Johannes 8: 34-36: Jezus maakt echt vrij! (5e zondag Veertigdagentijd)

Liturgie morgendienst zondag 2 april 2017
Zondag ‘Iudica’ (Doe mij recht, o God – Psalm 43: 1)

Votum en groet
Zingen: Ps. 43: 1,3,4 ‘
Wet (Ex. 20)
Zingen: Ps. 65: 2
Gebed
Schriftlezing: Johannes 8: 30-59
Zingen: Gz. 30: 1,2,3,7
Verkondiging: Joh. 8: 34-36 ‘Jezus maakt echt vrij’
Zingen: NLB 911: 1,2,3 ‘Rots waaruit het leven welt’
Gebed
Collecte
Zingen: Lied 305: 1,2 ‘Waar Gode Heer zijn schreden zet’
Zegen

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

dia 1
Waarom heten onze kerken eigenlijk Gereformeerde Kerken vrijgemaakt?
Ik weet dat meer dan een oudere onder ons dat je wel zou kunnen vertellen.
Dat is anders voor jullie jongeren: wie van jullie weet wat ‘vrijgemaakt’ is?
Stel dat je dat wordt gevraagd, op school b.v., heb je er een antwoord op?

Het is mijn bedoeling niet een lesje kerkgeschiedenis te geven vanmorgen.
In elk geval zal het iets te maken hebben met vrij worden van wat onvrij maakte.
Het gaat terug op de jaren 1944-1945 toen Nederland bezet was en in oorlog,
en in diezelfde tijd in de toen Gereformeerde Kerken van hogerhand dingen
werden besloten en aan de kerken en aan de professoren en de dominees
werden opgelegd : zo moet je denken en dit moet je preken en anders mag
je geen professor of dominee of ouderling meer zijn, en moet je de kerk uit.
Dat ging over de doop en de beloften van God in zijn verbond – het voert
te ver om dat allemaal uit te leggen – vanmorgen is genoeg om nog eens te
beseffen dat toen veel kerkleden opkwamen voor de vrijheid om te denken
en te preken wat je op grond van wat God in de Bijbel zegt mag geloven:
ze ‘maakten zich vrij van de dwang van menselijke regels en menselijke uitleg.
dia 2
Helaas zijn ook de kerken die vrijgemaakt gingen heten, later niet ontkomen
aan toch weer binding aan menselijke regels en gewoonten, en kwam er in
de jaren erna weer onderlinge strijd en éen scheuring – daar zijn de kerken
uit voortgekomen die Nederlands Gereformeerde Kerken zijn gaan heten.
Gelukkig is er openheid om wat toen gebeurde open en eerlijk te bespreken,
en waar onrecht is gedaan dat te erkennen en breuken weer te helen.
En is de hopelijk de les dat we zuinig moeten zijn op de vrijheid die Christus
belooft en geeft, en we als kinderen van Vader in de hemel elkaar als broers
en zussen in het geloof te steunen en vooral goed te luisteren naar elkaar
inplaats van voor de ander in te vullen moet hij of zij moet denken en doen.
Paulus schrijft: “Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven,
houd dus stand en laat u niet weer een slavenjuk opleggen”(Gal. 5: 1), en dan
gaat over regels die het ene kerklid wilde opleggen aan het andere kerklid, b.v.
dat de besnijdenis nog steeds moest en het vieren van de Joodse feestdagen
ook voor niet-Joodse christenen verplicht was, en meer van die regels, omdat
je anders geen goed christen was, wat tot verdeelheid in die kerken leidde.
Paulus is er scherp over: zo zet je de eenheid die er is als je samen verbonden
bent aan Christus op het spel, en zet je een streep door wat Christus gedaan
heeft om je te bevrijden van de zonde en van de veroordeling door de wet, en
dan is Christus eigenlijk voor niets gestorven, als het toch weer afhangt van
onze eigen inspanningen en van het je netjes houden aan allerlei regeltjes.

Nou, tegen diezelfde achtergrond staat wat Jezus zegt in onze tekstverzen,
Met als kernboodschap: Jezus maakt echt vrij! dia 3
In vers 32 gaat het over ‘de waarheid’ die bevrijdend is voor die aanneemt.
En dan gaat het niet over iets vaags en ook niet over een bepaalde leer,
maar over de persoon van de Heer Jezus zelf door wie je God mag kennen:
“wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn” (vers 36).
‘Vrijgemaakt’ slaat zo gezegd op iedereen die zich door Jezus laat redden.

Kijk, en dat was nou precies waar veel mensen in Jezus’ eigen tijd en onder
Jezus’ eigen volk niet van overtuigd zijn en waar ze niet aan wilden: en het
is waar ook in onze tijd heel veel mensen niet van weten of willen weten; en
laten we eerlijk zijn: wat wij wel zeggen te geloven want het staat in de Bijbel
en – voor wie er nog wat van weet en wat mee heeft – in onze belijdenis, maar
in de praktijk is het lastig in te vullen en het handen en voeten te geven, dat we
het nodig hebben – steeds weer – door Jezus bevrijd te worden: van onszelf,
van wat ons gevangen houdt of opjaagt of juist blokkeert, vooral: van de zonde=
wat tussen God en ons, en tussen ons en anderen in staat, waardoor we ons
doel niet bereiken en niet tot onze bestemming komen, wat onszelf en ook
anderen schade doet, waar we maar niet af komen – verslavingen b.v. aan
noem maar op, van dingen en mensen die groeien in geloof in de weg staan.
En dat kan ook met goede bedoelingen en de Bijbel in de hand, als we b.v.
elkaar niet de ruimte geven om te groeien, als we stilstaan i.p.v. te groeienl
dia 4 Jezus koppelt het aan leerling zijn: en wie echt leert, komt verder, groeit.
Dus u beweert dat wij vrijgemaakt moeten worden, dat U ons komt bevrijden?
Alsof wij slaven zijn, en niet vrije mensen, vrije kinderen van vader Abraham!
Het klinkt verontwaardigd, van mensen die zich aangevallen en ondergewaardeerd voelen: “Wij zijn nakomelingen van Abraham en we zijn nooit iemands slaaf
geweest – hoe kunt u dan zeggen dat wij bevrijd zullen worden.”
Natuurlijk weten deze Joden ook wel dat hun volk in de loop van de tijd meer
dan een keer slaaf is geweest – denk aan de tijd in Egypte – en te lijden heeft
en had onder bezetting door een vreemde overheerser – Assyrië, Babel, Rome.
Maar ook dan bleven ze een trots volk dat zich vrij en onafhankelijk voelde.
We kennen de voorbeelden uit de Bijbelse geschiedenis van mensen die weigerden te knielen voor mensen omdat ze alleen God boven zich erkenden: de vrienden van Daniël die weigerden voor het beeld van Nebukadnezar te knielen, dia 5 Mordechai die bleef staan als Haman langs kwam – en in de tijd van de vrijheidsstrijd door de
Makkabeeën zei een van hun bevelhebbers dat Joden alleen God dienen en zic
daarom nooit hebben laten knechten door wat voor vorm van slavernij ook.
Nou, en blijkbaar voelden ze zich in die nationale en religieuze zelfverzekerdheid gekwetst als die rabbi uit Nazaret beweert dat wij bevrijding door Hem nodig hebben.
Zoals het voor elk mens confronterend is te erkennen dat je het alleen niet redt om
b.v. van een verslaving af te komen, of vn financiële problemen, van moeilijke kanten in je karakter,van aangeboren of aangeleerde slechte eigenschappen; van de zonde.

De apostel Petrus zet in zijn brief scherp neer hoe misleidend het kan zijn als een mens zich vrij voelt om te doen en te laten wat hijzelf wil en goed vindt – Petrus waarschuwt voor mensen die je dat proberen wijs te maken: “Ze beloven vrijheid, maar zijn zelf slaven van het verderf, want waar men door beheerst wordt, daarvan is men slaaf. En als zij die zich door hun kennis van onze Heer en redder Jezus Christus hebben losgemaakt van het vuil van de wereld, daar weer in verstrikt raken en er opnieuw door worden beheerst,zijn ze er erger aan toe dan voorheen” (2 Pet.2.19)
De Heer zegt precies datzelfde in zijn woordenwisseling met de Joden in de tempel:
“iedereen die zondigt, is een slaaf van de zonde” –dia 6 kwaad is verslavend, je komt er niet op eigen kracht van af, en het is nog besmettelijk ook, en het kwaad trekt alle verhoudingen scheef want je kunt denken goed bezig te zijn en toch veel kwaad aan te richten, tot schade en schande van jezelf,mensen om je heen, en de samenleving.

Nou, heel dreigend hing dat in de lucht toen Jezus dat zei, nota bene in de tempel.
Je wrijft je ogen uit als je het leest: “Ik weet wel dat u nakomelingen van Abraham bent. Toch wilt u mij doden, omdat er in u geen ruimte is voor wat Ik zeg”. En: “Als u echt kinderen van Abraham bent, zou u moeten doen wat Abraham deed. Maar nee, u wilt mij, iemand die u de waarheid heeft gezegd die hij van God gehoord heeft, doden – zoiets heeft Abraham niet gedaan”. Dus van Abraham afstammen redt een mens niet – dat je uit een kerkelijke familie komt, helpt op zichzelf een mens niet –
het gaat erom dat je het geloof van Abraham deelt, dat je zijn voorbeeld navolgt,
dat je leert van je ouders, je opa, je oma, wat leven met God is, en hoe God er voor je wil zijn, en wat het betekent om christen te zijn in je gezin, op je werk, in je buurt.
En dat niet krampachtig, omdat het zo hoort of van je verwacht wordt, of uit angst
dat het anders verkeerd gaat of slecht met je afloopt, maar als vrij mens, als mens
die bestemd is om te leven voor God en die tot geluk van anderen geschapen is.
Vrij niet om eigen zin te doen en eigen belang na te jagen, maar vrij om lief te hebben en het goede te doen, om door God gezegend tot een zegen te zijn.

Jezus maakt echt vrij, in tegenstelling tot wat allemaal vrijheid wordt genoemd.
Je kan b.v. denken aan begrippen als vrijheid van meningsuiting wat vaak wordt
uitgelegd als mogen zeggen wat je denkt, en zelfs mogen schelden en beledigen.
De partij voor de vrijheid wil opkomen voor een Nederland dat eigen belangen voorop zet en eigen zaken kan regelen, zonder inmenging van b.v. Europa, en
vrij van wat wordt gezien als vreemde invloed b.v. van de Islam of van mensen
met andere gewoonten en een andere cultuur: Nederland moet weer van ons zijn.
De VVD heeft ook het woord vrijheid in de naam en dan is het vooral vrije markt
en vrijheid van staatsinmenging, en vrijheid om met eigen auto hard te rijden….
Er zitten allemaal best kernen van waarheid in maar het is zomaar vooral mijn vrijheid of onze verworvenheden als Nederland die ‘ze’ niet mogen afpakken.
Met alle gevaar dat het verwordt tot egoïsme: ik eerst, eigen volk eerst – en dat
de ander uit beeld raakt of zelfs tot bedreigend of tot vijand wordt: wij – zij.
En zo juist van echte vrijheid niets terecht komt en je in de greep komt van angst of zelfs haat, van vermeende eigen rechten of gevangene van je eigen zgn. gelijk.
Wat wrang dat de partijleider voor de vrijheid de strengst beveiligde Nederlander is.
Maar als de Bijbel het over vrijheid heeft – werkelijke vrijheid – ademt dat een heel andere sfeer, ik denk weer aan de apostel Paulus,in Galaten 5: 13: dia 7“Vrienden, God wil dat jullie als vrije mensen leven. Maar gebruik die vrijheid niet om toe te geven aan slechte verlangens. Gebruik die vrijheid om met liefde voor elkaar te zorgen. Dan doe je ook precies waar het in de wet om gaat. Want eigenlijk gaat de hele wet over deze regel: ‘Houd evenveel van de mensen om je heen als van jezelf’.”
dia 8 vraagt concrete keuzes, tegen het slechte en voor het goede
Jezus heeft het over werkelijk vrij zijn, echte vrijheid, tegenover allerlei zogenaamde vrijheden die uiteindelijk binden aan wat onrust geeft, opjaagt, of zelfs kwaad doet.
B.v. als mijn zogenaamde vrijheid de ander in zijn vrijheid en ruimte belemmert – of
als ik vooral of zelfs alleen me druk maak om mezelf of mijn eigen belangen, bezig
mezelf neer te zetten en waar te maken, of krampachtig vasthoudt aan wat ik gewend ben en volgens mij zo hoort, terwijl ik denk dat het zo moet van God.
Zoals die oudste zoon in dat verhaal van Jezus ervan overtuigd was goed bezig te zijn, heel anders dan die losbol van een broer die alles erdoor had gejaagd en voor
wie bij thuiskomst ook nog een groot feestmaal georganiseerd werd – wat oneerlijk:
“al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets
opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden
feest te vieren” – hoe zielig klinkt dat, verongelijkt, en vooral verschrikkelijk jaloers:
“maar nu die zoon van u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan
de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht” …heeft hij niet een punt….
Zijn vader vindt van niet, er klopt niks van, zijn zoon doet alsof hij een slaaf is die
alleen maar werken moet en plichten heeft…..maar jij bent toch ook mijn zoon,
de hoofderfgenaam zelfs: “Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is,
is van jou…Maar we konden toch niet anders dan feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is teruggevonden.“
dia 9
Het is het grote en indrukwekkende vervolgverhaal van Gods Vaderliefde, die zover ging dat Hij zijn eigen lieve Zoon naar deze aarde stuurde om al die weggelopen en hopeloos verloren zonen en dochters te zoeken, te redden, en thuis te brengen.
herkenden als in zichzelf verloren kinderen van de Vader, maar dat ze claimden recht te hebben op de plek in het gezin van vader omdat ze toch van Abraham afstamden.
Alsof dat niet puur genade was, Gods onverdiende keus, alleen door Gods liefde.
En alsof niet elk mens het nodig heeft vrijgemaakt te worden van zonde en schuld.
Het gevaar kan ook ons bedreigen dat we denken wel een streepje voor te hebben bij God omdat we gelovige christenen zijn, gereformeerd zelfs, en oppassende lui…
Neem dan de waarschuwing van Johannes de Doper ter harte: dia 10 “Denk niet meteen bij jezelf: Wij hebben Abraham als vader. Want ik zeg jullie: God kan uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken.” (Matt. 3: 9). En Jezus waarschuwt: “Ik zeg jullei dat velen uit het oosten en uit het westen zullen komen en met Abraham, Isaak en Jakob zullen aanliggen in het koninkrijk van de hemel, maar de erfgenamen van het koninkrijk zullen worden verbannen naar de uiterste duisternis” (Matteüs 8: 11-12), en dat was toen een niet-Joodse officier meer vertrouwen in Jezus had dan zijn eigen volk:”Ik verzeker jullie:bij niemand in Israël heb ik zo’n groot geloof gevonden!”.

Het maakt ons bescheiden: oordeel niet te gauw over wel of geen geloof bij anderen,
voor je het weet ben je ook zo’n oudste zoon of dochter die vooral met zichzelf bezig is en geen plek in zijn hart heeft voor die ander die God er ook bij wil hebben, en die
niet meer echt van genade leeft, en niet wat echte vrijheid is, die je hebt als Gods kind….Jezus koppelt het aan leerling-zijn: wanneer jullie bij mijn woorden blijven, zijn jullie werkelijk mijn leerlingen – dat is concreet: doen wat Jezus je voordeed – Hem echt volgen – en dan maakt dat je echt vrij – dan zal Jezus je echt vrijmaken.

Waarbij nog een mooi vooruitzicht naar ons toekomt dat wie echt kind wil zijn van de hemelse Vader voor altijd bij hem mag wonen, samen met Gods eigen zoon Jezus.
Want – zegt Jezus ‘een zoon (en een dochter natuurlijk ook) hebben voor altijd een plek in het gezin – je hoort er altijd bij, ook als je uit huis gaat en ver weg woont.
Dat is anders voor een knecht, een slaaf was dat toen – die komt en weer gaat.
Zo heeft een mens van huis uit geen recht om bij Gods gezin te horen, want elk mens is als het aan hem zelf ligt een slaaf van de zonde – en de zonde heeft geen wettige en blijvende plek op Gods aarde, laat staan in het huis van Vader in de hemel….maar wie door geloof bij Jezus hoort, wordt aangenomen tot Gods kind en
mag voor altijd, zelfs voor eeuwig, bij God zijn Vader wonen – in volle vrijheid.
dia 12
Bent u vrijgemaakt? Ik bedoel niet door een kerkkeus, maar dankzij Gods keus.
Dus niet iets om je op voor te laten staan, maar iets om verbaasd over te zijn
en heel dankbaar – voel je vrij en gun ook die ander de echte vrijmaking!
amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *