Matteüs 25: Christelijke ‘mantelzorg’: (hoe) zijn wij een zorgzame gemeente?

Liturgie morgendienst 12 november 2017

Welkom
Zingen: NLB 289 ‘Heer, het licht van uw liefde schittert’ – melodie Opw. 334
Heer, het licht van uw liefde schittert,
schijnt in donkere diepten, schittert;
Jezus, licht voor de wereld, verlicht ons
door de waarheid die u geeft, bevrijd ons.
Schijn op mij, schijn op mij.
Refr.
Kom, Jezus, kom, vul dit land met uw Vaders glorie;
blaas, Geest, ons aan, zet ons hart in vlam,
stroom, overstroom alle naties met uw genade.
Geef ons uw woord, Heer, ontsteek hier het licht.
Heer, ik kom in uw stralend schijnsel,
uit de schaduw in uw nabijheid;
door uw Zoon mag ik staan in uw luister,
toets mij, test mij, verteer al mijn duister.
Schijn op mij, schijn op mij.
Refr.
Heer, hoe meer wij uw helder licht zien
en de weerglans op uw gezicht zien, –
zal ons leven voor anderen stralen,
het verhaal van uw liefde vertalen.
Schijn in mij, schijn door mij.
Refr.
Moment van stilte en gebed
Votum en groet (Sela)Votum
Onze hulp en onze verwachting
is van God, onze Heer.
Hij die alles maakte,
laat niet los wat Hij begon.
Groet
Genade en vrede
van God, de Vader;
door Jezus, zijn Zoon, Immanuël.
Hij woont met zijn Geest in ons.
Hallelujah, hallelujah, amen!
Zingen: Ps. 146: 3,4,5 LB

Het verhaal van Sint-Maarten
Korte intro HvV

Gods leefregels uit Leviticus 19
zingen: Overnodig 63 ‘Mens van God, haat schone schijn’ – mel. Gz. 473

A Mens van God, haat schone schijn!
Rijk in liefde zul je zijn:
mantelzorger – als je mild,
gul je Meester volgen wilt.

V Als je zelf een mantel draagt
en een medemens je vraagt
bij te dragen in zijn nood,
zwijg je dan de ander dood?

M Als je graan hebt, velden vol,
handen, schuren overvol,
gun je dan een arme niet
waar jijzelf zo van geniet?

A Rijkdom geeft de goede God,
maar niet zonder zijn gebod:
maai geen randen van het veld –
arm wie alle aren telt.

M Tel geen aren, tel geen geld,
tel alleen de vrucht die telt:
liefde en geloof en hoop –
tel de druppels van je doop.

V Elke druppel is er één:
ga de wereld in, ga heen,
deel je mantel, deel de smart,
deel je rijkdom, deel je hart.

A Naakt, zijn mantel afgelegd,
heeft de Meester ons gezegd:
deel het brood en deel de wijn –
mantelzorger zul je zijn!

gebed
kinderlied
kinderen naar de KND

Bijbellezing: Jesaja 58: 6-11 en Lucas 3: 10-14
Zingen: NLB 973 ‘Om voor elkaar te zijn uw oog en oor’
Verkondiging: Matt. 25: 31-40
‘Christelijke mantelzorg: (hoe) zijn wij een zorgzame gemeente?
Zingen: Opwekking 378 ‘Ik wil jou van harte dienen’

Voorbereiding op de viering van het avondmaal
Gebed
Opwekking 765
Collecte – filmpje over HartHHW
Zingen: NLB 422: 1,2,3 ‘Laat de woorden die we hoorden’
Zegen
Amen: Gz. 456: 3

.Het verhaal van Sint-Maarten

11 november was de dag….je weet wel: dat jouw lichtje branden mocht.

Het was weer Sint-Maarten gisteren – wie van jullie is de deuren langs geweest…..?
En…veel snoep gekregen zeker…..
En wie van u heeft kinderen aan de deur gehad en heeft ze wat gegeven?

Maar weten jullie en weet u waar dat feest vandaan komt?

Daarover gaat dit korte filmpje….

Vanmorgen gaat de preek over wat we van Maarten – en vooral van Jezus – kunnen leren. Thema: Christelijke mantelzorg: (hoe) zijn wij een zorgzame gemeente?

We gaan zo meteen ook een lied daarover zingen, gemaakt door ds André Troost,
met zeven coupletten, in wisselzang – alle zeven eerste letters vormen samen de naam Maarten – en er komt ook in terug wat o.m. in Leviticus 19 staat over zorg voor wie in Israël tekort kamen en zorg nodig hadden – een les ook voor ons – laten we eerst naar Gods leefregels uit Leviticus 19 luisteren en daarna dat lied zingen.

Gods leefregels Lwv. 19

Het lied Mens van God, haat schone schijn – op de melodie van gz. 473

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, zusters, broeders, jong en al ouder,
dia 1

11 november was de dag…in 397 na Christus…dat bisschop Martinus van Tours (Maarten) nee..niet gestorven is…dat was op 8 november…maar werd begraven.
En daarom is 11 november de dag geworden dat hij wordt herdacht en vereerd.
Veel jongens zijn later naar hem genoemd: Maarten, of Martin, of Martinus…..
en meisjes ook natuurlijk: Martine, Maartje…zeker als ze geboren waren of gedoopt op 11 november, de naamdag van Sint-Maarten….ook Maarten Luther, geboren
op 10 november 483 en een dag later gedoopt – heeft zijn naam eraan te danken.

Oorspronkelijk is het trouwens een heidense naam, afgeleid van de oorlogsgod Mars.
Martinus/Maarten is: de strijdbare, de krijgshaftige; en die naam deed Maarten eer aan want als zoon van een militair begon ook hij zijn loopbaan in het leger – totdat hij koos voor een leven in dienst van koning Jezus –en eindigde als bisschop van Tours.
Een lied geeft het treffend weer: Sint Maarten strijdbaar man en ook: dienstbaar man.

Na zijn dood zijn in allerlei plaatsen, ook in Nederland kerken naar hem genoemd en werd hij de patroonheilige van veel steden zoals b.v. van Utrecht…en van allerlei beroepsgroepen zoals soldaten en wevers en kleermakers…..wat natuurlijk komt door dat verhaal over het doormidden snijden van zijn mantel en het geven van de helft van die mantel aan een arme bedelaar.

Het is een mooi verhaal dat zoals veel meer verhalen over goede daden en wonderen die heilige mannen zouden hebben gedaan, een kern van waarheid zal hebben maar waarbij de vraag is of het echt zo is gebeurd…..daarover verder niet, het is een opstapje naar wat de Here Jezus ons leert…en wat Maarten in die droom meegekregen zou hebben: wat je doet voor mensen die kwetsbaar zijn, in nood verkeren, hulp nodig hebben, heb je voor Jezus zelf gedaan…is geloven met de daad en leven naar het voorbeeld niet maar van een heilige als Sint Maarten maar naar het voorbeeld dat Jezus ons geeft.

dia 2 Christelijke mantelzorg: (hoe) zijn wij een zorgzame gemeente?

1. Door te dienen
2. Door te delen
3. Door te doen

dia 3 Dienstbaar zijn.
Eerst nog even over dat woord ‘mantelzorg’. Er is wel gezegd dat die term ontleend is aan dat verhaal van Maarten en de mantel, maar dat schijnt toch niet te kloppen.
Maar het is wel een mooie lijn: mantelzorg is voor mensen als een warme deken.
Palliatieve zorg – zorg voor mensen in de stervensfase – is trouwens letterlijk ook een soort mantelzorg want pallium is een Latijns woord dat mantel betekent.
Maar als ik het over christelijke mantelzorg heb als hopelijk eigen aan de gemeente
bedoel ik dat toch wat ruimer en wat anders dan wat meestal zo genoemd wordt:het zorgen voor een vader of moeder die zichzelf niet meer redden kan, of het regelmatig omkijken naar een buurvrouw die de deur niet meer uit kan, als aanvulling op of vervanging voor de professionele thuiszorg of zorg van de wijkverpleging. Het is goed dat de overheid maar ook wij samen als burgers en zeker als christenen om al die mantelzorgers heen staan en dat ze ruimte krijgen voor dat belangrijke werk.
Afgelopen vrijdag werd er terecht weer aandacht voor gevraagd door de ‘Dag van
de mantelzorg – dia 4 hoe belangrijk is het werk dat vaak in stilte elke dag gebeurt!

Maar vanmorgen gaat het om meer: hoe zijn wij binnen de gemeente voor elkaar waar nodig mantelzorgers, en wat kun je als christen en kunnen we als kerk voor de mensen om ons heen betekenen: in de straat, in de buurt, op ons werk, in het dorp..
Wat weer veel meer op ons bordje komt nu de overheid stappen terug doet dia 5
en de tijden terugkomen dat op de kerken en christelijke hulpverleningsorganisaties als het Leger des Heils , Stichting Present en in het buitenland Kerk in Actie, de ZOA, en noem ze allemaal maar op, steeds vaker een beroep wordt gedaan voor hulp…en dan komt ook op u en jou de vraag af: wat kan ik doen, wat komt er op mijn pad…en
ook: wat kan en wil ik geven, aan tijd, aan aandacht, aan zorg, en ook aan geld….?

Wat dichtbij begint: in eigen gezin en familie, en ook in de kerk, en dan in de straat
Zoals Paulus dat bedoelt als hij zijn lezers en ons dus ook aanspoort: “Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen, vooral voor ons geloofsgenoten” (Gal. 6: 10) – en dat is niet zoiets als ‘eigen volk eerst’ of ‘het hemd is nader dan de rok’, maar wel heel praktisch dat je dichtbij huis als eerste een taak hebt, bij de bestaande en meest dichtbije contacten, en dat de gemeente zo ook een oefenplek is om te leren liefde te bewijzen en hulp te bieden, om van daaruit ook te kijken wat je persoonlijk en ook samen kunt betekenen voor mensen om je heen.

Nou, en daarvoor is allereerst nodig dat je als christen bereid bent om te dienen.
Zoals de Heer ons dat heeft voorgehouden en voorgeleefd en voorgedaan, wat Hij heel zichtbaar maakte toen Hij de voeten van zijn leerlingen waste en hen en ons meegaf: “Ik ben jullie Heer en meester en toch heb Ik jullie voeten gewassen.Daarom moeten jullie ook elkaars voeten wassen. Ik heb jullie het goede voorbeeld gegeven. Wat Ik voor jullie gedaan heb, moeten jullie ook voor elkaar doen”. dia 6
Maar aan dat doen gaat vooraf wat je houding is, hoe we naar elkaar kijken en hoe we met elkaar willen omgaan, en hoe we ook als christenen zijn in de samenleving.
Ik las ergens dat Jezus niet maar kijkt naar onze buitenkant, naar wat we doen: “Hij kijkt veel dieper dan dat. Wat doet mijn genade in jouw leven? In hoeverre ben jij op
Mij gaan lijken in zorg en aandacht voor kwetsbare mensen in nood?Is jouw hart
veranderd door mijn oneindige liefde voor jou?” . Dan komen we steeds terug aan de voet van het kruis waar Jezus hing en leed en stierf voor mij, maar ook voor die ander voor of achter me in de kerk, en naast me in de straat, en bij me op het werk.
En dan gaan we steeds meer met de ogen van Jezus naar die ander kijken, ook naar hem die me niet ligt of naar haar die we niet zo leuk behandeld heeft, en dan is het echt een vraag uit het hart hoe die ander te dienen en als Christus voor hem te zijn.
Wat begint met echt contact zoeken en tijd nemen om te luisteren en de ander te begrijpen en zijn of haar verhaal serieus te nemen, en samen op te gaan lopen.
Dienstbaar je opstellen begint ermee welke plek ik in mijn hart en leven geef aan medemensen dichtbij en daarna ook verder weg, of ze mij een zorg zijn, en zelfs of ik ze zie als een cadeau van God aan mij en tegelijk als een opdracht en uitdaging. En diensbaar zijn is ook dat ik die ander de ruimte gun of geef om zichzelf te zijn, anders dan ik ben en vast ook anders dan ik denk over dingen en dingen aanvoel – dat ik niet me meer voel dan…maar juist bereid ben de minste te zijn en me op te offeren als dat die ander helpt en Jezus dat van me vraagt – dat ik het met de apostel eens ben dat geven meer is dan krijgen, en dat ik ook eerlijk ben over wat ik wel en niet kan geven – want niemand is minder en niemand is meer, we zijn aan elkaar gegeven om elkaar te dienen – dat leren we van Petrus die dat zelf ook eerst heeft moeten leren: “Overigens, in de omgang met elkaar moet ieder van u altijd de minste willen zijn, want God keert zich tegen hoogmoedigen, maar aan nederigen schenkt Hij zijn genade” (1 Petrus 5:5). En eerder in diezelfde brief: “Wees allen eensgezind, leef met elkaar mee, heb elkaar lief als broeders en zusters, wees barmhartig en bereid de minste te zijn” (3: 8). Wat Petrus van zijn Heer had geleerd! dia 7

Als we dat met elkaar oefenen in de gemeente, en dan vooral vaak in deze spiegel van God kijken – en vaak denken aan Jezus – dan verandert er veel ten goede – en ik ben ervan overtuigd dat er nog veel veranderen kan en veranderen moet, en dan kunnen we ook veel betekenen voor Nederland.
In dat verhaal over de Koning die rechtspreekt en de mensen beoordeelt op hoe ze elkaar en anderen van dienst zijn geweest of niet, worden zes concrete voorbeelden genoemd van het omkijken naar en zorgen voor kwetsbare en noodlijdende mensen.
In de Middeleeuwen en ook later werd er het begraven van doden aan toegevoegd en had met het over de ‘zeven werken van barmhartigheid’ – dia 8 (even langslopen)
Het zijn allemaal concrete vormen van dienstbetoon waarin je vanuit de kerk en als christenen veel kunt betekenen voor mensen aan de rand en in de verdrukking, wat ermee begint dat je ook en juist die mensen ziet als gelijkwaardig en mensen van God – dienen is niet om zelf eer te behalen maar juist om er te zijn voor mensen aan wie naar de mens gesproken geen eer te behalen valt – zo krijgt God alle eer!

dia 9 2. in een zorgzame gemeente is er de bereidheid om te delen.

Die oude verhalen over Sint Maarten gaan erover dat hij wat hij had wilde delen met mensen die minder of niets hadden: hij had al veel weggegeven en toen hij die bedelaar tegenkwam en alleen nog zijn soldatenmantel had, deelde hij die ook nog.
Nog eens: of het allemaal echt zo gebeurd is, weten we niet, maar de boodschap die eruit spreekt is indringend – daarom wordt al heel lang Sint Maarten gevierd dia 10 en verbonden met het geven aan wie minder heeft – daar is dat bedelen om snoep door kinderen die eigenlijk niets te kort komen, eigenlijk een slap aftreksel van – ik
gun jullie het plezier en dat snoep, maar als je echt doet als Sint Maarten deed, eet je niet alles alleen op maar wil je ook delen – en zelfs uitdelen aan wie minder heeft….
In de Bijbel gaat het ook vaak over willen delen van wat God ons gegeven heeft.
Het is zelfs een kenmerk van gemeente-zijn, denk maar aan de eerste christelijke gemeente in Jeruzalem waarover we lezen: “Alle gelovigen kwamen steeds bij elkaar. Ze deelden alles wat ze hadden”….”Geen van hen beschouwde zijn bezttingen als zijn persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk.
…Niemand van hen leed enig gebrek.” (Handelingen 2: 44: 4: 32 en 34). Om dat laatste ging het, dat niemand gebrek leed….je mocht best eigen geld en bezit hebben maar je was ook bereid om te delen als anderen tekort of niets hadden.
Zoals later Paulus schrijft over de gemeente waarvan de leden als lichaamsdelen op elkaar ingespeeld zijn en elkaar nodig hebben en voor elkaar zorgen. dia 11. Alle lichaamsdelen moeten voor elkaar zorgen: als het ene lichaamsdeel pijn heeft, lijdt het hele lichaam eronder, en als het met een lichaamsdeel goed gaat, profiteert de rest daar ook van; nou, zo is dat ook in dat lichaam dat je als gemeente bent dia 12.

Daaruit is al duidelijk dat als het gaat over delen, het niet alleen en zelfs niet op de eerste plaats gaat over geld en bezit, over geven aan de kerk en aan goede doelen, al hoort dat er ook bij, denk ook aan de collecten voor diaconale doelen – maar ik las: “We zijn er niet met incidenteel of periodiek een diaconale activiteit of een gift aan een goed doel. Het gaat om onze aandacht, tijd en volharding.” En dat begint binnen de gemeente, nog een citaat: “Denk bijvoorbeeld aan het bezoeken van zieken en eenzamen en aan het uitnodigen van nieuwe gemeenteleden voor een maaltijd.” We mogen dankbaar zijn voor veel dat al gebeurt en georganiseerd wordt.
Voor wat de ouderlingen doen en de diakenen, de bezoekbroeders en –zusters, de alleengaandengroep, Wijs met Grijs, de Jeugdraad – te veel om op te noemen,mooi!
Maar pas op dat we gaan afschuiven: daar hebben we…..vul maar in……wel voor.
Kijk vooral ook wat je zelf in eigen omgeving doen kunt, wat je kunt betekenen voor een ander, hoe je jouw gaven en mogelijkheden kunt inzetten, en wat je grenzen zijn.
In het bevestigingsformulier van diakenen binnen de GKv staat mooi: “De Heer roept ook nu op tot het betonen van gastvrijheid, offervaardigheid en barmhartigheid, om i
zwakken en hulpbehoevenden volop te laten delen in de blijdschap van Gods volk.
In de gemeente van Christus mag niemand ongetroost leven in ziekte, eenzaamheid of armoede”. Het is waar dat de diakenen daarin een stimulerende en coördinerende taak hebben, maar het blijft de verantwoordelijkheid van ons samen, nog eens dat formulier als tegen de diakenen wordt gezegd dat ze de gemeente een goed voorbeeld moeten geven “van de onderlinge zorg waartoe Christus ons allen oproept.” Het avondmaal dat we volgende zondag weer gaan vieren maakt de band zichtbaar die we hebben met elkaar doordat we samen aan Christus verbonden zijn.
Dat lezen we ook meteen van de gemeente in Jeruzalem: ze braken het brood – en daarom was er ook de zorg voor elkaar naar het voorbeeld dat de Heer ons geeft.

