Wees wijs met de wijzen (overdenking over Matteüs 2: 1-12)

Overdenking ‘Wijs met de wijzen’

Op reis met de wijzen….nou, dat kan natuurlijk niet meer, ze leefden meer dan 2000 jaar geleden en ze kwamen van ver…misschien wel uit Babel, dat nu in Irak ligt…Maar hoe het wel kan is die wijzen volgen in wat over hen wordt verteld en kijken wat het verhaal ons vandaag te zeggen heeft. Hoe we wijs kunnen zijn met de wijzen. Die wijzen waren geleerde mannen die veel afwisten van de loop van de sterren en die ook dachten dat ze er op die manier achter konden komen wat er zou gaan gebeuren. Daarom vroegen koningen en andere regeerders zulke mannen vaak om raad. Daar zat ook bijgeloof bij en daarom wordt er in de Bijbel best vaak tegen gewaarschuwd, vooral als mensen niet meer op God vertrouwen maar het verwachten van allerlei bijgeloof. Ook een droom is niet altijd waar en komt niet altijd uit, dus pas er wel mee op.
Toch kan God ook soms dromen gebruiken om mensen wat te leren, wat we ook tegenkomen in de Bijbel. En die wijze mannen die veel naar de sterren keken wilde God ook gebruiken om zijn volk toen en ook ons nu wat te leren. Ik denk aan Daniël, een gelovige jongen uit Israël die toen hij een lastige droom van de koning van Babel kon uitleggen, hoofd van alle wijze mannen daar mocht worden. Daniël kreeg ook zelf een droom over een koning, iemand die eruit zag als een mens maar die ook meer was: “Alle volken op aarde moesten hem dienen. Aan zijn macht zou geen einde komen, zijn koninkrijk zou altijd blijven bestaan.” En eerder al komen we in de Bijbel de waarzegger Bileam tegen die uit een heel ander volk was maar die het had over een ster die zou opgaan uit het volk Israël: beeld van een koning die God geven zou, eerst David en later de grote zoon van David, Jezus. Het staat in Numeri 24:“Ik zie wat in de toekomst gebeurt. Er verschijnt een man in Israël, net zoals een ster verschijnt aan de hemel. Die man wordt koning, koning van Israël”.
Nou weten we niet of die wijzen in dat verre Babel daar iets van wisten en of ze misschien nog iets wisten van Daniël , en als ze er al iets van wisten wat ze ervan begrepen zullen hebben. In elk geval hebben ze een opvallend verschijnsel waargenomen aan de hemel en dat betekende volgens hen dat ergens in het verre westen een koning geboren moest zijn. Nieuwsgierig als ze waren gingen ze op reis om te ontdekken waar die koning was geboren, en om hem te eren met kostbare cadeaus.
Het is heel bijzonder dat niet – Joden, andersgelovigen, mannen van wetenschap – het spoor volgen dat God voor ze had uitgezet – en dat ze uitkomen bij dat kleine kind in dat kleine Bethlehem. Heel bijzonder allemaal, we zien er de leiding van God in, en er zit een boodschap in dat de koning die God in Israël liet geboren worden, bestemd is voor de hele wereld, als een licht voor alle volken, als dé Ster!
Hoe leerzaam en waardevol is het om te zien hoe God – nog steeds -mensen op zijn spoor zet, door verhalen uit de Bijbel maar ook door sterren, dromen, ervaringen, ontmoetingen en gesprekken, nadenken over in de schepping is gelegd en in de geschiedenis is gebeurd, en ook door kunst en muziek, en wat mensen in hun leven meemaken. Wees wijs met zoveel wijzen en door God gegeven wijsheid. Kijk ook maar eens naar die sterren en weet dat God ze in de hand houdt en kijk naar nog hoger, waar de God van al die sterren woont en waar Jezus troont.

En dan vergeten we niet dat die wijzen de volgende stap gezet hebben doordat ze geloof hechtten aan een oud Bijbelwoord, van de profeet Micha over de koning die geboren zou worden in Bethlehem….en laten we als mensen die misschien de Bijbel al lang kennen maar bescheiden zijn en leren van wat in nota bene het kerkelijk centrum van die tijd gebeurde dat buitenstaanders op zoek gaan en dan ook vinden, terwijl wie denken dat ze het allemaal al weten niet in beweging komen en blijven zitten waar ze zitten. In Jeruzalem was alleen de oude koning Herodes nieuwsgierig, doodsbang dat hij zijn macht kwijt zou raken – zoals het vaak gaat met dictators – wat hij ten koste van alles wilde voorkomen, en daarom wilde hij dat de wijzen dat gingen uitzoeken.
Maar de kerkmensen en de geleerde rabbijnen schrokken wel maar gingen niet op zoek. Ik las: “Jeruzalem zit op slot. Wat moet je nu met zulke zoekers in een stad van wetenden?…Ze zenden uit, maar staan niet open“. Als je denkt alles al te weten, ben je niet nieuwsgierig meer.
Dat is een spiegel waarin het goed is te kijken: zenden wij misschien ook vooral uit wat we denken al lang en goed te weten, of hebben we onze oren en ogen en harten open om wat God uitzendt – vaak langs kanalen die wij niet bedacht hadden en via mensen van wie wij het niet verwacht hadden – nieuwsgierig op te vangen? Durven we in het spoor van die wijzen uit onze comfortzone stappen of blijven we als die rabbijnen veilig in onze eigen bubbel zitten zodat we missen wat God allemaal wil doen en wil geven?
De nieuwsgierigheid van de wijzen van toen werd bevredigd, want wie echt zoekt, zal ook vinden: “Toen ze de ster zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde. Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. (let op de volgorde: eerst Jezus en dan ook Maria) Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer”. Weer bijzonder: ze herkenden in dat gewone kind in dat rijtjeshuis in dat boerendorp de koning die over heel de wereld zou gaan regeren…zo klein begon Gods reddingswerk voor de wereld van alle tijden en voor mensen van allerlei slag en cultuur, geleerd of niet, rijk of arm, en die wijzen voelden zich niet te belangrijk om dat gewone kind te eren met dure cadeaus die pasten bij een koningskind: goud, wierook, en mirre.

Als wij met die wijzen op reis gaan, komen ook wij als het goed is bij deze Koning uit en eren we Hem met onze dank en willen we Hem en onze God ons leven wijden. En dan maakt dat ook ons omgaan met wat we hebben en krijgen en weer weggeven anders. Geven is meer – las ik -dan wat collectebonnen of bankoverschrijvingen. Het is vooral je leven en dus ook wat je hebt wijden aan de Koning, om Hem ermee te eren en om je medemensen ermee te kunnen dienen. Zoals Paulus schrijft: “Geef jezelf als een geschenk aan God. Laat je leven een offer zijn dat God graag wil aannemen” Zoals in dat lied: “Neem mijn leven, laat het Heer, toegewijd zijn aan uw eer; neem mijn zilver en mijn goud, dat ik niets aan U onthoudt; neem ook mijn liefde, Heer, ik leg voor u haar schatten neer, neem mijzelf en voor altijd, ben ik aan U toegewijd”. Laten we zo op reis gaan als die wijzen, dan komen we veilig Thuis.

amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *