Liturgie morgendienst
Welkom
Votum en groet
Zingen: Psalm 32: 1,2,3 DNP ‘Gelukkig wie door God is vrijgesproken’
Gebed
Inleiding op de lezing en de overdenking.
Het gaat vandaag over groeien tegen de verdrukking in. Een bekende uitdrukking die zeker past bij de situatie van de kerk en het christelijk geloof in onze tijd, wereldwijd. Aan de ene kant is er een toenemende vervolging van christenen in veel landen. De stichting Open Doors heeft een lijst waar 50 landen op staan waar het voor christenen moeilijk is. Waarbij we moeten bedenken dat ook andere minderheden het soms heel zwaar hebben, vaak in diezelfde landen: Oeigoeren in China, de Rohingya moslims in Myanmar, jezidi’s in Irak en Syrië. En in veel landen wordt oppositie sowieso niet geaccepteerd, zoals weer bleek in Rusland bij de zgn. verkiezingen. Verdrukking dus wereldwijd, maar tegelijk veel berichten over groei van het aantal christenen en kerken, zoals in China, in Turkije, in Iran, en zelfs in Afghanistan. Als het gaat over de toekomst van het werk van onze God en onze Heer Jezus, hoeven we niet somber te zijn. We mogen hopen en vertrouwen dat het goed komt. Het verhaal waar het vanmorgen over gaat, is een verrassend en hoopgevend voorbeeld. Laten we luisteren naar wat verteld wordt in Handelingen 8: 1-4 en 9: 1-22
Bijbellezing: Handelingen 8: 1-4 en 9: 1-22
Zingen: NLB 189 ‘Daar gaat Saulus hoog te paard’
Verkondiging: Handelingen 9: 10-22 Ananias bij Saulus: samen in de naam van Jezus
Zingen: Opwekking 167: 1,2,3 ‘Samen in de naam van Jezus’
Zingen: Lied 838: 1,2,4 ‘O grote God, die liefde zijt’.
Gebed
Collectemoment
Zingen: NBL 425 ‘Vervuld van uw zegen’
Zegen
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, zussen, broers,
Het is echt een verrassend verhaal en ook een bemoedigend verhaal waar het vanmorgen over gaat, waarin wordt verteld dat midden in een donkere tijd vol angst en ellende er ineens volop licht gaat schijnen. In de vorige hoofdstukken werd verteld hoe Stefanus door woedende volksgenoten werd meegesleurd en met stenen doodgegooid en dat de vurige Joodse rabbi Saul(us) dat helemaal prima vond. Het werd voor die Saul zelfs het startpunt om overal de volgelingen van die gehate Jezus van Nazareth achterna te zitten, in de gevangenis te stoppen, en waar dat kon de dood in te jagen, en dat niet alleen in Jeruzalem en omgeving maar met toestemming van de hogepriester ook in Damascus, in Syrië. Een dagenlange reis van meer dan 200 km…hoe fanatiek kun je zijn om zo’n reis naar een ander land te maken om mensen op te pakken….
Kijk, maar dan het verrassende en bemoedigende, meteen al in het begin, lees 8: 4. Eerst is verteld dat als gevolg van die felle vervolging door Saulus een heleboel gemeenteleden uit Jeruzalem wegvluchtten naar de dorpen in Judea en Galilea. Maar dan? Kropen ze daar weg? Hielden ze zich bang stil? Welnee, integendeel: “degenen die verdreven waren, trokken rond en verkondigden het woord van God”. Ze hielden dus niet uit angst hun mond maar ze vertelden frank en vrij over hun geloof in Jezus, en als gevolg daarvan ontstonden overal nieuwe kerkjes, blijkbaar zelfs in het verre Damascus. In plaats van stilstand en teruggang kwam er juist extra groei. Het is wel vergeleken met bloemen die uitgebloeid zijn, paardenbloemen b.v., waar je tegen blaast of waar de wind doorheen gaat, zodat de zaadjes overal heen waaien en het jaar erna overal nieuwe planten gaan groeien. Groei tegen de verdrukking, wat nog steeds gebeurt, voorbeelden genoeg ook uit onze eigen tijd..
Het wonder wordt nog groter in Handelingen 9, en dan denk ik natuurlijk aan wat onderweg naar Damascus is gebeurd met die vervolger Saulus. Maar vanmorgen willen we niet de focus hebben op Saulus, die we beter kennen onder zijn Griekse naam Paulus, maar vooral letten op de rol die in dit verhaal wordt gespeeld door die minder bekende volgeling van Jezus uit Damascus, Ananias. Wie die Ananias was, weten we eigenlijk niet, er staat: een leerling van Jezus, die in Damascus woonde – misschien een ouderling van de kerk daar, of gewoon een van de gemeenteleden. Iemand noemt hem “de onmisbare man op de achtergrond”, zo iemand die je bijna over het hoofd zou zien. Juist deze Ananias speelt in Paulus’ leven en in de groei van de kerk een sleutelrol. Met een naam die veelzeggend is: ‘de Heer is barmhartig, genadig, vergevend’ – juist een man met die naam moet namens de Heer naar Saulus met zoveel op zijn kerfstok.
Eerst wordt verteld hoe Saulus, met een arrestatieteam onderweg naar Damascus, door hemels licht geveld wordt, en hoe Jezus hem zegt op te staan en naar de stad te gaan en daar af te wachten tot hem zou worden gezegd wat hij moest doen. Maar de eerst zo stoere Saulus was door dat felle licht verblind en kon geen hand voor ogen zien en geen stap verzetten – zijn helpers moesten hem als een hulpeloze stumper bij de hand pakken en naar Damascus brengen en hem daar achterlaten bij een zekere Judas, misschien in een herberg of een opvang voor daklozen of reizigers. Daar zat hij dan, hij kon geen hap door zijn keel krijgen, hij kon alleen maar bidden, en God vragen om helderheid, om weer licht in zijn ogen en vooral licht op zijn levensweg.
Kijk, en dan krijgt die Ananias een visioen, een soort droom overdag, waarin hij een boodschap krijgt die hij ervaart als opdracht van de Heer. Een opdracht waar hij geweldig van schrikt en waar hij voor terugschrikt: ga naar de Rechte Straat, naar meneer Judas, en vraag daar naar een man uit Tarsus die Saulus heet. Al opvallend hoe dat gezegd wordt, hoe de Heer Saulus aanduidt naar de plaats waar hij vandaan komt, als mens. En ook: “hij is aan het bidden.” Zou dat niet Ananias gerust moeten stellen: die Saulus is op de knieën gegaan voor God, mak als een lam geworden, niet om bang voor te zijn…Of toch nog wel….soms kan iemand denken God een plezier te doen door anderen hard aan te pakken, zoals Saulus dat echt dacht. Saulus die vanaf zijn jeugd een serieuze gelovige en dagelijkse bidder was, en zoals hij zelf later schrijft, een fanatieke Farizeëer – gelovigen kunnen soms keihard zijn en fanatiek – helaas al te vaak, zoals meer dan eens is gebleken, b.v. in kerkstrijd. Ja maar Heer, reageert Ananias, Saulus, dat is toch de man die hier komt doen wat hij ook heeft gedaan in Jeruzalem: ons oppakken en gevangen zetten…als ik naar hem toega als christen, teken ik mijn eigen vonnis…. Stel je bent christen in Afghanistan en je gaat naar de talibanleiders en je zegt dat ze zich moeten bekeren, dat wordt je dood. Of je meldt je in Iran bij de ayatolla’s om een Bijbel te brengen… Zoiets is het geweest voor Ananias: ga op bezoek bij Saulus.. ik…naar hem…je voelt de spanning…moet dat echt.. nee toch..? ik ben bang? Wie zou niet bang zijn?
En dan is weer heel verrassend wat voor antwoord Ananias krijgt: Ga toch maar… Saulus weet trouwens al dat je komt, ook hij heeft een visioen gekregen. Ja, en deze Saulus “is het instrument dat Ik gekozen heb”, om mijn naam – dat is de naam Jezus waar die Saulus tot nu toe zijn hekel aan had – “om mijn naam uit te dragen”, aan Joden en aan alle andere volken, en ook aan koningen, aan machthebbers. Blijkbaar heeft dat allemaal Ananias vertrouwen gegeven want hij gaat! Misschien nog wel met lood in de schoenen en hartkloppingen want wat zal hij aantreffen in dat huis van Judas, in de Rechte Straat…wat is die Saulus voor man en wil hij echt anders, na alles wat hij heeft aangericht? Ik denk zomaar dat Ananias in dat huis toch wel geschrokken zal zijn van hoe anders die Saulus eraan toe was dan hij had verwacht en gevreesd: hulpeloos, blind, verzwakt door dagen niet eten, totaal van de rit… Wat er na die eerste indrukken is gezegd en gedeeld, wordt niet verteld. Wel het belangrijkste, het mooiste, meest verrassende: Ananias legt zijn handen op het hoofd van Saulus en zegt: ‘Saul, broeder’. Hoe mooi is dat! Hiermee is de bestaande mijlenverre afstand tot wie tot gold als vijand en levensgevaarlijk, overbrugd: contact van mens tot mens, respect en liefde: zegenende handen en ‘broeder’. Ananias omarmt als het ware Saulus als nu ook een van het gezin: jij hoort er nu ook bij, jij bent mijn broer geworden, en… die Jezus die jou onderweg heeft aangesproken heeft een belangrijke taak voor jou.
Prachtig om te horen en je in te denken: wat een wonder gebeurt hier! Ja, en het lijkt of dan alles in één keer goed komt, als bij toverslag, nee, doordat de Heilige Geest, de Geest van Jezus, gaat werken in Saulus, zoals we straks ervan gaan zingen: het is de Geest die ook Saulus deed zeggen: Jezus Christus – Messias – is mijn Heer. Dan gebeurt het wonder: “meteen was het of er schellen van Paulus’ ogen vielen; hij kon weer zien, stond op en liet zich dopen, en nadat hij gegeten had, kwam hij weer op krachten”. Nou, dat ging snel, denk je dan, dat geloof je niet. Ga er maar vanuit dat er die dag heel wat gepraat is en veel gebeden. Het wordt hier kort en bondig verteld, precies wat de uitkomst was…en hoeveel tijd er overheen is gegaan, is blijkbaar niet zo belangrijk….Later vertelt Paulus trouwens eerlijk dat hij eerst nog wat twijfelde om die stap te zetten: mag dat wel, mag ik ook gedoopt worden, nu al? Ananias moest hem over de streep trekken: “Wat aarzel je nog, broeder? Sta op, laat je dopen en je zonden afwassen.” En zo gebeurde, wat een wonder…dat die felle tegenstander van Jezus en die bloedhond als het om christenen ging, gedoopt wordt en daarna ingezet gaat worden als apostel en dat met zijn verhaal en ook met zijn kennis, als geen ander geschikt gemaakt…later komt Paulus er vaak op terug en dan benadrukt hij dat het alleen genade van God is, dat hij die eerst de gemeente heeft vervolgd zoveel voor Jezus mocht doen. Juist omdat ik zwak ben en ongeschikt, schrijft hij vaak, wordt des te meer duidelijk hoe groot God is….juist wie klein en zwak durft zijn, is groot en sterk, en is geschikt…om te dienen.. zijn Heer en Gods mensen.
Terug nog even naar Ananias en daarna nog wat lessen voor jou en mij. Wat Ananias betreft, we komen hem later niet meer tegen in de Bijbel; maar wel zijn er allerlei verhalen in omloop gekomen, zoals dat hij de eerste bisschop was van Damascus, en dat hij op bevel van een Romeinse gouverneur gestenigd zou zijn. Erg onaannemelijk omdat steniging een Joodse doodstraf was en niet een Romeinse. Het is verder bijzonder dat er in Damascus nog steeds een rooms-katholieke kapel is waarvan aangenomen wordt dat daar die ontmoeting plaatsvond van Ananias met Saulus en Saulus daar is gedoopt – wie weet is dat zo, maar mooi die herinnering.
Al met al een bijzonder verhaal met een centrale rol voor Ananias. Maar wat kunnen wij er nou uit meenemen voor ons vandaag, in onze tijd? Dat vind ik best een lastige omdat de situatie nu zo heel anders is dan toen.
Toch enkele aandachtspunten. Ik heb er vier.
Allereerst: wat een wending in het verhaal sinds die moord op Stefanus. Eerst leek het steeds verder de verkeerde kant op te gaan, toen Saulus alles op alles zette om wie Jezus volgden, aan te pakken en de kerk van de aardbodem weg te vagen, maar toen bleek Gods werk niet te keren. Hoe bijzonder dat zelfs zo’n fanatieke vervolger kan worden tot volgeling en voorganger, als Gods Geest in iemand werkt zodat hij of zij zich bekeert en van vijand vriend wordt: broer, zus. Nou dat kan ook in onze tijd en daar zijn prachtige voorbeelden van: jihadstrijders die Jezus leren kennen en gaan geloven, een verslaafde aan drugs die van zijn verslaving afkomt en dan als ervaringsdeskundige hulpverlener wordt, criminelen die een punt achter hun ontspoorde leven zetten en jongeren gaan helpen om niet ook op zo’n verkeerd spoor te komen, mensen die eerst alles wat met in God geloven te maken heeft bestrijden en in aanraking komen met het verhaal van Jezus en zich gaan verdiepen in de Bijbel, en die dan aangeraakt worden door de boodschap van vergeving en liefde zo dat dat hun leven op de kop zet, iemand die ging proef-geloven en er daarna niet meer los van kwam en zich aansloot bij een kerk…..het zijn maar een paar voorbeelden om aan te geven dat de wonderen de wereld niet uit zijn…ook niet het wonder van bekering en geloof en daarna een nieuw begin en een ander leven…soms heel anders dan wij hadden verwacht en vaak mooier dan we hadden durven dromen: blijf vooral maar hopen en bidden en je verwonderen.
Ja, en dan nog iets: in dit verhaal horen we een paar keer van visioenen als een manier waarop mensen een boodschap krijgen en in beweging komen: Ananias kreeg een visioen en Saulus ook…en er gebeurde wat! Wij vinden dat misschien wat vreemd maar ook in onze tijd komt het voor, best vaak zelfs, dat dromen en visioenen ons iets willen vertellen. Er zijn ook veel voorbeelden dat mensen in een droom Jezus ontmoeten en dat dat de eerste stap is naar tot geloof komen, b.v. van moslims die zo christen worden, of van mensen die er niets mee hadden en dan toch…Het vraagt natuurlijk zoals bij alles om goed nadenken en kritisch beoordelen en je door anderen laten bevragen en waar nodig corrigeren, maar nog altijd kan een mens ook zo dingen ervaren en meekrijgen, ook van God. Stel je er maar voor open dat God met je bezig blijft, laat je roepen en de weg wijzen, door woorden, door gesprekken, door ervaringen, soms ook door dromen. Zoals Ananias die er voor open stond toen Jezus hem riep en reageerde met : “ik luister, Heer”
Ananias was zeg maar een ‘gewoon’ kerklid, zoals jij en ik zijn. Juist hij werd ingezet om Saulus te begeleiden richting zijn nieuwe leven en zijn nieuwe levenswerk, en werd zo een belangrijke schakel in het werk van Jezus… Daar zie je uit hoe belangrijk het is om er voor elkaar te zijn en hoe God door zijn Heilige Geest mensen aan elkaar verbindt om het samen te doen…en God kan ons allemaal gebruiken, ieder op eigen plek en met al die verschillende gaven en mogelijkheden, ook om elkaar te stimuleren en op weg helpen, als dingen lastig zijn of als we dreigen vast te lopen, of juist om eens even iemand af te remmen en op adem te laten komen – Ananias hoefde niet gaan doen wat Paulus deed maar hij hielp hem wel op weg en trok hem over te streep: broeder, je mag er echt bij horen…zo kunnen wij hopelijk ook voor mensen die we tegenkomen – zoekers, afhakers, tegenstanders – een brug zijn naar God toe en de gemeente toe, en niet een sta-in-de-weg of een struikelblok.
Ja, en wanhoop dan maar nooit aan de kracht van God en de liefde van Jezus, kijk maar naar dit verhaal en geloof maar dat er bij God geen hopeloze gevallen zijn…en leer van Ananias dat als je op God vertrouwt en achter Jezus aan gaat je niet bang hoeft te zijn, ook niet voor heel lastige vragen en harde kritiek, voor moeilijke gesprekken en pijnlijke ontmoetingen, voor trieste verhalen en misschien vijandige reacties… Neem maar de bemoediging mee dat de Heilige Geest je wel de goede woorden zal geven als je ervoor open staat, en dat als je in je leven laat zien dat de liefde van God je drijft en dat je open staat voor de ander er wonderen kunnen gebeuren en dat jouw houding het ijs kan breken. Wat vooral telt is of je naar die ander kijkt met de ogen van Jezus en vol bent van zijn liefde, zodat muren vallen en deuren ineens open kunnen gaan…als je die ander ziet als mens: jij bent mijn zus, mijn broer. En als God het geeft kan het nog steeds gebeuren dat dan bij die ander de ogen opengaan voor wie God wil zijn, zoals bij Saulus door dat gesprek met Ananias: “Het was alsof een blinddoek van zijn ogen weggehaald werd”. Dat licht dat hem eerst verblindde en op zichzelf terugwierp werd nu een licht op zijn nieuwe Weg. Ik denk dat ook Ananias heel anders wegging uit die Rechte Straat: hij had er een broer bij, ze konden samen verder, samen in de naam van Jezus! Iemand schrijft: “Dat is wat vertrouwen met een mens kan doen: dat je boven jezelf uitstijgt. Dat je uit je comfortzone stapt en iemand een kans geeft. Dat gebeurde bij Ananias. En op zijn beurt stijgt ook Paulus boven zichzelf uit: hij had het nodig, dat er één mens was die het met hem wilde wagen op die ándere weg…Gods weg. Dat wij door het met elkaar te wagen bijdragen aan elkaars welzijn, dáárin openbaart zich Gods liefde”. Een vraag voor jou en mij: voor wie zou ik een Ananias kunnen zijn? amen