Ja, en dan blijft dat niet binnen de muren van de kerk, dat formulier van zonet trekt het breder: “zo zullen we als gemeente groeien in liefde voor elkaar en voor alle mensen”. Als christenen hebben we ook een taak om waar nodig en mogelijk om te kijken naar mensen buiten de kerk die in nood zijn, zoals dak-en thuislozen, mensen die eenzaam zijn, gevangenen, en – heel actueel – vluchtelingen en asielzoekers.
Denk ook maar aan de voedselbank, vrijwilligers die nodig zijn om asielzoekers te begeleiden en ze te helpen met de taal, en bij te springen bij ziekte en andere problemen, en wat doen we als een al geworteld gezin of kinderen uitgezet dreigen
te worden – volgen we dan lijdzaam de overheid of komen we in actie voor hen?
Lastige vragen die je als kerken samen onder ogen kunt zien: alleen lukt het niet.
In de oude christelijke kerk was het een kerntaak: omzien naar mensen in nood.
Er zijn veel voorbeelden van zorg voor armen, gevangenen, slachtoffers van rampen en epidemieën, met vaak schaarse middelen en mogelijkheden deed met toch veel. En toen na enkele eeuwen het christendom erkende staatsgodsdienst werd, werd de zorg uitgebreid en professioneler en kwamen er hospitalen, opvang voor zwervers en vreemdelingen, hofjes voor oudere alleenstaande vrouwen, en vanuit de kloosters is heel veel gedaan om nood te lenigen, zieken te verzorgen, en gastvrijheid te bieden.
dia 13
Ik las: “Deze traditie doet een beroep op kerken en christenen om de zorg voor mensen hoog op de agenda te hebben staan, binnen kerken en in de samenleving.
Zorg voor de zwakken.” Dat is blijkbaar waar Jezus als rechter ons op zal afrekenen, zoals we ervan gelezen hebben: wat je gedaan hebt voor de minsten van mijn broeders en zusters, dat heb je voor Mij gedaan – of niet gedaan. Want geloven is niet Heer Heer zeggen of zingen, maar doen wat Vader van ons wilen vraagt. En dat is dat we leven naar het voorbeeld van Jezus, en delen wat Hij ons in beheer geeft.

dia 14 3. En dan komt het aan op dat ook te doen.

We hebben het al gehoord van Jezus dat Heer Heer zeggen – goede dingen over God en Jezus zeggen, en veel en enthouasiast zingen over en voor Hem – of recht in de leer zijn en elkaar aan die leer houden, en anderen de weg van Jezus wijzen –
niet is waar je bij God mee weg komt; Jezus zei: doe je ook wat je Vader graag ziet?
Zijn broer Jakobus schreef over levend geloof dat uitkomt in daden van geloof: “Voor God, de Vader, is alleen die zuivere, reine godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk leven” (1:27).
dia 15
Nee, dan hoeft niet iedereen op bezoek in de gevangenis of naar een AZC, en we kunnen niet als één kerk iedereen die in onze dorpen in nood is helpen – maar we kunnen wel oog en oor en hart leren open te zetten en te kijken wat we ieder voor zich en als nieuwe gemeente, en samen als kerken in Langedijk, meer kunnen doen.
Er zijn door heel het land heen allerlei initiatieven die inspireren en waarvan we kunnen leren – landelijk zijn er adviescentra vanuit onze kerken en vanuit de PKN.
Christelijke hulporganisaties hebben veel knowhow en ervaring in huis om ons op weg te helpen, en ook de burgerlijke gemeentes staan steeds meer open voor contact met en hulpverlening vanuit en samen met de kerken.

Het zou mooi zijn om als alle stof van het samengaan-proces is neergedaald, hier werk van te maken; Ik ben ervan overtuigd dat samen iets doen, voor elkaar en voor anderen, ook erg goed kan werken om elkaar beter te leren kennen en naar elkaar toe te groeien, en dat dan de perikelen die er waren en nog zijn, overkomelijk zijn.

Als we niets liever willen dan elkaar en anderen dienen, en als Christus voor ze zijn.
En daar dan niet minder of armer van beter en rijker van worden, zelf en ook samen.
Want dan mogen we – vaak tot onze verrassing ervaren – dat die ander ook bereid is mij te dienen, en als Christus voor mij wil zijn – en dan wordt een mooie tijd, samen!

amen
dia 16

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *