij Mij, die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, Ik zal jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van Mij. Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht” (Matt. 11: 28-30). En Petrus zegt het een oud psalmvers na: “Leg je last op de Heer en Hij zal je steunen” – “ Vertrouw op God als het leven zwaar is, want Hij zal voor je zorgen” (BGT)
Is dat geen mooie bemoedigende en hoopvolle boodschap om mee te nemen het nieuwe jaar 2023 in en door? Dat je bij alle onrust en stress en onzekerheid en opgejaagd zijn bij Jezus terecht kunt om echt tot rust te komen. En laten we als gemeente proberen een plek te zijn waar we niet onszelf en elkaar opjagen en hoge latten hanteren voor elkaar en voor wie hier binnenstapt, maar proberen te zijn waar we van gaan zingen: een herberg om rust en ruimte te vinden en emoties als pijn en verdriet maar ook blijdschap met elkaar te delen. Een open huis van Gastheer Jezus die ook vandaag weer zichzelf aan ons uitdeelt door brood en wijn. Dan ga je niet vooral voor wat hier op aarde te halen is en te hebben en te houden, maar je zegt het die Klaaglieddichter na: “Mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op Hem gevestigd”. Dan wordt 2023 hoe het ook zal gaan, een goed jaar, een jaar van en met de HEER – je Vader. Een gezegend 2023 toegewenst, ieder van jullie en wie bij jullie horen, en ook jullie en ons als gemeente samen.
amen
Hallo ds. Henk van Veen,
Voor de 1e zondag van het jaar 2024 is mij gevraagd een preek te lezen. Daar wij op nieuwjaarsdag zelf geen dienst hebben leek mij deze preek van u geschikt om te lezen.
Mijn vraag aan u is: mag ik deze preek lezen en eventuele voorbeelden aanpassen aan onze situatie?
Zelf ben ik lid van een protestantse gemeente maar opgegroeid binnen de GKV nu NGK.
In afwachting op uw reactie,
met vriendelijke groet,
Henk Veenstra
protestantse gemeente Baflo c.a.