liturgie voor de morgendienst zondag 14 april 2013
(gezongen) votum en groet
zingen: Ps. 27: 3,7
wet van de HEER
zingen: Ps. 26: 2,4
gebed
Schriftlezing: 1 Cor. 10: 1-22
zingen: Ps. 77: 4,5,6
verkondiging: zondag 25
zingen: Lied 477 (1,2)
gebed
collecte
slotzang: Lied 234 (1,2)
zegen
—————————————————————————————————————————————-
Gemeente van Christus, broeders en zusters,jongens en meisjes,
Je hoort nogal eens zeggen dat de mensen vandaag – zeker de jonge mensen – visueel zijn ingesteld. Leven bij beelden. Daar is veel van waar. Denk aan tv, internet, je mobieltje of je tablet, films en clips.
Het is allemaal heel flitsend maar ook wel eens erg vluchtig. Het wordt er daardoor niet makkelijker op te luisteren naar een verhaal, zeker niet als het wat lang uitvalt en niet zo boeiend wordt verteld. Het valt niet mee de krant te pakken en er echt voor te gaan zitten. Of inplaats van dat stripboek eens een boek te pakken en ook nog uit te lezen. Dan moet het wel verschrikkelijk spannend zijn. Anders leg je het na een paar bladzijden al weg. Of je begint er niet eens aan.
In een tijd die zo in elkaar zit, krijgt de kerk met zijn manier van preken het steeds moeilijker. Kun je je afvragen of dat preken zoals we het gewend zijn, nog wel aansluit op waar de hoorders behoefte aan hebben. Of het niet heel anders moet met de overdracht van de boodschap. Of niet nog meer gebruik gemaakt kan en moet worden van technische mogelijkheden en hulpmiddelen. Er is al veel veranderd – denk maar aan de beamer – maar lopen we niet steeds toch nog mijlenver achter? Heeft de Heer zelf niet heel de bijbel door van beelden gebruik gemaakt….denk aan de profeten, en de apostelen, en aan Jezus zelf? n Het is goed dat dit soort dingen in discussie zijn, en dat we nadenken over wat anders moet en beter kan. Al moeten we ook weer oppassen daar alle kaarten op te zetten, alsof dan luisteren en geloven er als vanzelf makkelijker van worden. Jezus zei: gelukkig wie geloven zonder te zien, en de mensen in zijn tijd kregen veel te zien, maar toch gingen maar weinigen in Hem geloven.
Ja want geldig blijft wat de bijbel zelf zegt: het geloof komt er door het horen, en het horen door het woord van Christus. Als Zondag 25 zegt: “de Heilige Geest werkt het geloof in ons hart door de verkondiging van het evangelie“, is dat ook vandaag nog helemaal actueel. God spreekt ons aan, op allerlei manieren. En Hij wil dat wij leren luisteren, en daar jong mee beginnen. Ook al kost dat moeite, en moeten we er de nodige moeite voor doen. Als u een beetje van de bijbel weet, dan weet u ook wel: het heeft altijd al moeite gekost. Denk aan het volk Israël dat vaak in de verleiding kwam beelden te vereren net als de volken om hen heen,denk aan Tomas die niet kon geloven dat Jezus echt was opgestaan en eerst wel eens wilde zien en voelen. En Jezus zegt: je mag, kom, zie, en geloof.
Geweldig hoe God ons tegemoet komt en geduld heeft met ons en zich bij ons aanpast.Hij verduidelijkt en onderstreept zijn woorden door beelden. We mogen óók zien en voelen, pakken en proeven. Want geloven is veel meer dan je bepaalde leerstellingen eigen maken, of je aan bepaalde regels en tradities houden. Geloven is een relatie opbouwen met God als je Vader in de hemel, geloven is ervaren dat God goed is en dat Hij dichtbij je wil komen – zoals in die psalm: proef hoe goed God is – en zoals de apostel schrijft: “wat wij met onze eigen ogen gezien en wat onze handen hebben aangeraakt, dat verkondigen wij” – en wij mogen ook zien, aanraken, proeven. Geloven doe je met heel je wezen. Als compleet mens.
Woord en sacramenten
1. elk op hun eigen plek;
2. samen een rijke inhoud;
3. om door ons gebruikt te worden.
1. Woord en sacrament – elk op hun eigen plek.
Boven dit gedeelte van de catechismus staat in ons kerkboek: ‘Woord en sacramenten’.
Als u oude bijbeltjes bekijkt, staat er alleen: ‘van de sacramenten’. Dat was eigenlijk niet compleet.
Zondag 25 begint met de prediking: geloof ontstaat door de verkondiging van het evangelie, en juist niet door doop en avondmaal….die hebben we erbij gekregen “om ons geloof te versterken”. Toch vertelt zondag 25 niet het hele verhaal. Het Kort Begrip achter in ons kerkboek is completer: de H.Geest versterkt het geloof “door hetzelfde gepredikte Woord en door het gebruik van de heilige sacramenten” . Daarvoor lees je toch je leven lang je bijbel? Daarom ga je toch elke zondag naar de kerk? We hebben voeding nodig om te groeien in het geloof.
Je vraagt je af waarom de catechismus dat dan niet zegt. En waarom er vroeger stond: de sacramenten.
Nou,daar zit wel degelijk wat achter. De catechismus wil het vooral hebben over die sacramenten, over doop en avondmaal. Maar dan moet eerst goed duidelijk zijn wat voor betekenis die hebben. Dat ze niet meer kunnen dan geloof dat er al is, versterken. Een heet hangijzer toen, want u weet wel dat de roomse kerk juist aan de sacramenten een beslissende plaats geeft: ze kunnen als ‘voertuigen van de genade’ de mens het heil van God schenken. De mis was veel belangrijker dan de preek zogezegd.
Daartegenover zet de catechismus de dingen weer op hun plaats: het Woord voorop en de sacramenten hulpmiddelen. Die niet los van het Woord een mens tot geloof kunnen brengen,maar juist dat Woord onderstrepen en het geloof versterken. Zondag 25 zegt dat doop en avondmaal ons de beloften van het evangelie beter leren begrijpen, en helpen om ze te geloven. Zoals in je schoolboeken foto’s staan en tekeningen, schema’s en grafieken. Zoals een video-presentatie of een film de les niet alleen interessanter kunnen maken, maar ook helpen om wat je moet leren sneller je eigen te maken en beter te onthouden. Zo wil de Heer ons helpen om te begrijpen en te geloven.
Zo nieuw is dat niet trouwens. God heeft altijd al zo gewerkt.. Paulus herinnert in 1 Cor.10 aan het oude volk Israël en hij heeft dan doop en avondmaal in zijn achterhoofd. We weten dat de bijbel ons de lijn tekent van de besnijdenis naar de doop en van het pascha naar het avondmaal. Maar God gaf zijn volk nog veel meer te zien en te beleven om zijn woorden kracht bij te zetten. Denk aan die wolk in de woestijn als teken dat God meeging en zelfs voorop ging. Denk ook aan wat gebeurde toen ze voor de zee stonden met de Farao dreigend achter zich aan. De HEER had hen bevrijd en beloofd voor ze te strijden, maar wat waren ze benauwd: moeten we nou toch hier sterven? Toen kwam het wonder: God, uw pad was door de golven – en u gaf een goed geleide aan het volk dat U bevrijdde! Het was een overduidelijk bewijs van de macht en de trouw van de HEER. Een streep onder de betrouwbaarheid van wat Hij hun had beloofd. Er staat dat toen het volk zag wat voor machtige daad de Here tegen Egypte had gedaan, ze ontzag kregen voor de HEER en hun vertrouwen stelden in zijn dienaar Mozes.
Later in de woestijn was dat weer zo toen er tekort was aan brood en aan water en de Here brood uit de hemel dropte en water uit de rots liet stromen. Dat waren geen levensmiddelen die los verkrijgbaar waren. Nee, ze dienden om wat de HEER had beloofd aan zijn volk zichtbaar en eetbaar en drinkbaar te maken. Opdat ze zouden weten – en geloven – wat voor God ze hadden. Dat Ik de HEER ben, zegt God. Dat is: de God die je vertrouwen kunt en die woord houdt. Zien jullie het nog niet? Geloof je het nou pas? Jullie hebben toch aan den lijve ondervonden dat Ik goed voor jullie wil en kan zorgen?
Kijk, en zo is het altijd maar weer. Ook als in de kerk een kind wordt gedoopt. Als we van tijd tot tijd avondmaal vieren en zien en proeven Gods liefde in de Zoon van zijn liefde die zijn leven voor ons opgeofferd heeft. Wat een goede God hebben we dat Hij ons steeds maar weer tegemoet komt. Zo ver gaat Hij in zijn zorg. Laten we er maar dankbaar voor zijn en er gebruik van maken. Om te groeien in geloof en liefde.
De bijbel en de doop en het avondmaal werken niet als je ze losmaakt van God die ze geeft om wat Hij belooft en heeft gezegd, te verduidelijken en ons op het hart te binden. Ze verwijzen naar Hem om wie het draait: Jezus die de Christus is, gekruisigd en opgestaan. Als we altijd weer naar Hem blijven kijken, kunnen ook moderne hulpmiddelen geen kwaad bij het doorgeven en uitleggen van de blijde boodschap. Is er niks mis met tekeningen in een kinderbijbel en een bijbelse of een andere goede film op catechisatie, en illustraties tijdens de preek via de beamer.
Maar: alleen de Heilige Geest kan een mens het geloof geven, en Hij doet dat door de woorden van de HEER ons na aan het hart te leggen en ons te laten zien en voelen en ervaren wie de HEER is voor ons. We kunnen het niet missen: de bijbel lezen en voorlezen, de kerk op zondag met preek en lied, de lessen op school, en ook het samen luisteren naar de bijbel en erover doorpraten, daarbij doop, avondmaal, gebed, bepaalde rituelen als de zegen, knielen, handoplegging, en bepaalde feesten.
Vormen veranderen met de tijd mee, maar de boodschap blijft hetzelfde: dat we gered zijn en gered worden alleen door dat offer van Christus aan het kruis, ook voor ons, en dat er nieuw leven is als we in Jezus geloven, en dat we uitkijken naar zijn terugkomst.
Want: 2. Woord en sacrament – samen een rijke inhoud.
Die inhoud is dezelfde: van het evangelie, van de bijbel en de preken en van doop en avondmaal.
Dat zegt antw.67 duidelijk: Woord en sacramenten wijzen alle drie ons geloof op het offer van Jezus Christus aan het kruis.Daarop rust namelijk ons volkomen heil, onze complete redding. Er staat heel veel in de bijbel, maar de kern van die bijbel is de boodschap van redding en leven door de Zoon van Gods liefde. Paulus schrijft: dat is de kracht tot onze redding. In feite draaide het daar ook al om in het Oude Testament. Paulus herinnert zijn lezers aan de bevrijding van Israël uit Egypte en aan de reis door de woestijn naar Kanaän. God haalde zijn volk weg uit het land waar het werd onderdrukt. Hij beschermde ze onderweg. Hij bracht ze door het water heen veilig aan de overkant. Hij hield hen in het leven.
Maar hadden ze dat verdiend? Was het omdat ze zo’n braaf en zo’n vroom en zo’n gezeglijk stel mensen waren? We weten wel beter! Nee, het was toen al om en door Jezus Christus! Het was omdat Hij uit dit volk geboren zou worden. We kunnen zelfs zeggen dat de Zoon van God – lang voor zijn komen als mens – erbij was en voorop ging. ‘De Engel van Jahwe, werd Hij toen vaak genoemd. Het was omdat Hij ook voor dit volk zou betalen, door zijn offer voor hun zonden. Dat evangelie had ook Israël al: Hij komt die verzoening is voor al uw zonden.
Denk weer aan het manna waardoor God zijn volk te eten gaf, en aan het water dat door een wonder uit keiharde rotsen tevoorschijn kwam. Overduidelijk werd zo dat bij die God van Israël het leven veilig is. We mogen geloven: Christus was daar al, die zich later het levende brood uit de hemel zou noemen, en het levende water die onze dorst echt lessen kan. Paulus zegt: ze aten ‘geestelijk voedsel’ en dronken een ‘geestelijke drank’. O ja, het manna was om gewone honger te stillen en magen te vullen. Ze bakten er koeken van en kookten het. Maar het wees naar de Here die ze ze in het leven hield. En dat water net zo. Het was echt voor de dorst. Drinkwater. Maar zoals het manna wonderbrood was, was dat water wonderwater. Paulus zegt: het wijst vooruit naar Christus. Sterker nog: die rots was de Christus. Aan Hem was dat water dat leven is in de woestijn te danken. Hij heeft dat water verdiend en Hij geeft het uit genade. Zoals ook ons brood en drinken, en alles wat we elke dag nodig hebben en van God krijgen.
Kijk, zo gaf de Heer een voorschot op wat ging komen. Zo wierp Hij die komen zou, al zijn schaduw vooruit. Het was nog maar voorlopig, nog maar een schaduw. De wolk ging weer weg. De redding uit Egypte, door de zee heen was nog niet de volkomen verlossing uit de greep van de zonde en de duivel. Jezus zegt: uw voorouders hebben manna gegeten en zijn toch gestorven. En na dat water uit de rots kregen ze toch weer dorst. Ze zijn allemaal in de woestijn of later in het beloofde land, gestorven.
Op Gods tijd kwam zijn zoon Jezus. Hij gaf zijn leven om ons leven te geven. Ons voorgoed te redden van de zonde en van de dood, en dat door zijn lichaam aan het kruis te laten spijkeren en zich daar te laten doodbloeden. En door de hel heen te gaan van het door God verlaten zijn. En ons ervan te redden.
Elke zondag wordt ons dat verzekerd. Elke keer als iemand wordt gedoopt, beeld het water af dat we van het vuil van onze zonden gewassen worden. Elk avondmaal laat zien dat we alleen zo met God in verbinding mogen staan en een echte band hebben aan elkaar. Christus ontvangt ons aan zijn tafel en zet ons naast elkaar. Om uit zijn handen te ontvangen leven en vrede. Om met Hemzelf en de vruchten van zijn werk gevoed te worden. Om al iets te proeven van het nieuwe leven op een nieuwe aarde.
De doop en dat avondmaal komen niet met heel wat nieuws, naast wat al in de bijbel staat en gezegd wordt in de preken. Ze zijn hoe belangrijk en nodig, zelfs niet onmisbaar. Een kind van gelovige ouders dat sterft voordat het gedoopt kon worden, was en blijft een kind van God. Is voluit gered! Een zieke of oudere die misschien al heel lang geen avondmaal heeft kunnen meevieren, mist wel wat, maar is niet van de redding en de vergeving verstoken. Al is het goed te kijken of ze toch meer mee kunnen doen.
Jullie die gedoopt zijn maar nog niet avondmaal meevieren, horen er echt helemaal bij!
Ja, maar toch hebben die sacramenten hun eigen betekenis. Wat in het evangelie verteld wordt, wil God ook nog uitbeelden en ons voor ogen schilderen. En wij mogen het vieren. Er een feest van maken. Dat we dat nogal eens moeilijk vinden, en het al te vaak nogal sober en somber toegaat, komt misschien wel omdat we dat feestelijke wat over het hoofd zijn gaan zien. Omdat uit verzet tegen het misbruik door ‘de roomsen’ we bang zijn geworden voor wat riekt naar te veel liturgie en als poespas ver uit de buurt gehouden moet worden. Omdat ‘geloven door te horen’ zomaar versmald wordt tot: het gaat om de preek. Omdat we wat eenzijdig alle kaarten zijn gaan zetten op begrijpen, verstandelijk verwerken, en gevoel en ervaring zelfs wat eng is geworden. En ook omdat we vooral de nadruk leggen op het overdenken van onze zonden, en we niet uit de voeten kunnen met het vieren van wat zo blij zou moeten maken: wij zijn verlost, God heeft ons vrij gemaakt. Jezus leeft, en wij met Hem! Dat mag toch
doorklinken in elke kerkdienst, bij een doopsbediening, en rond het avondmaal.
3. Woord en sacrament – om door ons gebruikt te worden
Zondag 25 zegt met opzet: de Geest versterkt ons geloof “door het gebruik van de sacramenten”.
Wat natuurlijk net zo geldt van het Woord: de bijbel wil gelezen worden, en verwerkt, en gedaan…..
We moeten er mee aan het werk. De preek en ook de doop en avondmaal zijn geen tovermiddelen. Ze werken niet automatisch. Ouders moeten hun kinderen opvoeden als kinderen van de Here. Ze “horen hun kinderen, wanneer die opgroeien, uit te leggen wat het betekent gedoopt te zijn”, staat in het doopsformulier. Ze laten zien en merken wat het is om een kind van God te mogen zijn. En als je gedoopt bent, ga je als het goed is ook op de Heer vertrouwen en Hem liefhebben en dienen. Vechten tegen je zonden. Zo ook als je regelmatig avondmaal viert. Je gaat de Here dienen uit dankbaarheid. Je gaat ook anders met elkaar om. Je hebt toch samen bij je Heer en Redder aan tafel gezeten? Je hebt toch van Hem alles gekregen wat je nodig hebt? Dan wil je toch voor elkaar zorgen, en wil je de ander toch tot zijn recht laten komen?
Ja, en anders helpen bijbel lezen en naar preken luisteren en naar vereniging en catechisatie gaan, en ook doop en avondmaal je echt niet. Sterker nog: ze verzwaren je schuld. Dat staat ook in de bijbel: aan wie veel is gegeven, van die wordt ook veel gevraagd. Je verantwoordelijkheid wordt er groter door.
Paulus waarschuwt zijn lezers indringend . Hij herinnert aan wat de Israëlieten is overkomen toen die door ongehoorzaamheid hun voorrechten verspeelden. Hij zegt met nadruk: allemaal zijn ze op dezelfde manier gered, en hebben ze dezelfde tekens gezien en garantiebewijzen gekregen: allemaal achter de wolk aan, allemaal via dat pad door de zee naar de overkant, allemaal gegeten van dat brood uit de hemel en gedronken van dat water uit de rots. En toch: heel velen zijn het beloofde land niet binnengegaan maar omgekomen in de woestijn, neergeveld door de boosheid van de Here. Waarom?
Wel, vanwege hun ongeloof. Er staat: het woord dat gepreekt werd hielp hen niet, omdat hen niet tot geloof gebracht heeft. Omdat ze het wel hebben geweten maar er niet naar hebben gedaan en geleefd.
Hoeveel zwaarder is onze verantwoordelijkheid, als gemeente van Christus. Je kunt gedoopt zijn. Je kunt elke zondag in de kerk zitten. Je kunt keer op keer avondmaal vieren. Maar dat alleen helpt ons niet. Paulus schrijft: “belangrijk is dat men geloof en de liefde kent, die het geloof zijn kracht verleent“(Gal.5:6)
Als we weten hoe zwak we zelf zijn, en hoe we de hulp van de Heilige Geest nodig hebben, als we ons leven buiten onszelf bij de Here Jezus zoeken, dan krijgen we wat we nodig hebben. Dan wil de Heer ons helpen om te groeien in geloof en in hoop en in liefde. Hij zorgt met de beproeving voor de uitkomst zodat we ertegen bestand zijn. Vertrouw daar maar op. Open naar je Heer toe, en samen onderweg!
amen