Pasen vieren in zelfisolatie – Johannes 20: 19 ( leespreek voor Pasen )

Beste mensen, gemeente van onze opgestane en levende Heer Jezus Christus, luisteraars thuis waar u of jij ook bent,

Het is wel heel bijzonder en ook best wel moeilijk: Pasen zonder een feestelijke kerkdienst, met meestal blije opgewekte liederen en samen na de dienst koffie of thee of limonade met een traktatie – zo deden we dat in veel kerken elk jaar. Mooi. Maar dit jaar niet: we zijn meestal thuis, of op de kamer in het zorgcentrum, en er liggen ook nog veel mensen in het ziekenhuis, zelfs op de IC of aan de beademing. En dat is moeilijk, en ook als het met jezelf goed gaat, is er de onzekerheid en de zorg, of eenzaamheid, en hebben we extra behoefte aan dat samen, en aan de kerk. Ik herken het ook bij mezelf toen de maatregelen net begonnen los te komen en ook de kerkdiensten gestopt werden: het zal toch niet…met Pasen…ook dan geen kerk?

Maar toen steeds duidelijk werd dat er ook met Pasen geen kerkdienst is dit jaar, ging ik in gedachten terug naar de dag waarop het begon: dat eerste Paasfeest, de dag dat het graf van Jezus leeg blijkt te zijn en vrouwen en leerlingen hun Heer levend en wel hebben ontmoet en het dus voor het eerst echt paasfeest kan zijn.
Je zou denken dat de hele stad wel in feeststemming zou zijn en er een dankdienst zou zijn belegd – niet in de tempel natuurlijk want daar zijn de tegenstanders van Jezus nog de baas die het gerucht rondbazuinen dat de leerlingen van Jezus zijn lichaam hebben gestolen en nu het nepnieuws verspreiden dat Hij weer zou leven- maar wel in een of andere feestzaal of in een ruim huis van een rijke volgeling als Jozef van Arimatea of Nikodemus, of in Betanië bij Lazarus en Marta en Maria…..

Maar nee, niets van dat alles, het bleef stil in de stad en de leerlingen bleven thuis. We lezen in Johannes 20: 19: “Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden”. De Joden, dat zijn natuurlijk de leiders die Jezus hadden laten oppakken en berechten en kruisigen en die blij waren dat ze eindelijk van die lastpost af waren. Ze hadden de bewakers van het graf zwijggeld gegeven en zwegen zelf als het graf. En de leerlingen waren doodsbang dat ze opgepakt zouden worden als ze overal in de stad gingen vertellen en vieren dat hun Heer was opgestaan – dat werd niet gepikt en zou hun misschien wel op arrestatie komen te staan en wie weet erger. Vandaar dat ze deze avond in zelfisolatie doorbrachten: achter gesloten deuren. Ze durfden de straat niet op, ze wilden ook geen mensen binnenlaten. Zo kan dat zijn in een crisissituatie vol onzekerheid: je vertrouwt niemand en je blijft op jezelf omdat je jezelf wilt beschermen en niet elkaar en anderen onnodig in gevaar wilt brengen…

Ja, en denk je dan ook eens in hoe ze daar zaten. Nee, vast niet op anderhalve meter afstand, en ze waren ook met meer dan drie…tenminste met zijn tienen. Dat getal gaf al aan dat er afvallers waren. Allereerst en allerergst natuurlijk vriend Judas die net als de anderen drie jaar lang een van de twaalf was geweest maar op het eind zijn leermeester en vriend aan zijn vijanden had uitgeleverd. “Zo vriend, hier ben je dus voor gekomen”, zei Jezus tegen hem in de olijventuin. En ook: “Judas, verraad jij de Mensenzoon met een kus?”. Hoe erg, voor Jezus, maar ook voor de andere vrienden: een van hen heeft Jezus verraden. Ja, en dan die ander, die er wel bij was vanavond, Simon met zijn mooie bijnaam: ‘Petrus’, dat is zoiets als ‘kei’ , ‘rots’, een man op wie je bouwen kon, toch? Dat dacht hij zelf ook: op mij kunt u rekenen, Heer, ik blijf u trouw, ik zal u nooit verloochenen. Maar hoe anders was het gegaan, toen in die vreselijke nacht hem het vuur na aan de schenen werd gelegd: jij bent toch ook een van die Jezus – ik niet, hoe kom je erbij, ik ken hem niet en ik heb niks met hem – en hem het vuur te heet onder de voeten werd en hij er vandoor ging, met bonzend hart en tranen in zijn ogen – en o, hoor die haan, dus toch! Bijzonder: Petrus was er weer bij vanavond, gelukkig! Maar hoe zal hij zich hebben gevoeld: wat denken ze van mij, hoe kijken ze naar mij, o, ik schaam me toch zo. En dan had je Tomas die er vanavond niet bij was, die op zijn eentje thuis zat en er niet aan wilde dat zijn Heer was opgestaan, die was van het eerst zien en dan geloven: “Ik wil eerst de wonden van de spijkers in zijn handen zien, en ze voelen met mijn vinger. En ik wil met mijn hand de wond in zijn zij voelen. Anders geloof ik het niet. “ Hoe herkenbaar, ik denk ook voor ons: je wilt bewijs, ervaring, gevoel. En kijk dan niet alleen naar Tomas, ook de anderen die er wel waren, wisten nog niet hoe ze het hadden, leefden tussen hoop en vrees: was het echt zo dat Jezus weer leefde? De een had dit gezien, de ander dat meegemaakt, maar wat nu en hoe verder…verwarring alom, blijdschap en onzekerheid, hoop en twijfel, en angst ook…

Er is misschien iets van herkenning, zeker als je nu zelf aan huis gebonden bent, alleen of met je huisgenoten, je partner, je kinderen – uit voorzichtigheid vanwege dat nog steeds aanwezige virus, omdat je geen bezoek wilt of mag krijgen, of misschien met vage klachten bij jezelf of iemand in je huis, of met aangetoonde besmetting of omdat jij als werkend in de zorg geen enkele risico wilt lopen – ja, en allemaal voelen we ons beperkt en op onszelf teruggeworpen, zonder samen in de kerk te zingen en te bidden en te vieren, zonder erop uit te gaan met mooi weer. Daar zitten we dan ieder in eigen huis, op afstand van elkaar, met laptop of smartphone… en met allerlei gedachten tussen hoop en vrees, misschien ook over bedrijf, baan, inkomen, en onzeker over hoe lang gaat het duren en hoe moet het verder, straks…

We weten natuurlijk niet wat de leerlingen van Jezus die avond allemaal met elkaar hebben besproken, misschien wel door elkaar heen en soms tegen elkaar in…we kunnen het wel een beetje raden als we wat de evangeliën vertellen, combineren. Maar wat vooral de boodschap is, staat in het tweede deel van dat moeilijk begonnen vers 19: “Maar opeens stond Jezus tussen hen in en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ . Wat er niet bij staat is hoe dat precies in zijn werk ging. Ging die deur voor Jezus op een wonderlijke manier open, of kon Hij met een verheerlijkt lichaam ineens komen en gaan? Er is heel wat over gespeculeerd en gefantaseerd, maar de Bijbel laat ons in het onzekere en dus is het blijkbaar niet belangrijk voor ons geloof. Denk maar aan wat Jezus tegen Tomas zei: ”gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven”. Wat niet door Johannes wordt verteld maar wel door Lucas is de eerste reactie van die leerlingen: “De leerlingen schrokken en werden bang. Ze dachten dat ze een geest zagen”: (Lucas 23: 37, BGT). Dat kan ik me voorstellen: je zult maar oog in oog staan met iemand die je een paar dagen eerder in een graf gelegd hebt. Dat wil er echt niet zomaar in, en daarom begrijpen we Tomas ook best: ik moet het eerst zien.. maar zelfs toen ze zagen konden ze eerst hun ogen en oren niet geloven….daar was voor nodig dat Jezus nog een paar weken lang allerlei ontmoetingen en gesprekken regelde…en zelfs dan staat eerlijk in de Bijbel dat vlak voordat de Heer terug ging naar de hemel, na nog de laatste opdrachten aan zijn leerlingen uitgedeeld te hebben, met vooral de opdracht om de wereld in te gaan om overal het goede nieuws door te geven dat Jezus leeft en regeert en dat Hij terug zal komen, dat er staat dat zelfs toen nog “sommige leerlingen twijfelden” (lees Matteüs 28: 17). Hoe bijzonder dat de Heer hen toch kon gebruiken en wilde inschakelen – Hij kan meer uit de voeten blijkbaar met wie niet zo zeker van zichzelf en hun geloof zijn, meer dan met wie zelfverzekerd wel eens even dit of dat…gelukkig maar, dan is er ook voor mij nog hoop en een taak, dan kan Hij ook wat met jou en je onzekerheid, met u die bang thuis zit, met jullie die je zorgen maken over hoe verder, met zijn kerk die krimpt…en met zoveel zoekers en twijfelaars, afhakers of net weer gezochten… Jezus komt naar je toe en gaat naast je staan en Hij zegt ook vandaag tegen jou: “Ik wens je vrede”.

Probeer allereerst dat mee te nemen en te geloven en te ervaren, als je thuis zit als gezin of op uw kamer alleen in he zorgcentrum of in je ziekenhuisbed of in de cel, als je als gemeenteleden niet in de kerk bent maar allemaal tegelijk een online-dienst volgt: Jezus en zijn vrede zijn niet aan een gebouw gebonden en zijn niet voor één gat te vangen of door zelfisolatie of gedwongen thuisblijven tegen te houden, maar Hij komt met zijn liefde door de meest stevig gesloten deuren binnen en Hij kan zelfs de meest gesloten harten vol twijfel, angst, weerstand openmaken: Vrede voor jou. Zoals we er straks van gaan zingen: ‘Liefde is licht, laat zich niet vangen, komt door gesloten deuren heen, biedt aan de woede beide wangen, breekt harten harder dan een steen…liefde kan legers overwinnen, springt hoger dan de hoogste muur…laat dan uw ziel in zonlicht dopen, weg boze dromen, wees gerust! Dat is toch: vrede.

Ja, want dat is de bemoedigende binnenkomer van Jezus bij zijn doodsbenauwde leerlingen die al bang waren voor wat buiten dreigde en nu binnen ook schrokken. Er zat bij hen heel wat onrust, onzekerheid, schaamte ook over hun lafheid, ergernis en verdriet over die Judas, en waarom was Tomas er niet, en Petrus met altijd zijn grote mond was wel wat stil vanavond, die zingt wel een toontje lager…ja, en wat gaat er hierna gebeuren, wat komt er allemaal op ons of, hoe moet het verder…onrust dus, onzekerheid, onvrede, een hoofd vol rondspokende gedachten, stenen op de maag.
Maar Jezus – staat er veelbetekenend – “kwam in hun midden staan”- als altijd. Niet op een afstand, niet uit de hoogte, niet boven hen zwevend als een soort geest, maar als diezelfde die er altijd was voor hen: naast hen, en voor hen, en om hen heen. En die als zo vaak hen begroette met die joodse groet die toch meer is en dieper dan alleen een ‘goedenavond samen’, maar is gevuld met echte sjaloom: ruimte, heelheid, geluk, zeg maar: heil en vrede – zoals Jezus had gezegd in dat lange en indringende gesprek de avond voor zijn arrestatie: “Ik laat jullie vrede na, mijn vrede geef Ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan, Maak je niet ongerust en verlies de moed niet”(Joh. 14: 27) en aan eind van dat gesprek nog met een uitroepteken: “Ik heb dit gezegd opdat jullie vrede vinden bij Mij. Jullie zullen het zwaar te verduren krijgen in deze wereld, maar houd moed: Ik heb de wereld overwonnen.“ (16: 33).

Nou, dat was gebeurd inmiddels: door dood en graf heen was de wereld van zonde en dood overwonnen en had Jezus betaald voor die echte vrede, met God en elkaar. Tegelijk: dat was niet een goedkope vrede, niet een: laat maar om de lieve vrede. Er was een hoge prijs voor betaald, er had bloed voor gevloeid, er was voor gevochten. Zoals helaas nog vaak moet in een wereld met nog veel onvrede, oorlog, ziekten. Ik denk aan militaire missies om ergens in de wereld dictators of terroristen te stoppen en de vrede te herstellen, ik denk aan artsen, verpleging en ook de overheid die een virus wil indammen en getroffenen mogelijkheden wil geven om te herstellen en die meer besmettingen en ziekenhuisopnames willen voorkomen; ik denk aan de moeizame strijd om oplossingen te zoeken voor die vele vluchtelingen, en als Nederland denken we juist dit jaar terug aan 75 jaar geleden toen ten koste van veel mensenlevens we bevrijd zijn, laten we niet door dat nare virus vergeten dat te vieren, ook al moet dat helaas anders en veel bescheidener dan de bedoeling was.

Jezus wenst zijn leerlingen vrede en laat meteen de littekens zien van de wonden die Hij in de strijd tegen zonde en dood heeft opgelopen: zijn vrede is niet goedkoop. Dat was het niet voor Jezus, dat is het ook niet voor ons; Jezus zegt zelfs: “Denk niet dat ik ben gekomen om op aarde vrede te brengen, Ik ben niet gekomen om vrede te brengen maar het zwaard”. Dat is eigenlijk hetzelfde als: mijn vrede is anders dan de vrede die in de wereld zo heet of wordt aangeboden; het is een vrede die je wat kost, als je voor Jezus kiest en achter Hem aangaat, want dat betekent dat je in botsing kan komen met wie dat niet wil, dat je tegen onrecht opkomt, en tegen onderdrukking en uitbuiting en dat kan je komen te staan op tegenwerking en tegenmaatregelen. Ik denk weer terug aan de 2e wereldoorlog en de vele slachtoffers die het verzet en de inzet van de geallieerden gekost heeft; we denken eraan terug op 4 mei, ook in 2020.

