Genezen…en wat dan (Lucas 5: 12-16 en Lucas 17: 11-19)

Liturgie morgendienst

Welkom en mededelingen

Belijdenis van afhankelijkheid en vertrouwen

Groet

Zingen: Psalm 103: 1,2 DNP

Gods wet
Zingen: Psalm 103: 3,4,7 DNP

gebed
Bijbellezing: Leviticus 13: 1-3; 13: 45; 14: 1-9
Ps. 38: 5,6,11 ‘Heer, mijn hart ligt voor u open’
Verkondiging over: Lucas 5: 12-16 en Lucas 17: 11-19 ‘Genezen, en wat dan?
NLB 636: 1,2,3 ‘Liefde is licht, opnieuw geboren’
dankgebed en voorbeden
collecte
slotlied NLB 416: 1-4 ‘Ga met God’
zegen
——————————————————————————————
Beste mensen, zusters, broers, gemeente,
Vanaf begin vorig jaar zijn een aantal woorden niet meer weg te denken uit ons spraakgebruik en onze leefwereld: corona, lockdown, vaccinatie en ook: quarantaine. Dat laatste woord is al erg oud, vanaf rond 1600. Ik las: “Schepen uit verre oorden werden bij terugkomst in de haven veertig dagen in isolatie gehouden om verspreiding van besmettelijke ziekten te voorkomen. Deze betekenis ontstond eerst in het Italiaans: ‘quarantene’ en het Frans heeft deze betekenis overgenomen. De aanvankelijke duur van de isolatie (quarante/a is 40) zal ingegeven zijn door de duur van de kerkelijke vastenperiode”. We weten dat ook in de Bijbel veertig een bekend getal was, denk aan de veertig jaar dat Israël door de woestijn trok en de veertig dagen dat Jezus in de woestijn alleen was en werd verzocht door de duivel. En nog steeds wordt het woord quarantaine gebruikt, en is weer actueel in deze tijd van corona, al duurt de tijd van isolatie bij besmetting of kans erop nu gelukkig korter. Maar het is altijd heftig en heeft voor wie het aangaat, best veel impact.
Zelf heb ik gelukkig geen ervaring met gedwongen quarantaine, maar ik ken wel voorbeelden uit familie en vriendenkring, over wat dat met mensen kan doen: dat de muren op je af komen, dat je je opgesloten voelt, soms zelfs op afstand van je eigen man of vrouw; de deur niet uit, alleen op je kamer, dagenlang, ook als je niet erg ziek bent door dat virus maar je moet zorgen dat je die anderen niet ziek gaat maken.

Nou, aan zoiets moeten we denken als het in de Bijbel gaat over mensen die een huidziekte hadden en die daarom – soms weken en maanden of nog langer – ver van hun stad of dorp in quarantaine moesten blijven en op afstand van anderen.
Nou is het lastig om erachter te komen om wat voor aandoeningen het hier ging. Er staan in het Grieks woorden die wij ook nog kennen: lepra, en leprozen – vandaar dat oudere vertalingen het hebben over ‘melaatsheid’ en ‘melaatsen’; die ziekte zal er zeker ook onder vallen, een ziekte die nog steeds in tropische landen voorkomt en veel leed veroorzaakt. Ik las: “ Lepra is een besmettelijke infectieziekte die zowel de zenuwen als de huid aantast. Ooit kwam lepra ook voor in Nederland, maar de ziekte is hier sinds de middeleeuwen geheel verdwenen. Nu komt lepra voornamelijk voor in ontwikkelingslanden in Azië, Afrika en Latijns-Amerika. ..Lepra is met de middelen die ons nu ter beschikking staan (nog) niet uit te roeien….Jaarlijks worden er nog altijd meer dan 600.000 nieuwe leprapatiënten gevonden”. Bestrijding kost dus nog altijd veel inspanning en geld, er is dan ook een Leprastichting en ook de christelijke organisatie Leprazending die een beroep op ons doen om geld te doneren zodat tijdig medicijnen gegeven kunnen worden. Lepra is ook besmettelijk, op een manier die lijkt op corona- besmetting: “Lepra wordt overgedragen via de luchtwegen door minuscule druppeltjes die vrijkomen bij het hoesten of niezen. Iemand kan met lepra besmet raken door intensief contact met een leprapatiënt die nog niet met medicijnen is behandeld`. Als je lepra hebt moet je daarom op afstand blijven van familie, vrienden, dorpsgenoten. Nou, precies dat komen we ook tegen in het OT. Maar ik zei al dat de bepalingen erover laten zien dat het om veel meer huidziekten gaat dan alleen om lepra; vandaar dat de NBV het woord huidvraat gebruikt, en dat in de herziene versie van de NBV die eraan komt gekozen is voor het woord ‘een huidziekte die onrein maakt’. Maar voor al die verschillende ziektes – de ene makkelijker en sneller te genezen dan de andere – geldt datzelfde: afstand houden, quarantaine, en dus eenzaamheid, beperkingen, en schrik bij voorbijgangers…
We lazen er iets over in Leviticus 13, vooral ook in die verzen 45 en 46: “Wie door huidvraat aangetast is, moet zijn kleren scheuren, zijn haar los laten hangen, baard en snor bedekken en “Onrein, onrein!” roepen. Zo iemand blijft onrein zolang de aandoening duurt. Als onreine moet hij apart wonen en buiten het kamp verblijven”.
Dat had te maken met besmettingsgevaar, maar ook met de uitgebreide wetten over rein en onrein in het OT: alles wat met dood en bederf te maken had, moest bij God en zijn heiligheid uit de buurt blijven, daar was reiniging voor nodig – niet dat wie onrein was daar schuld aan had, wel dat je als gevolg van de verstoring van het goede leven door zonde en tekorten niet zomaar in de buurt kon zijn van het heilige. Wat het des te pijnlijker maakte voor wie het trof: zelfs God hield je op een afstand.

Kijk, en in dat licht is zo bijzonder wat we gelezen hebben over onze Heer Jezus. Vooral dat Hij die afstand overbrugde en die man met zijn huidziekte aanraakte. Wat niet alleen betekende dat Jezus het risico nam ook besmet te raken maar door die aanraking werd Hij zelf ook onrein, en nam hij de onreinheid van deze man over.
Zoals dat al eeuwen ervoor was aangekondigd over de redder die God zou sturen: “Hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam” (Jesaja 53: 4). We lezen bij Marcus dat toen die zieke man om hulp smeekte, Jezus medelijden met hem kreeg en – misschien wel tot verbazing van die man en tot ontzetting van zijn leerlingen – zijn hand uitstrekte en hem aanraakte – en zo contact maakte en hem weer als mens zag staan en zich met hem gelijk maakte en zijn probleem overnam. Waarna Jezus zich hield aan de geldende wettelijke regels en die man wegstuurde om zich – zeg maar met onze begrippen – te laten testen door de priester: pas als het een negatieve test was: jij hebt geen huidziekte meer – mocht hij weer terug naar zijn gezin en zijn dorp – en na de voorgeschreven offers ook weer naar de tempel.

Kijk, en ongeveer net zo gaat het een tijdje later met die tien patiënten in één keer. Heel bijzonder dat die tien blijkbaar bij elkaar woonden en dat er ook een Samaritaan bij was; het was staat er bij in het grensgebied van Galilea en Samaria en blijkbaar vielen de grenzen weg nu ze allemaal hetzelfde moesten meemaken: quarantaine, verstoken zijn van contacten met familie en dorpsgenoten, afwijzing en afschuw. Dat schept blijkbaar een band waar zelfs vroegere vijandschap vergeten lijkt te zijn. Zoals je ook in onze tijd soms ziet als mensen samen dezelfde narigheid ervaren dat er dan ineens contacten ontstaan waar die eerst niet waren en mensen hulp bieden aan tot dan toe onbekenden; zeg maar: gedeelde smart is halve smart.

Speciaal staat er bij: “ze bleven op een afstand staan”. Vast een grotere afstand dan anderhalve meter. En de mannen riepen vandaar tot Jezus om medelijden met hen te hebben, waarbij ze Jezus eren als ‘meester’. Ze zien Jezus als man met gezag die in staat is tot wat geen dokter en geen priester voor elkaar kan krijgen: genezing. Kijk, en Jezus beantwoordt die hulpvraag meteen, op een heel verrassende manier.
Verrassend vooral omdat het anders ging dan bij die ene man in dat eerdere verhaal. Hier geen uitgestoken hand en geen aanraking en geen gezondheidsverklaring – “ík wil het wordt rein” – maar alleen een opdracht: “ga je aan de priesters laten zien.” Dat was voor die tien mannen een erg lastige opdracht: geen teststraat vlakbij maar ze moesten een reis maken helemaal naar Jeruzalem, en dat zonder auto of OV, ik denk zomaar lopend…en dat terwijl ze nog steeds die ziekte hadden die ook nog zichtbaar was voor iedereen, een ziekte die maakte dat ze onderweg nergens welkom waren.. hoe doe je dat…. waarom zou je dat erop wagen….en stel dat het allemaal voor niets blijkt te zijn. Dát is hier de echte test, een test in vertrouwen: geloven ze Jezus op zijn woord? Hebben ze er vertrouwen in, of toch niet echt…?

En wat een verrassing: ze stellen geen vragen, ze gaan op reis, alle tien, blijkbaar ook die Samaritaanse man die al helemaal veel moest overwinnen: als Samaritaan op reis door het vijandige Joodse land, naar de priesters in het Joodse Jeruzalem.
We kunnen er wel van uitgaan dat er enkele weken liggen tussen de ontmoeting van Jezus met deze tien mannen en de terugkeer van die ene om Jezus te bedanken. We gaan er vanuit dat ze alle tien de reis hadden gemaakt naar de priesters in de tempel om getest te worden op die huidziekte, en daar genezen te worden verklaard. Ja, en nog onderweg merkten ze al dat ze genezen waren en dat hun huid schoon was….en de test door de priesters bevestigde dat: negatief, je mankeert niets meer.
Ja, en wat dan….wat ga je dan doen met je nieuwe leven….wat is de volgende stap? Ik denk zomaar dat ze allemaal verbaasd zijn geweest en dolblij en ook dankbaar… Maar negen zullen meteen zijn teruggegaan naar huis, naar hun gezin en hun dorp. Ze zullen hebben verteld van de ontmoeting met Jezus – net zoals die man in dat eerdere verhaal die zijn mond niet houden kon over wat hem overkomen was – en daarna keerden ze terug naar hun oude normaal, naar hun business as usual…..het was een nare tijd maar die is gelukkig voorbij, we kunnen weer ons leven oppakken. Herkenbaar voor als je na een tijd van ziekte of een burnout weer aan de slag kunt en je liefst weer zo gauw mogelijk de draad weer wilt oppakken en alles weer wilt kunnen….en veel mensen kijken zo ook uit naar het eind van de coronacrisis en hopen dat ze over niet al te lange tijd weer terug kunnen naar hoe het eerder was. En dat is vast ook zo als je corona hebt gehad en weer aan de beterende hand bent of als je gevaccineerd bent en hoopt en denkt dat je nu weer gewoon kunt leven…

Terug naar het verhaal en vooral naar die ene man die als enige eerst terugging naar Jezus om Hem te bedanken voor zijn redding, en – het meest opvallende en meest bijzondere – Jezus te eren als meer dan zomaar een helper uit de nood maar als iemand die door God was gestuurd en kon beschikken over kracht die van God is. Er staat dat hij voor Jezus op de knieën ging en zelfs aan Jezus’ voeten op zijn gezicht ging, als teken van aanbidding – en – zeker voor een Samaritaan extra bijzonder – dat hij met luide stem God loofde, eer gaf aan de God van Israël. En dat zag Jezus als teken van zijn geloof: “Sta op en ga naar huis. Je bent gered door je geloof”. Hij was in vertrouwen gegaan en kwam terug om Jezus te bedanken en God de eer te geven. Hij ging heel anders naar huis dan hij er tijden geleden was weg gegaan: gezond maar meer dan dat. De ontmoeting met Jezus was een keerpunt.
Zijn thuisreis was meer dan terug naar het oude normaal, het was het begin van een nieuw leven. Hij had ontdekt wie Jezus was en dat pakte niemand hem af.
Kijk, en dat werpt ook licht op wat de Heer ook aan die man vroeg: waar zijn die andere negen die ook genezen zijn? En over zijn hoofd heen aan zijn leerlingen en anderen die erbij waren: “Wilde niemand anders terugkomen om God eer te bewijzen dan alleen deze vreemdeling?”. Alle eer voor deze Samaritaan maar tegelijk de zoveelste teleurstelling over de houding van eigen volksgenoten en kerkgenoten. We komen dat vaker tegen bij Jezus en daar zit ook steeds voor wie binnen denken te zijn een waarschuwing in: het kan zomaar zijn dat anderen je inhalen en eerder in aanmerking komen voor een plek in de nieuwe wereld van God: laatsten worden eersten en wie denken met voorrang er wel te komen, komen achteraan. Al bij het eerste optreden van Jezus in de synagoge van Nazareth waar hij was opgegroeid, schudde hij de toehoorders wakker die dachten wel een streepje voor te hebben bij Jezus en vonden dat hij ook bij hen maar eens wonderen moest doen en zieken moest genezen: wij zijn toch familie, klasgenoten ooit, eigen volk eerst toch? Jezus herinnerde toen aan de tijd van Elia die niet naar mensen in het eigen land ging om hen te helpen maar over de grens, naar een weduwe in het heidense Sidon; en aan de tijd van Elisa toen niemand in Israël van huidziekten werd genezen maar wel Naäman, een generaal uit het vijandige Syrië. (Lucas 4) Bij een andere gelegenheid zei de Heer iets dergelijks: “Uit het oosten en het westen en uit het noorden en het zuiden zullen ze komen, en ze zullen aan tafel genodigd worden in het koninkrijk van God. En bedenk wel: er zijn laatsten die de eersten zullen zijn en eersten die de laatsten zullen zijn.” (Lucas 13: 29 en 30). Dit verhaal maakt het concreet: één Samaritaan die verder is dan negen Israëlieten; wij zouden zeggen: iemand van buiten de kerk die dichterbij God is dan al die levenslange trouwe kerkgangers.

Wat kunnen wij meenemen uit dit verhaal, voor ons leven nu, in en na corona, en wat kunnen we ervan leren als gelovigen en als kerk, zoveel eeuwen na dit gebeuren?

Ik denk in de eerste plaats dat waar wij vanwege de gezondheid van onszelf en anderen afstand moeten bewaren – wat vaak best pijnlijk is en lastig te handhaven – Jezus namens God je Vader die afstand overbrugt en je wil aanraken met liefde en zorg….en dat ook wij als die liefde van God voor ons door ons heen gaat naar elkaar en anderen toe die anderhalve meter zomaar overbrugd kan worden….zorgzaam, liefdevol, creatief: bel elkaar op, stuur een appje of een mailtje, breng een bezoekje.. en dat vooral om niet maar te zenden maar vooral te vragen, te luisteren, mee te leven…en soms door te laten merken dat je mee lijdt, dat je echt interesse hebt. Een lied vertolkt het mooi: “Liefde heeft handen, ogen, oren…liefde heeft nooit de hoop verloren…liefde is licht, laat zich niet vangen, komt door gesloten deuren heen… liefde kan legers overwinnen, springt hoger dan de hoogste muur…liefde is licht, uit Hem geboren die zelf de bron van liefde is. Hij (God)heeft zijn kind aan ons verloren”.

Het tweede dat dit verhaal ons leert is dat Jezus de grenzen doorbreekt tussen wie naar eigen besef al binnen zijn en wie voor ons besef en hun eigen besef buiten staan…en dus moeten wij ook af van dat wij en zij en open staan naar al die anderen en ook blij zijn met zoveel onverwachte en ongedachte tekenen van Gods werk en God aanwezigheid in en door mensen om ons heen van wie we het niet verwachten. Je zou kunnen zeggen dat Jezus de quarantaine openbreekt waarin het Joodse volk eeuwenlang geleefd had, als bescherming tegen het virus van afgoderij en zonde, en dat Hij door zijn Geest het vaccin uitdeelt van geloof en hoop en liefde die beschermen tegen de besmetting van eigenwaan en zelfzucht, haat en onvrede. Ook voor ons is dat bevrijdend uit ook een soort quarantaine van de deur naar de wereld niet uit durven en veilig in je eigen bubbel blijven uit angst besmet te raken door wat ´de wereld´ genoemd wordt, waar zo anders gedacht en gedaan en geleefd wordt. Terwijl Jezus zijn leerlingen en ook ons juist de wereld in stuurt om daar er te zijn voor zijn mensen en zelf voluit mens van God te zijn, open, bescheiden, en eerlijk.We kunnen zoveel leren van die ander aan de rand van of ver verwijderd van de kerk. En hopelijk kunnen zij wat meenemen van ons, van wie God is voor u en jou.

Als laatste: wat nemen we uit dit verhaal mee naar de tijd die hopelijk komt na corona? Ik betrap mezelf erop dat ik vooral terug wil naar wat we dachten normaal te zijn: geen afstand meer houden tot zelfs eigen kinderen, weer met meer op bezoek, weer kunnen reizen, weer allemaal naar de kerk elke zondag en samen zingen. …en ik denk dat het dingen zijn waar je naar mag verlangen….jullie hebben vast ook zo een lijstje. Maar als we na deze tijd vooral wat was willen vergeten en weer ons oude leventje oppakken, zijn we als die negen genezen mannen die het met Jezus verder wel voor gezien hielden, vergeten we dankbaar en verwonderd te zijn, en hebben we van die moeilijke tijd weinig of niets geleerd, b.v. dat we kwetsbaar en afhankelijk zijn, dat we elkaar en ook het samen kerk zijn en samen als mensen onderweg zijn broodnodig hebben, en dat we proberen een nieuwe start te maken: als gezin, als kerk midden in de wereld, als verantwoorde verzorgers van onze planeet, als mensen van God in de wijde wereld van God, samen delend in en van zijn liefde. Of komt die vraag van Jezus ook binnen bij jou en bij mij: waar ben jij, hoe laat jij merken dat je dankbaar bent voor zoveel dat God geeft, voor al zijn liefde en zorg? Wat laat je zien aan mensen om je heen van die liefde van Jezus voor zijn wereld?
Dankbaarheid moet je een leven lang leren en oefenen, en handen en voeten geven. Laten we elke dag willen leren van die man uit Samaria, en vooral: van die man uit Nazareth die zijn leven gaf om ons nieuw leven te geven. Dank Hem elke dag!
amen