Ik denk met name ook aan Dietrich Bonhoeffer die kort voor de bevrijding is terechtgesteld vanwege zijn verzet tegen de nazi’s; zijn laatste woorden waren: “Dit is het einde, voor mij het begin van het leven.” Hoe bizar en triest dit einde, hij had door zijn vaste geloof in Jezus de echte vrede gevonden en bewaard. Een uitspraak van hem is ook: “Er is geen weg naar vrede op de weg naar de veiligheid”. Je moet dus risico’s durven nemen om echte vrede te bereiken, een vrede die niet een makkelijk leven voor jezelf is maar het goede zoekt voor anderen”.

Dat hebben die bange leerlingen daar in die zelfisolatie ook ervaren toen ze later de deur weer uit gingen, de wereld in met de boodschap en het voorbeeld van hun Heer. En nog altijd lijden mensen die voor het goede opkomen, door veel kwaad.
Ja, en zo’n virus raakt mensen raken zonder onderscheid van rang, stand, geloof, en in de strijd ertegen raken ook hulpverleners besmet, en vraagt het veel risico nemen.

Ja, en toch, we lezen dat het een mooie avond werd daar achter die dichte deuren. Toen de eerste schrik voorbij was, kwam het steeds meer binnen: Jezus leeft, echt. En dan gaat het verder in vers 20: “de leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen.” Een week later wordt ook Tomas over de drempel getrokken: “mijn Heer, mijn God”. En dan kunnen ze weer verder, de deur uit, de straat op, de wereld in, met hun Heer. Om de vrede die ze zelf hebben mogen aanvaarden en ervaren, door te geven. Met tot vandaag toe wereldwijd effect: mensen die houvast hebben aan hun levende Heer, en die zich inzetten voor vrede en recht, liefde en geluk voor anderen; die ook tijdens zo’n pandemie als we nu beleven, niet in paniek raken of in de schulp kruipen maar in actie komen, creatief worden, anderen ondersteunen, licht en vrede brengen. Want – nog een uitspraak van Bonhoeffer: “Niet alleen de angst is besmettelijk, maar ook de rust en de vreugde”. Ik wens u en jou en veel anderen die besmetting toe.
Amen

Liturgie

Zingen: Opwekking 723 ‘Kom, volk van de verrezen Heer’

Stiltemoment

Votum en groet

Zingen: Ps. 126: 1,2 DNP ‘Het leek een droom, toch was het waar’

Gebed

Bijbellezing: Johannes 20: 1-10
Zingen: NLB 637: 1,2,3 ‘O vlam van Pasen, steek ons aan’

Bijbellezing: Johannes 20: 19-29
Zingen: Opwekking 58: 1,2,3,4 ‘Vrede zij u’

Verkondiging: Johannes 20: 19

Zingen: NLB 636: 1,2,3 Liefde is licht, opnieuw geboren

Gods leefregels voor het nieuwe leven Kol. 3: 1-17

Zingen: Voorzichtig Licht 55: 1,2,3 ‘Zo vrolijk als een vlinder’ (mel. NGK 232)

1. Zo vrolijk als een vlinder,
zo vrij en opgewekt
als één die ongehinderd,
de hemel heeft ontdekt,
geloof en hoop gekregen,
als vleugels aangedaan,
de loze dood ontstegen,
ben ik mijzelf voortaan.

2. Wat knelde is gestorven,
wat kwelde is vergaan,
ons leven is verborgen,
bij God een nieuw bestaan,
als Christus zal verschijnen,
verschijnt Hij niet alleen,
dan zingen al de zijnen,
in paaslicht om Hem heen.

3. Zo vrolijk als een vlinder,
leef ik voor U o Heer
de nacht boeit mij steeds minder,
het daglicht des te meer,
Uw liefde zal mij laven,
ik ben van nu af aan,
in Uw graf mee begraven,
en met U opgestaan

Gebed

Collecte

Zingen: Opwekking 710 ‘Zegen mij’

Zegen

Amen: NLB 415: 3 ‘Amen, amen, amen, dat wij niet beschamen..’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *